Programma Fundament
Het beoogd effect van het programma Fundament is een (financieel) gezonde organisatie die kan inspelen op de ontwikkelingen in de maatschappij. Het Fundament omvat reguliere bedrijfsvoering, die zorgt dat de basis op orde is, en organisatieontwikkeling die ervoor zorgt dat we goed kunnen inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij. Om als organisatie snel en flexibel te reageren op de veranderingen en resultaatgericht te blijven, is en blijft continu doorontwikkelen noodzakelijk. We spreken dan ook niet meer van een Heroriëntatie, maar van organisatieontwikkeling.
De inhoud van het Fundament is ondersteunend aan de programma’s Sociaal Domein, Ruimte en Economie en vrije tijdsbesteding en is randvoorwaardelijk om de doelen binnen de andere programma’s te realiseren. Om tot een solide bedrijfsvoering te komen, worden de zogenaamde piofach-taken uitgevoerd (zie doelenboom bedrijfsvoering). Onder organisatieontwikkeling werken we aan een aantal ontwikkelopgaven zoals Twenterand Digitaal, Professionalisering, Dienstverlening, Programmasturing en tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Deze organisatiebrede thema’s zijn nauw verweven met elkaar en met de werkzaamheden die medewerkers uitvoeren. Het programma Fundament bevat de doelenbomen dienstverlening en bedrijfsvoering.
Regiegemeente
De continu en snel veranderende wereld met de complexe (maatschappelijke) opgaven die daaruit voortkomen vraagt om een andere aanpak. Ook nemen taken en verantwoordelijkheden voor gemeenten meer en meer toe, denk bijvoorbeeld aan taken binnen het sociaal domein en informatiebeveiliging. We moeten met relatief weinig mensen veel werk verzetten. Om de effecten die we beogen toch te kunnen bereiken, zijn we genoodzaakt regie te voeren. Een regiegemeente is in onze visie een gemeente “die bestuurt afhankelijk van de maatschappelijke opgave, doelen realiseert in samenwerking met en in de samenleving en haar wettelijke taken uitvoert”. Daarnaast is er veel potentie in de maatschappij om doelen te realiseren. Daar willen we meer gebruik van maken. We ontwikkelen ons daarom door naar een organisatie die flexibel is, die faciliteert, netwerkt en continu leert. De doorontwikkeling van de organisatie is geen doel op zich, maar een noodzakelijk middel om tot een organisatie te komen die ook in de toekomst bestaansrecht heeft en kan blijven inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij. Dit betekent dat we slimmer en efficiënter moeten werken en meer gaan samenwerken met inwoners, bedrijven en organisaties.
Vaste kern, flexibele schil
Om als organisatie regie te voeren en snel en flexibel te reageren op de veranderingen en resultaatgericht te blijven, wordt meer bewegingsruimte gecreëerd door de ontstane (bestaande) formatieruimte in principe niet automatisch meer structureel in te vullen. De waarde van deze formatieruimte wordt omgezet in een personeelsbudget waardoor een flexibele schil wordt gecreëerd. Dit schept mogelijkheden voor de flexibele inzet bij het realiseren van de programmadoelstellingen. Waar opgaven erom vragen en dit meerwaarde oplevert, worden flexibel ingevulde functies vast ingevuld.
Inzet personeel
Zoals besloten bij de vaststelling van de Kadernota wordt, in verband met personele knelpunten, de formatie uitgebreid met 6,6 fte. De verwerking hiervan is op programmaniveau terug te vinden.
Professionalisering
Welke inhoudelijk kennis in huis aanwezig moet zijn is afhankelijk van de opgaven. Wat betreft competenties en vaardigheden wordt voortdurend gewerkt aan professionalisering van medewerkers. Denk hierbij aan o.a. eigenaarschap, procesregie, initiatief nemen, verbinden, onderzoeken, samenwerken, netwerken, onderhandelen, mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden en creativiteit.