Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Doel van deze paragraaf is weergeven hoe solide de positie van de gemeente is en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Daarvoor worden weerstandsvermogen en risicobeheersing geschetst en kengetallen over de financiële weerbaarheid en wendbaarheid gepresenteerd.

Ten aanzien van de genoemde risicobeheersing plaatsen wij twee opmerken.

De afgelopen jaren werden sterk gekenmerkt door de invloeden van het corona virus. Dat heeft in fasen grote gevolgen gehad op meerdere beleidsterreinen en het heeft grote onzekerheden gebracht, met mogelijke risico's. We hebben deze risico's en die van onze partners voortdurend gemonitord en daarop geacteerd. Hoe corona zich de komende jaren gaat manifesteren is onzeker en daarmee een risico. Het beleid van monitoren en acteren zullen wij daarom voortzetten zolang als nodig. 

Meerdere signalen duiden op economische (en maatschappelijke) risico’s. We zien al enkele jaren door schaarste van energie, grondstoffen en arbeidspotentieel dat prijzen stijgen en dat er stagnatie dreigt of optreedt. Onzeker is hoe dit verder verloopt. Er zijn in elk gevolgen voor onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties met mogelijk een extra beroep op ons als gemeente om bij te springen. Ook zijn er gevolgen voor onze eigen bedrijfsvoering, bijv. hogere investeringskosten bij projecten, etc. Ook loopt al meer dan een jaar de tienjaarsrente op en de ECB (Europese Centrale Bank) heeft de rente te verhoogd. Deze ontwikkeling kan leiden tot hogere financieringskosten, hogere kapitaallasten en het vergroot ook de risico’s in het grondbedrijf, nog sterker wanneer op een actiever grondbeleid wordt ingezet. Genoemde ontwikkelingen kunnen leiden tot een economische recessie. Dit vraagt om continue bewustwording, om monitoren en acteren en dat is wat we doen. 

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risicobeheersing is het expliciet en systematisch omgaan met en beheersen van risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis met – gewenste of ongewenste – gevolgen. Deze gevolgen kunnen beleidsmatig en/of financieel zijn. Bij het weerstandsvermogen ligt de focus op de financiële gevolgen van risico’s. Het geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat beleid en uitvoering in gevaar komen. Weerstandsvermogen bestaat uit de beschikbare gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit is samengevat in de volgende tabel. Ultimo 2021 bedroeg de weerstandscapaciteit € 7.730.131

De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die worden gelopen. Risico’s worden bepaald in het kader van risicomanagement. Doelen van risicomanagement zijn het bevorderen van risicobewustzijn en het expliciet maken en beheersen van risico’s. Dit is een continu proces gericht op:
• Het identificeren van risico’s: waar lopen we welke risico’s?
• Het classificeren van risico’s: hoe groot is de kans, de impact en het financiële effect?
• Het treffen van beheersmaatregelen bij de grootste risico’s

De aanpak voorziet erin dat tweemaal per jaar een sessie plaatsvindt met inhoudelijk en financieel betrokkenen. In die sessies worden risico’s benoemd en waarbij per risico de kans op optreden en de gevolgen (impact) ervan worden bepaald. Gevolgen in financiële zin – incidenteel of structureel (i/s in de onderstaande tabel) - en voor doelstelling en imago (in de vorm van een rapportcijfer, waarbij een hoger cijfer staat voor een groter gevolg). Zo ontstaat een actueel overzicht van alle risico’s, als basis voor beheersmaatregelen, gericht op het verminderen van de kans op optreden en/of op het beperken van de gevolgen. Hierbij wordt opgemerkt dat het soms lastig is om de risico’s te kwantificeren.

De belangrijkste risico’s zijn samengevat in de tabel Risico’s en worden toegelicht. Daarmee zijn niet alle risico’s benoemd. Want de gemeente zit sterk in de Twenterandse samenleving en heeft vele relaties met bijv. sportverenigingen en culturele organisaties. Het kan dan gaan om private/maatschappelijke organisaties met een grote betekenis voor de Twenterandse samenleving. Deze kan zo groot zijn dat, wanneer zich bijv. bedrijfsvoering risico’s voordoen bij die organisaties, de gemeente als vangnet kan optreden, bestuurlijk dan wel financieel, afhankelijk van bestuurlijke afweging. Deze scenario’s zijn slecht op voorhand te bepalen omdat de gemeente veelal geen statutaire verantwoordelijkheid draagt. Wel wordt opgemerkt dat verenigingen steeds meer een beroep doen op privatiseringsmogelijkheden en garantstellingen voor geldleningen om tot vernieuwing te komen. Verder noemen we de klimaatverandering zoals die zich kan manifesteren in wateroverlast, droogte en/of hitte. Dit zijn evenzeer risico’s.
Specifiek noemen we nog vijf risico's: de omgang met systemen, inkoop, contractbeheer, Kanaal Almelo de Haandrik en grote projecten.

De toenemende digitalisering heeft geleid tot een veelheid aan systemen die veel vraagt van medewerkers. Dit kan leiden onjuist gebruik van systemen met mogelijk fouten en/of verspilling als gevolg. Daarom is werken aan digivaardigheden een agendapunt. Ook speelt bij systemen dat koppelingen niet altijd goed werken. Waar voorheen keuzes per losse applicatie werden gemaakt (qua systeem, leverancier, kosten) zijn we een koers ingeslagen om meer vanuit het gebruikersgemak en vanuit het besef van het gehele applicatielandschap te kijken bij vervanging van systemen.

Bij inkoop bestaat de kans dat niet alle inkoopbehoeften in beeld zijn dan wel dat hierbij niet de juiste procedure is gevolgd. De hieruit voortvloeiende risico’s kunnen zijn dat een marktpartij een verbod tot uitvoering van de opdracht en een gebod tot her-aanbesteding vordert op straffe van een dwangsom, ook kan vernietiging van de overeenkomst gevorderd worden. Daarnaast bestaat het risico dat de accountant vaststelt dat er in strijd met de Europese aanbestedingsplicht is gehandeld met als gevolg dat er geen goedkeurende verklaring wordt afgegeven voor de jaarrekening.

Ook bestaat de kans dat contracten niet goed beheerd worden. Mogelijke risico’s zijn dat rechtmatig afgesloten contracten onrechtmatig worden. Goed contractbeheer met ondersteuning van een contractbeheersysteem is noodzakelijk. Op basis van het plan van aanpak ‘Professionaliseren van de inkoopfunctie’ worden hierop verdere acties ondernomen. Ook is het de bedoeling om in samenwerking met de accountant op deze materie een beleidslijn te ontwikkelen en uit te voeren. 

Bij het Kanaal Almelo de Haandrik speelt dat de gemeente mogelijk door de eigenaren (deels) aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die aan hun woningen of bedrijfspanden is opgetreden. Of door netwerkbeheerders wanneer de door hen aangevraagde vergunning of instemming wordt geweigerd, omdat de gemeente schade, die mogelijk door hun werkzaamheden zou kunnen optreden, wil voorkomen. Daarnaast leidt de gemeente zelf schade aan de eigen infrastructuur, omdat deze buiten de schaderegeling van de provincie valt.

Ook zijn er twee projecten, nieuwbouw zwembad en verbouw gemeentehuis, qua omvang in totaal circa 15 miljoen. Bij dergelijke grote projecten spelen doorgaans risico’s op het gebied van financiën, tijd en kwaliteit. De overspannen bouwmarkt, sterk oplopende bouwkosten vanwege forse stijging van energiekosten, grondstoffenprijzen en corona-maatregelen,  beschikbaarheid van technisch personeel en verstoringen in de aanlevering van bouwmaterialen vergroten de kans dat deze risico’s zich voor doen. Hoewel op dit moment geen sprake is van een overschrijding op de projectbudgetten staan deze onder grote druk door de geschetste ontwikkelingen en daarom wordt dit nauwgezet gevolgd. 

Omschrijving Stand 31-12-2021 Stand 31-12-2022 Stand 31-12-2023
rekening begroot begroot
Algemene Risico Reserve € 2.902.190 € 6.792.949 € 7.240.149
Reserve minimabeleid € 59.113 € 59.113 € 59.113
Reserve Sociaal Domein € 4.901.110 € 3.618.372 € 3.541.372
Reserve risico's grondbedrijf € 677.718 € 677.718 € 677.718
Totaal € 8.540.131 € 11.148.152 € 11.518.352

Tabel risico's

Terug naar navigatie - Tabel risico's
Tabel Risico's
impact kans vereist weerstandsvermogen
i/s doel imago
Risico's in euro's
1 Het onvoldoende realiseren van transformatie en bijsturingsmaatregelen € 1.000.000 s 7 7 50% € 1.000.000
2 Huishoudelijke ondersteuning € 250.000 s 6 4 50% € 250.000
3 Open einde' regelingen € 1.500.000 s 7 7 50% € 1.500.000
4 Twentse visie op vervoer € 100.000 s 7 7 25% € 50.000
5 Optreden majeure procesfout of incident € 500.000 i 7 9 35% € 175.000
6 Samenwerkingsaspecten € 500.000 i 5 8 25% € 125.000
7 Wijzigingen in wetgeving en verdeelmodellen € 500.000 s 5 5 40% € 400.000
8 Kwetsbaarheid informatiesystemen € 250.000 i 9 8 25% € 62.500
9 Gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed € 400.000 i 5 7 35% € 140.000
10 Uitvoeringsprogramma VTH € 1.000.000 i 3 8 15% € 150.000
11 Bodem € 400.000 i 3 3 20% € 80.000
12 Ruimtelijke ontwikkelingen € 300.000 i 3 6 20% € 60.000
13 Niet voldoen aan BIO / AVG € 250.000 i 4 8 5% € 12.500
14 Regelgeving, BBV en gemeentefonds € 200.000 i 2 2 25% € 50.000
15 Opduiken van onbekende afspraken met gevolgen € 500.000 i 2 8 20% € 100.000
16 Personeel gerelateerde risico's € 500.000 i 6 7 75% € 375.000
17 Humanitaire ontwikkelingen € 1.000.000 s 8 8 75% € 1.500.000
18 Gas € 250.000 s 8 6 75% € 375.000
Totaal € 6.405.000
Weerstandsvermogen is 'impact in euro's' maal 'kans' waarbij structurele risico's dubbel tellen

Toelichting risico's

Terug naar navigatie - Toelichting risico's

1. Het onvoldoende realiseren van transformatie en bijsturingsmaatregelen.
De decentralisaties betekenen voor het sociaal domein een grote uitdaging. Van de gemeente wordt verwacht dat er zorg en ondersteuning wordt georganiseerd en daarvoor zijn te weinig middelen beschikbaar. Inmiddels zijn er extra middelen voor Jeugdzorg toegezegd met daarbij de opgave om kosten terug te dringen. Daar is een hervormingsagenda voor Jeugd aan gehangen, echter zijn in het regeerakkoord van het kabinet bezuinigingen opgenomen. Het belang van de transformatie blijft daarmee nog steeds onverminderd van belang. In de aanpak waarvoor de gemeente Twenterand heeft gekozen staat deze transformatie dan ook centraal. Daarbij merken wij op dat de samenleving niet maakbaar is en zich ook externe effecten voordoen die van invloed zijn.


2. Huishoudelijke ondersteuning.
In 2023 volgt een nieuwe aanbesteding van de Huishoudelijke ondersteuning. Uitkomsten hiervan kunnen een financieel effect hebben. Daarnaast heeft de Huishoudelijke ondersteuning een open einde risico en bestaat het risico dat nieuwe regelingen op dit terrein (zoals abonnementstarief eigen bijdrage en CAO-kosten) onvoldoende financieel worden gecompenseerd.
Vanaf 2019 zien we hogere kosten op de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning. Dit komt enerzijds door een hogere indexatie door reële tarieven en anderzijds doordat het abonnementstarief en vergrijzing een aanzuigende werking heeft op de vraag naar Wmo voorzieningen. Het risico bestaat dat er onvoldoende wordt gecompenseerd door het Rijk met betrekking tot de volumestijgingen die het gevolg zijn van vergrijzing. Het abonnementstarief staat op de agenda van het nieuwe kabinet. De beheersing vraagt om aanpassing van het beleid en een gerichte monitoring van de ontwikkeling van dit risico. Inmiddels zijn hiertoe de eerste stappen gezet, zowel lokaal als regionaal. Een was- en strijkservice is ingezet als lokale financiële beheersmaatregel.


3. ‘Open einde’ regelingen.
Binnen het sociaal domein zijn er verschillende gebieden waarbij sprake is van zogenaamde ‘open einde’ regelingen. Dit betekent dat in situaties waarin een aanvraag voor een voorziening niet afgewezen kan worden, de gemeente moet leveren. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de gemeente, ook wanneer als gevolg hiervan het beschikbare budget wordt overschreden. Onder- en overschrijdingen worden in eerste instantie vanuit een reserve opgevangen.
Dit risico speelt sterk in het sociaal domein. De beheersing richt zich o.a. op het voorliggend maatschappelijke veld, waar toenemend gebruik wordt gesignaleerd.


4. Twentse visie op vervoer.
In samenwerking met andere Twentse gemeenten is er gewerkt aan een integrale oplossing voor de huidige situatie van verschillende naast elkaar bestaande vervoersstromen. Dit heeft geleid tot een aanbesteding in 2017 en inmiddels ook een lokale bestuursopdracht vervoer; er is inmiddels gestart met de voorbereiding van de nieuwe aanbesteding (in juni 2023 lopen de overeenkomsten af) in deze complexe markt. De werking van de visie is afhankelijk van de ontwikkeling van het dataknooppunt. Deze ontwikkeling verloopt niet vlekkeloos, zowel in de uitvoering als in de samenwerking in de regio en met de vervoerders. Gelet op het belang en de invloed van het dataknooppunt, wordt gekeken naar een alternatieve oplossing voor het dataknooppunt.


5. Optreden van een majeure procesfout of incident.
Dit risico betreft het optreden van een procesfout of incident leidend tot een grote verstoring van het proces of in de dienstverlening. Uiteraard kunnen procesfouten en incidenten altijd plaatsvinden, maar bij dit risico gaat het om een grote verstoring. Aanleiding hiervoor kan zijn: een gebrek aan casusregie waardoor de juiste zorg niet of niet tijdig is verleend; het onvoldoende op orde zijn van het administratieve proces met de programmatuur en het juiste gebruik daarvan; het verlenen van andere zorg dan bedoeld of het verlenen van te dure of te langdurige zorg door rolonduidelijkheid of gebrek aan kennis bij de medewerkers.
Ten gevolge van het optreden van incidenten kan de koersvastheid onder druk komen te staan. Het bestaan van onvoldoende plaatsingsmogelijkheden voor participatie, hulp en ondersteuning dan wel onvoldoende doorstroming (bijv. vanuit crisisopvang) kan leiden tot extra kosten. Er kan een toename optreden van het aantal bezwaarschriften met gevolgen voor imago en kosten.
Van belang is dat indien wachttijden oplopen het risico toeneemt, daarom vindt monitoring van wachttijden plaats. Wachttijden in de toegang en in de rest van de keten vragen bijzondere aandacht. Landelijk heeft dit ook aandacht en regionaal wordt dit ook verder opgepakt.


