Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Doel van deze paragraaf is weergeven hoe solide de positie van de gemeente is en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Door weerstandsvermogen en risicobeheersing te schetsen, alsmede kengetallen over financiële weerbaarheid en wendbaarheid gepresenteerd. 
De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben de afgelopen jaren laten zien dat er snel ernstige verstoringen kunnen optreden, op grote schaal en met een forse impact, voor vrijwel iedereen. De gevolgen ervan hebben we ook ervaren als gemeente.    
Ook de nabije toekomst is onzeker. De oorlog, de opgaven vanuit het Rijk, het naderende  ‘ravijnjaar 2026’, krapte op de arbeidsmarkt, opgelopen rente vormen risico’s op korte / middellange termijn. Dit vraagt om continue bewustwording, om monitoren en acteren en dat is wat we doen. 

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Weerstandsvermogen en risicobeheersing 
Risicobeheersing is het expliciet en systematisch omgaan met en beheersen van risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis met – beleidsmatige en/of financiële  – gevolgen.  Bij het weerstandsvermogen ligt de focus op de financiële gevolgen van risico’s. Het geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat beleid en uitvoering in gevaar komen. Weerstandsvermogen is de beschikbare gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. 
De beschikbare weerstandscapaciteit is samengevat in de volgende tabel. Ultimo 2025 bedraagt de geraamde weerstandscapaciteit € 14.409.647. 
 

De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die worden gelopen. Daarvoor doen we aan risicomanagement. Doelen hiervan zijn het bevorderen van risicobewustzijn en het expliciet maken en beheersen van risico’s. Het  is een continu proces gericht op: 
• Het identificeren van risico’s: waar lopen we welke risico’s? 
• Het classificeren van risico’s: hoe groot is de kans, de impact en het financiële effect? 
• Het treffen van beheersmaatregelen 
We doen dit door tweemaal per jaar risicosessies te houden met inhoudelijk en financieel betrokkenen. Daarbij worden risico’s benoemd en per risico de kans op optreden en de gevolgen (impact) ervan bepaald. Gevolgen in financiële zin – incidenteel of structureel (i/s in de onderstaande tabel) - en voor doelstelling en imago (in de vorm van een rapportcijfer, waarbij een hoger cijfer staat voor een groter gevolg). Zo actualiseren we het overzicht van risico’s, als basis voor beheersmaatregelen, gericht op verminderen van kans op optreden en/of op beperken van gevolgen. Hierbij wordt opgemerkt dat het soms lastig is om de risico’s te kwantificeren. 

De belangrijkste risico’s zijn samengevat in de tabel Risico’s en worden toegelicht. Daarmee zijn niet alle risico’s benoemd.  
Zo zit de gemeente sterk in de Twenterandse samenleving en heeft veel relaties met bijv. sportverenigingen en culturele organisaties. Het kan gaan om private/maatschappelijke organisaties met een grote betekenis voor de Twenterandse samenleving. Deze kan zo groot zijn dat, wanneer zich bijv. bedrijfsvoering risico’s voordoen bij die organisaties, de gemeente als vangnet kan optreden, bestuurlijk dan wel financieel, afhankelijk van bestuurlijke afweging. Deze scenario’s zijn slecht op voorhand te bepalen omdat de gemeente veelal geen statutaire verantwoordelijkheid draagt. Ook benoemen we dat verenigingen soms een beroep doen op garantstellingen door onze gemeente, ook dat is een risico. De relatie met genoemde organisaties brengt ook met zich mee dat er risico’s zijn van een incident van grensoverschrijdend gedrag en dat kan uitstralen op de gemeente.  

Ook zijn er ontwikkelingen van uiteenlopende aard die invloed kunnen hebben. We volstaan met enkele voorbeelden. Energieschaarste kan gevolgen hebben voor de groei ambities van onze gemeente, uitstel van aanpassing N36 kan het vestigingsklimaat beïnvloeden en klimaatverandering kan zich manifesteren in wateroverlast, droogte en/of hitte. Dit zijn ook risico’s. 

Specifiek noemen we nog een aantal risico's: de omgang met systemen, inkoop, contractbeheer, Kanaal Almelo de Haandrik, grenzen op gebied van nutsvoorzieningen, actiever grondbeleid, het voldoen aan regelgeving  en verbouwing en herhuisvesting van gemeentehuis.  

De toenemende digitalisering biedt veel voordelen, maar vraagt ook de nodige aanpassingen en inspanningen van medewerkers en burgers. Dit kan leiden tot onjuist gebruik van systemen met mogelijk fouten en/of verspilling als gevolg. En dat kan resulteren in foutieve analyses of informatieverstrekking aan de burger. Daarom werken we voortdurend aan digivaardigheden onder andere t.b.v. informatiebeveiliging en zaakgericht werken. Ook is de werking van koppelingen cruciaal voor de overdracht van data. Waar voorheen keuzes per losse applicatie werden gemaakt (qua systeem, leverancier, kosten) is nu de koers om meer vanuit procesmatig werken en gebruikersgemak te focussen en daarbij op het gebied van architectuur het gehele applicatielandschap te onderzoeken bij vervangingen, waarbij de cloud het nieuwe uitgangspunt is. 

Bij inkoop bestaat de kans dat niet alle inkoopbehoeften in beeld zijn dan wel dat hierbij niet de juiste procedure is gevolgd. Risico hiervan kan bijv. zijn  dat een marktpartij ontbinding van de overeenkomst vordert op straffe van een dwangsom.  Daarnaast is er het risico van onrechtmatig handelen, met als gevolg een jaarrekening zonder goedkeurende rechtmatigheidsverklaring.   Het proces inkoop en aanbesteding wordt met het oog hierop continu onder de aandacht gebracht.  Verbeteringen worden opgepakt bij de aanpak van het proces inkoop en aanbesteding. 

Bij het Kanaal Almelo de Haandrik speelt dat de gemeente mogelijk door eigenaren (deels) aansprakelijk wordt gesteld voor schade aan hun woningen of bedrijfspanden. Of door netwerkbeheerders wanneer de door hen aangevraagde vergunning of instemming wordt geweigerd, omdat de gemeente schade, die mogelijk door hun werkzaamheden zou kunnen optreden, wil voorkomen. Daarnaast leidt de gemeente zelf aanzienlijke schade aan de eigen infrastructuur, omdat deze buiten de schaderegeling van de provincie valt en dit vraagt op termijn forse investeringen en mogelijk voor onze rekening. Zo neemt de schade aan de Noorderweg momenteel snel toe en  nemen we maatregelen als dat vanuit de verkeersveiligheid noodzakelijk is. Zo zijn we bezig om de meest ernstige verzakkingen in de Noorderweg aan te pakken.  

Overigens zien we in het gebied Hammerflier (met een sterk wisselende bodemopbouw) vergelijkbare schades ontstaan aan onze wegen. Ook die wegen vergen t.z.t. een bijzonder aanpak, leidend tot hogere (onderhouds)kosten.  

Bij grenzen op gebied van nutsvoorzieningen gaat het om elektriciteit en drinkwater. Voor het gehele grondgebied van gemeente Twenterand geldt de situatie van netcongestie, zowel voor afname als voor invoeding van elektriciteit. Dat betekent dat grootzakelijke klanten in het verzorgingsgebied van elektriciteitsstation Vroomshoop geen nieuwe of zwaardere aansluiting met transportcapaciteit kunnen krijgen. Het risico voor de gemeente ligt er in dat de gronduitgifte van bedrijventerreinen vertraging kan ondervinden. 

Voor drinkwater geldt iets vergelijkbaars: Vitens heeft gemeld, dat er niet altijd meer voldoende drinkwater beschikbaar is voor het aansluiten van nieuwe grootverbruikers (industrie/bedrijven/grote uitbreidingswijken met woningen) in Twente. Er wordt gewerkt aan enerzijds uitbreiding van de wincapaciteit en anderzijds aan besparing op het gebruik van drinkwater. In de afgelopen periode zijn al meerdere aanvragen geweigerd. Het risico voor de gemeente ligt ook hier in de uitgifte van bedrijventerreinen en bouwgrond ten behoeve van woningen.  
 
We  voeren een actiever grondbeleid. Dit houdt in dat de gemeente actief gronden gaat verwerven. Dit focust zich momenteel op de zoekgebieden in Vriezenveen Noord en Vriezenveen Zuid waar recent al gronden zijn verworven om in de toekomst woningbouw te realiseren.  Er bestaat een planologisch risico voor het verkrijgen van de juiste bestemming. De huidige bestemming is agrarisch en moet worden omgezet naar wonen. Deze bestemmingswijziging zorgt ervoor dat de grond ook de waarderingsgrondslag krijgt die behoort bij de bestemming wonen. Momenteel worden er gesprekken gevoerd met de provincie om het programma wonen te mogen ontwikkelen. Daarnaast bestaat er ook het algemene marktrisico dat de vraag naar woningen afneemt. Dit maakt het lastiger om de gronden in de toekomst weer te verkopen. Het marktrisico is gezien de huidige woningnood nog laag, maar moet niet over het hoofd gezien worden. Om op deze mogelijke risico's in te spelen, kan het beste snel gehandeld worden zolang de markt goed is. Dit zorgt voor meer zekerheid dat de investering terug wordt verdiend. 

Zowel nieuwe als wijzigingen in bestaande regelgeving zorgen ervoor dat er telkens nieuwe eisen worden gesteld aan onze dienstverlening en onze werkwijzen. We noemen de Woo (Wet open overheid), de nieuwe Archiefwet en het onderwerp veelschrijvers. Er is het risico dat we niet aan alle eisen voldoen door capaciteitsbeperkingen. 

Het nieuw gebouwde Zwembad De Stamper is in 2023 in gebruik genomen. De projectorganisatie is belast met het afwerken en oplossen van de laatste opleverpunten, het afronden van de terreininrichting en het voorbereiden van de ontmanteling van de oude Stamper en het autonoom maken van de sporthal. Vooralsnog is de verwachting is dat het project binnen de daarvoor beschikbare middelen kan worden afgerond. Kanttekening die hierbij moet worden geplaatst is dat de sloop van de oude Stamper en het autonoom maken van de oude Stamper nog moeten worden ingekocht. Hiervoor zijn bedragen gereserveerd, maar die geven nog geen financiële zekerheid vanwege de nog te doorlopen inkooptraject. Ook bestaat er nog een risico dat de SPUK-regeling (BTW) niet geheel wordt toegekend. 

De verbouw en herinrichting van het gemeentehuis is een project gericht op drie doelen: verduurzaming van de achtergevel, vervanging en verduurzaming van installaties en creëren van toekomstbestendige inrichting van het pand. Onder dit laatste valt ook de omvorming van het gemeentehuis tot ‘huis van ontmoeting’ waarbij andere organisaties toetreden en delen van het pand huren en waarbij de huuropbrengsten inkomsten vormen voor de exploitatie van het gemeentehuis. Bij een dergelijk groot en complex project spelen doorgaans risico’s, op het gebied van financiën, tijd en kwaliteit en deze zijn hier ook aanwezig. Het inkoop- en aanbestedingsproces wordt in 2024 afgerond en dan ontstaat meer zicht op de financiële gevolgen. Ook vraagt de governance aandacht i.v.m. mogelijke gevolgen voor inkoop en aanbesteding en overige rechtmatigheid. 

