Financiën Wmo en Jeugd
De financiën sociaal domein blijven ook in 2022 en verder onze nadrukkelijke aandacht vragen.   We beginnen met het landelijke nieuws. Zoals eerder gemeld in de raadsbrief van de meicirculaire ontvangt Twenterand afgerond € 1 miljoen vanwege de extra kosten jeugdhulp (macro € 613 miljoen). De compensatie is geen budgettair voordeel, maar is bedoeld voor zaken als wachtlijsten, praktijkondersteuners jeugdzorg, enzovoort. Voor een detailtoelichting verwijzen wij naar de Berap 2021. Omdat de kosten zich niet allemaal in 2021 zullen voordoen zijn de extra middelen in de reserve sociaal domein gestort, zodat de uitgaven daar te zijner tijd uit gedekt kunnen worden. Onze lokale insteek is om deze middelen in het perspectief te plaatsen van de opgave die meekomt met de komende extra middelen 2022 voor jeugdhulp. Deze bedragen voor 2022  € 3,1 miljoen. De voor 2022 toegezegde middelen worden conform afspraken rijk, IPO en VNG voor de jaarschijven 2023 t/m 2025 meegenomen voor 75% van de bedragen uit de Hervormingsagenda Jeugd (zie doelenboom jeugd voor een inhoudelijke toelichting).  Deze nieuwe werkwijze komt in de plaats van de ‘oude’ stelpost waarbij gemeenten (en ook Twenterand) met structureel € 300 miljoen (landelijk) rekening hield. Het nieuwe kabinet moet nog het structurele karakter van de middelen 2022 bevestigen.

Ondanks dat deze extra financiële middelen voor jeugd beschikbaar zijn gesteld door het kabinet, blijven we de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein nauwlettend volgen en blijft het een terugkerend punt, waarover meermaals door het college ook de noodklok is geluid richting Den Haag. Met wederom de nodige ontwikkelingen in het sociaal domein, te denken valt aan corona maar ook financiële ontwikkelingen, komt deze begroting weer tot stand. Dat de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein ons zorgen blijven baren, wordt dan ook duidelijk op basis van het algemene beeld in het sociaal domein uit de Berap 2021, namelijk dat er - vanwege de overschrijding van het budget op Jeugd en een overschot op Wmo - per saldo sprake was van een tekort van € 275.000,- ten opzichte van de begroting 2021. In deze begroting werkt dit door en is ca. € 315.000,- nu opgenomen voor de jaarschijf 2022, welke de jaren erna wordt geïndexeerd met prijsinflatie, maar zonder volume-effecten. De toename van aantallen en complexiteit van zaken die hieronder ligt is ook in onze toegang merkbaar. Dit  blijft reden tot actie, wij blijven binnen ons vermogen inzetten op transformatie in het sociaal domein. Met andere woorden, we streven vernieuwing(en) en efficiëntere inzet van middelen na in het sociaal domein. We moeten richting een gezond evenwicht. Een groot deel van de taakstelling maatregelen sociaal domein in de begrotingswijziging december 2019 is al  weggewerkt en daar wij als college onze begroting niet meer met taakstellingen willen belasten, nemen wij het restant ad. ca. € 6 ton  nu structureel mee in de begroting, evenals de zoekrichting versterken maatschappelijke onderneming /Extend (€ 250.000,-) uit 2018.   

Regionaal is op verzoek van de gemeente Enschede afgesproken dat gemeenten bijdragen aan de indexatie van de vrouwenopvang, vooralsnog een jaar. Gemeenten, ook Twenterand, ontvangen hier middelen voor uit het gemeentefonds. Een incidenteel nadeel van € 18.395. Gedurende het jaar wordt gelobbyd om de financiering op de juiste wijze te organiseren.

a) Woonplaatsbeginsel Jeugdwet 
De wetswijziging woonplaatbeginsel Jeugdwet, die regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp, is zoals u weet uitgesteld naar 2022 en inmiddels is er nadere informatie beschikbaar hoe dit wordt verrekend met gemeenten via de herijking algemene uitkering (per 2023). Via een CBS-simulatie komen er lagere kosten voor Twenterand, maar dat betekent tegelijkertijd ook een lagere algemene uitkering. Voor de meeste gemeenten verloopt dit (als de cijfers kloppen) budgetneutraal. In onze begroting is al structureel rekening gehouden met 1 miljoen lagere kosten. Dit moet worden bijgesteld naar nul en dat betekent per saldo een nadeel van 1 miljoen vanaf 2023. Via een intensief project worden inmiddels de dossiers bekeken en met andere gemeenten afgestemd over wie verantwoordelijk is voor een kind. De uitkomsten zijn spannend en zullen begin 2022 naar verwachting bekend zijn.

b) Voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning.  
Naast het bemoedigende beeld voor Wmo-begeleiding, blijkt dat voor de Wmo-voorzieningen het beeld minder rooskleurig is. Huishoudelijke ondersteuning en Woonvoorzieningen vergen extra middelen. Er zijn meer aanvragen, onder andere door het abonnementstarief, de vergrijzing/langer zelfstandig thuis wonen en ook tariefstijgingen voor huishoudelijke ondersteuning. De jaarrekening 2020 bevestigt dit (zie de jaarrekening voor een uitgebreide toelichting). Om budgettair hierop in te spelen nemen wij ca. € 390.000,- structureel extra op voor Wmo-voorzieningen en Huishoudelijke ondersteuning. Een bedrag van 3 ton was reeds in de kadernota opgenomen, het meerdere is de doorwerking van de Berap 2021. 
Om op de geschetste financiële perspectieven te reageren wordt gekeken naar kostenbesparingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het invoeren van een was- en strijkservice. Zie hiervoor elders onder deze doelenboom. Initiatieven die al eerder zijn ingezet en vruchten afwerpen worden voortgezet. Zo wordt de lijn die al is ingezet op het gebied van jeugd rond de beïnvloeding van externe verwijsprocessen, de praktijkondersteuner jeugd bij de huisarts en de blijvende inzet van het voorliggend veld onverminderd doorgezet. Ondanks alle inspanningen blijven er ook risico's als openeinderegelingen, vergrijzingseffecten en denken wij aan de effecten van corona. Welke effecten heeft dit bijvoorbeeld op de problematiek onder jeugd en volgt er mogelijk nog een zogenaamde boeggolf?  Al met al betekent dit dat ook deze begroting met de nodige onzekerheden tot stand is gekomen.