6. Samenwerkingsaspecten.
In het sociaal domein wordt met veel partijen samengewerkt. Daar spelen ook risico’s. Dat kan gaan over een verschil van inzicht over de kwaliteit van dienstverlening, hetgeen tot aansprakelijkheidskwesties kan leiden. Er zijn verschillende coalities in Twente wat invloed heeft op slagkracht, duidelijkheid en efficiency, ook richting externe partijen. Verder kunnen problemen ontstaan bij partijen, bijv. liquiditeitsproblemen, waardoor afspraken niet worden nagekomen en er bijvoorbeeld niet “wordt geleverd”. Ook kan het leiden tot faillissement waardoor frictiekosten kunnen ontstaan en er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om dienstverlening gecontinueerd te krijgen, bijvoorbeeld Early warning. Early warning betreft vroegsignalering bij problemen bij zorgaanbieders. Om problemen voor te zijn wordt er toenemend strakker aan de voorkant gescreend (barrièremodel). Het werken conform de privacywetgeving kan gevolgen hebben voor de beoogde integrale werkwijze en kan integraal maatwerk beperken.
De samenwerking op het gebied van inkoop kan moeizaam verlopen waardoor beoogde inkoopvoordelen niet gehaald worden. We zijn gestart met verlengingen van de huidige inkoop voor het Twents Model en de nieuwe inkoop voor het Twents Model in 2025. 
Tevens is er op het gebied van jeugd een discussie gaande over het al dan niet verhogen van de tarieven en zijn er van personeelstekorten. Een mogelijke impact kan zijn dat tarieven worden verhoogd waardoor de kosten voor jeugdzorg toenemen. De personeelstekorten kunnen zijn ook een mogelijk risico voor het tijdig kunnen bieden van zorg en kunnen een negatieve invloed hebben op de dienstverlening. Tenslotte bestaat er in algemene zin een potentieel risico op zorgfraude. In samenwerking met partners zoals het OZJT, RIEC (Regionale Informatie- en Expertise Centra) en de SRT (Sociale Recherche Twente) worden risico’s op het gebied van zorgfraude zoveel mogelijk teruggebracht. Daarnaast wordt door de contractmanagers van gemeente Twenterand aandacht gevraagd tijdens (account)gesprekken met zorgaanbieders voor de managementrapportages, waarbij stil wordt gestaan bij de financiële verantwoording en de accountantsverklaring. Hierbij worden vragen gesteld over doel- en rechtmatigheid van de ingezette ondersteuning en wordt bij (potentiële) onregelmatigheden (denk bijv. aan een hoge verzilveringsgraad) hier nader op doorgevraagd.


7. Wijzigingen in wetgeving en verdeelmodellen.
Er is een nieuw verdeelmodel voor de herverdeling van het gemeentefonds aangeboden. Hierop is door het Raad voor het Openbaar Bestuur een reactie gegeven dat het nieuwe verdeelmodel aanpassingen behoeft. Inmiddels is er een resolutie aangenomen waarbij het onduidelijk is wanneer er een nieuw verdeelmodel ingevoerd gaat worden.
Er zijn extra middelen Jeugdzorg toegekend voor 2021 en 2022. Het kabinet heeft een voorlopig besluitgenomen over 2023 en verder. Hierover is nog geen overeenstemming bereikt tussen VNG en het ministerie van VWS. Hierop vooruitlopend zijn de extra middelen al wel deels structureel in de begroting opgenomen (met instemming van de toezichthouder). Daarnaast is er ook sprake van andere wijzigingen die ook raken aan het Sociaal Domein. In het bijzonder noemen we de wijziging woonplaatsbeginsel in 2022 en de nog te trekken conclusies van het rapport "Stelsel in groei" met de komende hervormingsagenda Jeugdzorg. Met betrekking tot het woonplaatsbeginsel schuilt er een mogelijk risico in het feit dat gedurende geheel 2022 nog over kan worden gedragen. 


8. Kwetsbaarheid informatiesystemen
De afhankelijkheid van de bij het Sociaal Domein gebruikte informatiesystemen is groot. Per 1 januari 2022 is overgegaan naar een ander regiesysteem binnen het Sociaal Domein, waardoor gebruik kan worden gemaakt van 2 softwarepakketten van dezelfde softwareleverancier voor het gehele Sociaal Domein. Hiermee is het risico hieromtrent verkleind. Op gebied van continuïteit zijn er risico’s van uitval met stagnerende dienstverlening, niet tijdige betalingen en extra inzet/ bypasses als gevolg. De informatie uit het systeem kan tekortschieten voor goede sturing en geeft risico’s in financiële grip (tijdigheid) en de export uit het systeem heeft een omvang die tot vervolgrisico’s kan leiden.
De komende periode zullen nieuwe ontwikkelingen m.b.t. IT in het Sociaal Domein een rol gaan spelen. Verdere doorontwikkelingen van data(analyses) worden opgepakt, zoals ook aanbevolen door de visitatiecommissie VNG, waarbij risico’s zijn wegens kwetsbaarheid in de functies rond data-aanlevering en duiding.


9. Gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed.
Verschillende soorten risico’s kunnen zich voordoen. Die zijn gerelateerd aan:
• De leegstand van gebrouwen;
• De staat van onderhoud;
• De bouwkundige staat;
• De exploitatie van gebouwen.
Gemeentelijk vastgoed is vastgoed waarvan de gemeente eigenaar is. Daarnaast is er maatschappelijk vastgoed dat in eigendom en/of in gebruik is bij maatschappelijke organisaties, zoals verenigingen en stichtingen. Wanneer er zich (financiële) problemen voordoen, zal de gemeente al snel worden aangesproken.
Als Twenterand zien we grote maatschappelijke opgaven op ons afkomen, zoals de energietransitie en de klimaatadaptatie met bijv. de uitdaging om het (gemeentelijk) vastgoed te verduurzamen. Verder is nodig in beeld te krijgen welk vastgoed de gemeente wil (blijven) inzetten voor de realisatie van doelen en het werken aan maatschappelijke opgaven. Ook is het goed om in het licht van de maatschappelijke opgaven het in eigendom hebben van het vastgoed te bekijken. Daarnaast kan de financiële situatie aanleiding zijn om het in bezit hebben van een deel van het vastgoed te heroverwegen.
Vastgoed in gemeentelijk eigendom draagt bij aan de maatschappelijke doelen van de gemeente Twenterand. Leegstaand of commercieel vastgoed zonder bijdrage aan de maatschappelijke doelen wordt afgestoten, in beginsel door verkoop. Het belang hiervan wordt onderstreept door de sterk oplopende energiekosten. Capaciteitsbeperkingen vormen hier een risico. In 2019 is beleidskader voor gemeentelijk vastgoed Twenterand vastgesteld, waarbij het vastgoed in kaart is gebracht, met hierbij de relatie met de doelenbomen. Ook zijn uitgangspunten geformuleerd die de richting bepalen, waarmee de afwegingen per gebouw of categorie kunnen worden gemaakt. De bouwkundige staat en de staat van onderhoud wordt 3-jaarlijks door een deskundig bureau geïnspecteerd en verwerkt in een meerjarenonderhoudsplanning (MJOP). Hiermee wordt dit risico afgedekt.


10. Uitvoeringsprogramma VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving).
Het niet (kunnen) voldoen aan controles en frequenties in het uitvoeringsprogramma van evenementen-, bouw- en milieuvergunningen, als gevolg waarvan er ongewenste situaties kunnen ontstaan of optreden. Bijv. verkeerde opslag van gevaarlijke stoffen (milieu), of ten onrechte afgeven van een evenementenvergunning. Een ander risico is dat omgevingsvergunningen niet tijdig verleend of dat deze van rechtswege verleend worden, wat ongewenste maatschappelijke, juridische en economische effecten kan hebben. Deze risico’s kunnen forse gevolgen hebben voor imago/doelrealisatie en ook financieel.
De milieu-inspecties en vergunningen zijn vanaf 2019 bij de Omgevingsdienst Twente (ODT) ondergebracht. De overige uitvoering van het Uitvoeringsplan ligt bij het team Omgeving. Wanneer dit plan wordt uitgevoerd blijven we binnen de aanvaardbaar geachte bestaande risico’s. Dat de ODT een deel van de uitvoering verzorgt is van beperkte invloed op dit risico. De gemeente blijft verantwoordelijk. Dit geldt ook voor de verhaalbaarheid van kosten van verwijdering van drugsafval bij grondeigenaren. De beheersing van dit risico staat onder druk door de krapte op de arbeidsmarkt, het lukt onvoldoende om gekwalificeerd personeel aan te trekken en ook via inhuur/detachering lukt het niet. 


11. Bodem.
Naar aanleiding van incidenten of wijzigingen (bijv. nieuwbouw) kan het gebeuren dat bij controles zaken naar boven komen die niet in orde zijn. Bijv. een (dreigende) verontreiniging, zo is onlangs PFAS aangetroffen. In die gevallen worden er maatregelen (opdracht tot sanering) genomen, al dan niet ondersteund door een dwangsom en met een termijn, een en ander ten laste van de organisatie die het betreft. Daarbij zijn situaties denkbaar waarbij de gemeente zelf bepaalde (delen van de) saneringen moet uitvoeren en de kosten ervan ook voor een deel draagt. Gedragslijn is hierbij dat aansprakelijkheid altijd direct bij de eigenaar wordt gelegd.
Deze handhavingstaken zijn per 2019 overgegaan naar de ODT.
Onder de Omgevingswet komen bodemtaken van de Provincie over naar de gemeente. We onderzoeken nog of deze taken eveneens bij de ODT kunnen worden ondergebracht.
Qua beheersing speelt de digitalisering van het bodemsysteem, waarbij bekende verontreinigingen zoveel mogelijk in kaart worden gebracht. Voor wat betreft de aanwezigheid of het aantreffen van asbest in de bodem is het Bureau Asbest Sanering (BAS) opgericht. Dit bureau werkt voor 7 Twentse gemeenten en neemt de onderzoeken en de sanering geheel voor haar rekening. De middelen hiervoor worden als subsidie ontvangen van de Provincie.


12. Ruimtelijke ontwikkelingen.
De komst van de nieuwe Omgevingswet brengt risico’s met zich mee. Die kunnen zich voordoen t.a.v. meerdere aspecten: niet tijdig klaar zijn, digitaliseringsproblemen (functioneel of financieel), tekortschietend omgevingsinstrumentarium (omgevingsplan/omgevingsvisie). Verder is het momenteel niet ondenkbaar dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet opnieuw wordt uitgesteld. Dat betekent dat het project langer duurt en extra middelen voor de invoering vraagt. De Wet Kwaliteitsborging (WKB) treedt in 2023 in werking of wordt samen met de Omgevingswet uitgesteld. Met de WKB worden taken van de gemeenten overgedragen aan externe markspartijen. Welke risico’s dit met zich meebrengt in het geval van calamiteiten en bij verantwoordelijkheidsvraagstukken is nog onduidelijk, maar zijn wel aanwezig. Deze risico’s zijn op dit moment niet goed in te schatten.


13. Niet voldoen aan BIO/ AVG
Dit risico bestaat eruit dat niet wordt voldaan aan vereisten uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheden (BIO) of aan vereisten uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Twenterand voldoet aan de minimum vereisten vanuit de BIO en vanuit de AVG. De beheersing van dit risico bestaat uit periodiek evalueren en acteren op de uitkomsten hiervan. Vanwege de cruciale rol die bewustzijn hier speelt wordt hieraan voortdurend aandacht besteed. Daarnaast speelt bij de beheersing de uitvoering van het geactualiseerde beveiligingsplan met organisatiebrede toepassing van tweefactor autorisatie. Er is een verzekering afgesloten waardoor de impact van bepaalde risico's, zoals bijvoorbeeld een hack of datalek, wordt beperkt.


14. Regelgeving, BBV en gemeentefonds.
Voor de eerste jaren lijken de risico’s inzake uitkeringen gemeentefonds te overzien, de wijzigingen zijn verwerkt in de begroting en de risico’s van het ‘trap op, trap af’ zijn afgedekt. Deze reducties komen in de scores terug. 
Wijzingen in BBV, bijvoorbeeld als gevolg van een wijziging van de financiële verhoudingswet, kunnen risico vormen. Onderdeel hiervan is de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording, welke een nadere duiding in het BBV krijgt. Hier is met een Plan van Aanpak al op geanticipeerd.


15. Opduiken van onbekende afspraken met gevolgen.
Er is en wordt veel tijd gestoken in het compleet krijgen van dossiers zodat er een actueel overzicht bestaat van alle gemaakte afspraken en mogelijke verplichtingen (op basis van boetebedingen, etc.). Desalniettemin blijft de kans bestaan dat er nog iets opduikt wat gevolgen kan hebben. De financiële implicaties hiervan kunnen fors zijn.
Voor de beheersing van dit risico is het belangrijk dat contractbeheer op orde is. Bewustzijn is van groot belang inclusief aandacht voor de vraag wie bij afspraken dienen te worden ingeschakeld.


16. Personeel gerelateerde risico’s.
Twenterand beschikt over een krap personeelsbestand voor de uitvoering van alle taken. In dit verband speelt een aantal risico’s. Er komen regelmatig opgaven/taken bij zonder dat de daarvoor benodigde middelen in voldoende mate beschikbaar worden gesteld. Daarnaast speelt de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor stagneert invulling van reguliere en tijdelijke functies en het leidt tot meer verloop en hogere kosten bij inhuur. Dit kan leiden tot spanning tussen beschikbare en benodigde formatie, achterblijvende realisatie van beleid en doelen, te hoge werkdruk/verstoorde balans met mogelijk (langdurige) uitval. Ook kan het functiehuis een risico vormen, leidend tot een slechtere concurrentiepositie met verdere uitstroom als gevolg.
Het afscheid nemen van personeel kan aanleiding zijn tot het sluiten van zogenaamde vaststellingsovereenkomsten met financiële verplichtingen.