Tabel risico's

Terug naar navigatie - Tabel risico's
Tabel Risico's
impact kans vereist weerstandsvermogen
i/s doel imago
Risico's in euro's
1 Het onvoldoende realiseren van transformatie en bijsturingsmaatregelen 1.000.000 s 7 7 50% 1.000.000
2 Huishoudelijke ondersteuning 250.000 s 6 6 50% 250.000
3 Open einde' regelingen 1.750.000 s 7 7 50% 1.750.000
4 Twentse visie op vervoer 200.000 s 7 7 25% 100.000
5 Optreden majeure procesfout of incident 500.000 i 7 9 20% 100.000
6 Samenwerkingsaspecten 500.000 i 5 8 25% 125.000
7 Kwetsbaarheid informatiesystemen 250.000 i 9 8 25% 62.500
8 Gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed 500.000 i 5 8 35% 175.000
9 Uitvoeringsprogramma VTH 1.000.000 i 3 8 15% 150.000
10 Bodem 400.000 i 3 3 20% 80.000
11 Ruimtelijke ontwikkelingen 500.000 i 3 6 20% 100.000
12 Niet voldoen aan BIO / AVG 250.000 i 4 8 5% 12.500
13 Hack 2.000.000 i 6 10 5% 100.000
14 BBV, gemeentefonds, verdeelmodellen en overige financiële regelgeving 1.500.000 s 2 2 50% 1.500.000
15 Opduiken van onbekende afspraken met gevolgen 500.000 i 2 8 20% 100.000
16 Personeel gerelateerde risico's 1.000.000 i 8 7 75% 750.000
17 Humanitaire ontwikkelingen 500.000 i 8 8 50% 250.000
Totaal 6.605.000
Weerstandsvermogen is 'impact in euro's' maal 'kans' waarbij structurele risico's dubbel tellen

Toelichting risico's

Terug naar navigatie - Toelichting risico's

1. Het onvoldoende realiseren van transformatie en bijsturingsmaatregelen. 
De decentralisaties betekenen voor het sociaal domein nog steeds een grote uitdaging. Van de gemeente wordt verwacht dat er zorg en ondersteuning wordt georganiseerd en daarvoor zijn te weinig middelen beschikbaar. Daar is een hervormingsagenda voor Jeugd aan gehangen, met een financieel akkoord tussen gemeenten en Rijk waarin zowel bezuinigingen als investeringen staan. Uit de hervormingsagenda volgt dat een verschuiving nodig is van geïndiceerde zorg naar vrij toegankelijke voorzieningen. Het is echter nog niet gezegd dat dit altijd goedkoper is. Ook van alle betrokken zorgaanbieders wordt een transformatie verwacht, bijvoorbeeld meer ambulantisering van hulp en ombouw naar kleinschalige woonvoorzieningen. Deze ombouw naar kleinschaligheid leidt tot hogere kosten. Daarnaast is onzeker of het alle zorgaanbieders voldoende lukt om te transformeren en om tot benodigde samenwerking te komen. We pakken de transformatie zowel lokaal met onze voorveldpartners als regionaal in de Samenwerkingsagenda Jeugdhulp Twente op. Daarbij merken wij op dat de samenleving niet maakbaar is en externe effecten ook van invloed kunnen zijn. 
 
2. Huishoudelijke ondersteuning. 
Per 1 januari 2024 zijn er nieuwe raamovereenkomsten afgesloten voor Huishoudelijke Ondersteuning (HO), een maatwerkvoorziening met een openeinderegeling. Een risico hier is dat er beperkte sturingsmogelijkheden zijn op de instroom, die vooral bepaald wordt door de vergrijzing. Daarnaast zien we dat de aanzuigende werking van het abonnementstarief en stijgende personeelskosten onvoldoende worden gecompenseerd.   
Het abonnementstarief wordt per 2026 omgezet naar een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. De verwachting is echter dat het effect van deze maatregel beperkt zal zijn, gezien het maximum van de eigen bijdrage wordt gesteld op € 275 per maand. De financiële prikkel voor inwoners om zelf ondersteuning te organiseren is laag.  
Met de nieuwe raamovereenkomsten hebben we ons gecommitteerd aan het toepassen van een gewijzigd normenkader voor het vaststellen van het aantal minuten HO per week. De financiële effecten van het toepassen van dit normenkader worden nauwlettend gemonitord.   
 
3. ‘Open einde’ regelingen. 
Binnen het sociaal domein zijn er verschillende zogenaamde ‘open einde’ regelingen. Dit betekent dat in situaties waarin een aanvraag voor een voorziening niet afgewezen kan worden, de gemeente moet leveren. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de gemeente, ook wanneer als gevolg hiervan het beschikbare budget wordt overschreden. Onder- en overschrijdingen worden in eerste instantie vanuit een reserve opgevangen. 
Dit risico speelt sterk in het sociaal domein. De beheersing richt zich o.a. op het voorliggend maatschappelijke veld, waar we sturen om inwoners te motiveren meer in de eigen kracht en binnen het voorliggend veld hulp te zoeken. Tenslotte is er in algemene zin binnen het Sociaal Domein sprake van forse stijgingen van de indexatie als gevolg van kostenstijgingen en het moeten hanteren van reële tarieven. Denk hierbij naast de generieke stijgingen bijvoorbeeld aan een toename in de kosten van leerlingenvervoer en hulpmiddelen. 

4. Twentse visie op vervoer 
In samenwerking met andere Twentse gemeenten is er sinds 2017 gewerkt aan een integrale oplossing voor de toenmalige situatie van verschillende vervoersstromen. Per 1 augustus jl. is overgegaan op het nieuwe contract met een nieuwe vervoerder. Deze overgang vergt aandacht. De kaders/randvoorwaarden van de aanbesteding hebben door een gewijzigde tariefstructuur voor het leerlingenvervoer (omslag van vaste ritprijs naar kilometertarief) in de loop van 2024 financiële impact op de kosten van het (leerlingen)vervoer. Tegelijkertijd blijft er binnen het vervoer sprake van verschillende potentiële risico’s, zoals hoge NEA-indexeringen (o.a. t.g.v. personeelskosten) en open-einden in de regelingen. De beheersmaatregelen zijn beperkt, maar bevatten onder andere Persoonlijke vervoersplannen en actief contractmanagement. 

5. Optreden van een majeure procesfout of incident. 
Dit risico betreft het optreden van een procesfout of incident leidend tot een grote verstoring van het proces of in de dienstverlening. Uiteraard kunnen procesfouten en incidenten altijd plaatsvinden, maar bij dit risico gaat het om een grote verstoring. Aanleiding hiervoor kan zijn: een gebrek aan casusregie waardoor de juiste zorg niet of niet tijdig is verleend; het onvoldoende op orde zijn van het administratieve proces met de programmatuur en het juiste gebruik daarvan; het verlenen van andere zorg dan bedoeld of het verlenen van te dure of te langdurige zorg door rolonduidelijkheid, wachtlijsten of gebrek aan kennis bij de medewerkers. 
Ten gevolge van het optreden van incidenten kan de koersvastheid onder druk komen te staan. Het bestaan van onvoldoende plaatsingsmogelijkheden voor participatie, hulp en ondersteuning dan wel onvoldoende doorstroming (bijv. vanuit crisisopvang) kan leiden tot extra kosten. Er kan een toename optreden van het aantal ingebrekestellingen en/of bezwaarschriften met gevolgen voor imago en kosten. Van belang is dat indien wachttijden oplopen het risico toeneemt, daarom vindt monitoring van wachttijden plaats. Wachttijden in de toegang en in de rest van de keten vragen bijzondere aandacht. Landelijk heeft dit ook aandacht en regionaal wordt dit ook verder opgepakt. 

6. Samenwerkingsaspecten. 
In het sociaal domein wordt met veel partijen samengewerkt. Daar spelen ook risico’s. Dat kan gaan over een verschil van inzicht over de kwaliteit van dienstverlening, wat tot aansprakelijkheidskwesties kan leiden. Er zijn verschillende coalities in Twente wat invloed heeft op slagkracht, duidelijkheid en efficiency, ook richting externe partijen. Voor transformatie van de jeugdzorg is samenwerking tussen de 14 gemeenten nodig, maar ook met de partijen in het gedwongen kader, zorgaanbieders en onderwijs. Deze samenwerking staat onder druk door beperkte capaciteit, beperkende wetgeving en verschillende culturen. Inzake arbeidsmarktkrapte binnen SamenTwente (m.n. OZJT) is er meer risico doordat gekozen is voor ambtelijke dienstverbanden boven externe inhuur. Het risico wordt (pas) geëffectueerd op termijn wanneer personeel gezien werkzaamheden en financiering daar over is. Verder kunnen er bij partijen door fors opgelopen kosten en tekorten op de arbeidsmarkt problemen ontstaan. Bijv. liquiditeitsproblemen en “niet leveren”.  Ook kan het leiden tot faillissement waardoor frictiekosten kunnen ontstaan en er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om dienstverlening gecontinueerd te krijgen, bijvoorbeeld Early warning. Early warning betreft vroegsignalering bij problemen bij zorgaanbieders. Om problemen voor te zijn wordt er toenemend strakker aan de voorkant gescreend (barrièremodel). Het werken conform de privacywetgeving kan gevolgen hebben voor de beoogde integrale werkwijze en kan integraal maatwerk beperken. 
De inkoop 2025 voor jeugd en Wmo zit in een afrondende fase. Nadat bekend is welke zorgaanbieders een raamovereenkomst aangeboden krijgen analyseren we of er een dekkend zorglandschap is. Er bestaat een risico dat deze er niet zal zijn. Hiervoor zijn diverse redenen mogelijk. De personeelstekorten kunnen ook een mogelijk risico zijn voor het tijdig kunnen bieden van zorg en kunnen een negatieve invloed hebben op de dienstverlening. Tenslotte bestaat er in algemene zin een potentieel risico op zorgfraude. In samenwerking met partners zoals het OZJT, RIEC (Regionale Informatie- en Expertise Centra) en de SRT (Sociale Recherche Twente) worden risico’s op het gebied van zorgfraude teruggebracht. Daarnaast is in de nieuwe inkoop jeugd en Wmo de Bibob-toetst toegepast. Ook wordt door de contractmanagers van gemeente Twenterand aandacht gevraagd tijdens (account)gesprekken met zorgaanbieders voor de managementrapportages, waarbij stil wordt gestaan bij de financiële verantwoording en de accountantsverklaring. Hierbij worden vragen gesteld over doel- en rechtmatigheid van de ingezette ondersteuning en wordt bij (potentiële) onregelmatigheden (denk bijv. aan een hoge verzilveringsgraad) hier nader op doorgevraagd. 
 
 
7. Kwetsbaarheid informatiesystemen 
Informatiesystemen binnen het sociaal domein hebben in de afgelopen jaren, gelet op diverse ontwikkelingen zoals vluchtelingen en ontheemden Oekräine een steeds belangrijkere positie ingenomen. Daarmee neemt de afhankelijkheid van de informatiesystemen in het sociaal domein ook toe. Op het gebied van continuïteit zijn er risico’s van uitval met stagnerende dienstverlening, niet tijdige betalingen met extra inzet/ bypasses als gevolg. De komende periode zullen er ook weer diverse ontwikkelingen gaan spelen m.b.t. IT in het sociaal domein. Denk aan de uitrol van iParticipatie voor de dienstverlening aanvragen levensonderhoud, Surepay en de implementatie van een nieuw zorg-veiligheidssysteem (i.v.m. uitkomst regionale aanbesteding). 
 
8. Gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed. 
Verschillende soorten risico’s kunnen zich voordoen. Die zijn gerelateerd aan: 
• De bouwkundige staat; 
• De exploitatie van gebouwen; 
• De leegstand van gebouwen.
Gemeentelijk vastgoed is vastgoed waarvan de gemeente  eigenaar is. Ook is er maatschappelijk vastgoed, in eigendom en/of in gebruik bij maatschappelijke organisaties, zoals verenigingen en stichtingen. Wanneer er zich (financiële) problemen voordoen, zal de gemeente al snel worden aangesproken. 
We benoemen het risico dat niet wordt voldaan aan de Wet Markt en Overheid, bijv. wanneer geen kostendekkende huur in rekening wordt gebracht. Een ander risico is dat er onvoldoende scherp zicht is op gemeentelijke eigendommen, waardoor zich verrassingen kunnen voordoen in de zin van niet voorziene onderhoudsinspanningen.   
Als Twenterand zien we grote maatschappelijke opgaven op ons afkomen, zoals de energietransitie en de klimaatadaptatie met bijv. de uitdaging om het (gemeentelijk) vastgoed te verduurzamen. Verder is het nodig in beeld te krijgen welk vastgoed de gemeente wil (blijven) inzetten voor de realisatie van doelen en het werken aan maatschappelijke opgaven. Daarnaast kan de financiële situatie aanleiding zijn om het in bezit hebben van een deel van het vastgoed te heroverwegen. 

Vastgoed in gemeentelijk eigendom draagt bij aan de maatschappelijke doelen van de gemeente Twenterand. Leegstaand vastgoed zonder bijdrage aan de maatschappelijke doelen wordt afgestoten, in beginsel door verkoop. In 2019 is het beleidskader voor gemeentelijk vastgoed Twenterand vastgesteld, naar verwachting komt er in 2024 een nieuwe visie vastgoed. De bouwkundige staat en de staat van onderhoud wordt 3-jaarlijks door een deskundig bureau geïnspecteerd en verwerkt in een meerjarenonderhoudsplanning (MJOP). Hiermee wordt dit risico afgedekt. 
  
9. Uitvoeringsprogramma VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving). 
Het niet (kunnen) voldoen aan wettelijke kwaliteitscriteria (kennis, controles en frequenties) in relatie tot het uitvoeringsprogramma voor alle VTH-producten (bouw, milieu, afwijkend gebruik etc.) bevat risico’s t.a.v. veiligheid, gezondheid en de leefbaarheid van de fysieke leefomgeving, omdat normconform gedrag niet of verminderd wordt getoetst. Noodzakelijk herstel en sanctioneren blijven dan uit. Dit kan resulteren in ongewenste maatschappelijke, juridische en economische effecten. Denk aan toename van illegale bouwwerken, illegaal gebruik van gronden en objecten, toenemende ergernissen bij inwoners, toename van Woo verzoeken en mogelijke  ingebrekestellingen bij het niet tijdig nemen van juridische besluiten, waardoor we dwangsommen verschuldigd zijn. 
Om de risico’s in 2024 zo beheersbaar mogelijk te maken, moet er balans zijn tussen beschikbare capaciteit en de werkvoorraad. Onvoldoende ingevulde capaciteit betekent capaciteit inhuren of uitbesteden van dossiers. Echter, de knelpunten van te weinig en onvoldoende gekwalificeerd personeel zijn dusdanig groot, dat de taken in de meeste gevallen weliswaar adequaat kunnen worden uitgevoerd, maar dat wellicht niet alle risico’s beheersbaar blijken te zijn. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat het een aantal doelstellingen uit het programma Ruimte en het VTH-beleid vertraagt en dat de dienstverlening en de kwaliteit van producten onvoldoende gewaarborgd kan worden. Om die reden is een kritisch blik naar de lokale en regionale ambities en het stellen van prioriteiten of het opschalen van de capaciteit nodig. 
 
10. Bodem. 
Onder de Omgevingswet zijn de bodemtaken van de Provincie overgegaan naar de gemeente. Alle uitvoerende, aan milieubelastende activiteiten gebonden, milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en de adviestaak voor bodem worden uitgevoerd door de ODT. Vanaf maart 2024 wordt gewerkt met het digitale bodemsysteem Nazca. Dit systeem vervangt Squit XO. In dit systeem worden bodemonderzoeken, verontreinigingen en gesaneerde locaties opgenomen.  
Met betrekking tot de aanwezigheid van asbest in de bodem is projectbureau Bodem Asbest Sanering (BAS) opgericht. BAS voert volgens het Vrijwillig Programma Asbestbodemsanering projectmatig onderzoek en saneringen uit. Het vastgestelde programma loopt van 2024-2030. Voor de gemeente zijn hieraan geen kosten verbonden, alleen herinrichtingskosten van een perceel zijn voor rekening van de eigenaar van het perceel.  
Specifiek voor het onderwerp PFAS is via de Provincie historisch onderzoek uitgevoerd naar mogelijke verontreinigingen binnen de gemeente. Eventuele bronnen worden op basis van risico nader onderzocht. Voor Twenterand zijn er momenteel geen gevolgen en is uit onderzoek naar voren gekomen dat er geen groot risico bestaat.   
Visie op bodem en grond is verantwoordelijkheid van gemeente en ontbreekt, evenals aanpak voor bijv. bodemdalingen..  

11. Ruimtelijke ontwikkelingen – Invoering Omgevingswet (Ow) en Wet Kwaliteitsborging Bouw. 
De (nieuwe) Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden en brengt risico’s met zich mee, zoals digitaliseringsproblemen (functioneel of financieel) en tekortschietend omgevingsinstrumentarium (omgevingsplan / omgevingsvisie). De wettelijke grondslag wijzigt dusdanig dat we onze bedrijfsprocessen ingrijpend hebben moeten aanpassen. Landelijk heeft dat inmiddels voor problemen gezorgd (na meerdere keren uitstel van invoering van de wet), waardoor we niet tot weinig mogelijkheden hebben gehad om te oefenen en te checken of alles gereed is. Bovendien hebben de processen de komende periode voortdurend  fijn afstemming nodig als ook de rollen van de medewerkers. Daarnaast moeten de komende periode nieuwe kengetallen per product ontstaan om correct op productniveau te kunnen monitoren en de capaciteit op efficiënte wijze te verdelen. De uitdagingen zijn groot omdat capaciteit en werkvoorraad niet in balans zijn en er te weinig tijd rest om de kennis op peil te houden. Dat knaagt aan de wettelijke kwaliteitseisen en dus aan de dienstverlening. Op 1 januari 2024 is ook de Wet Kwaliteitsborging Bouw (WKB) in werking getreden. Met de WKB zijn taken van gemeenten overgedragen aan externe marktpartijen. Welke risico’s deze overdracht met zich meebrengt in het geval van calamiteiten en bij verantwoordelijkheidsvraagstukken is nog onduidelijk, maar zijn wel aanwezig. Deze risico’s zijn op dit moment niet goed in te schatten met dien verstande dat het toezicht op de bouwactiviteiten naar verwachting zal verminderen en op de ruimtelijke activiteit zal toenemen. 
De Omgevingswet en de WKB vragen ook een aanpassing van de leges. In monitoren we de opbrengsten in hoeverre deze overeenkomen met de begrote opbrengsten en welke aanpassingen dit vraagt naar de toekomst.  
Tenslotte is het goed aan te geven dat de woningbouwambities van Twenterand substantieel zijn en een lange periode vergen. Dat maakt dat het voortvarend oppakken ervan ook risico's met zich meebrengt.    

12. Niet voldoen aan BIO/ AVG en Wpg 
Dit risico bestaat eruit dat niet wordt voldaan aan vereisten uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheden (BIO), de Europese privacyregels o.g.v. de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) niet worden nageleefd en de verplichtingen die voorvloeien uit de Wet politiegegevens (Wpg) niet worden opgevolgd. We voldoen aan de minimum vereisten vanuit de BIO en AVG. Voor de Wpg geldt dit nog niet. Er is een verbeterplan, waarin per kwartaal de opvolging van de aanbevelingen wordt gemonitord met als doel om alsnog te voldoen aan de normen uit de Wpg. De beheersing van dit risico bestaat uit periodiek evalueren en acteren op de uitkomsten hiervan. Vanwege de cruciale rol die bewustzijn hier speelt wordt hieraan voortdurend aandacht besteed. I.p.v. een cyberverzekering heeft Twenterand gekozen voor een Incident Respons Retainer contract die veel servicecomponenten bevat bij NFIR. Dit is een partij die ook proactief meekijkt hoe we onze omgeving in moeten richten om risico's proactief te voorkomen. Het doel van het IR Retainer contract is om de organisatie zo snel en efficiënt mogelijk bij te staan in het geval van een cyberincident. Het contract biedt geen financiële schadevergoeding. In het algemeen is preventie de beste verzekering dat er niets misgaat. 

13. Hack 
Dit is het risico dat onbevoegden zoals bijv. criminelen toegang krijgen tot (delen van) onze systemen waardoor systemen niet meer werken, bijvoorbeeld door data te versleutelen. Ondanks alle beveiligingsmaatregelen (zie ook risico 13) kan dit niet worden uitgesloten.  
 
14. BBV, gemeentefonds, verdeelmodellen en overige financiële regelgeving. 
Het grootste risico hier blijft de onzekerheid als gevolg van de onvoorspelbaarheid van het rijksbeleid. Dat manifesteert zich in onzekerheid over de continuïteit van onze doelrealisatie en dienstverlening en het vormt een risico voor een solide financieel beleid.
In algemene zin blijft de financiële doorwerking van modellen voor Twenterand vaak niet op maat en ervaren wij ons als nadeelgemeente. Inzake beheersing hierover het volgende: aan de voorkant (inzet VNG-commissie, lobby, internetconsultaties) en wanneer zich dit gaat voordoen: integraal advies n.a.v. calculaties financiën. Voor het sociaal domein zijn er bijvoorbeeld rond de hervormingsagenda en het afschaffen van het abonnementstarief zorgen over de financiële doorwerking. 
Per 2023 is een nieuw verdeelmodel voor de herverdeling van het gemeentefonds ingevoerd. Twenterand was hierin een nadeelgemeente. Fondsbeheerders hebben destijds besloten tot een ingroeipad, hiermee werd ons nadeel afgetopt, omdat de effecten van de herverdeling niet altijd goed uitlegbaar bleken. Momenteel lopen die onderzoeken nog steeds. Het risico bestaat dat na afronding van de onderzoeken de bijdrage uit het gemeentefonds voor Twenterand nog lager uitpakt dan we nu voorzien. 
 
15. Opduiken van onbekende afspraken met gevolgen. 
Er is en wordt veel tijd gestoken in het compleet krijgen van dossiers zodat er een actueel overzicht bestaat van alle gemaakte afspraken en mogelijke verplichtingen (op basis van boetebedingen, etc.). Toch blijkt het op orde krijgen en houden van informatiebeheer dat voldoet aan alle relevante wettelijke eisen (o.a. Archiefwet) een grote uitdaging. Daarom blijft de kans bestaan dat er nog iets opduikt wat gevolgen kan hebben. 

