Meerjarenraming 2024-2026

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Ter voldoening aan het gestelde in de Gemeentewet en in hoofdstuk III van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten leggen wij aan u voor de meerjarenramingen 2024 t/m 2026. De meerjarenraming bevat een raming van de financiële gevolgen voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar, waaronder de baten en lasten van het bestaande en nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. De toelichting op de meerjarenraming bevat tenminste de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en een toelichting op belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de meerjarenraming van het vorige begrotingsjaar. Door onder andere hiermee rekening te houden kan de meerjarenbegroting uitwijzen of de doelstelling van een sluitende begroting op termijn wordt gerealiseerd.

Uitgangspunten meerjarenraming

Terug naar navigatie - Uitgangspunten meerjarenraming

De begroting 2023 als basis:

De meerjarenramingen zijn opgesteld met als uitgangspunt 2,40% stijging voor 2024, 2,50% voor 2025 en 2% voor 2026.

Voor salarissen is een stijging van 4,20% meegenomen voor 2024, 4,1 % voor 2025 en 3,90% voor 2026 (inclusief periodieke verhogingen).
De in de meerjarenbegroting opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de circulaire van mei 2022. Bij de berekening van de Algemene uitkering is geen rekening gehouden met volumegroei voor inwoners. Ten aanzien van de opbrengst onroerende zaakbelasting is er geen verdere stijging meegenomen in de meerjarenraming.
De mutaties op de reserves en voorzieningen zijn verwerkt.


Algemene uitkering gemeentefonds

Voor de ontwikkeling van het gemeentefonds zijn vooral de volgende punten van belang;

- De ontwikkeling van het aantal decentralisatie-uitkeringen en integratie-uitkeringen naast de algemene uitkering;

De gevolgen van de ontwikkelingen van het accres, rekening houdend met de ontwikkelingen die genoemd zijn in de meicirculaire 2022;
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De accressen vanaf 2022 tot en met 2025 zijn bijgewerkt op basis van de regels van de huidige normeringsmethodiek. Voor alle jaren vanaf 2022 is sprake van een opwaartse bijstelling van het accres. De accressen zijn hoger dan aangekondigd in de voorgaande circulaires en ook hoger dan aangekondigd in de startnota van het kabinet. 
Het gemeentefonds wordt vanaf 2026 niet langer via de normeringssystematiek geïndexeerd. Er wordt geen volume-accres meer verstrekt, alleen nog maar een nominaal accres voor de loon- en prijsontwikkeling. Dit is de voornaamste oorzaak van de grote daling van het accres in 2026 ten opzichte van 2025. Hierdoor lijkt 2026 een ‘ravijnjaar’ te worden.

- Nieuwe verdeelstelsel per 1 januari 2023;  
Per 1 januari van 2023 wordt de nieuwe verdeling van het gemeentefonds ingevoerd. De financiële gevolgen van het nieuwe verdeelstelsel wordt het herverdeeleffect genoemd. Het ingroeipad, waarmee de gemeenten naar de nieuwe verdeling ingroeien, wordt beperkt tot 3 jaar. Het maximale positieve of negatieve effect is in 2023 € 7,50 per inwoner en in 2024 en 2025 € 15 per inwoner. Het maximale positieve of negatieve effect in 2025 bedraagt hierdoor € 37,50 per inwoner. Het herverdeeleffect als gevolg van het nieuwe verdeelmodel wordt in de jaren 2023 tot en met 2025 verhoogd of verlaagd met een bedrag dat wordt toegekend via de suppletie-uitkering ‘nieuwe verdeling GF’. Het herverdeeleffect voor Twenterand is negatief (maximale niveau). 

- BTW-compensatie fonds (BCF)-plafond;
Als de gezamenlijke declaraties onder het plafond blijven wordt het verschil in het gemeentefonds gestort. Bij overschrijding van het plafond volgt een uitname.

Investeringen

Uit de in de begroting opgenomen investeringslijsten voor de periode 2024 t/m 2026 blijkt dat voor deze jaren de volgende investeringen worden geraamd, te weten:

2024 € 2.256.593
2025 € 806.620
2026 € 2.280.204

Berekende / geraamde budgetprognose 2023 t/m 2026

De resultaten van vorenstaande leidt tot de resultaten zoals eerder vermeld in het hoofdstuk "Overzicht van baten en lasten"