Risico 17. Humanitaire ontwikkelingen.
De inval in Oekraïne door Rusland heeft grote impact. Naast economische gevolgen zijn er ook humanitaire gevolgen waarbij een groot beroep wordt gedaan op ons gemeentelijk en maatschappelijk vermogen om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, voor een periode van ongewisse duur. Op grond van bestaande regelgeving is het Rijk verantwoordelijk voor de financiering van de kosten die dit voor gemeenten met zich mee brengt. De financieringsregeling die van toepassing is tot oktober 2022 is kostendekkend en de aanname is dat dit ook vanaf oktober 2022 tot maart 2024, wanneer de huidige status van deze groep vluchtelingen wijzigt, zo zal blijven. 
Een andere ontwikkeling die speelt is dat het Rijk werkt aan wetgeving waarbij dwang gebruikt wordt om gemeenten te bewegen meer te doen om vluchtelingen op te vangen en statushouders te huisvesten. Dat laatste tekent zich al concreet af en daarbij wordt gesproken over een verdubbeling van het aantal te vestigen statushouders, waarvan de kosten voor een deel voor rekening van de gemeente komen. 
Het beslag op de ambtelijke capaciteit om een en ander in goede banen te leiden is dermate groot dat het geplande reguliere werk vertraging oploopt.

Risico 18. Gas 
Een ander risico is het gasverbruik als gemeente. Zoals bekend hebben wij leveringsovereenkomsten afgesloten met Gazprom Energy. Op grond van sancties van de EU dienen wij deze op last van de minister van Klimaat en Energie uiterlijk per 1 januari 2023 te beëindigen. Wij vinden beëindiging in elk geval onwenselijk omdat het effect ervan haaks staat op de doelen van de sancties en daarnaast brengt het forse extra kosten met zich mee. Daarom hebben wij ontheffing aangevraagd voor 2023 om niet over te hoeven gaan tot beëindiging. Als wij geen ontheffing krijgen, bestaat de kans dat we mogelijk toch een andere leverancier moeten contracteren leidend tot forse extra kosten omdat de huidige marktprijzen veel hoger zijn dan die in de contracten met Gazprom. Tot slot merken we op dat in dit dossier ontwikkelingen elkaar snel opvolgen en dat dit de situatie is op het moment van schrijven.

Conclusie
Het vereiste weerstandsvermogen bedraagt €  6.405.000  en de beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 11.518.352. Dat betekent een dekkingsratio van 1,80 en dat ligt ver boven de norm van 1. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

M.i.v. 2016 is een aantal kengetallen voorgeschreven om de inzichtelijkheid en de transparantie van de jaarstukken te vergroten. Deze kengetallen beogen inzicht te geven in hoe solide de financiële positie van de gemeente is. 

De kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en worden onderstaand toegelicht en geduid. Bij de duiding wordt gebruik gemaakt van het GTK 2020 (Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader), opgesteld door de twaalf provincies.  

De kengetallen zijn weergegeven in bijgaande tabel.   

Netto schuldquote en netto schuldquote, gecorrigeerd voor verstrekte leningen
De netto schuldquote bestaat uit de schuldenlast van de gemeente gedeeld door de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Bij de netto schuldquote, gecorrigeerd voor verstrekte leningen gaat het om schulden exclusief doorgeleende gelden (aan bijv. een  woningbouwcorporatie die jaarlijks aflost). De netto schuldquote bedraagt 63,64% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van (de signaleringswaarden van) het GTK 2020.   

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft het eigen vermogen weer als percentage van het totale vermogen en hierbij geldt hoe hoger dit percentage, hoe beter de gemeente in staat is haar verplichtingen op de lange termijn te voldoen. De solvabiliteitsratio bedraagt 28,14% en daarmee valt Twenterand in de categorie neutraal, op basis van het GTK 2020.    

Grondexploitatie
Grondexploitatie geeft de grondpositie (waarde van de grond) weer als percentage van de totale geraamde baten. Voor deze ratio grondexploitatie geldt dat hoe lager deze is, hoe beter. De ratio grondexploitatie bedraagt 3,83% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van het GTK 2020.   

Structurele exploitatieruimte
Structurele exploitatieruimte geeft het verschil tussen baten en lasten als percentage van de totale baten. En schetst welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke stijging van baten of structurele daling van lasten daarvoor nodig is. Het beeld van deze structurele exploitatieruimte is over de jaren 2023 t/m 2025 licht positief en daarmee valt Twenterand in de minst risicovolle categorie, op basis van het GTK 2020. In 2026 wordt het negatief en valt Twenterand in de meest risicovolle categorie.   

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft de hoogte van de van de woonlasten van een gezin weer als percentage van de landelijk gemiddelde woonlasten van een gezin. Dit percentage bedraagt 95,86% en daarmee valt Twenterand in de categorie neutraal, op basis van het GTK 2020.   

Kengetallen Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2021 2022 2023 2024 2025 2026
Netto schuldquote 34,20% 68,54% 63,64% 57,47% 50,58% 48,83%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 21,92% 53,22% 49,57% 43,94% 37,20% 35,00%
Solvabiliteitsratio 35,38% 21,55% 28,14% 31,71% 35,41% 36,73%
Structurele exploitatieruimte -0,58% 2,24% 3,21% 3,21% 3,71% -3,15%
Grondexploitatie 3,57% 1,37% 3,83% 2,94% 1,85% 1,91%
Belastingcapaciteit 95,86% 95,17% 91,73% 94,09% 96,12% 98,17%

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De kapitaalgoederen vormen het gemeentelijk kapitaal waar zorgvuldig mee moet worden omgegaan. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten. Het is van belang, dat voor de openbare voorzieningen en gebouwen goede onderhoudsplanningen aanwezig zijn.

Beleid
De gemeentelijke kapitaalgoederen bestaan uit veel uiteenlopende onderdelen, zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, gebouwen voor uiteenlopende functies, bestrating wegen, rioleringen, sportterreinen, afvalcontainers en dergelijke. Voor deze onderdelen wordt op basis van beheerssystemen, die zijn vastgesteld door de raad, de onderhoudsbehoefte bepaald. Daarnaast worden door de betrokken medewerkers op basis van visuele waarnemingen de nodige correcties hierop aangebracht.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

De gemeente Twenterand heeft de volgende lengte wegen en oppervlakte verharding in onderhoud en beheer:

Wegen / verharding Areaal
Lengte wegen 436 km 
Oppervlakte verharding 237 ha

Door de CROW (landelijk kennisplatform voor de openbare ruimte) is een standaard ontwikkeld om de kwaliteit van de openbare ruimte te bepalen. Middels deze systematiek worden de wegen geïnspecteerd en wordt de onderhoudsbehoefte bepaald op basis van de kwaliteit.

De benodigde onderhoudsmaatregelen zijn afhankelijk van de vastgestelde (technische) staat en de feitelijk optredende slijtage van een bepaalde weg door het gebruik of andere omstandigheden zoals weersinvloeden. Dit onderhoud wordt planmatig uitgevoerd, waarbij het doel is om binnen de beschikbare financiële middelen door tijdig en juist ingrijpen de technische levensduur en het goed functioneren van een weg zoveel mogelijk te verlengen. Daarom wordt gedurende de levensduur regelmatig de toestand van de wegen geïnspecteerd, zodat de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen kunnen worden bepaald. Onder wegen worden alle verhardingen zoals rijbanen, trottoirs, fietspaden en parkeerplaatsen verstaan.

De begroting voor het onderhoud van wegen wordt gemaakt aan de hand van ingevoerde inspectiewaarden in het beheersysteem Obsurv. In dit systeem worden per weggedeelte ca. elke twee jaar inspectiewaarden ingevoerd. Deze waarden komen voort uit een inspectieronde, waarbij de staat van het wegdek op diverse punten beoordeeld wordt. Aan de hand van de ingevoerde inspectiewaarden en diverse instellingen worden de benodigde maatregelen bepaald en de begroting gegenereerd.

Afgevlakte planning:
De begroting voor het onderhoud wordt per jaar berekend. Hierdoor kan het zijn dat er in 1 jaar een laag bedrag benodigd is, terwijl het volgend jaar een hoog bedrag benodigd is. Omdat dat minder praktisch en werkbaar is, wordt een afgevlakte planning gemaakt. Hierin wordt (waar mogelijk) geschoven met onderhoudsjaren zodat per jaar een min of meer gelijk bedrag benodigd is.

Aan de hand van de meest recente inspectiewaarden in het beheersysteem worden de begrotingscijfers bepaald.

Aan onderhoud asfaltwegen wordt in eerste instantie voorrang gegeven om zoveel mogelijk kapitaalvernietiging te voorkomen. Wanneer namelijk asfaltwegen niet tijdig worden onderhouden zet het schadebeeld zich door in de fundering. waardoor de kosten van herstel fors toenemen. Vanaf 2020 is voor de elementenverhardingen ook extra geld beschikbaar i.v.m. achterstallig onderhoud.

In de post onderhoud wegen worden ook de aanleg en het onderhoud van grasbetonstenen en bermbeton meegenomen. Indien er budget beschikbaar komt voor het verbeteren van landbouwroutes zullen deze worden uitgevoerd in bermbeton.

Financieel overzicht: Wegen
Omschrijving R 2021 B 2022 B 2023 B 2024 B 2025 B 2026
Onderhoud 966.783 1.158.831 1.224.850 1.254.247 1.285.603 1.311.315
Afschrijvingen 228.686 485.440 486.079 498.714 512.441 526.018
Totaal 1.195.469 1.644.271 1.710.929 1.752.960 1.798.044 1.837.333

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Het areaal van de openbare verlichting is geïnventariseerd en op basis van deze inventarisatie vindt de jaarlijkse vervanging plaats van armaturen en masten.

Openbare Verlichting Areaal
Lichtmasten/armaturen 7.320 stuks

De inventarisatie wordt periodiek bijgewerkt en actueel gehouden. In de investeringslijst is jaarlijks een bedrag opgenomen van bijna €134.000,-. De onderbouwing van dit bedrag is als volgt: Bij een theoretische technische levensduur van 20 jaar voor een armatuur en 40 jaar voor een mast komt men op een gemiddeld jaarlijks bedrag van €192.500,- voor vervanging. In het beleidsplan Openbare Verlichting, dat op 2 juli 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld, is aangegeven dat het de verwachting is dat het bedrag van bijna €134.000,- per jaar voldoende is, aangezien in de praktijk blijkt dat de levensduur vaak enige jaren langer is. Wanneer gerekend wordt met een werkelijke vervangingstermijn van 28 jaar voor een armatuur en 50 jaar voor een mast betekent dit, dat het bedrag voldoende is.

Financieel overzicht: Openbare verlichting
Omschrijving R 2021 B 2022 B 2023 B 2024 B 2025 B 2026
Onderhoud 24.706 90.016 95.068 97.349 99.783 101.779
Afschrijvingen 40.317 72.037 79.636 86.968 94.233 101.431
Totaal 65.024 162.053 174.704 184.317 194.016 203.210

Gebouwen en civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Gebouwen en civieltechnische kunstwerken

Er vindt driejaarlijks een herinspectie plaats van alle gemeentelijke gebouwen en zesjaarlijks van alle civieltechnische kunstwerken gelegen binnen de gemeente Twenterand (gebruik gemaakt wordt van van de systemen voor rationeel gebouwenbeheer en rationeel kunstwerkenbeheer van Antea). Het grootschalig onderhoud voor instandhouding van bestaande gebouwen en civieltechnische kunstwerken is voor de komende 10 jaren geregeld. In het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) wordt voor 10 jaar de toekomstige onderhoudsbehoefte aangegeven. Wanneer een gebouw of gebouwonderdeel of een civieltechnisch kunstwerk onderhoud vergt, worden de gewenste activiteit en de onderhoudscyclus vermeld, inclusief de daarbij behorende kosten. In de meerjarenbegroting is voor de storting in het onderhoudsfonds betreffende de gemeentelijke gebouwen ieder jaar een verhoging van €45.000,- en voor de kunstwerken ieder jaar een verhoging van €6.000,- opgenomen. Uit de inspecties blijkt dat indien men bovengenoemde jaarlijkse verhoging handhaaft, er voor de komende 10 jaar voldoende dekking aanwezig is om het noodzakelijke onderhoud uit te kunnen voeren. De gemeente heeft de volgende aantallen accommodaties/gebouwen en civieltechnische kunstwerken in beheer:

Accommodaties/gebouwen Areaal
aantal accommodaties/gebouwen 52
Civieltechnische kunstwerken Areaal
aantal kunstwerken 57

 

Financieel overzicht: Gebouwen
Omschrijving R 2021 B 2022 B 2023 B 2024 B 2025 B 2026
Onderhoud 350.051 283.999 294.185 300.028 306.254 311.385
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud 415.611 538.152 901.190 803.635 856.616 860.966
Kapitaallasten 957.192 1.213.851 1.184.814 1.787.883 1.769.291 1.752.782
Totaal 1.722.854 2.036.002 2.380.189 2.891.545 2.932.161 2.925.132
Financieel overzicht: Bruggen en kunstwerken
Omschrijving R 2021 B 2022 B 2023 B 2024 B 2025 B 2026
Onderhoud 0 16.236 17.157 17.569 18.008 18.368
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud 132.431 80.317 38.482 47.762 111.492 90.607
Afschrijvingen 15.011 14.895 14.779 14.664 14.548 14.432
Totaal 147.442 111.448 70.419 79.995 144.048 123.407

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Door de CROW (kennisplatform voor de openbare ruimte) is een landelijke standaard ontwikkeld om de kwaliteit van de openbare ruimte te bepalen. Op basis van die standaard heeft Sweco het rapport geschreven Keuzemodellen kwaliteitsniveaus Wegen en Groen (oktober 2010). Voor openbaar groen is een aantal kwaliteitsniveaus doorgerekend. Middels het pakket rationeel groenbeheer van Sweco zijn deze onderhoudsniveaus vertaald in de werkpakketten (technisch en financieel). De onderhoudsbudgetten staan onder druk vanwege enkele ontwikkelingen, die kosten verhogend werken (wijziging regelgeving, verbod op gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op verhardingen, areaaluitbreiding en prijsindexatie). Er wordt gezocht naar maatregelen en aanpassing van werkzaamheden om binnen de bestaande budgetten de vastgelegde onderhoudsniveaus zoveel mogelijk te handhaven. Daarbij zal het voorkomen, dat die onderhoudsniveaus niet in de volle breedte worden gehaald. Mutaties in het areaal worden op structurele wijze bijgehouden en verwerkt.