16. Personeel gerelateerde risico’s.  
Twenterand beschikt over een krap personeelsbestand voor de uitvoering van alle taken. In dit verband speelt een aantal risico’s. Er komen regelmatig opgaven/taken bij zonder dat de daarvoor benodigde middelen in voldoende mate beschikbaar worden gesteld. Daarbij vragen verantwoordingstaken en audits steeds meer tijd wat de disbalans groter maakt. Naast hogere uitstroom door vrijwillig ontslag zullen de komende 10 jaar ruim 70 medewerkers uitstromen i.v.m. pensionering. De krappe arbeidsmarkt maakt het lastig(er) om snel voldoende gekwalificeerde nieuwe medewerkers aan te trekken. Enerzijds kan dit leiden tot instroom van medewerkers die nog niet beschikken over de ervaring en vakvolwassenheid die nodig is, waardoor er extra tijd nodig is voor opleiding en de inzet minder productief. Ook leidt een stagnerende adequate invulling van reguliere en tijdelijke functies tot hogere werkdruk en meer verloop en hogere kosten wanneer overgegaan wordt tot inhuur. Op de inhuurmarkt is eveneens sprake van krapte voor een aantal cruciale functies. Dit geheel kan leiden tot spanning tussen beschikbare en benodigde formatie/inzet, achterblijvende realisatie van beleid en doelen, kortom tot gevolgen voor onze dienstverlening.
Het functiehuis kan een risico vormen, met een slechtere concurrentiepositie met verdere uitstroom tot gevolg. Qua beheersing kan gedacht worden aan aanpassingen  in de arbeidsmarktbenadering en van het arbeidsvoorwaardenbeleid.   
Het afscheid nemen van personeel kan aanleiding zijn tot het sluiten van zogenaamde vaststellingsovereenkomsten met financiële verplichtingen. De reorganisatie en de organisatieontwikkeling, waarbij ook inspelen op achterstallig onderhoud (scholing, gesprekscyclus, dossiervorming) aan de orde is, vragen veel inzet op gebied van P&O. Het hiervoor onvoldoende ruimte vrij spelen is eveneens een risico.
 
17. Humanitaire ontwikkelingen. 
De inval in Oekraïne door Rusland heeft grote impact. Naast economische gevolgen zijn er ook humanitaire gevolgen waarbij een groot beroep wordt gedaan op ons gemeentelijk en maatschappelijk vermogen om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, voor een periode van ongewisse duur. Op grond van bestaande regelgeving is het Rijk verantwoordelijk voor de financiering van de kosten die dit voor gemeenten met zich meebrengt. De financieringsregeling, die van toepassing is tot 31 december 2024, is kostendekkend en de aanname is dat dit ook zo blijft wanneer de huidige status van deze groep vluchtelingen wijzigt. Gemeenten moeten vanaf verantwoording afleggen over de werkelijk gemaakte kosten die uitgegeven zijn aan de opvang van ontheemden Oekraïne. Hoe dit vanaf 2025 geregeld gaat worden is nog niet bekend.  
Inmiddels heeft het Rijk de Spreidingswet vastgesteld met als doel een evenwichtig opvang van asielzoekers over Nederland te realiseren. Dat deze wet risico’s met zich kan meebrengen voor onze interne bedrijfsvoering (capaciteit) en voor aanpalende terreinen als wonen, ruimte, zorg, welzijn, ontspanning, etc. is niet geheel ondenkbaar. De uitvoering van deze wet is momenteel landelijk en lokaal onderwerp van discussie. 
Daarnaast is sprake van een verhoging van de taakstelling vanuit het rijk tot huisvesting van het aantal statushouders Dat laatste tekent zich al concreet af en daarbij gaat het om een lichte stijging ten opzichte voorgaande jaren. Daarbij hebben we bovendien te maken met een achterstand in de te realiseren taakstelling. Inmiddels heeft het nieuwe kabinet de plannen bekend gemaakt dat statushouders geen voorrang meer krijgen bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Dit zal effect hebben op de uitvoering van ons beleid. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Het vereiste weerstandsvermogen bedraagt € 6.605.000 en de beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 14.409.647. De dekkingsratio bedraagt hiermee 2,2 en ligt ver boven de norm van 1. Dit geeft een positief beeld, maar moet worden beschouwd in de context van de financiële problematiek die op gemeenten afkomt. Dan denken we bijvoorbeeld aan alle complexe taken die naar gemeenten toekomen en de naderende ravijnjaren. 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

M.i.v. 2016 is een aantal kengetallen voorgeschreven om de inzichtelijkheid en de transparantie van de jaarstukken te vergroten. Deze kengetallen beogen inzicht te geven in hoe solide de financiële positie van de gemeente is. 

De kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en worden onderstaand toegelicht en geduid. Bij de duiding wordt gebruik gemaakt van het GTK 2020 (Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader), opgesteld door de twaalf provincies.  

De kengetallen zijn weergegeven in bijgaande tabel.   

Netto schuldquote en netto schuldquote, gecorrigeerd voor verstrekte leningen
De netto schuldquote bestaat uit de schuldenlast van de gemeente gedeeld door de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Bij de netto schuldquote, gecorrigeerd voor verstrekte leningen gaat het om schulden exclusief doorgeleende gelden (aan bijv. een  woningbouwcorporatie die jaarlijks aflost). De netto schuldquote bedraagt 35,67% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van (de signaleringswaarden van) het GTK 2020.   

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft het eigen vermogen weer als percentage van het totale vermogen en hierbij geldt hoe hoger dit percentage, hoe beter de gemeente in staat is haar verplichtingen op de lange termijn te voldoen. De solvabiliteitsratio bedraagt 41,07% en daarmee valt Twenterand in de categorie neutraal, op basis van het GTK 2020.    

Grondexploitatie
Grondexploitatie geeft de grondpositie (waarde van de grond) weer als percentage van de totale geraamde baten. Voor deze ratio grondexploitatie geldt dat hoe lager deze is, hoe beter. De ratio grondexploitatie bedraagt 9,73% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van het GTK 2020.   

Structurele exploitatieruimte
Structurele exploitatieruimte geeft het verschil tussen baten en lasten als percentage van de totale baten. En schetst welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke stijging van baten of structurele daling van lasten daarvoor nodig is. Het beeld van deze structurele exploitatieruimte is voor 2024 1,56% en daarmee valt Twenterand in de minst risicovolle categorie, op basis van het GTK 2020.   

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft de hoogte van de van de woonlasten van een gezin weer als percentage van de landelijk gemiddelde woonlasten van een gezin. Dit percentage bedraagt 98,35% en daarmee valt Twenterand in de categorie neutraal, op basis van het GTK 2020.   

Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2023 2024 2025 2026 2027 2028
Netto schuldquote 21,24% 45,75% 35,67% 45,12% 43,99% 40,19%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 11,11% 32,31% 24,07% 33,22% 32,27% 29,20%
Solvabiliteitsratio 46,79% 37,54% 41,07% 37,61% 37,78% 38,41%
Structurele exploitatieruimte 2,10% 1,73% 1,56% -2,30% -3,80% -4,06%
Grondexploitatie 0,65% 2,82% 9,73% 14,83% 20,09% 18,98%
Belastingcapaciteit 103,97% 102,22% 98,35% 98,56% 98,80% 99,10%

Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Kapitaalgoederen zijn een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk kapitaal en verdienen daarom zorgvuldig beheer. De kwaliteit en het onderhoud van deze goederen bepalen het serviceniveau voor de inwoners en beïnvloeden de jaarlijkse kosten. Het is daarom essentieel dat openbare voorzieningen en gebouwen goed onderhouden worden en dat er heldere onderhoudsplannen zijn.

Beleid 

De kapitaalgoederen van de gemeente omvatten diverse onderdelen zoals groenvoorzieningen, speelplekken, gebouwen, wegen en riolering. Voor al deze onderdelen wordt de onderhoudsbehoefte vastgesteld op basis van beheerssystemen die door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. Medewerkers brengen waar nodig, op basis van visuele inspecties, aanpassingen aan in deze planningen.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

De gemeente Twenterand heeft de volgende lengte wegen en oppervlakte verharding in onderhoud en beheer:

Wegen / verharding Areaal
Lengte wegen 436 km 
Oppervlakte verharding 237 ha

Door de CROW (landelijk kennisplatform voor de openbare ruimte) is een standaard ontwikkeld om de kwaliteit van de openbare ruimte te bepalen. Middels deze systematiek worden de wegen geïnspecteerd en wordt de onderhoudsbehoefte bepaald op basis van de kwaliteit. In 2023 is een nieuw beheerplan vastgesteld voor Wegen.

De benodigde onderhoudsmaatregelen zijn afhankelijk van de vastgestelde (technische) staat en de feitelijk optredende slijtage van een bepaalde weg door het gebruik of weersinvloeden. Dit onderhoud wordt planmatig uitgevoerd, waarbij het doel is om binnen de beschikbare financiële middelen door tijdig en juist ingrijpen de technische levensduur en het goed functioneren van een weg zoveel mogelijk te verlengen. Daarom wordt gedurende de levensduur regelmatig de toestand van de wegen geïnspecteerd, zodat de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen kunnen worden bepaald. Onder wegen worden alle verhardingen zoals rijbanen, trottoirs, fietspaden en parkeerplaatsen verstaan.

De begroting voor het onderhoud van wegen wordt gemaakt aan de hand van ingevoerde inspectiewaarden in het beheersysteem Obsurv. In dit systeem worden per weggedeelte elke twee jaar inspectiewaarden ingevoerd. Deze waarden komen voort uit een inspectieronde, waarbij de staat van het wegdek op diverse punten beoordeeld wordt. Aan de hand van de ingevoerde inspectiewaarden en diverse instellingen worden de benodigde maatregelen bepaald en de begroting gegenereerd.

Afgevlakte planning:
De begroting voor het onderhoud wordt per jaar berekend. Hierdoor kan het zijn dat er in één jaar een laag bedrag benodigd is, terwijl het volgend jaar een hoog bedrag benodigd is. Omdat dat minder praktisch en werkbaar is, wordt een afgevlakte planning gemaakt. Hierin wordt (waar mogelijk) geschoven met onderhoudsjaren zodat per jaar een min of meer gelijk bedrag benodigd is.

Aan de hand van de meest recente inspectiewaarden in het beheersysteem worden de begrotingscijfers bepaald.

Aan onderhoud asfaltwegen wordt in eerste instantie voorrang gegeven om zoveel mogelijk kapitaalvernietiging te voorkomen. Wanneer namelijk asfaltwegen niet tijdig worden onderhouden zet het schadebeeld zich door in de fundering. waardoor de kosten van herstel fors toenemen. 

In de post onderhoud wegen worden ook de aanleg en het onderhoud van grasbetonstenen en bermbeton meegenomen. Indien er budget beschikbaar komt voor het verbeteren van landbouwroutes zullen deze worden uitgevoerd in bermbeton.

Financieel overzicht: Wegen
Omschrijving R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Onderhoud 1.125.873 1.153.162 1.198.042 1.225.003 1.249.502 1.278.240
Afschrijvingen 255.912 498.613 335.866 503.683 517.348 530.862
Totaal 1.381.784 1.651.775 1.533.908 1.728.686 1.766.850 1.809.102

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Het areaal van de openbare verlichting is geïnventariseerd en op basis van deze inventarisatie vindt de jaarlijkse vervanging plaats van armaturen en masten.

Openbare Verlichting Areaal
Lichtmasten/armaturen 7.320 stuks

De inventarisatie wordt periodiek bijgewerkt en actueel gehouden. In de investeringslijst is jaarlijks een bedrag opgenomen voor vervanging van lichtmasten en armaturen. Daarbij  wordt niet uitgegaan van de theoretische afschrijving van respectievelijk 40 en 20 jaren, maar van de daadwerkelijke onderhoudstoestand. In het beleidsplan 'Zo verlichten wij in Overijssel - Twenterand 2024-2034' , dat eind 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld, is ook beoordeeld of de beschikbare financiële middelen in de pas lopen met de kosten voor onderhoud en vervanging.

