Ter uitvoering van het beleid om onze inwoners adequate zorg en ondersteuning te bieden is er helaas nog steeds sprake van stijging van uitgaven en tekorten ten opzichte van de rijksbijdrage. Vanaf het begin van de decentralisaties zijn aantallen en complexiteit toegenomen en daarmee kostenstijgingen. Er worden sinds 2015 al veel zaken ondernomen in Transformatie (zie ontwikkelprogramma), preventie, interveniëren in verwijsprocessen en alternatieven voor geïndiceerde zorg (bijv. POH jeugdGGZ) om ook financieel meer ruimte te creëren. Hoewel maatregelen werken blijft de beïnvloedbaarheid helaas beperkt.

Financiële ontwikkelingen Wmo en jeugd 
Wij blijven voortvarend bezig (o.a. door verwijsstromen-interventies en voorliggende oplossingen) om het tij te keren. Dit heeft effect. Bekend is inmiddels dat de jaarrekening 2018 een voorzichtige stabilisatie  ten opzichte van het tekort i.r.t. de rijksbijdrage laat zien. De transformatie gaat ondertussen onverminderd door en deze zal ook in 2020 effect moeten hebben. Conform toezegging aan de raad) is er een initiatievenlijst gepresenteerd waarmee gewerkt wordt om vernieuwing en besparingen te realiseren. Dit blijft nodig want er blijven ook kosteneffecten en risico’s vanwege het open einde karakter, effecten van aanbestedingen en regelgeving (zoals CAO-effecten en uitspraken rechtbanken). Vooral zien wij grote risico’s voor meerkosten in relatie tot de Twentse inkoop Wmo en jeugd 2019, waarin gewerkt wordt met nieuwe overeenkomsten met hogere (reële) prijzen. Vanwege de nieuwe situatie in de overgang naar het Twentse model zijn de effecten nog niet financieel te duiden, vandaar dat hierin aannames worden gedaan.  In de loop van dit jaar wordt o.a. ook meer duidelijk over maatwerkvervoer (regiotaxi, vervoer van en naar de dagbesteding Wmo en Jeugdhulp en leerlingenvervoer) , effecten abonnementstarief, huishoudelijke ondersteuning (Twente onderzoek toekomstscenario’s i.v.m. rechterlijke uitspraken en kostenstijgingen medische advisering (waarschijnlijk nieuwe aanbesteding in 2019).  Het moeten doen van nieuwe aanbestedingen binnen het sociaal domein met implementatie zal projectmatig extra personeel met bijbehorende incidentele kosten vergen (P.M).  Er zit druk aan onze toegang. De structurele formatie in de uitvoering leidt op dit moment niet tot nadere voorstellen. Focus zit op het realiseren van stabiele vaste kern en  ondertussen loopt er ook het onderzoek (motie toegang) met de doorontwikkeling en optimalisering van de toegang (incl. kernteams en werkwijze nieuwe inkoop) waar eerst naar goed naar gekeken wordt, zodat daarna gefundeerde conclusies kunnen worden getrokken. 

Begrotingseffect 2020 e.v. 
Kosten blijven toenemen. Voor onze ramingen rond jeugdhulp en ondersteuning gaan wij op dit moment voor 2020 uit van indexering met 3% ten opzichte van het (geïndexeerde niveau) 2019.  Het betreft een bedrag van € 500.000,-. Conform kadernota is dit opgenomen in de begroting. De inhaalslag naar het huidige jaar toe zal in de komende Berap worden meegenomen (2x 2,6%, volgens informatie vanuit Twentse inkoop); dit betreft een bedrag van € 800.000 dat doorwerkt komen jaren. Dit is de inhaalslag op de tarieven naar aanbieders die grotendeel bevroren waren in de oude contracten.  Een volume effect is niet meegenomen. Daar het een raming is en er meer factoren van invloed zijn op de uitkomsten sociaal domein worden al deze indexeringen gedekt uit de reserve sociaal domein, waarop nu een groot beslag wordt gedaan.  Hiermee wordt tot 2021 overbrugt mede vanwege het volgende: De structurele rijks financiering is nog niet op peil. Er wordt landelijk gewerkt aan een nieuw verdeelmodel sociaal domein per 2021. Onze inspanning is er op gericht om hierbij tevens verhoging van het macrobudget te krijgen en een financiële tussenoplossing (a la stroppenpot) totdat het nieuwe model in werking treedt.  Zoals bekend is zijn er in de mei-circulaire tijdelijk voor 3 jaar (2019-2021) middelen aan de gemeente(n) toegezegd. Dit is meegenomen in deze begroting.  

Integrale beleidsnota sociaal domein 2019-2022 
Eind 2018 is de integrale beleidsnota sociaal domein vastgesteld door de raad. Deze nota vervangt in ieder geval de bestaande (deels wettelijk verplichte) nota’s voor Wmo, Jeugd, Participatie (o.a. re-integratie) en Transformatie en neemt ook onderwijsbeleid meer expliciet mee. De integrale beleidsnota ontschot binnen het sociaal domein en legt verbindingen met andere terreinen zoals gezondheid en economie.

In de nota zijn de sociale doelen uit het coalitieakkoord uiteraard verwerkt en nader handen en voeten gegeven. In het uitvoeringsproces wordt opgavegericht en interactief gewerkt. Dit houdt in dat -samen met betrokken actoren- wordt bepaald welke opgaven binnen het sociaal domein de komende jaren actueel en urgent zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan preventie, langer zelfstandig thuis wonen, eenzaamheid, vrijwilligerswerk en financiële zelfredzaamheid (armoede/schuldenaanpak).

Het leggen van (nieuwe) verbindingen vinden we belangrijk en noodzakelijk. Denk daarbij bijvoorbeeld ook aan de opgaven die de nieuwe omgevingswet met zich mee brengt, de link met sport (vitaal sportpark), en de raakvlakken die dit heeft met (de transformatie in) het sociaal domein. Transformeren blijft noodzaak gezien de grote inhoudelijke maar ook financiële opgaven in het sociaal domein. We realiseren de opgaven uit deze beleidsnota vooral middels onze transformatieaanpak. Zie voor een nadere toelichting op transformatie de aparte doelenboom (achteraan dit programma). Bij alle (beleids)ontwikkelingen wordt uiteraard onze Adviesraad Sociaal Domein actief betrokken.