Dat areaal bestaat uit: 

Openbaar groen Areaal
Bomen 25.271 stuks
Hagen 16,5 km
Oppervlakte openbaar groen 156 ha

 

Financieel overzicht: Openbaar groen
Omschrijving R 2021 B 2022 B 2023 B 2024 B 2025 B 2026
Onderhoud 1.206.851 1.835.204 1.686.475 1.677.542 1.719.679 1.833.734
Afschrijvingen 21.409 20.149 10.174 10.080 9.985 9.891
Totaal 1.228.260 1.855.353 1.696.649 1.687.622 1.729.665 1.843.624

Grondwater

Terug naar navigatie - Grondwater

Het hoge grondwaterbeheer is opgenomen in het Gemeentelijke Rioleringsplan 2019-2023. Voor zover bekend zijn binnen de gemeentegrenzen geen gebieden met grote problemen. Mochten zich toch problemen voor doen, dan zijn gelden beschikbaar binnen het product Riool om de oorzaak van de problemen te onderzoeken en zo nodig maatregelen te treffen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

De volgende rioolvoorzieningen zijn aanwezig in de gemeente:

Riolering  Areaal
Vrij verval riolering  231 km
(mini)gemalen  760 stuks


In 2018 is een nieuw GRP vastgesteld en is bepaald welke maatregelen er aan het rioolstelsel getroffen dienen te worden voor met name de komende planperiode van 5 jaar. In de eerste 5 jaar is daar gedetailleerd naar gekeken en zijn ook de benodigde budgetten vastgelegd. Voor de periode daarna is dat ook gedaan, maar dan meer op hoofdlijnen. Op het gebied van de riolering gaat het om het onderhoud en beheer van bestaande riolering en gedeelten van de riolering, die vervangen moeten worden. In het GRP 2019-2023 is ingespeeld op de klimaatverandering. Er zijn maatregelen ingepland voor de locaties, waar via modelberekeningen is gebleken, dat daarbij toenemende hoeveelheden neerslag problemen kunnen gaan optreden. De gemeente Twenterand gaat in deze GRP-periode ervaring opdoen met risicogestuurd rioolbeheer. Wij gaan vervangen op basis van risico en dus op functioneren. Door verbetering van methodieken kunnen wij nauwkeuriger bepalen hoe lang een riool meegaat en wat de gevolgen van bepaalde schades zijn. Door risicogestuurd rioolbeheer blijven de kosten maatschappelijk aanvaardbaar. Zowel m.b.t. het opstellen van het nieuwe GRP als de doelmatigheid van te treffen maatregelen heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap Vechtstromen. Het overleg met het Waterschap heeft o.a. tot doel dat er zowel voor het waterschap als voor de gemeente een win- win-situatie ontstaat, m.a.w. zo slim mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten de noodzakelijke maatregelen treffen. Middels het kostendekkingsplan is de hoogte van de rioolheffing bepaald op basis van 100% kostendekkendheid. Planmatig wordt het rioolstelsel gereinigd en geïnspecteerd, waardoor de kwaliteit wordt bewaakt. Ter plekke van de overstorten en de gemalen worden permanent metingen verricht om de werking van het stelsel te kunnen monitoren. Er wordt gewerkt met het programma rationeel rioolbeheer van Sweco.

Financieel overzicht: Riolering
Omschrijving R 2021 B 2022 B 2023 B 2024 B 2025 B 2026
Onderhoud 285.301 246.731 251.665 256.699 261.834 245.244
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud 2.692 0 2.822 603 79 3.474
Afschrijvingen 480.460 726.037 729.695 724.670 719.645 714.620
Totaal 768.453 972.768 984.182 981.972 981.558 963.338

Kaderplan speelruimte

Terug naar navigatie - Kaderplan speelruimte

Voor het kaderplan speelruimte (door de Raad vastgesteld in 2018) is jaarlijks gemiddeld € 76.000,- nodig. Dit is meegenomen in de begroting 2020 en verder. Alle centrale plekken en steunplekken blijven hiermee ingericht. 

Speeltoestellen  Areaal
Aantal speeltoestellen 569 stuks

 

Tractie en gereedschappen

Terug naar navigatie - Tractie en gereedschappen

Tractie en gereedschappen hebben blijvend aandacht nodig in relatie tot bezetting en daarmee effectief gebruik. Door gewijzigde inzichten of anders uitvoeren van werkzaamheden is het zinvol het gebruik van deze middelen constant tegen het licht te houden. De kapitaallasten van de tractie zijn in de begroting opgenomen voor een vast bedrag. Het verschil tussen werkelijk en begroot wordt gestort c.q. onttrokken uit de reserve tractie. Jaarlijks wordt beoordeeld of de vervangingen, die zijn opgenomen in het tractieplan, noodzakelijk zijn.

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarrekening neemt het college, naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, in ieder geval op:
A. de kasgeldlimiet;
B. de renterisiconorm;
C. een overzicht van verstrekte geldleningen.

Paragraaf financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering

Algemene ontwikkelingen 
De gemeente dient een paragraaf Financiering in zowel de begroting als in het jaarverslag op te nemen waarin aangegeven wordt wat de beleidsvoornemens zijn ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte. 
Om volledig te voldoen aan de wetgeving op het gebied van treasury heeft de gemeente Twenterand een treasurystatuut. In dit treasurystatuut zijn de uitgangspunten, de doelstellingen, de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief het toezicht op de uitvoering van de treasury) voor de treasuryfunctie vastgelegd. De wet FIDO definieert treasury als volgt: “het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”. 

Treasurybeleid 
De beleidsdoelstelling van het treasurybeleid van de gemeente Twenterand kan als volgt worden omschreven: De gemeente voert, gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren, een risicomijdend treasurybeleid. Binnen dit risicomijdende beleid stelt de gemeente zich ten doel zo laag mogelijke kosten over leningen en/of een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen te realiseren, voor zover nog mogelijk binnen de opgelegde regeling voor schatkistbankieren. Dit binnen de daarvoor geldende randvoorwaarden en ter beperking van risico’s. 

Renterisico’s 
Een hoofddoel van treasury is het beperken van de gevolgen van een stijgende rente. Aan de andere kant dient er optimaal geprofiteerd te worden van lage rentestanden.
Met het bijhouden van de ontwikkelingen op de geld en kapitaalmarkt en de grote diversiteit in leningsproducten wordt continue geprobeerd om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen tegen een verantwoord risico, eventueel ondersteund door een liquiditeitsprognose. 

Kasgeldlimiet 
De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is gericht op het voorkomen van ongewenste renterisico's die ontstaan door het aangaan van overmatige korte-termijnfinancieringen en stelt een grens aan de omvang van de korte schuld waarover de gemeente renterisico mag lopen. 
Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt voor het gehele begrotingsjaar aangehouden de omvang van de jaarbegroting per 1 januari van het betreffende jaar. Op grond hiervan is de door het rijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet voor 2023 vastgesteld op 8,5% van € 108.185.559  = € 9.195.773. Dit betekent dat de gemeente Twenterand door het jaar heen tot het hierboven berekende bedrag met kort geld mag financieren (ook investeringen). Wanneer de kasgeldlimiet structureel overschreden dreigt te worden, moeten langlopende leningen (leningen met een looptijd langer dan 1 jaar) aangetrokken worden. Tot maximaal het bedrag van de kasgeldlimiet loopt de gemeente renterisico, gebaseerd op leningen met een termijn van korter dan een jaar. 
Met betrekking tot gelden in rekening-courant/kort geld loopt er met onze huisbankier een overeenkomst waarin is afgesproken dat deze dagelijks de saldi in rekening-courant in daggeld uitzet of aanvult. Daarnaast wordt, indien noodzakelijk, kasgeld aangetrokken c.q. gelden via schatkistbankieren weggezet voor periodes variërende van 1 week tot 1 jaar afhankelijk van geldbehoefte en mogelijkheden op de geldmarkt.
Renterisiconorm
In de wet FIDO is door het rijk de renterisiconorm geïntroduceerd. Met de invoering van deze renterisiconorm wordt een kader gesteld tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille 
van de gemeente, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. 
Herfinanciering houdt in dat een vervangende lening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande leningen te voldoen. Renteaanpassing doet zich voor wanneer de geldgever het rentepercentage van een lening gedurende de looptijd herziet.

De doelstelling van de renterisiconorm is in feite dat bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningenportefeuille 
geherfinancierd hoeft te worden, het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt. 
De renterisiconorm is door het rijk vastgesteld op maximaal 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Dit betekent dat voor het jaar 2023 de renterisiconorm als volgt kan worden berekend:
Begrotingstotaal 2023: € 108.185.559
Renterisiconorm voor 2023 bedraagt 20% = € 21.637.112
Onderstaand de berekening van het renterisico op de vaste schulden voor het jaar 2023:

1. Begrotingstotaal € 108.185.559
2. Wettelijk percentage 20%
3. Renterisiconorm (1x2) € 21.637.112
4. Renteherzieningen € 0
5. Aflossingen € 3.825.769
6. Bedrag van renterisico (4+5) € 3.825.769
7. Ruimte onder renterisiconorm € 17.811.343

Rentetoerekening en kredietrisico's

Terug naar navigatie - Rentetoerekening en kredietrisico's

Rentetoerekening
Rente wordt op basis van het rente-omslagpercentage doorberekend aan de taakvelden. Hierbij dient opgemerkt te worden dat voor het grondbedrijf een ander percentage wordt berekend op de in het BBV voorgeschreven wijze. De rente wordt samen met de afschrijvingslasten middels de kapitaallasten doorberekend aan de diverse taakvelden. Aan investeringen wordt geen rente rechtstreeks toegerekend.

Kredietrisico’s
Ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak kunnen gemeenten leningen verstrekken.
Op deze verstrekte leningen loopt de gemeente kredietrisico. Het kredietrisico is het risico dat de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen kan voldoen (het terugbetalen van de verstrekte lening). Hieronder treft u een overzicht aan van de verstrekte leningen door de gemeente.

Omschrijving Leningbedrag per 1-1-2023
Lening Zonnepark BV 5.680.000
Lening Activiteitencentrum 4.106.603
BAGL GR Vechtdal 932.591
Lening Den Ham FC Twente Madness 7.110
Lening Triangel 173.170
Startersleningen 1.047.299
Hypotheekverstrekkingen ambtenaren 2.140.864
Lening korfbalvereniging TOP 12.250
Lening St.Kulturhus De Klaampe 68.982
Lening IKB/Stadsbank 52.622
Lening Voorwaarts 3.000
Duurzaamheidsleningen 5.441
Achtergestelde lening het Punt 27.627
Lening de Groene Jager 30.817
Lening Enexis Tranche B 142.372
€ 14.430.748

Financieringspositie en -behoefte

Terug naar navigatie - Financieringspositie en -behoefte

Dit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte, rekening houdend met (geplande) (des-)investeringen en beschikbare interne en externe middelen. In feite gaat het hier om het opstellen van een liquiditeitsbegroting. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de leningenportefeuille. De activa van de gemeente Twenterand zullen per begin 2023 naar verwachting als volgt gefinancierd zijn:

Boekwaarde vaste activa € 97.525.222
Vaste financieringsmiddelen
Reserves € 31.432.443
Voorzieningen € 13.832.254
Langlopende leningen € 39.918.851
Totaal financieringsmiddelen € 85.183.547
Gefinancierd met vlottende middelen € 12.341.674

Mutaties leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Mutaties leningenportefeuille

In onderstaand schema worden de mutaties van de leningenportefeuille (exclusief leningen ten behoeve van woningbouw) voor het begrotingsjaar 2023 weergegeven:

Bedrag Gemiddelde rente Invloed op gem.rente
Stand per 1 januari 2023 € 39.918.851 1,136%
Nieuwe leningen € 5.000.000
Reguliere aflossingen € 3.825.769 0,032%
Vervroegde aflossingen € 0
Stand per 31 december 2023 € 41.093.081 1,104%

Renteverwachting

Terug naar navigatie - Renteverwachting

Voor het begrotingsjaar 2023 is rekening gehouden met de volgende percentages: 
Voor aan te trekken kort geld 0,5% 
Voor aan te trekken lang geld 1% 

De behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarrekening te harmoniseren, hebben er toe geleid dat in het wijzigingsbesluit Besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. Omdat de onderlinge vergelijking tussen gemeenten het uitgangspunt is voor de aanpassingen van het BBV is hier sprake van een verplichting.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf Bedrijfsvoering worden relevante thema’s op het gebied van bedrijfsvoering toegelicht.

Bedrijfsvoering omvat het verzorgen van randvoorwaardelijke zaken, van informatie en van advies. Het betreft Personeel en Organisatie, (interne) Communicatie, Bestuursadvies en -ondersteuning van B&W, Planning & Control, Financiën , Informatisering & Automatisering, Bodediensten en Bestuurlijk Juridische zaken.

In deze paragraaf wordt een aantal thema’s belicht die van belang zijn voor 2023. 

Communicatie en participatie
Er liggen de komende collegeperiode flinke opgaven voor de gemeente Twenterand. Die wil dit college samen met inwoners, ondernemers en andere (maatschappelijke) organisaties aanpakken. Ook moeten (de gevolgen) van keuzes helder uitgelegd worden. Zodanig dat zoveel mogelijk inwoners het begrijpen. In het coalitieakkoord spreekt de coalitie over verschillende vormen van communicatie die kunnen worden ingezet om inwoners, ondernemers en organisaties optimaal te informeren en mee te nemen. Om dat allemaal te kunnen doen is budget nodig. Om inzichtelijk te maken wat we op het vlak van communicatie en participatie nodig vinden en wat daar voor nodig is, is een concreet plan van aanpak nodig. Niet alleen voor deze collegeperiode, maar structureel.

Bestuurlijk Juridische Zaken
Vanaf 1 mei 2022 geldt de nieuwe Wet open overheid (Woo), als vervanger van Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie voor iedereen beter toegankelijk wordt, makkelijk vindbaar en uitwisselbaar is. De nieuwe wet geeft iedereen recht op toegang tot publieke informatie en verplicht overheden om meer publieke informatie actief openbaar te maken. De wettelijke verplichte informatiecategorieën hoeven niet direct allemaal vanaf 1 mei 2022 te worden gepubliceerd. Hiervoor geldt een fasering van enkele jaren. Vanuit het Rijk zijn incidentele en structurele middelen beschikbaar gesteld en uitgangspunt is dat deze toereikend zijn voor een adequate implementatie van deze nieuwe wet. In deze paragraaf Bedrijfsvoering worden relevante thema’s op het gebied van bedrijfsvoering toegelicht.
 
Daarnaast zal op het gebied van bedrijfsvoering in 2023 in elk geval worden ingezet op verdere organisatieontwikkeling, waarbij de strategische keuze voor het scenario ‘Economisch sterk, met een sociaal hart’ ook betekent dat de organisatie daarop moet worden ingericht. Verder spelen in 2023 de herinrichting van het gemeentehuis en de invoering van een nieuwe regeling budgetbeheer en zal het nieuwe zaaksysteem operationeel zijn.  

Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en of financiële belangen en mogelijke risico’s wordt in de begroting en jaarstukken aandacht besteed aan derde rechtspersonen (de verbonden partij), waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in deze relaties van de gemeente. Onder verbonden partijen moet worden verstaan: privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft, zoals deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen (Wet gemeenschappelijke regeling) en/of stichtingen en publiek private samenwerkingsconstructies. Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stem-recht. Met een ‘financieel belang’ wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de ‘verbonden partij’ of als financiële problemen bij een ‘verbonden partij’ op de gemeente kunnen worden verhaald.