Financieel overzicht: Openbare verlichting
Omschrijving R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Onderhoud 104.212 101.146 109.824 112.021 114.261 116.889
Afschrijvingen 63.600 79.436 93.715 100.917 108.053 115.122
Totaal 167.813 180.582 203.539 212.938 222.314 232.011

Gebouwen en civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Gebouwen en civieltechnische kunstwerken

Er vindt driejaarlijks een herinspectie plaats van alle gemeentelijke gebouwen en zesjaarlijks van alle civieltechnische kunstwerken gelegen binnen de gemeente Twenterand (gebruik gemaakt wordt van van de systemen voor rationeel gebouwenbeheer en rationeel kunstwerkenbeheer van Antea). Het grootschalig onderhoud voor instandhouding van bestaande gebouwen en civieltechnische kunstwerken is voor de komende 10 jaren geregeld. In het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) wordt voor 10 jaar de toekomstige onderhoudsbehoefte aangegeven. Wanneer een gebouw of gebouwonderdeel of een civieltechnisch kunstwerk onderhoud vergt, worden de gewenste activiteit en de onderhoudscyclus vermeld, inclusief de daarbij behorende kosten. De gemeente heeft de volgende aantallen accommodaties/gebouwen en civieltechnische kunstwerken in beheer:

Accommodaties/gebouwen Areaal
aantal accommodaties/gebouwen 52
Civieltechnische kunstwerken Areaal
aantal kunstwerken 57

 

Financieel overzicht: Gebouwen
Omschrijving R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Onderhoud 410.416 315.765 541.410 407.904 414.402 421.824
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud 305.019 1.332.345 809.630 743.061 540.510 466.929
Kapitaallasten 1.028.381 1.847.126 1.479.329 1.484.584 1.774.593 1.675.380
Totaal 1.743.816 3.495.236 2.830.369 2.635.549 2.729.505 2.564.133
Financieel overzicht: Bruggen en kunstwerken
Omschrijving R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Onderhoud 3.496 18.254 18.711 19.085 19.466 19.914
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud 134.786 86.132 64.881 63.627 46.234 64.457
Afschrijvingen 14.779 14.663 14.547 14.431 14.316 14.200
Totaal 153.061 119.049 98.139 97.143 80.016 98.571

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Door de CROW (kennisplatform voor de openbare ruimte) is een landelijke standaard ontwikkeld om de kwaliteit van de openbare ruimte te bepalen. Op basis van die standaard is in 2023 een beheerplan opgesteld voor Groen . Voor openbaar groen is een aantal kwaliteitsniveaus doorgerekend. Middels het pakket rationeel groenbeheer van Sweco zijn deze onderhoudsniveaus vertaald in de werkpakketten (technisch en financieel). De onderhoudsbudgetten staan onder druk vanwege enkele ontwikkelingen, die kosten verhogend werken (wijziging regelgeving, verbod op gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op verhardingen, areaaluitbreiding en prijsindexatie).  Geprobeerd wordt de vastgelegde onderhoudsniveaus zoveel mogelijk te handhaven. Daarbij kan het voorkomen, dat die onderhoudsniveaus niet in de volle breedte worden gehaald b.v. in een warm en nat jaar. Mutaties in het areaal worden op structurele wijze bijgehouden en verwerkt.

Dat areaal bestaat uit: 

Openbaar groen Areaal
Bomen 25.271 stuks
Hagen 16,5 km
Oppervlakte openbaar groen 156 ha

 

Financieel overzicht: Openbaar groen
Omschrijving R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Onderhoud 1.775.793 1.772.262 1.838.680 1.874.122 1.914.739 1.972.606
Afschrijvingen 2.074 19.251 2.035 16.191 28.190 42.777
Totaal 1.777.867 1.791.513 1.840.715 1.890.313 1.942.929 2.015.383

Grondwater

Terug naar navigatie - Grondwater

Het hoge grondwaterbeheer is opgenomen in Gemeentelijk Water- en Rioleringsplan, dat eind 2023 door de gemeenteraad is vastgesteld. Voor zover bekend zijn binnen de gemeentegrenzen geen gebieden met grote problemen. Mochten zich toch problemen voor doen, dan zijn gelden beschikbaar binnen het product Riolering om de oorzaak van de problemen te onderzoeken en zo nodig maatregelen te treffen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

De volgende rioolvoorzieningen zijn aanwezig in de gemeente:

Riolering  Areaal
Vrij verval riolering  231 km
(mini)gemalen  760 stuks

In december 2023 is een nieuw Gemeentelijk Water- en Rioleringsplan 2024-2028 vastgesteld en is bepaald welke maatregelen er aan het rioolstelsel getroffen dienen te worden voor met name de komende planperiode van 5 jaar. In de eerste 5 jaar is daar gedetailleerd naar gekeken en zijn ook de benodigde budgetten bepaald. Voor de periode daarna is dat ook gedaan, maar dan meer op hoofdlijnen. Op het gebied van de riolering gaat het om het onderhoud en beheer van bestaande riolering en gedeelten van de riolering, die vervangen moeten worden. In het GWR 2024-2028 is verder ingespeeld op klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie houdt in dat we de meest nadelige effecten van klimaatverandering willen verminderen. Er zijn maatregelen ingepland voor de locaties, waar uit modelberekeningen is gebleken, dat daar bij extremere hoeveelheden neerslag problemen kunnen optreden. De gemeente Twenterand gaat in deze GWR-periode verder met risico gestuurd rioolbeheer. Door verbetering van methodieken kunnen wij nauwkeuriger bepalen hoe lang een riool meegaat en wat de gevolgen van bepaalde schades zijn. Door risico gestuurd rioolbeheer blijven de kosten maatschappelijk aanvaardbaar. Zowel m.b.t. het opstellen van het nieuwe GWR als de doelmatigheid van te treffen maatregelen heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap Vechtstromen. Middels het kostendekkingsplan is de hoogte van de rioolheffing bepaald op basis van 100% kostendekkendheid. Planmatig wordt het rioolstelsel gereinigd en geïnspecteerd, waardoor de kwaliteit wordt bewaakt. Ter plekke van enkele overstorten en gemalen worden permanent metingen verricht om de werking van het stelsel te monitoren. Er wordt gewerkt met het programma rationeel rioolbeheer van Sweco.

Financieel overzicht: Riolering
Omschrijving R2023 B2024 B2025 B2026 B2027 B2028
Onderhoud 192.626 323.000 331.075 337.697 344.451 315.444
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud 2.235 1.100 1.150 5.278 320 320
Afschrijvingen 558.854 746.556 635.365 928.862 1.043.598 1.105.559
Totaal 753.715 1.070.656 967.590 1.271.837 1.388.369 1.421.323

Kaderplan speelruimte

Terug naar navigatie - Kaderplan speelruimte

Voor het kaderplan speelruimte (door de Raad vastgesteld in 2018) is jaarlijks gemiddeld € 76.000,- nodig. Dit is meegenomen in de begroting 2020 en verder. Alle centrale plekken en steunplekken blijven hiermee ingericht. 

Speeltoestellen  Areaal
Aantal speeltoestellen 569 stuks

 

Tractie en gereedschappen

Terug naar navigatie - Tractie en gereedschappen

Tractie en gereedschappen hebben blijvend aandacht nodig in relatie tot bezetting en daarmee effectief gebruik. Door gewijzigde inzichten of anders uitvoeren van werkzaamheden is het zinvol het gebruik van deze middelen constant tegen het licht te houden. De kapitaallasten van de tractie zijn in de begroting opgenomen voor een vast bedrag. Het verschil tussen werkelijk en begroot wordt gestort c.q. onttrokken uit de reserve tractie. Jaarlijks wordt beoordeeld of de vervangingen, die zijn opgenomen in het tractieplan, noodzakelijk zijn.

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarrekening neemt het college, naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, in ieder geval op:
A. de kasgeldlimiet;
B. de renterisiconorm;
C. een overzicht van verstrekte geldleningen.

Paragraaf financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering

Algemene ontwikkelingen 
De gemeente dient een paragraaf Financiering in zowel de begroting als in het jaarverslag op te nemen waarin aangegeven wordt wat de beleidsvoornemens zijn ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte. 
Om volledig te voldoen aan de wetgeving op het gebied van treasury heeft de gemeente Twenterand een treasurystatuut. In dit treasurystatuut zijn de uitgangspunten, de doelstellingen, de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief het toezicht op de uitvoering van de treasury) voor de treasuryfunctie vastgelegd. De wet FIDO definieert treasury als volgt: “het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”. 

Treasurybeleid 
De beleidsdoelstelling van het treasurybeleid van de gemeente Twenterand kan als volgt worden omschreven: De gemeente voert, gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren, een risicomijdend treasurybeleid. Binnen dit risicomijdende beleid stelt de gemeente zich ten doel zo laag mogelijke kosten over leningen en/of een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen te realiseren, voor zover nog mogelijk binnen de opgelegde regeling voor schatkistbankieren. Dit binnen de daarvoor geldende randvoorwaarden en ter beperking van risico’s. 

Renterisico’s 
Een hoofddoel van treasury is het beperken van de gevolgen van een stijgende rente. Aan de andere kant dient er optimaal geprofiteerd te worden van lage rentestanden.
Met het bijhouden van de ontwikkelingen op de geld en kapitaalmarkt en de grote diversiteit in leningsproducten wordt continue geprobeerd om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen tegen een verantwoord risico, eventueel ondersteund door een liquiditeitsprognose. 

Kasgeldlimiet 
De kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is gericht op het voorkomen van ongewenste renterisico's die ontstaan door het aangaan van overmatige korte-termijnfinancieringen en stelt een grens aan de omvang van de korte schuld waarover de gemeente renterisico mag lopen. 
Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt voor het gehele begrotingsjaar aangehouden de omvang van de jaarbegroting per 1 januari van het betreffende jaar. Op grond hiervan is de door het rijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet voor 2025 vastgesteld op 8,5% van € 121.845.436  = € 10.356.862. Dit betekent dat de gemeente Twenterand door het jaar heen tot het hierboven berekende bedrag met kort geld mag financieren (ook investeringen). Wanneer de kasgeldlimiet structureel overschreden dreigt te worden, moeten langlopende leningen (leningen met een looptijd langer dan 1 jaar) aangetrokken worden. Tot maximaal het bedrag van de kasgeldlimiet loopt de gemeente renterisico, gebaseerd op leningen met een termijn van korter dan een jaar. 
Met betrekking tot gelden in rekening-courant/kort geld loopt er met onze huisbankier een overeenkomst waarin is afgesproken dat deze dagelijks de saldi in rekening-courant in daggeld uitzet of aanvult. Daarnaast wordt, indien noodzakelijk, kasgeld aangetrokken c.q. gelden via schatkistbankieren weggezet voor periodes variërende van 1 week tot 1 jaar afhankelijk van geldbehoefte en mogelijkheden op de geldmarkt.

Renterisiconorm

In de wet FIDO is door het rijk de renterisiconorm geïntroduceerd. Met de invoering van deze renterisiconorm wordt een kader gesteld tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille van de gemeente, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. 
Herfinanciering houdt in dat een vervangende lening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande leningen te voldoen. Renteaanpassing doet zich voor wanneer de geldgever het rentepercentage van een lening gedurende de looptijd herziet.
De doelstelling van de renterisiconorm is in feite dat bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningenportefeuille geherfinancierd hoeft te worden, het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt. De renterisiconorm is door het rijk vastgesteld op maximaal 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Dit betekent dat voor het jaar 2025 de renterisiconorm als volgt kan worden berekend:

Begrotingstotaal 2025: € 121.845.436
Renterisiconorm voor 2025 bedraagt 20% = € 24.369.087
Onderstaand de berekening van het renterisico op de vaste schulden voor het jaar 2025:

 

1. Begrotingstotaal € 121.845.436
2. Wettelijk percentage 20%
3. Renterisiconorm (1x2) € 24.369.087
4. Renteherzieningen € 0
5. Aflossingen € 3.546.039
6. Bedrag van renterisico (4+5) € 3.546.039
7. Ruimte onder renterisiconorm € 20.823.048

Rentetoerekening en kredietrisico's

Terug naar navigatie - Rentetoerekening en kredietrisico's

Rentetoerekening
Rente wordt op basis van het rente-omslagpercentage doorberekend aan de taakvelden. Hierbij dient opgemerkt te worden dat voor het grondbedrijf een ander percentage wordt berekend op de in het BBV voorgeschreven wijze. De rente wordt samen met de afschrijvingslasten middels de kapitaallasten doorberekend aan de diverse taakvelden. Aan investeringen wordt geen rente toegerekend.

Kredietrisico’s
Ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak kunnen gemeenten leningen verstrekken.
Op deze verstrekte leningen loopt de gemeente kredietrisico. Het kredietrisico is het risico dat de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen kan voldoen (het terugbetalen van de verstrekte lening). Hieronder treft u een overzicht aan van de verstrekte leningen door de gemeente.

Omschrijving Leningbedrag per 1-1-2025
Lening Zonnepark BV 4.733.333
Lening Activiteitencentrum 3.973.855
BAGL GR Vechtdal 932.591
Lening Den Ham FC Twente Madness 5.070
Lening Triangel 154.941
Startersleningen 672.563
Hypotheekverstrekkingen ambtenaren 2.083.564
Lening korfbalvereniging TOP 8.750
Lening St.Kulturhus De Klaampe 51.750
Lening IKB/Stadsbank 52.622
Duurzaamheidsleningen 3.055
Achtergestelde lening het Punt 25.067
Lening de Groene Jager 22.217
Lening Enexis Tranche B 142.372
Totaal € 12.861.750

Financieringspositie en -behoefte

Terug naar navigatie - Financieringspositie en -behoefte

Dit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte, rekening houdend met (geplande) (des-)investeringen en beschikbare interne en externe middelen. In feite gaat het hier om het opstellen van een liquiditeitsbegroting. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de leningenportefeuille. De activa van de gemeente Twenterand zullen per begin 2025 naar verwachting als volgt gefinancierd zijn:

Boekwaarde vaste activa € 99.471.396
Vaste financieringsmiddelen
Reserves € 54.442.117
Voorzieningen € 17.668.044
Langlopende leningen € 32.461.869
Totaal financieringsmiddelen € 104.572.031
Gefinancierd met vlottende middelen € 0

Mutaties leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Mutaties leningenportefeuille

In onderstaand schema worden de mutaties van de leningenportefeuille (exclusief leningen ten behoeve van woningbouw) voor het begrotingsjaar 2025 weergegeven:

Bedrag Gemiddelde rente Invloed op gem.rente
Stand per 1 januari 2025 € 32.461.869 1,129%
Nieuwe leningen € 0
Reguliere aflossingen € 3.546.039 -0,138%
Vervroegde aflossingen € 0
Stand per 31 december 2025 € 28.915.830 1,268%

Renteverwachting

Terug naar navigatie - Renteverwachting

Voor het begrotingsjaar 2025 is rekening gehouden met de volgende percentages: 
Voor aan te trekken kort geld 0,5% 
Voor aan te trekken lang geld (met looptijd van 10 jaar) 3% 

De behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarrekening te harmoniseren, hebben er toe geleid dat in het wijzigingsbesluit Besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. Het (rente)omslagpercentage dat gehanteerd wordt in deze begroting is 1%.

Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Bedrijfsvoering omvat het verzorgen van randvoorwaardelijke zaken, van informatie en van advies. Het betreft Personeel en Organisatie, (interne) Communicatie, Bestuursadvies en -ondersteuning van B&W, Planning & Control, Financiën , Informatisering & Automatisering, Bodediensten en Bestuurlijk Juridische zaken.  

Communicatie en participatie

Terug naar navigatie - Communicatie en participatie

Op het gebied van inwonersparticipatie wordt de functie adviseur inwonersbetrokkenheid tijdelijk, voor de duur van 1 jaar, ingevuld. Binnen dat jaar zal vanuit deze functie ook worden zorggedragen voor een evaluatie. De uitkomsten daarvan zullen naar verwachting in 2025 resulteren in een beeld van de structurele behoefte en hoe deze rol het beste kan worden vormgegeven.   

 

I&A

Terug naar navigatie - I&A

We noemen hier vijf aandachtspunten, zoals bij de kadernota 2025 al  op de agenda. 

Pilot DGW 
In 2025 start een driejarige pilot DGW (datagedreven werken) gericht op het verhogen van de kwaliteit van de registratie en gebruikte data in onze gemeentelijke applicaties. Dit zal een positief effect hebben op onze besluitvorming door deze mede te baseren op inzichten verkregen uit deze kwalitatief betere en betrouwbare data. Twenterand heeft de eerste stappen gezet –  in het sociaal domein – en uit de raadsinformatiebijeenkomst van 29 januari 2024 is gebleken dat het ook voor andere domeinen als toegevoegde waarde wordt gezien. De pilot bestaat uit drie fasen: 
standaardiseren, verdiepen en verbreden. 

E-depot 
E-depot staat voor een digitale voorziening voor het bewaren en beschikbaar stellen van wettelijk blijvend te bewaren informatie. Samen met een 7-tal andere Twentse gemeenten is gekozen voor een e-depot van een ervaren provinciale archiefinstelling,  vooralsnog voor een proefperiode van 2 jaar, waarna een definitief besluit valt. 

Corsa 
Corsa is een zogenaamd DMS (document management systeem), een digitaal systeem voor het archiefwaardig (duurzaam en toegankelijk) opslaan en bewaren van digitale stukken. Twenterand werkt inmiddels met Djuma en het overzetten van nog Corsa opgenomen dossiers naar Djuma is het sluitstuk van de overgang naar Djuma. Daarmee geven we invulling aan wet- en regelgeving die ons verplicht deze data te bewaren en te kunnen ontsluiten, tot aan de termijn van archiefvernietiging.  

Cloudontwikkelingen 
T.a.v. software is ons beleid om noodzakelijke software zoveel als mogelijk in de cloud te hebben om de beheerkosten van software te beperken. Daarnaast spelen factoren als modernisering/bijblijven van de IT-omgeving, beveiliging en continuïteit, flexibiliteit en schaalbaarheid ook een rol. Dit is een voortgaand proces.  

Elektronisch ondertekenen
Het digitaliseren van werkprocessen gaat steeds verder en dat geldt ook voor onze communicatie met inwoners en organisaties. Met de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv; inwerkingtreding naar verwachting 1 januari 2025) krijgt de burger het recht op digitaal zakendoen met de overheid. Dat vraagt om het elektronisch ondertekenen van documenten. 

P&O

Terug naar navigatie - P&O

Als gevolg van de herinrichting van het gemeentehuis en om in te spelen op de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt wordt er toenemend plaats- en tijdonafhankelijk (hybride) gewerkt. Hierbij is de werkgever vanuit Arbowetgeving en goed werkgeverschap verplicht zorg te dragen voor een gezonde en ergonomische werkplek thuis. Daarvoor is een regeling opgesteld waarbij medewerkers een maximale vergoeding kunnen ontvangen voor het inrichten van de thuiswerkplek en ICT voorzieningen en die wordt in 2025 verder uitgevoerd. 

Bij de behandeling van de kadernota 2025 is een verhoging van het opleidingsbudget geamendeerd, maar indien het volgen van noodzakelijke of dringend gewenste opleidingen toch nodig is en zal leiden tot een overschrijding van het budget komen we hier bij uw raad op terug.   

Energie

Terug naar navigatie - Energie

Elektra en gas zijn opnieuw aanbesteed en de prijzen bevinden zich op substantieel hoger niveau dan in 2021 toen voor het laatst is 'geclickt'. Clicken houdt in dat een deel van het volume wordt vastgezet/ingekocht op een moment dat dit op grond van het koersverloop van de prijs gunstig wordt geacht.  Ook bijkomende kosten zoals bijv. netwerkkosten stijgen sterk. Verder is BTW deels niet meer compensabel. Voor de begroting 2025 ramen wij een verhoging van € 250.000 per jaar.

Organisatieontwikkeling

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkeling

In de huidige fase van de organisatieontwikkeling staat het verder inrichten en door ontwikkelen van de organisatie, de teams en onze professionals centraal. Vanuit continu experimenteren, optimaliseren, leren en verbeteren werken we aan een goede dienstverlening. 

Een goed georganiseerde gemeentelijke dienstverlening zorgt ervoor dat inwoners sneller en gemakkelijker toegang hebben tot de diensten die zij nodig hebben. Een wendbare dienstverlening vergemakkelijkt ook de interactie tussen gemeenten en hun inwoners. Dit kan leiden tot een grotere betrokkenheid, waarbij we beter in staat zijn onze dienstverlening aan te passen aan de behoeften van onze inwoners, zelfs in uitdagende tijden.

Een wendbare organisatie begint met de basis op orde
De huidige organisatieontwikkeling geeft invulling aan de doelstellingen van de houtskoolschets ‘Gemeente Twenterand ontwikkelt door’. Er wordt gewerkt aan een goede dienstverlening, strategische doelen worden geprioriteerd en de sturing en structuur van de organisatie zijn ondersteunend aan de opgaven. 

Bestuurlijk juridische zaken

Terug naar navigatie - Bestuurlijk juridische zaken

Belangrijke ontwikkeling hier is de Wet open overheid (Woo), als vervanger van Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Voor meer toelichting wordt verwezen naar de (verplichte) paragraaf openbaarheid Woo.

Fraude

Terug naar navigatie - Fraude

Binnen ons risicobeleid gaan we toenemend expliciet aandacht besteden aan frauderisico's en de beheersing daarvan. Op basis van een jaarlijks geactualiseerde frauderisicoanalyse richten we ons op beheersing van dergelijke risico's langs de drie lijnen van de fraudedriehoek: gelegenheid, rationalisatie en druk.   

Paragraaf Openbaarheid Woo

Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - Wet open overheid (Woo)

Vanaf 1 mei 2022 geldt de Wet open overheid (Woo), als vervanger van Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie voor iedereen beter toegankelijk wordt, makkelijk vindbaar en uitwisselbaar is. Deze wet geeft iedereen recht op toegang tot publieke informatie en verplicht overheden om meer publieke informatie actief openbaar te maken. Voor het publiceren de verschillende wettelijke verplichte informatiecategorieën geldt een fasering van enkele jaren. Voor de eerste vijf categorieën van informatiebronnen geldt vanaf 1 november 2024 een actieve openbaarmakingsplicht. Vanuit het Rijk zijn incidentele en structurele middelen beschikbaar gesteld en uitgangspunt is dat deze toereikend zijn voor een adequate implementatie van deze nieuwe wet. 

Actieve openbaarmaking

Terug naar navigatie - Actieve openbaarmaking

Voor dit onderwerp zetten wij in op ambitieniveau twee wat inhoudt dat wij de wettelijke fasering volgen en dat bij elke fase de documenten uit de betreffende categorie vanaf de wettelijk verplichte datum actief openbaar worden gemaakt. 

Er is een projectorganisatie ingericht die de implementatie van de Woo ter hand heeft genomen. De Woo-coördinator/jurist is de projectleider en ook de Woo-contactpersoon maakt onderdeel uit van de projectgroep. Daarnaast verzorgt de Woo-contactpersoon de beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie. Via de teamleiders worden de medewerkers op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen rondom de Woo en wat dit betekent voor het dagelijks werk. Voor dit onderwerp zetten wij in op ambitieniveau twee wat inhoudt dat wij de wettelijke fasering volgen en dat bij elke fase de documenten uit de betreffende categorie vanaf de wettelijk verplichte datum actief openbaar worden gemaakt. 
Er is een projectorganisatie ingericht die de implementatie van de Woo ter hand heeft genomen. De Woo-coördinator/jurist is de projectleider en ook de Woo-contactpersoon maakt onderdeel uit van de projectgroep. Daarnaast verzorgt de Woo-contactpersoon de beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie. Via de teamleiders worden de medewerkers op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen rondom de Woo en wat dit betekent voor het dagelijks werk. 