Wat willen we bereiken
Twenterand wil participeren in partijen die een publiek belang dienen, zodat de visies en beleidsdoelstellingen van de gemeente ondersteund en uitgedragen worden. Indien participatie leidt tot inkomsten voor de gemeente worden deze inkomsten ingezet als technisch onderdeel van de gemeentebegroting. Hierbij worden de risicobeperkingen, welke de Wet Financiering Decentrale Overheden gemeenten oplegt bij dergelijke deelnemingen, in acht genomen.

Wat doen we daarvoor
De gemeente Twenterand neemt actief deel in bestuurlijke overleggen van verbonden partijen, waarbij voorafgaand aan deze vergaderingen het college een standpunt inneemt ten aanzien van de agenda. Via de besluitenlijsten van het college worden de gemeenteraad en de inwoners over de externe vertegenwoordigingen geïnformeerd.

De verbonden partijen van de gemeente Twenterand zijn gerubriceerd naar de volgende categorieën:
A. Gemeenschappelijke regelingen

SamenTwente (GGD, OZJT, VTT)
Veiligheidsregio Twente
GR Soweco / Ontplooj (stichting)
GR Stadsbank Oost Nederland
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Omgevingsdienst Twente

B. Deelnemingen in vennootschappen (NV’s, BV’s, VOF’s en CV’s) en coöperaties

Cogas N.V.
Twence B.V.
N.V. Rova Holding
Wadinko N.V.
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis
Zonnepark Oosterweilanden

C. Deelnemingen in Stichtingen en Verenigingen

Dimpact
Euregio
P-10 (plattelandsgemeenten)

Eventuele risico’s rondom de verbonden partijen zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen.

Regionale samenwerking in Twente

Terug naar navigatie - Regionale samenwerking in Twente

Programma:
De samenwerking in Twente levert een bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van alle programma’s en diverse doelenbomen. Het grootste onderdeel is de wettelijke gemeentelijke taak GGD.

Doelstelling:
Samenwerken aan een gezonde, veilige, leefbare en bereikbare regio.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aangesloten (14) gemeenten zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hof van Twente, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. De regionale samenwerking wordt op een breed terrein verricht: algemeen bestuurlijk, economische zaken, volksgezondheid, milieu, ruimtelijke ordening en recreatie en toerisme.

De transitie van de Regio Twente is afgerond. Er staat een nieuwe structuur voorzien met meer focus en eenvoud in regionale samenwerking. De ‘oude’ organisatie Regio Twente is opgesplitst in vier verschillende onderdelen:
SamenTwente: een organisatie voor gezondheid met daarin de GGD, OZJT, Veilig Thuis Twente en Kennispunt Twente.
Twente Board: een organisatie waarin 3 o’s, onderwijs, ondernemers en overheid, samenwerken aan de sociaaleconomische structuurversterking. De inbreng vanuit Twenterand wordt ingebracht via het Bestuurlijk Overleg sociaaleconomische structuurversterking. In het coalitieakkoord 2022 – 2026 ‘In elke kern: voor elkaar!’ staat dat Twenterand de Bestuursovereenkomst Sociaal Economische Structuurversterking Twente niet zal ondertekenen. Wel zal aangegeven worden bij de Twente Board dat het de intentie is van Twenterand om over 3 jaar, en zo mogelijk eerder, alsnog te willen aansluiten. De reden daarvoor is de zorgelijke financiële situatie van de gemeente. Wat dit uitgangspunt betekent voor de positie van Twenterand in het bestuurlijk overleg, is op het moment van schrijven nog niet duidelijk.
Recreatieschap Twente: een lichte samenwerkingsvorm waarin recreatieparken, recreatieve routes en fietspaden voor inwoners van Twente worden beheerd en onderhouden. Het strategisch beleid op dit gebied ligt bij de Twente Board.

Coalitions of the willing: vrijwillige samenwerkingen op het gebied van Milieu, Duurzaamheid en Afval (MDA) en RES en Twentse Kracht.

Resttaken: samenwerking op de onderwerpen Mobiliteit en Arbeidmarktregio.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeenten dragen gezamenlijk bij aan de kosten van bovengenoemde samenwerkingsvormen in Twente. Verdeling van deze bijdrage gebeurt in de meeste gevallen op basis van inwonertal. Een uitzondering hierop is de JGZ-bijdrage, deze wordt verdeeld op basis van het aantal jeugdigen.
De bijdrage aan de regionale samenwerking in Twente bedraagt in 2023 € 1.912.000,-.

Beleidsvoornemens:
De gemeente Twenterand heeft het voornemen om uit de Agenda voor Twente te stappen vanwege de zorgelijke financiële situatie van de gemeente. Een voorstel voor deelname aan de Agenda voor Twente en de bijbehorende financiële bijdrage per gemeente wordt vanuit de Twente Board aan de 14 Twentse gemeente gestuurd om deze te behandelen tijdens de raadsvergadering waarin de begroting 2023 op de agenda staat. In de uitgangspunten voor de Agenda voor Twente wordt uitgegaan van een bedrag van € 9,27 per inwoner. 

Veiligheidsregio Twente, Enschede

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Twente, Enschede

Programma:
Veiligheidsregio Twente (VRT) is een samenwerkingsverband van hulpverleningsdiensten en de veertien gemeenten in Twente. De samenwerking is gestoeld op de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De basis voor de ambtelijke organisatie van de VRT wordt gevormd door de volgende organisatieonderdelen: ‘Veiligheidsbureau’, ‘Brandweer Twente’, ‘GHOR’ (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en ‘Gemeenten’. Deze organisatieonderdelen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken en werken onder de verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur VRT multidisciplinair samen.

Doelstelling:
Veiligheidsregio Twente zet zich in voor effectieve voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen. De VRT kent meerdere programma’s, waaronder:
- Multidisciplinaire onderwerpen
- Brandweer
- GHOR
- Gemeenten

In de programmabegroting 2023 van de VRT staat per programma benoemd wat de doelstellingen zijn en wat hier voor gedaan gaat worden.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Op grond van de Wet Veiligheidsregio’s werken de Twentse gemeenten samen binnen de gemeenschappelijke regeling op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding. Het Algemeen Bestuur van de VRT wordt gevormd door de Twentse burgemeesters.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeentelijke bijdrage wordt verdeeld over de Twentse gemeenten. Sinds 2016 wordt hierbij gebruik gemaakt van de Cebeon-verdeelsystematiek (Cebeon is het bureau dat de verdeelsystematiek voor het gemeentefonds periodiek onderhoudt.). De gemeente Twenterand draagt in 2023 ruim 2,3 miljoen bij aan de VRT.  Dit bedrag wordt grotendeels gedekt uit de bijdrage die de gemeente Twenterand ontvangt vanuit het Gemeentefonds (cluster Openbare Orde en Veiligheid, subcluster Brandweer en Rampenbestrijding). 

Beleidsvoornemens:
‘Stabiele factor in tijden van verandering’.  Dat is de rode draad van de koers voor de komende jaren. We leven in een wereld waarin ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Dit biedt kansen, tegelijkertijd stelt het ons voor een aantal uitdagingen.  De Veiligheidsregio Twente focust de komende jaren op:

- Continuiteit en stabiliteit; het goed blijven doen, zoals we dat nu doen, met voldoende mensen en
middelen
- Een nieuwe meldkamerlocatie in Apeldoorn.
- Aansluiting blijven vinden en behouden bij de Twentenaren.
- Technologische veranderingen: kansen benutten en proactief reageren op potentiele bedreigingen.
- Anticiperen op crisistypen gerelateerd aan klimaatverandering
- Anticiperen op de wijziging van meerdere wetten die invloed hebben op onze taken

Soweco NV, Almelo

Terug naar navigatie - Soweco NV, Almelo

Programma:
Deze gemeenschappelijke regeling levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Maatschappelijke ontwikkeling en zelfredzaamheid en programma Economie en vrijetijdsbesteding.

Doelstelling:
Het doel van de GR Soweco was het uitvoeren van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) voor de betrokken gemeenten.  Door het besluit tot opheffing is het doel gewijzigd naar het goed afwikkelen van de liquidatie

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aangesloten gemeenten waarmee een samenwerkingsverband bestaat zijn Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Wierden en Twenterand. De GR Soweco is ontstaan in 1969, toen de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking trad.

Financiële relatie / financieel belang:
Als gevolg van besluit tot opheffing is een liquidatieplan opgesteld. Het saldo aan het einde van de liquidatiefase zal worden verrekend met de deelnemende gemeenten.
De Sociale werkvoorziening, w.o. Soweco, Larcom en Ontplooj, maakt deel uit van de totale WSW begroting. Deze is opnieuw bekeken en budgettair neutraal opgenomen in deze programmabegroting.

Beleidsvoornemens:
De GR SOWECO wordt opgeheven. Tot en met de liquidatie blijft dit een verbonden partij. Elk kwartaal wordt er over de voortgang van de liquidatie gerapporteerd.

 

Stadsbank Oost Nederland, Enschede

Terug naar navigatie - Stadsbank Oost Nederland, Enschede

Programma:
Sociaal Domein

Doelstelling:
De Stadsbank is een kredietbank, zoals bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet. De Stadsbank biedt schuldhulpverlening en sociale kredietverlening. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De GR wordt gevormd door 22 deelnemende gemeenten in de Achterhoek en Twente. De portefeuillehouder Sociale Zaken heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur vergadert circa twee keer per jaar.

Financiële relatie/financieel belang
De begrote bijdrage voor 2023 bedraagt € 260.000. De Stadsbank is momenteel een ander dienstverlenings- en bekostigingsmodel aan het ontwikkelen. De verwachting is dat hieruit hogere kosten voor de gemeente uit voorvloeien, maar dat deze zullen worden gecompenseerd door een lagere dienstverleningsafname. Dit laatste omdat we vanuit het Meldpunt Schulden steeds meer preventieve activiteiten inzetten (waaronder wettelijke vroegsignalering). 

Onzekere factor is en blijft de gevolgen van de hoge inflatiecijfers en  energieprijzen. Dit kan leiden tot een hogere vraag naar schuldhulpverlening door inwoners.

Beleidsrelatie:
De laatste jaren laat de gemeente Twenterand een stabiel uitgavenpatroon zien, namelijk een lichte daling van het aantal afgenomen budgetbeheerrekeningen en een lichte stijging van het aantal producten op het gebied van beschermingsbewind en bewindvoering.
De daling van het aantal schuldhulpverleningsproducten is een resultaat van het gevoerde (preventieve) beleid en de economische hoogconjunctuur. De toename van het aantal producten op het gebied van beschermingsbewind en bewindvoering is een landelijke trend. Door de verdere uitrol van de Wet Adviesrecht verwachten wij bovengenoemde toename af te toppen. 

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, Hengelo

Terug naar navigatie - Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, Hengelo

Programma:
Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBTwente) is een gemeenschappelijke regeling die een bijdrage levert aan het realiseren van de doelstelling van programma Fundament.

Doelstelling:
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Het GBTwente wordt gevormd door de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand.
De gemeente Twenterand wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Financiën.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeentelijke bijdrage wordt berekend op basis van het aantal aanslagen van de verschillende belastingen die voor de gemeente Twenterand worden uitgevoerd. De begrote bijdrage voor 2023 is € 719.269

Beleidsvoornemens: 
De visie van het GBTwente luidt: ‘Het GBTwente maakt belastingen begrijpelijk en persoonlijk’. Dit is waar het GBTwente de komende jaren naar toe wil. Omdat het belastingproces een complex geheel van beleid, uitvoering en besteding is, waarbij veel verschillende stakeholders betrokken zijn, wil het GBTwente de gemeentelijke belastingen voor iedereen begrijpelijk maken op een persoonlijke manier. Kernwaarden die aansluiten bij deze visie zijn: deskundig, helder, integer en behulpzaam. De randvoorwaarde voor de komende jaren is het geven van financiële zekerheden. Het GBTwente voorziet in de komende jaren, behoudens indexaties, wijzigingen in wet- en regelgeving en uitbreiding van gevraagde dienstverlening door gemeenten, geen aanleidingen voor kostenverhogingen. Mochten deze zich toch onverhoopt voordoen, dan zal het GBTwente compensatievoorstellen doen en die met de deelnemende gemeenten afstemmen.
De uitwerking van het bovenstaande resulteert in een strategie die gericht is op: foutloos, sneller en goedkoper werken.

Omgevingsdienst Twente

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Twente

Programma:
Deze gemeenschappelijke regeling levert een bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van programma Ruimte en heeft raakvlakken met bijna alle doelenbomen binnen dit programma. Primair gaat het om de uitvoering van alle milieutaken, maar ook milieu gerelateerde taken zoals: duurzaamheid en de invoering van de Omgevingswet.

Doelstelling:
Samenwerken aan een gezonde, veilige, leefbare en prettige regio.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De deelnemende Twentse gemeenten (14) zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hof van Twente, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Ook de provincie Overijssel is deelnemer. De werkzaamheden worden milieu breed of wel omgevingsbreed verricht. Belangrijke thema's betreffen, volksgezondheid, milieu en ruimtelijke ordening.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeenten dragen gezamenlijk bij aan de kosten van de Omgevingsdienst Twente. Verdeling van deze bijdrage gebeurt in de meeste gevallen op basis van inwonertal. Een uitzondering hierop is bijdrage van de provincie. Deze bijdrage is gerelateerd aan de grootste gemeente binnen de regio Twente.  De komende periode gaat hier verandering in komen. De Omgevingsdienst Twente stapt namelijk over naar outputfinanciering. Dat betekent dat de vast bijdrage per deelnemer/gemeente wordt verlaten en dat per geleverde dienst door de ODT moet worden betaald. Daartoe zal de komende periode een traject van herijking financiering ODT worden gestart en afgerond ter voorbereiding van de Programmabegroting ODT 2023. Hierin komen de eerst tekenen van outputfinanciering in beeld en kan verder worden ontwikkeld om het in 2024 af te ronden. De kosten per gemeente zullen naar verwachting de komende jaren aanzienlijk stijgen. De redenen daartoe zijn de ontwikkelingen binnen de gemeentegrenzen, zoals de realiseren van bestemmingsplannen/omgevingsplannen met als gevolg meer nieuwbouw ten behoeve van wonen en bedrijven. Maar ook diverse ontwikkelingen in wet- en regelgeving, een overspannen arbeidsmarkt, het blijvend kunnen voldoen aan de wettelijke kwaliteitscriteria, een toename in taken, meer adviesverzoeken van de gemeente aan de ODT vanwege bijvoorbeeld  omgevingsplannen, geluid, bodem (PFAS) en lucht (stikstof).  Een toename van de kosten met de omvang van 2.5 fte is absoluut realistisch. 