Passieve openbaarmaking

Terug naar navigatie - Passieve openbaarmaking

De Woo-coördinator/jurist is belast met het afdoen van Woo verzoeken. Het afhandelproces van Woo-verzoeken is vastgelegd in het zaaksysteem, waarbij het ook mogelijk is een Woo-verzoek in te dienen via een digitaal formulier. De Woo-verzoeken worden in verband met de korte wettelijke beslistermijn zoveel mogelijk in ambtelijk mandaat afgedaan. Het afhandelen van Woo-verzoeken is met name door het anonimiseren van documenten en het ontdoen van persoonlijke beleidsopvattingen zeer arbeidsintensief. 

Verbeteren van de informatiehuishouding

Terug naar navigatie - Verbeteren van de informatiehuishouding

Het op orde brengen van de informatiehuishouding is een verplichting die voortkomt uit de Archiefwet. Vanuit de zorgplicht is dus al (doorlopend) aandacht voor de goede, geordende en toegankelijke staat van de informatie. In het Woo-meerjarenplan van de VNG is vastgelegd aan welke eisen de gemeentelijke informatiehuishouding moet voldoen. Aansluiting wordt gezocht bij de informatie categorieën van de actieve informatieplicht. Per informatiecategorie wordt het op orde brengen van de informatiehuishouding getoetst op een aantal aspecten, zoals een informatiebeheerplan, anonimiseren, het behoud van geanonimiseerde documentversies, de kwaliteit van de zaakdossiers en van de onderliggende processen.

Paragraaf Verbonden Partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en of financiële belangen en mogelijke risico’s wordt in de begroting en jaarstukken aandacht besteed aan derde rechtspersonen (de verbonden partij), waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in deze relaties van de gemeente. Onder verbonden partijen moet worden verstaan: privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft, zoals deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen (Wet gemeenschappelijke regeling) en/of stichtingen en publiek private samenwerkingsconstructies. Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stem-recht. Met een ‘financieel belang’ wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de ‘verbonden partij’ of als financiële problemen bij een ‘verbonden partij’ op de gemeente kunnen worden verhaald.

Wat willen we bereiken
Twenterand wil participeren in partijen die een publiek belang dienen, zodat de visies en beleidsdoelstellingen van de gemeente ondersteund en uitgedragen worden. Indien participatie leidt tot inkomsten voor de gemeente worden deze inkomsten ingezet als technisch onderdeel van de gemeentebegroting. Hierbij worden de risicobeperkingen, welke de Wet Financiering Decentrale Overheden gemeenten oplegt bij dergelijke deelnemingen, in acht genomen.

Wat doen we daarvoor
De gemeente Twenterand neemt actief deel in bestuurlijke overleggen van verbonden partijen, waarbij voorafgaand aan deze vergaderingen het college een standpunt inneemt ten aanzien van de agenda. Via de besluitenlijsten van het college worden de gemeenteraad en de inwoners over de externe vertegenwoordigingen geïnformeerd.

De verbonden partijen van de gemeente Twenterand zijn gerubriceerd naar de volgende categorieën:
A. Gemeenschappelijke regelingen

SamenTwente (GGD, OZJT, VTT)
Veiligheidsregio Twente
GR Stadsbank Oost Nederland
Omgevingsdienst Twente
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo
Recreatieschap Twente

B. Deelnemingen in vennootschappen (NV’s, BV’s, VOF’s en CV’s) en coöperaties

Cogas N.V.
Twence B.V.
N.V. Rova Holding
Wadinko N.V.
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis
Zonnepark Oosterweilanden

C. Deelnemingen in Stichtingen en Verenigingen

Dimpact
Euregio
P-10 (plattelandsgemeenten)
VNG
VNG Overijssel
Twentse Koers

Eventuele risico’s rondom de verbonden partijen zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen.

SamenTwente

Terug naar navigatie - SamenTwente

Programma:
De samenwerking in Twente levert een bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van alle programma’s en diverse doelenbomen. Het grootste onderdeel is de wettelijke gemeentelijke taak GGD.

Doelstelling:
Samenwerken aan een gezonde, veilige, leefbare en bereikbare regio.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aangesloten (14) gemeenten zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hof van Twente, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. De regionale samenwerking wordt op een breed terrein verricht: algemeen bestuurlijk, economische zaken, volksgezondheid, milieu, ruimtelijke ordening en recreatie en toerisme.

De transitie van de Regio Twente is afgerond. Er staat een nieuwe structuur voorzien met meer focus en eenvoud in regionale samenwerking. De ‘oude’ organisatie Regio Twente is opgesplitst in vier verschillende onderdelen:
SamenTwente: een organisatie voor gezondheid, veiligheid en vitaliteit,  met daarin de GGD, OZJT, Veilig Thuis Twente en Kennispunt Twente. SamenTwente is gastheer van Samen14.
Twente Board: een organisatie waarin 3 o’s, onderwijs, ondernemers en overheid, samenwerken aan de sociaaleconomische structuurversterking. De inbreng vanuit Twenterand wordt ingebracht via het Bestuurlijk Overleg sociaaleconomische structuurversterking. De gemeenteraad van Twenterand heeft ingestemd met deelname aan de Agenda voor Twente, de investeringsagenda geïnitieerd door Twente Board, in de periode 2023 tot en met 2025. In het laatste jaar wordt deze deelname geëvalueerd.

Coalitions of the willing: vrijwillige samenwerkingen op het gebied van Milieu, Duurzaamheid en Afval (MDA) en RES en Twentse Kracht.

Resttaken: samenwerking op de onderwerpen Mobiliteit en Arbeidsmarktregio.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeenten dragen gezamenlijk bij aan de kosten van bovengenoemde samenwerkingsvormen in Twente. Verdeling van deze bijdrage gebeurt in de meeste gevallen op basis van inwonertal. Een uitzondering hierop is de JGZ-bijdrage, deze wordt verdeeld op basis van het aantal jeugdigen.
De bijdrage aan de regionale samenwerking in Twente is in 2025 ruim € 2,4 miljoen.

Veiligheidsregio Twente, Enschede

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Twente, Enschede

Programma:
Veiligheidsregio Twente (VRT) is een samenwerkingsverband van hulpverleningsdiensten en de veertien gemeenten in Twente. De samenwerking is gestoeld op de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De basis voor de ambtelijke organisatie van de VRT wordt gevormd door de volgende organisatieonderdelen: ‘Veiligheidsbureau’, ‘Brandweer Twente’, ‘GHOR’ (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en ‘Gemeenten’. Deze organisatieonderdelen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken en werken onder de verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur VRT multidisciplinair samen.

Doelstelling:
Veiligheidsregio Twente zet zich in voor effectieve voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen. De VRT kent meerdere programma’s, waaronder:
- Multidisciplinaire onderwerpen
- Brandweer
- GHOR
- Gemeenten

In de programmabegroting van de VRT staat per programma benoemd wat de doelstellingen zijn en wat hier voor gedaan gaat worden. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Op grond van de Wet Veiligheidsregio’s werken de Twentse gemeenten samen binnen de gemeenschappelijke regeling op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding. Het Algemeen Bestuur van de VRT wordt gevormd door de Twentse burgemeesters.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeentelijke bijdrage wordt verdeeld over de Twentse gemeenten. Sinds 2016 wordt hierbij gebruik gemaakt van de Cebeon-verdeelsystematiek (Cebeon is het bureau dat de verdeelsystematiek voor het gemeentefonds periodiek onderhoudt.). De gemeente Twenterand draagt in 2025 ruim 2,6 miljoen bij aan de VRT.  Dit bedrag wordt grotendeels gedekt uit de bijdrage die de gemeente Twenterand ontvangt vanuit het Gemeentefonds (cluster Openbare Orde en Veiligheid, subcluster Brandweer en Rampenbestrijding).  

Beleidsvoornemens:
‘Stabiele factor in tijden van verandering’.  Dat is de rode draad van de koers voor de komende jaren. We leven in een wereld waarin ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Dit biedt kansen, tegelijkertijd stelt het ons voor een aantal uitdagingen.  De Veiligheidsregio Twente focust de komende jaren op:

- Continuïteit en stabiliteit; het goed blijven doen, zoals we dat nu doen, met voldoende mensen en middelen
- Aansluiting blijven vinden en behouden bij de Twentenaren.
- Technologische veranderingen: kansen benutten en proactief reageren op potentiële bedreigingen.
- Anticiperen op crisistypen gerelateerd aan klimaatverandering
- Anticiperen op de wijziging van meerdere wetten die invloed hebben op onze taken

Stadsbank Oost Nederland, Enschede

Terug naar navigatie - Stadsbank Oost Nederland, Enschede

Programma:
Sociaal Domein

Doelstelling:
De Stadsbank is een kredietbank zoals bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet. De Stadsbank biedt schuldhulpverlening, beschermingsbewind en sociale kredietverlening. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De GR wordt gevormd door 21 deelnemende gemeenten in de Achterhoek en Twente. De portefeuillehouder Sociale Zaken heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur vergadert circa twee keer per jaar.

Financiële relatie/financieel belang
De begrote bijdrage voor 2025 bedraagt € 305.000. De Stadsbank heeft momenteel een ander dienstverlenings- en bekostigingsmodel ontwikkeld. Hierdoor nemen de jaarlijkse kosten toe, ondanks onze preventieve activiteiten vanuit het Meldpunt Geldzorgen en dat we minder dienstverlening van de Stadsbank afnemen. 

Beleidsvoornemen:
In juli 2023 heeft het college de bestuursopdracht vastgesteld om in Q4 2023 en Q1 2024 onderzoek te doen naar de meest optimale inrichting van schuldhulpverlening in de gemeente de komende jaren.  De rol van de Stadsbank zal in dit onderzoek een belangrijke rol spelen. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. In Q4 2024 zal aan de raad de uitkomsten van het onderzoek worden gepresenteerd.  

Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, Hengelo

Terug naar navigatie - Gemeentelijk Belastingkantoor Twente, Hengelo

Programma:
Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBTwente) is een gemeenschappelijke regeling die een bijdrage levert aan het realiseren van de doelstelling van Bedrijfsvoering.

Doelstelling:
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Het GBTwente wordt gevormd door de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand.
De gemeente Twenterand wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Financiën.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeentelijke bijdrage wordt berekend op basis van het aantal aanslagen van de verschillende belastingen die voor de gemeente Twenterand worden uitgevoerd. De begrote bijdrage voor 2025 is € 871.043

Beleidsvoornemens: 
Het GBTwente anticipeert de komende jaren op het nieuwe strategieplan 2023-2026. "Met elkaar en voor elkaar" als basis. Het strategieplan is gericht op ‘koersvastheid, stabiliteit, duidelijkheid en transparantie voor gemeenten en inwoners’. De geformuleerde missie, visie, kernwaarden en doelen zijn richtinggevend voor de komende jaren.
De gekozen strategie blijft van kracht richt zich op de volgende twee pijlers:

1. Dienstverlening op maat [wat];
a. Persoonlijk
b. Begrijpelijk

2. Optimale Uitvoering [hoe]
Het werkproces van GBTwente is zorgvuldig, transparant, van hoge kwaliteit en tegen de  laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Daarbij is het proces gericht op:
a. Betrokken en trotse medewerkers
b. Effectieve processen
c. Tevreden klanten (opdrachtgevers en inwoners)
d. Efficiënte inzet van financiële middelen

De organisatie is stabiel, voert een heldere koers, werkt continu verder aan procesverbetering en is financieel gezond.