Beleidsvoornemens:
De gemeente Twenterand neemt deel aan de ontwikkeling van beleidsregels voor alle VTH-Taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving). Primair zijn deze gericht op de milieutaken, maar dezen worden zodanig lokaal 'ingekleurd' dat ze ook voor de niet milieutaken toegepast kunnen worden. Te denken valt aan Risicoanalyses waarmee op basis van risico's bij niet naleving geprioriteerd uitvoering kan worden gegeven aan de VTH-taken. VTH-beleid betreffende kwaliteitsnormen en bodemkwaliteitskaarten. De gemeente Twenterand is vertegenwoordigd in het Portefeuillehoudersoverleg VTH en het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Twente.

Cogas, Almelo

Terug naar navigatie - Cogas, Almelo

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling op het beleidsveld Milieu.

Doelstelling:
Cogas voorziet onder meer in de behoefte aan openbare nutsvoorzieningen in de gemeenten die in de vennootschap deelnemen en in haar concessie-en machtigingsgebieden. Twenterand valt onder het verzorgingsgebied van Cogas. Oorspronkelijk doel van de Cogas N.V. was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen belangrijke doelen geworden.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Cogas Holding zijn in handen van 9 Overijsselse gemeenten. Cogas is gevestigd in Almelo. Aandeelhouders zijn de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Hardenberg, Hof van Twente, Oldenzaal, Tubbergen, Twenterand en Wierden.

Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand bezit 558 aandelen à €454,-; totale (nominale) waarde van €253.332,-. Dit betreft 11 % van de aandelen. Hierop wordt jaarlijks dividend uitgekeerd. De dividenduitkering aan Twenterand wordt voor 2023 geraamd op € 1.116.000 

Door de verkoop van aandelen Cogas Kabel Infra in 2019 door Cogas, heeft Twenterand in 2021 een extra dividend van € 3.290.000 ontvangen. Daar staat tegenover dat vanaf 2026 de uitkering van het jaarlijkse dividend zal dalen met € 558.000.

Beleidsvoornemens: Het is de ambitie van Cogas, naast uitstekend netbeheer van bestaande netwerken, te investeren in de aanleg van nieuwe energie-infrastructuren, zoals warmte- en biogasnetwerken, om daarmee de verduurzaming van de warmtevoorziening mogelijk te maken en de energietransitie in de regio te faciliteren. Cogas wil een bijdrage leveren aan en positie nemen in de Energietransitie en is partner in de RES Twente.

Twence Holding BV, Hengelo

Terug naar navigatie - Twence Holding BV, Hengelo

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Ruimte en specifiek aan het thema Duurzaamheid en Milieu.

Doelstelling:
Openbaar belang
Terugwinning van grondstoffen en energie uit huishoudelijk afval door duurzame en betaalbare verwerking van afval en bevordering van de samenwerking op het gebied van innovatief afvalbeleid (circulaire economie).

Welke doelen streeft de gemeente na met deze partij?
Behouden van verwerkingscapaciteit voor huishoudelijk afval tegen marktconforme tarieven
In stand houding van een bedrijf dat op een duurzame wijze afval verwerkt tot grondstoffen en energie.
We stemmen alleen in met extra investeringen als deze bij kunnen dragen aan beleidsdoelen van de gemeente Twenterand.
Beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen, het verlenen van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen, het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval en het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen;

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Twence is een overheidsbedrijf (uitsluitend gemeentelijke aandeelhouders) voor de verwerking van afval tot grondstoffen en energie. De Twentse gemeenten hebben gezamenlijk een aandeel van 96.35 % in Twence Holding B.V.

Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand bezit 43.909 aandelen ( 5,17 %) ter waarde van €43.909.- (nominale waarde), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd.  De verwachte  dividenduitkering is circa € 345.000.-.

Beleidsvoornemens:
In de aandeelhoudersvergadering in december 2019 is het Strategisch beleidsplan 2020-2023 vastgesteld. Dit plan bevat twee strategische lijnen: 
I. Een actieve en substantiële bijdrage leveren aan de duurzame regionale energievoorziening.
II. Meer waardevolle grondstoffen uit afval en biomassa produceren om daarmee de grondstofkringlopen te sluiten.

Twenterand heeft in 2022 is het nieuwe levering- en verwerkingscontract getekend. Hierbij is in april 2022 een kanttekening gemaakt dat het mogelijk is om voor 1 juli 2023 het contract te ontbinden. Dit vanwege het opnieuw opstarten van een aan- en verkoopproces voor de verkoop van de aandelen van Twenterand. 

N.V. Rova Holding, Zwolle

Terug naar navigatie - N.V. Rova Holding, Zwolle

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Ruimte en specifiek aan het thema Duurzaamheid en Milieu.

Doelstelling:
Het bevorderen van en/of het doen realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van verwijdering van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van deelnemende overheden.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze partij?
- het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval tegen zo laag mogelijke kosten voor de inwoners
- het in stand houden van een bedrijf dat op duurzame wijze diensten aan gemeenten verleend op het gebied van huisvuilinzameling, terugwinning van grondstoffen en BOR taken

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
ROVA is een afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisatie. Het werkgebied van ROVA telt 23 gemeenten in Midden en Oost-Nederland. Het betreft de organisatie, beheer en uitvoering van publieke taken voortvloeiend uit de afvalzorgplicht van de aangesloten gemeenten en de uitvoering van de gemeentelijke reinigingstaken.
Twenterand bezit 335 aandelen (3 %) ter waarde van €38.005,75 (nominale waarde) waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Het normdividend bedraagt voor 2023 €100.000,-. Dit bedrag wordt ondergebracht bij de algemene dekkingsmiddelen. 

Beleidsvoornemens:
De ontwikkelvisie van ROVA houdt onder andere in dat afval als grondstof wordt gezien en dat ROVA er naar streeft om het dienstenpakket verder uit te breiden met taken op gebied van het Beheer van openbare ruimte. Nagenoeg alle ROVA gemeenten hebben de afgelopen jaren nieuwe afvalbeleidsprogramma’s aangenomen in de vorm van een grondstoffenplan. In alle gemeenten zijn de resultaten zeer positief. Een aantal ROVA-gemeenten laat nu al resultaten zien tot minder dan 50 kilo per inwoner per jaar. Toch ziet ROVA nog voldoende ambities. Verdere optimalisaties in de inzameling waaronder het vinden van oplossingen voor hoogbouw en het vinden van recycling oplossingen voor overblijvende reststromen zoals luiers vormen nog steeds een uitdaging.

Wadinko N.V., Zwolle

Terug naar navigatie - Wadinko N.V., Zwolle

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Economie en vrijetijdsbesteding.

Doelstelling:
Wadinko is een regionale participatiemaatschappij, die de bedrijvigheid en daarmee de werkgelegenheid wil bevorderen in Overijssel, de Noord-Oostpolder en Zuidwest Drenthe. Wadinko heeft op dit moment één participatie binnen de gemeente Twenterand.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Wadinko zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 gemeenten. Wadinko is gevestigd in Zwolle.

Financiële relatie / financieel belang:
Voor 2023 en verder is € 42.500,- begroot aan dividend.

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag


Deze deelneming levert een bijdrage aan de bedrijfsvoering op het gebied van financiering.

Doelstelling:
BNG vertaalt haar missie in de volgende strategische doelstellingen:
- behoud van substantiële marktaandelen in de Nederlandse publieke sector en semipublieke domein;
- behalen van een redelijk rendement voor aandeelhouders.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De BNG is opgericht in 1914 en gevestigd in Den Haag. Het is de bank van en voor de overheid en instellingen voor het maatschappelijke belang. De BNG probeert zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening aan de gemeenten te bieden. Daardoor heeft zij toegevoegde waarde voor haar aandeelhouders en de Nederlandse publieke sector. De BNG is een structuurvennootschap. Met een relatief aandelenbezit van 0,04% beschouwt Twenterand BNG als een beleidsarme verbonden partij.  

Financiële relatie / financieel belang:
De aandelen zijn voor de helft in handen van de Staat, de andere helft is in handen van gemeenten en provincies. De BNG is, gemeten naar balanstotaal, de grootste overheidsbank van Nederland. De nominale waarde van de aandelen BNG van de gemeente Twenterand is €59.670,- (23.868 aandelen à € 2,50). Voor 2023 wordt een dividend geraamd van €24.000,-.

Enexis

Terug naar navigatie - Enexis

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan de doelrealisatie op het beleidsveld Milieu en een bijdrage aan de bedrijfsvoering op het gebied van financiering. 

Doelstelling:
Een op zo duurzaam mogelijke wijze verzorgen van een betrouwbaar en betaalbaar energietransport nu en in de toekomst.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Twenterand bezit medio 2020 42.621 aandelen Enexis. Dit betreft 0,0285% van het aandelenkapitaal.  Vanwege deze geringe relatieve omvang beschouwt Twenterand Enexis als een beleidsarme verbonden partij. 

Financiële relatie / financieel belang:
Voor 2023 en verder is € 29.000,- begroot aan dividend.

Zonnepark Oosterweilanden BV, Vriezenveen

Terug naar navigatie - Zonnepark Oosterweilanden BV, Vriezenveen

Programma:
Zonnepark Oosterweilanden B.V. wekt duurzame energie op d.m.v. zonnepanelen en levert daarmee een bijdrage aan de duurzaamheidsopgaven van de gemeente.

Doelstelling:
Het doel van Zonnepark Oosterweilanden B.V. is het opwekken van duurzame energie en het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen.

Bestuurlijke relatie/bestuurlijk belang:
De gemeente Twenterand is 100% aandeelhouder van Zonnepark Oosterweilanden B.V.

Financiële relatie/financieel belang: Twenterand verwacht van Zonnepark Oosterweilanden BV in 2023 een dividenduitkering van € 300.000.

Beleidsvoornemens:
Productie van duurzame energie.

Dimpact, Enschede

Terug naar navigatie - Dimpact, Enschede

Deze deelneming levert momenteel een beperkte bijdrage aan bedrijfsvoering op het gebied van I&A. Dit mede, omdat we vanaf 2023 geen gebruik meer maken van de eSuite.  Deelname en samenwerking is vooral te zien als kennis- en sparringpartner t.b.v. onze toekomstige gemeentelijke informatievoorziening.

Doelstelling:
De coöperatie Dimpact heeft tot doel om ‘excellente publieke dienstverlening en interactie met burgers, bedrijven en instellingen’ mogelijk te maken voor gemeenten. De klant centraal stellen en de nieuwe informatie-architectuur, spelen daarin een prominente rol. De coöperatie heeft geen winstoogmerk. Alle leden zijn eigenaar van onze coöperatie. Gezamenlijk sturen zij onze ontwikkelingen aan. Samenwerking, kennisdeling en hergebruik van oplossingen zijn daarbij de basis. Het namens de deelnemende gemeenten selecteren en aanschaffen van applicatie(licentie)s levert wezenlijke prijsvoordelen op.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Sinds 2022 bestaat het ledenbestand uit 40 gemeenten, die gezamenlijk zo'n 3.000.000 inwoners vertegenwoordigen. 
De coöperatieve vereniging Dimpact kent de volgende officiële (statutair vastgelegde) besluitvormende organen:
• de Algemene Leden Vergadering (ALV);
• de Raad van Commissarissen (RvC);
• het bestuur.

Financiële relatie / financieel belang:
Over de basiscontributie wordt een inflatiecorrectie toegepast van 2,0% en deze bedraagt voor 2023 € 6.000. 

Beleidsvoornemens:
In 2021 heeft de vereniging een strategische heroriëntering gedaan, met als belangrijkste uitkomst dat ingezet gaat worden op de Common Ground ontwikkeling. Dat gaat gebeuren samen met andere gemeentelijke partijen en met leveranciers van de gemeentelijke markt. Het college van Twenterand heeft besloten niet mee te gaan in deze ontwikkeling, omdat de onzekerheid over de haalbaarheid en het geambieerde tempo hoog wordt geacht. Wij zullen daarom bijvoorbeeld zelf een vervangend zaaksysteem gaan aanschaffen, in plaats van mee te gaan in de Dimpact-innovatieaanpak. Wel blijft Twenterand lid van Dimpact, omdat andere voordelen (zoals kennisdeling en architectuurvorming) ook zinvol en relevant zijn voor Twenterand. 

Euregio, Gronau

Terug naar navigatie - Euregio, Gronau

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan alle programma’s en diverse doelenbomen. Het gaat in het algemeen om bestuurlijke samenwerking en internationale contacten.

Doelstelling:
De Euregio heeft tot doel het stimuleren, ondersteunen en coördineren van regionale grensoverschrijdende samenwerking.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De Euregio is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land-)Kreise.

Financiële relatie / financieel belang:
Voor de Nederlandse gemeenten is de bijdrage aan de Euregio € 0,29 per inwoner.

Beleidsvoornemens:
De Euregio werkt vanuit drie inhoudelijke commissies op de terreinen Maatschappelijke ontwikkeling, Economie en Arbeidsmarkt en Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling.

P-10 (Plattelandsgemeenten)

Terug naar navigatie - P-10 (Plattelandsgemeenten)

Programma: 
De P10 levert een bijdrage aan de programma’s Economie en vrijetijdsbesteding en Fundament

Doelstelling:
De P10 bestaat uit de 29 grootste plattelandsgemeenten van Nederland, die in gezamenlijk verband hun ambities en beleidsvoornemens onder de aandacht brengen van de landelijke en Europese politiek. De deelnemende plattelandsgemeenten zijn: West Betuwe, Dinkelland, Tubbergen, De Wolden, Weststellingwerf, Noardeast-Fryslân, Leudal, Altena, Westerkwartier, Het Hogeland, De Fryske Marren, Horst aan de Maas, Midden-Drenthe, Medemblik, Hof van Twente, Peel en Maas, Goeree-Overflakkee, Hollands Kroon, Berkelland, Westerveld, Borger-Odoorn, Aa en Hunze, Schouwen-Duiveland, Hulst, Opsterland, Ooststellingwerf, Sluis, Bronckhorst en Twenterand.

De P10 maakt zich sterk voor een leefbaar platteland door de uitvoering van de Agenda Platteland die bestaat uit 10 punten:

  1. Landelijke souplesse en ondersteuning voor combivervoer goederen en personen.
  2. Verdergaande digitalisering platteland: met name voor die delen van het platteland waar de aanleg van glasvezel niet rendabel is voor marktpartijen.
  3. Investeren in bedrijventerreinen op het platteland met een goede landschappelijke inpassing, ontsluiting en voorzieningen.
  4. Subregionaal arbeidsmarktbeleid om jeugd en jonge professionals te interesseren voor carrières op het platteland.
  5. Landelijke toeristische gebiedsmarketingcampagne voor het Nederlandse platteland.
  6. Betere en bereikbare eerste- en tweedelijnszorg.
  7. Volkshuisvestingsfonds om samen te investeren in nieuwbouw, sloop, verduurzaming, herstructurering bestaande woningvoorraad en alternatieve innovatieve woonvormen op het platteland.
  8. Energiecoöperaties beter positioneren, beperkende regelgeving (zoals de Energiewet en Warmtewet) wegnemen en voorkomen dat marktpartijen voorrang krijgen. Randvoorwaarde hierbij is de verzwaring van het energienetwerk en realisatie van voorzieningen voor de opslag van warmte en energie.
  9. Financieringsinstrument warmtetransitie voor verduurzaming particulier woningbezit op platteland en in lintbebouwingen.
  10. Ruimte voor de kracht van lokale gemeenschappen en krachtige agrarische bedrijven bij de aanpak van klimaatverandering en wateradaptatie (door rijk en provincie).

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De gemeente Twenterand wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door de wethouder plattelandsontwikkeling.

Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand betaalt een jaarcontributie van circa €7.750,-.

Beleidsvoornemens:
Opkomen voor de gedeelde belangen van de gemeente aangesloten bij P-10.

Paragraaf Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een van de middelen van een gemeente om haar ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken bij het uitvoeren van het omgevingsbeleid van de overheid is het grondbeleid. In het kader van het omgevingsbeleid wordt de maatschappelijke gewenste bestemming van de grond, middels een plan of besluit op basis van de Wet ruimtelijke ordening (WRO), bepaald. De raad heeft een kader stellende en controlerende functie ten aanzien het gehanteerde grondbeleid en de daarbij behorende begrotingen en verantwoordingen.
Grondbeleid gaat in belangrijke mate over de productie van bouwgrond, de wijze waarop die tot stand komt en hoe de bouwgrond verkocht en gebruikt wordt.

Hoofdlijnen van het grondbeleid

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van het grondbeleid

Gemeenten kunnen ervoor kiezen om een actief grondbeleid te voeren (waarbij je zelf als gemeenten de gronden koopt en bouwrijp maakt) of een faciliterend (passief) grondbeleid (waarbij de bouwgrondproductie aan anderen wordt overgelaten).  Met faciliterend grondbeleid loopt de gemeente minder financiële risico’s. Deze liggen bij marktpartijen. Daar staat tegenover dat de gemeente minder sturingsmogelijkheden heeft. Voorts kan de gemeente bij faciliterend grondbeleid geen winst maken, omdat ze alleen kosten kan verhalen. Daardoor komen verlieslatende ruimtelijke ontwikkelingen niet of moeizaam van de grond, omdat de markt deze om bedrijfseconomische redenen niet oppakt. Bij actief grondbeleid kunnen met de baten uit winstgevende grondexploitaties tekorten op verlieslatende grondexploitaties worden bekostigd, waardoor er feitelijk financiële verevening tussen verschillende ruimtelijke ontwikkelingen plaats kan vinden.

De gemeente Twenterand voert een faciliterend grondbeleid, waarbij het de vraag is of dit past bij de behoefte en vraag van deze tijd.

Over de financiële gevolgen van het gevoerde beleid wordt jaarlijks gerapporteerd in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening. Daarin wordt uitvoeriger ingegaan op de financiële positie van het grondbedrijf, de projectmatige complexen (= lopende grondexploitaties) en de functionele complexen (complex verspreide bezittingen en complex nog uit te voeren werken). In de paragraaf grondbeleid van de begroting wordt vooruit gekeken op ontwikkelingen, die mogelijk gevolgen hebben voor de vermogenspositie van het grondbedrijf.

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De grondexploitaties zijn ingedeeld conform de voorschriften van het BBV. Er is een onderscheid gemaakt in:

Bouwgrond In Exploitatie (BIE);
Gronden die onder de rubriek Materieel Vast Actief (MVA) op de balans worden verantwoord, voorheen het Complex Overige gronden.
Bouwgrond in exploitatie (BIE) heeft in alle gevallen betrekking op grondexploitaties die zich (bijna) in de uitvoeringsfase bevinden. Onder BIE vallen gronden die in eigendom zijn van de gemeente en waarvoor door de gemeenteraad een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Het startpunt van BIE is het raadsbesluit van de vaststelling. Vanaf dat moment kunnen kosten worden geactiveerd en bijgeschreven op de voorraadpositie bij onderhanden werk (BIE) op de balans.

De gronden welke onder MVA worden geschaard zijn meestal in het verleden anticiperend of strategisch aangekocht. Er is voor deze (bouw)gronden (nog) geen grondexploitatie vastgesteld door de Raad.
Deze (bouw)gronden kunnen in de toekomst alsnog worden overgeheveld naar BIE.

De Raad stelt op grond van haar budgetrecht kredieten beschikbaar voor de uitvoering van de grondexploitatiebegroting. Deze kredieten regelen de financiering en dekking van de uitvoeringskosten en zijn bestemd voor aankopen, wegenaanleg, groenaanleg, riolering, enzovoort. Met de jaarlijkse vaststelling van de grondexploitatie autoriseert de gemeenteraad tevens de baten en lasten in de eerste jaarschijf van de grondexploitatie. De baten en lasten worden opgenomen in de gemeentelijke exploitatiebegroting.

Werklocaties en overige
De Regionale Afspraken Programmeren Bedrijventerreinen Twente uit 2019 vormen het uitgangspunt bij de fasering van de werklocaties. In de lopende grondexploitaties zijn de grondopbrengsten met betrekking tot de werklocaties gebaseerd op de uitgifte van ca 6 hectare in de komende 5 jaren.

Het bedrijventerrein Oosterweilanden 2e fase wordt in de 2e helft van 2022 bouwrijp gemaakt. Ook de 2e fase van Garstelanden Oost zal bouwrijp worden gemaakt.  Daarmee zijn de laatste stukken bedrijventerrein in exploitatie en zal onderzocht moeten worden waar Twenterand verder wil uitbreiden c.q. wil revitaliseren.

Woninglocaties
De vraag naar woningbouwkavels is hoog. Wel verwachten we een daling van de vraag door toenemende bouwkosten en stijging van de hypotheekrente.  In de komende 5 jaren wordt verwacht ca 2 ha bouwgrond af te zetten. Wel wordt, conform de wens van het college en de raad,   onderzocht of er (uitbreidings)mogelijkheden zijn om de woningbouw te versnellen.

Geactualiseerde exploitatieopzetten

Terug naar navigatie - Geactualiseerde exploitatieopzetten

Per 1 januari 2022 kende het Grondbedrijf 9 lopende grondexploitaties, waarvan 2 complexen volledig zijn verkocht maar nog wachten op het woonrijp maken van het laatste deel . Dat zijn ruimtelijke projecten, met bouwgrondproductie als hoofdmoot, waarvan de raad de  grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Deze door de raad vastgestelde grondexploitatiebegrotingen fungeren als financieel en inhoudelijk kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Tevens fungeert de grondexploitatiebegroting als een ‘voorspelling’ van de te verwachten kosten en opbrengsten en het begrote financiële eindresultaat.
Voor verlieslatende grondexploitaties dient een voorziening te worden getroffen ter dekking van het begrote tekort. Hiervan is op dit moment geen sprake.
Bij winstgevende grondexploitaties moet, na rato van de voortgang, geleidelijk winst worden genomen. Daarmee mag niet worden gewacht tot het moment waarbij het project (bijna) geheel is gerealiseerd.
De geactualiseerde geconsolideerde (samengevoegde) begroting van de 9 lopende grondexploitaties ziet er als volgt uit:

Complex Boekwaarde Reeds genomen winst nog te verwachten inkomsten nog te verwachten uitgaven Winstverwachting totaal
Woningbouw € 237.060  € 1.812.047 € 8.679.872 € 4.640.197  € 3.802.614
Bedrijventerreinen € 798.703 € 1.151.438 € 9.424.273 € 6.313.953 € 2.311.616
Totaal € 1.035.763 € 2.963.485 € 18.104.145 € 10.954.150 €  6.114.230
          € 5.778.667 (ncw)

De reserve grondbedrijf heeft een stand van € 677.418,=. Deze mag maximaal € 1 mln bedragen. Het meerdere wordt toegevoegd aan de ARR.
Voor het woonrijp maken van volledig afgewerkte complexen is nog een bedrag beschikbaar van € 198.472 in de voorziening.

 

Paragraaf Lokale Heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van de gemeente Twenterand. Hierbij wordt met name ingegaan op de onroerendezaakbelasting (OZB), de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, de begraafrechten en de toeristen- en forensenbelasting.

Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Lokale Heffingen

Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in de laatste raadsvergadering van 2022.

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (zoals OZB en hondenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt.

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten:

a. de geraamde inkomsten;
b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
d. een aanduiding van de lokale lastendruk;
e. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen

Terug naar navigatie - Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen
2021 2022 2023
Omschrijving Raming Realisatie Raming Raming
Afvalstoffenheffing € 2.255.275 € 2.308.872 € 2.494.815 € 2.621.634
Begraafplaatsrechten € 580.000 € 810.218 € 580.000 € 580.000
Forensenbelasting € 5.000 € 5.307 € 5.000 € 5.180
Leges burgerzaken € 418.070 € 436.731 € 421.607 € 435.190
Leges omgevingsvergunning € 789.500 € 1.292.219 € 812.014 € 852.017
OZB eigenaren woning € 5.096.439 € 5.109.899 € 5.534.261 € 5.723.135
OZB eigenaren niet-woning € 1.501.831 € 1.458.296 € 1.576.922 € 1.576.922
OZB gebruikers niet-woning € 1.061.749 € 1.063.125 € 1.359.836 € 1.281.086
Rioolheffing € 3.569.863 € 3.697.851 € 3.641.260 € 3.732.291
Toeristenbelasting € 95.000 € 117.139 € 45.000 € 76.620
€ 15.372.727 € 16.299.657 € 16.470.715 € 16.884.075

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Terug naar navigatie - Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Landelijk

Hervorming lokaal belastinggebied.
In 2015 kondigde het Rijk destijds een belastingherziening aan. Grote veranderingen in lokale heffingen hebben zich sinds die tijd niet voorgedaan en de richting is niet eenduidig: tegenover het verdwijnen van de macronorm voor de OZB (minder Rijksbemoeienis) staat het afschaffen van de precario op ondergrondse leidingen (verkleinen gemeentelijk belastinggebied). In het coalitieakkoord van het huidige kabinet is nu het volgende opgenomen: “Om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, wordt in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Daarbij worden ook alternatieven voor de OZB en MRB in de beschouwing betrokken.” Daarmee is de discussie over een ruimer (lokaal) belastinggebied weer actueel. Uitbreiding kan echter in 2026 (inzet coalitieakkoord) slechts aan de orde komen als aan de geformuleerde randvoorwaarden is voldaan. Daarbij vormen met name ‘de financiële verhoudingen op orde’ en 'geen verhoging van de lastendruk’ harde ijkpunten. 

Bezwaar en beroep bij kwijtschelding 
Nu is geen bezwaar mogelijk tegen een beschikking uitstel van betaling. Tegen een beschikking kwijtschelding van gemeentelijke belastingen is nu administratief beroep bij het college mogelijk. In de toekomst is in beide gevallen eerst bezwaar bij de invorderingsambtenaar mogelijk en is daarna de fiscale rechter bevoegd (rechtbank in eerste aanleg, gerechtshof in hoger beroep en Hoge Raad in cassatie). Wanneer deze landelijke wijziging in werking treedt is nog niet bekend.

Zonnepanelen
De WOZ-waarde wordt bepaald op basis van de Wet WOZ. Op de uitvoering van deze wet door gemeenten wordt toegezien door de Waarderingskamer. Jaarlijks controleert de Waarderingskamer of het GBTwente de wet uitvoert conform de wettelijke bepalingen. Bij de waardebepaling moet de onroerende zaak worden gewaardeerd. De waarde in het economisch verkeer wordt bepaald op basis van marktgegevens. Tot de onroerende zaak behoren ook eventuele zonnepanelen. Het GBTwente heeft dan ook geen beleidsvrijheid om zonnepanelen niet in de waarde te betrekken. In hoeverre de aanwezigheid van zonnepanelen van invloed is op de waarde, blijkt uit de beschikbare marktinformatie. Uit de permanente marktanalyse tot nu toe, is niet gebleken dat de aanwezigheid van zonnepanelen van invloed is op de verkoopwaarde.
Mocht het in de toekomst zo zijn dat uit onze permanente marktanalyse blijkt dat de aanwezigheid van zonnepanelen wel van invloed is op de verkoopwaarde, dan heeft een gemeente bij een positieve invloed de mogelijkheid een facultatieve vrijstellingsbepaling op te nemen. Het GBTwente zal dan per object met zonnepanelen moeten bepalen wat de waarde is van de zonnepanelen op basis van levensduur, kwaliteit, aantal, ligging, etc.

Bij de behandeling van het Belastingplan 2019 (fiscale vergroeningsmaatregelen 2019) in het najaar van 2018 is de regering bij motie (Lodders / Van Weyenberg1) verzocht een voorstel te ontwikkelen waarmee zonnepanelen standaard buiten de onroerendezaakbelasting gehouden worden en tevens te onderzoeken hoe vormen van verduurzaming in de toekomst niet ontmoedigd worden door middel van hogere lokale lasten. Minister Ollongren heeft begin 2021 hierover een brief verzonden aan de 2e Kamer. De minister geeft hierin aan dat een wettelijke belastingvrijstelling via de OZB of de WOZ de nodige uitvoeringsproblemen kent. Een subsidie of ‘groene’ heffingskorting is volgens de minister een beter oplossing. De groene heffingskorting kan worden vormgegeven door een vermindering van de verschuldigde belasting nadat het verschuldigde belastingbedrag (bijvoorbeeld voor ozb) is berekend. Een eventuele verplichte groene heffingskorting vraagt wel om een wetswijziging. De minister gaat met gemeenten in gesprek over hoe op lokaal niveau verduurzaming door huiseigenaren bevorderd kan worden en of een (verplichte) groene heffingskorting daar mogelijk aan bijdraagt. Uit het recente nieuwe regeerakkoord is (nog) niet te herleiden of de nieuwe minister voor klimaat en energie dit gaat oppakken.

Amendement Omtzigt
De Gemeentewet maakt voor de OZB onderscheid tussen woningen en niet-woningen. Eigenaren van woningen worden in de OZB-eigenarenheffing betrokken, de gebruikers van woningen betalen geen OZB en de eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen respectievelijk de OZB eigenaren niet-woning en gebruikersheffing niet-woning. Beide tarieven voor niet-woningen zijn hoger dan het eigenarentarief voor woningen. Sportvelden, dorpshuizen, sportkantines, dorps- en buurthuizen worden voor de OZB aangemerkt als niet-woning en worden dienovereenkomstig in de belastingheffing betrokken. Een aantal gemeenten compenseert buiten de belastingheffing om de OZB geheel of gedeeltelijk of overweegt dit te doen.
In het Belastingplan 2019 is het zogenaamde amendement Omtzigt opgenomen waardoor artikel 220f van de Gemeentewet per 1 januari 2019 is gewijzigd in die zin dat voor - nader door de gemeente te bepalen - sociaal behartigende instellingen niet de hoge niet-woning tarieven kunnen gelden, maar het woningtarief.
Op 30 november 2020 heeft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomst van het gesprek met de VNG over de toepassing van artikel 220f Gemeentewet (amendement Omtzigt). De minister schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat deze wettelijke bepaling voor gemeenten niet toepasbaar is. Om de bedoeling van de bepaling wel mogelijk te maken kan onderzocht worden hoe de gedachte achter de wettelijke bepaling het beste uitgevoerd kan worden. De minister is bereid om dit onderzoek op te starten. Dit onderzoek kan leiden tot een aanpassing van artikel 220f Gemeentewet (of een alternatieve bepaling of instrument die het doel beter bereikt). De keuze hiertoe is voorbehouden aan een nieuw kabinet. Op 30 mei 2022 heeft minister Bruins Slot (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat een lager ozb-tarief voor sportaccommodaties, dorpshuizen en andere sociaal belang behartigende instellingen moeilijk is te realiseren via een wettelijke regeling. Uit overleg met gemeenten is geconstateerd dat er bij deze fiscale mogelijkheid zwaarwegende praktische uitvoerings- en toepassingsvraagstukken spelen, met betrekking tot de afbakening, die niet eenvoudig op te lossen zijn. Daarom geeft de minister opdracht tot een extern onderzoek. Aan dit onderzoek zullen het Rijk, de VNG en gemeenten deelnemen.  
Het GBTwente volt de ontwikkelingen en zolang er geen duidelijkheid is, is het advies van het GBTwente om vooralsnog geen gebruik te maken van de wetswijziging.

De omgevingswet en leges
Een van de instrumenten binnen het nieuwe stelsel van omgevingsrecht is het omgevingsplan. Gemeenten moeten in het nieuwe stelsel hun bestemmingsplannen, beheersverordeningen en andere regelingen over de fysieke leefomgeving uit andere verordeningen bundelen en omvormen tot één samenhangend en consistent omgevingsplan.
Artikel 3.1, lid 4, Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt nu nog dat wanneer een bestemmingsplan niet tijdig is vastgesteld of is verlengd, voor de gemeente 'de bevoegdheid tot het invorderen van rechten ter zake van na dat tijdstip door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten die verband houden met het bestemmingsplan' vervalt (de zgn. legessanctie). In de aanloop naar de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt met deze wet de actualiseringsplicht uit de Wro voor een belangrijk deel van de bestemmingsplannen en beheersverordeningen afgeschaft. Hierdoor komt ruimte beschikbaar, zodat gemeenten in aanloop naar de Omgevingswet al kunnen starten met de voorbereiding van het tot stand te brengen omgevingsplan.

Op 1 januari 2022 zou de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) in werking treden. Dit is echter voorlopig uitgesteld tot 1 juli 2022. Dit geeft het Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties meer ruimte om de implementatie van de wet op een zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden. Door deze inwerkingtreding van beide wetten kan er veel veranderen. Dit is sterk afhankelijk van de lokale ambities, beleidsinvulling en inrichtingskeuzes. Het principe van legesheffing verandert niet. Ook de wettelijke grondslag voor het heffen van leges verandert niet. Toch zijn er een aantal zaken die wel gaan veranderen:

- Nieuwe activiteiten toegestaan om leges over te heffen;
- (Mogelijk) minder vergunningplichten;
- De ‘knip’: het splitsen van de bouwtechnische en de ruimtelijke vergunning;
- Gemeentelijke kosten worden hoger of lager;
- Gemeentelijke kosten verschuiven;
- Meer integrale vergunningen (meerdere gezagen betrokken);
- Planactiviteiten worden minder complex (of juist complexer).

De VNG vraagt met de notitie 'Discussie-leidraad leges en de stelselwijziging Omgevingswet' aandacht voor het onderwerp en het belang voor gemeenten om hier - op basis van de eigen keuzes - over na te gaan denken. Ook worden suggesties gedaan voor de onderwerpen. Zij vragen gemeenten om hierover met hen van gedachten te wisselen. Via de regionale implementatiecoaches (RIO's) zullen er (digitale) discussies-sessies worden opgezet, om deze materie samen verder uit te diepen.

Waterzorgheffing
Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte. Meer percelen kunnen in de heffing worden betrokken, want van de maatregelen in de publieke ruimte heeft iedereen profijt. De huidige verordening Rioolheffing (model VNG) dekt dan niet meer de lading 
Het schept een beeld van een belasting voor een buizenstelsel. Bij belastingplichtigen die daar niet op zijn aangesloten roept dat weerstand op. De gemeentelijke watertaken omvatten een breed palet. Zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater hebben een centrale plaats in de ordening van de publieke ruimte. Gemeenten moeten maatregelen nemen om wateroverlast en -schade te voorkomen. Denk aan het onderhoud van bermen en slootkanten om overtollig water af te voeren, zodat er over een droge weg kan worden gereden. Iedereen heeft daar profijt van. De VNG heeft hiervoor een nieuw modelverordening Riool- en Waterzorgheffing opgesteld. Bij invoering is een zorgvuldige communicatie en belangenafweging naar nieuwe belastingplichtigen van belang. Bijvoorbeeld cultuurgronden en natuurterreinen dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken.   

Lokaal

Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. 

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet.
Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden in beginsel alleen aangepast aan de inflatiecorrectie. Deze bedraagt voor 2023 3,6%.
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen). De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2023 in de gemeente Twenterand worden geheven zijn:

Ongebonden belastingen

Forensenbelasting
Op grond van artikel 223 van de Gemeentewet kunnen gemeenten forensenbelasting heffen. De forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Met de forensenbelasting kunnen gemeenten de kosten van bepaalde voorzieningen ook verhalen op mensen die niet in de gemeente wonen, maar wel gebruik maken van de voorziening. De forensenbelasting wordt door Nederlandse gemeenten alleen geheven van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning ter beschikking houden.

Toeristenbelasting
Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten Toeristenbelasting heffen voor overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
De doelstelling is hetzelfde als bij forensenbelasting, namelijk dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.

Onroerendezaakbelastingen
Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting, er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.

De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie per 1 januari van het belastingjaar geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de verkoop van een huis, worden meegenomen in het volgende belastingjaar.

Belastingplichtige
- eigenaren van woningen;
- eigenaren van niet-woningen;
- gebruikers van niet-woningen.
Indien iemand zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, dan betaalt hij of zij beide belastingen.

Grondslag onroerendezaakbelastingen
De grondslag voor de berekening van de OZB is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Deze wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die met de begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief, om te voorkomen dat de OZB opbrengst daalt.

De tariefaanpassing op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Immers, een gemiddeld vastgoedobject volgt de ontwikkeling op de vastgoedmarkt.

Gebonden belastingen

Afvalstoffenheffing
De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is geregeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
Op basis van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling van afvalstoffen die afkomstig zijn van particuliere huishoudens. De inzameling van afval wordt sinds 2002 uitgevoerd door Rova. De kosten van de inzameling en verwerking van afvalstoffen wordt betaald uit de afvalstoffenheffing.

Belastingplichtige
Inwoners zijn verplicht afvalstoffenheffing te betalen, ook als zij geen afval voor inzameling aanbieden. De heffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel waarvoor de gemeente een wettelijke plicht tot inzameling heeft en de inzamelverplichting ook nakomt.

Grondslag
De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. De gemeente Twenterand hanteert als grondslag een vast bedrag plus een opslag op basis van het aantal aanbiedingen.

Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld afval (€ 3.096.775). De kosten zitten vooral in het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval en de kosten voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing. Daarnaast begroten wij € 470.000,- voor het taakveld overhead. Dit zijn kosten die worden gemaakt door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. 

Voor het vastrecht wordt een tarief voorgesteld van €126,36 (€ 110,88 in 2022). Voor de aanbiedingstarieven wordt een tarief voorgesteld van € 13,50 voor een 240 l. restafvalcontainer,  € 8,15 voor een 140 l. restafvalcontainer. Deze variabele tarieven zijn niet verhoogd ten opzichte van voorgaand jaar.

Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen
Afvalstoffenheffing Lasten taakveld Overhead (0.4) BTW Totale lasten Heffing Overige baten (0.8) Totale baten Kostendekkendheid
7.3 Afval 2.184.241 470.000 442.534 3.096.775 2.621.634 545.141 3.166.775 102,26%
6.3 Inkomensregelingen 70.000 70.000 -2,26%
Totaal 2.254.241 470.000 442.534 3.166.775 2.621.634 545.141 3.166.775 100,00%

Leges en rechten

Terug naar navigatie - Leges en rechten

Leges

De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.
Op grond van artikel 229b van de Gemeentewet mag de legesverordening als geheel bezien maximaal kostendekkend zijn. Niet elke post zal dus afzonderlijk op zijn kostendekkendheid worden beoordeeld. Dit laatste zou ook moeilijk realiseerbaar zijn gezien het feit dat de kosten voor de individuele diensten moeilijk zijn te bepalen. Dat neemt niet weg dat een gemeente wel een kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten mag nastreven, als de gemeente in dit opzicht maar een consequente lijn volgt.

Begraafrechten

Terug naar navigatie - Begraafrechten

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de verordening begraafrechten zijn opgenomen.
In totaal verwachten we het komende jaar € 710.493 aan kosten te maken om onze zorgplichten na te komen. De totale baten voor 2023 zijn € 603.006. Per saldo resulteert dit in een tekort op het taakveld begraafplaatsen van € 107.487. Omdat het saldo maximaal € 125.000 mag zijn, wordt een bedrag van € 17.513 gestort in de reserve exploitatie begraafplaatsen.

Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen
Begraafrechten Lasten taakveld Overhead (0.4) Mutatie reserves Totale lasten Heffing Overige baten (0.8) Totale baten Kostendekkendheid
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 460.493 250.000 710.493 580.000 23.006 603.006 84,87%
Totaal 460.493 250.000 - 710.493 580.000 23.006 603.006 84,87%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel.

Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing (bestemming is watertaken), er staan geen aanwijsbare tegenprestaties tegenover. De gemeente Twenterand hanteert één rioolheffing voor alle watertaken.

Elke gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. In een GRP wordt meerjarig inzicht gegeven in de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding van het gemeentelijk rioolstelsel. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. In 2018 heeft de gemeenteraad het GRP 2019-2023 vastgesteld.

Verwachte kosten
In totaal verwachten we het komende jaar € 5.752.587 aan kosten te maken om deze zorgplichten na te komen. Om deze kosten transparant te maken splitsen wij eerst uit op welke taakvelden wij deze kosten zullen maken. Vervolgens gaan wij in op de herkomst van de middelen voor het financieren van deze taken.

Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld riolering (€ 5.452.336). De kosten zitten vooral in daadwerkelijk nakomen van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater en in de kosten voor heffing en invordering van de rioolheffing. Door machinaal te vegen worden onze straten gereinigd en wordt voorkomen dat het riool dichtslibt en bovenmatig slijt door (veeg)zand. De kosten van het vegen worden daarom deels (50% : € 46.500,- ) ten laste van het riool gebracht. 
Daarnaast begroten wij € 662.926 voor het taakveld overhead. Dit zijn kosten die wij maken door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Aan de raad wordt voorgesteld om het tarief voor rioolrechten voor 2023 te verhogen conform TDFG met 2,5% tot € 271,92 (was € 265,32).

Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen
Rioolheffing Lasten taakveld Overhead (0.4) BTW Totale lasten Heffing Overige baten (0.8) Totale baten Kostendekkendheid
7.2 Riolering 4.411.806 662.926 377.604 5.452.336 3.732.291 2.017.136 5.749.427 105,45%
0.64 Belastingen overig - 337 337 0,01%
0.8 Overige baten en lasten - 2.822 2.822 0,05%
2.1 Verkeer en vervoer 46.500 46.500 - -0,85%
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 88.944 18.679 107.623 - -1,97%
6.3 Inkomensregelingen 146.128 146.128 - -2,68%
Totaal 4.693.378 662.926 396.283 5.752.587 3.732.291 2.020.295 5.752.586 100,00%

Woonlastenontwikkeling

Terug naar navigatie - Woonlastenontwikkeling

De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot een aanpassing van de woonlasten.
Onderstaand treft u een overzicht aan van de lastendruk van een inwoner van onze gemeente die in het kader van de afvalstoffenheffing in 2023 1 restcontainer van 240 liter in gebruik heeft, welke 6 keer geleegd wordt. De bedragen in onderstaand overzicht zijn bedragen per maand.

Onderstaand treft u een overzicht aan van de lastendruk van een inwoner van onze gemeente die in het kader van de afvalstoffenheffing in 2023 1 restcontainer van 240 liter in gebruik heeft, welke 6 keer geleegd wordt. De bedragen in onderstaand overzicht zijn bedragen per maand.
Eigen woning: € 203.000 2022 2023 2024 2025 2026
Afvalstoffenheffing, vast deel € 9,71 € 10,53 € 11,15 € 11,52 € 11,89
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 22,11 € 22,66 € 23,23 € 23,81 € 24,40
OZB € 25,75 € 25,67 € 26,17 € 26,67 € 27,25
Totaal lastendruk € 64,32 € 65,61 € 67,30 € 68,75 € 70,29
Eigen woning: € 240.000 2022 2023 2024 2025 2026
Afvalstoffenheffing € 9,71 € 10,53 € 11,15 € 11,52 € 11,89
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 22,11 € 22,66 € 23,23 € 23,81 € 24,40
OZB € 30,50 € 30,42 € 31,00 € 31,58 € 32,25
Totaal lastendruk € 69,07 € 70,36 € 72,13 € 73,66 € 75,29
Huurwoning: 2022 2023 2024 2025 2026
Afvalstoffenheffing € 9,71 € 10,53 € 11,15 € 11,52 € 11,89
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 22,11 € 22,66 € 23,23 € 23,81 € 24,40
Totaal lastendruk € 38,57 € 39,94 € 41,13 € 42,08 € 43,04

Kwijtscheldingsmogelijkheden

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsmogelijkheden

De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:

- Voor de ozb (voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen), riool- en voor de afvalstoffenheffing is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen;
- Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend en ook geen kwijtschelding rioolheffing bij een grondslag > 500m3
- Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm;
- Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren;
- Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en;
- Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.