GBTwente neemt zich voor te blijven investeren in het bouwen van bruggen met haar  inwoners en opdrachtgevers. Verhoging van acceptatiegraad bij inwoners door focus op uitlegbaarheid van de dienstverlening en door inwoners meer te laten participeren bij het verzamelen van kenmerken van woningen zijn daarvan concrete ideeën. Richting de opdrachtgevende gemeenten zal het GBTwente als kennisorganisatie nog meer haar rol pakken door hen frequent via informatiebulletins en kennissessies te informeren over de (on)mogelijkheden binnen het gemeentelijke belastingdomein.

Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo

Terug naar navigatie - Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo

Programma:
Sociaal Domein 

Doelstelling:
Op basis van de norm van opdrachtgeverschap is de gemeente Almelo namens de regio (Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen Wierden en Twenterand) gemandateerd voor het uitvoeren van het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De portefeuillehouder maatschappelijke ondersteuning heeft zitting in de stuurgroep die minimaal  twee keer per jaar samenkomt.  Op de agenda staan zonder meer de financiële verantwoording en de dienstverleningsovereenkomst (dvo). 

Financiële relatie / financieel belang:
Centrumgemeente Almelo ontvangt jaarlijks het budget voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Eventuele overschotten of tekorten worden naar rato verdeeld over de regio. Er ligt een wetvoorstel voor een nieuw financieel verdeelmodel inclusief woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen waarbij de financiële middelen ook gedecentraliseerd worden.  Het is nog geen gelopen koers dat het wetvoorstel wordt aangenomen, het wetvoorstel is na de val van het kabinet controversieel verklaard en wordt voorlopig dus niet behandeld. 

Beleidsvoornemens:
Met het nieuwe financiële verdeelmodel  en ook de inhoudelijke decentralisatie van beschermd wonen (beschermd wonen in de eigen stad/dorp/wijk/huis) wordt de betrokkenheid van de regio gemeenten groter. Uitdaging bij de inhoudelijke decentralisatie is vooral de beschikbaarheid van betaalbare woningen (woonopgave).  

Recreatieschap Twente

Terug naar navigatie - Recreatieschap Twente

Programma:
Deze gemeenschappelijke regeling levert een bijdrage aan het realiseren van verschillende doelstellingen uit het programma Economie en Vrijetijdsbesteding. 

Doelstelling:
Het Recreatieschap is een uitvoeringsorganisatie welke zorgdraagt voor de drie Twentse recreatieparken (het Hulsbeek, het Rutbeek en het Lageveld) alsmede routenetwerken (bewegwijzering, informatieborden e.d.) en onderhoud aan toeristische fietspaden. Hiermee wordt laagdrempelig recreëren in de eigen leefomgeving voor inwoners bevorderd. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Alle 14 Twentse gemeenten zijn deelnemer in deze verbonden partij en alle verantwoordelijk portefeuillehouders hebben zitting in het Algemeen Bestuur. Daarnaast is er een Dagelijks Bestuur, waarvan de verantwoordelijk portefeuillehouder van Twenterand voorzitter is. 

Recreatieschap Twente:
een lichte samenwerkingsvorm waarin recreatieparken, recreatieve routes en fietspaden voor inwoners van Twente worden beheerd en onderhouden. Het strategisch beleid op dit gebied ligt bij de Twente Board.

Financiële relatie / financieel belang:
Alle 14 deelnemers dragen naar rato van het aantal inwoners bij aan deze verbonden partij. Naast de bijdrage van de verschillende partners - wat wordt gezien als een investering met openbaar belang voor het Twentse recreatief product - kent het Recreatieschap Twente zelf ook een (gering) inkomen uit (bijv.) parkeeropbrengsten bij de recreatieparken. De afgelopen jaren is flink bezuinigd op de bedrijfsvoering door zo efficiënt mogelijk te werk te gaan. 

Beleidsvoornemens:
Er wordt op dit moment een onderzoek opgestart naar de financieringssytematiek van het Recreatieschap Twente om te zien of de kosten en baten voor elke gemeente wel eerlijk zijn verdeeld op dit moment. Twenterand is hier nauw bij betrokken. Het is nog onduidelijk wanneer dit proces afgerond en door het AB bestuur vastgesteld is, maar de verwachting is dat er in de netto bijdrage geen aanzienlijke veranderingen zullen zijn.

Omgevingsdienst Twente

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Twente

Programma:
Deze gemeenschappelijke regeling levert een bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van programma Ruimte en heeft raakvlakken met bijna alle doelenbomen binnen dit programma. Primair gaat het om de uitvoering van alle milieutaken, maar ook milieu gerelateerde taken zoals: duurzaamheid en de invoering van de Omgevingswet.

Doelstelling:
Samenwerken aan een gezonde, veilige, leefbare en prettige regio.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De deelnemende Twentse gemeenten (14) zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hof van Twente, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Ook de provincie Overijssel is deelnemer. De werkzaamheden worden milieu breed of wel omgevingsbreed verricht. Belangrijke thema's betreffen, volksgezondheid, milieu en ruimtelijke ordening.

Financiële relatie / financieel belang:
De gemeenten dragen gezamenlijk bij aan de kosten van de Omgevingsdienst Twente. Verdeling van deze bijdrage gebeurt in de meeste gevallen op basis van inwonertal. Een uitzondering hierop is bijdrage van de provincie. Deze bijdrage is gerelateerd aan de grootste gemeente binnen de regio Twente.  De komende periode gaat hier verandering in komen. De Omgevingsdienst Twente stapt namelijk over naar outputfinanciering. Dat betekent dat de vaste bijdrage per deelnemer/gemeente wordt verlaten en dat per geleverde dienst door de ODT moet worden betaald. Daartoe is de afgelopen periode een traject van herijking financiering ODT afgerond ter voorbereiding van de Programmabegroting ODT 2023 en ODT 2024. Hierin kwamen de eerste tekenen van outputfinanciering in beeld en wordt verder ontwikkeld om het in 2024 af te ronden. De kosten per gemeente zullen naar verwachting de komende jaren aanzienlijk stijgen. De redenen daartoe zijn de ontwikkelingen binnen de gemeentegrenzen, zoals de realiseren van bestemmingsplannen/omgevingsplannen met als gevolg meer nieuwbouw ten behoeve van wonen en bedrijven. Maar ook diverse ontwikkelingen in wet- en regelgeving, een overspannen arbeidsmarkt, het blijvend kunnen voldoen aan de wettelijke kwaliteitscriteria, een toename in taken, meer adviesverzoeken van de gemeente aan de ODT vanwege bijvoorbeeld  omgevingsplannen, geluid, bodem (PFAS) en lucht (stikstof).  Een toename van de kosten met de omvang van 2.5 fte is absoluut realistisch. 

Beleidsvoornemens:
De gemeente Twenterand neemt deel aan de ontwikkeling van beleidsregels voor alle VTH-Taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving). Primair zijn deze gericht op de milieutaken, maar dezen worden zodanig lokaal 'ingekleurd' dat ze ook voor de niet milieutaken toegepast kunnen worden. Te denken valt aan Risicoanalyses waarmee op basis van risico's bij niet naleving geprioriteerd uitvoering kan worden gegeven aan de VTH-taken. VTH-beleid betreffende kwaliteitsnormen en bodemkwaliteitskaarten. De gemeente Twenterand is vertegenwoordigd in het Portefeuillehoudersoverleg VTH en het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Twente.

Cogas, Almelo

Terug naar navigatie - Cogas, Almelo

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling op het beleidsveld Duurzaamheid.

Doelstelling:
Cogas voorziet onder meer in de behoefte aan openbare nutsvoorzieningen in de gemeenten die in de vennootschap deelnemen en in haar concessie-en machtigingsgebieden. Twenterand valt onder het verzorgingsgebied van Cogas. Oorspronkelijk doel van de Cogas N.V. was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen belangrijke doelen geworden.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Cogas Holding zijn in handen van 9 Overijsselse gemeenten. Cogas is gevestigd in Almelo. Aandeelhouders zijn de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Hardenberg, Hof van Twente, Oldenzaal, Tubbergen, Twenterand en Wierden.

Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand bezit 558 aandelen à €454,-; totale (nominale) waarde van €253.332,-. Dit betreft 11 % van de aandelen. Hierop wordt jaarlijks dividend uitgekeerd. De dividenduitkering aan Twenterand wordt voor 2025 geraamd op € 1.116.000 .

Door de verkoop van aandelen Cogas Kabel Infra in 2019 door Cogas, heeft Twenterand in 2021 een extra dividend van € 3.290.000 ontvangen. Daar staat tegenover dat vanaf 2026 de uitkering van het jaarlijkse dividend zal dalen met € 558.000.

Beleidsvoornemens: Het is de ambitie van Cogas, naast uitstekend netbeheer van bestaande netwerken, te investeren in de aanleg van nieuwe energie-infrastructuren, zoals warmte- en biogasnetwerken, om daarmee de verduurzaming van de warmtevoorziening mogelijk te maken en de energietransitie in de regio te faciliteren. Cogas wil een bijdrage leveren aan en positie nemen in de Energietransitie en is partner in de RES Twente.

Twence Holding BV, Hengelo

Terug naar navigatie - Twence Holding BV, Hengelo

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Ruimte en specifiek aan het thema Duurzaamheid en Milieu.

Doelstelling:
Het Strategisch Beleidsplan 2024-2027 van Twence heeft de volgende twee strategische lijnen: 
I. Een actieve en substantiële bijdrage leveren aan de duurzame regionale energievoorziening.
II. Meer waardevolle grondstoffen uit afval en biomassa produceren om daarmee de grondstofkringlopen te sluiten.

Welke doelen streeft de gemeente na met deze partij?
Behouden van verwerkingscapaciteit voor huishoudelijk afval tegen marktconforme tarieven.
In stand houding van een bedrijf dat op een duurzame wijze afval verwerkt tot grondstoffen en energie.
We stemmen alleen in met extra investeringen of strategieën als deze bij kunnen dragen aan beleidsdoelen van de gemeente Twenterand.
Beheren en exploiteren van milieuvoorzieningen, het verlenen van diensten op het gebied van milieubeheersing in het algemeen, het bewerken en verwerken van huishoudelijk afval en bedrijfsafval en het produceren en leveren van (duurzame) energie en secundaire grondstoffen.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Twence is een overheidsbedrijf (uitsluitend gemeentelijke aandeelhouders) voor de verwerking van afval tot grondstoffen en energie. De Twentse gemeenten hebben gezamenlijk een aandeel van 96.35 % in Twence Holding B.V.

Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand bezit 43.909 aandelen ( 5,17 %) ter waarde van €43.909.- (nominale waarde), waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd.  De verwachte  dividenduitkering is circa € 345.000.-.

Beleidsvoornemens:
In 2025 werkt Twence aan een aantal projecten die een bijdrage leveren aan de twee eerder genoemde doelen. In 2025 zal het regionale warmtenet Twente (RWT) verder worden ontwikkeld en een nieuwe installatie worden gerealiseerd voor het winnen van groen gas uit GFT-afval. 

Twenterand is in onderhandeling over de verkoop van aandelen. Indien dit proces slaagt zullen de aandelen worden overgedragen en en kan het contract voor het verwerken van afval worden opgezegd bij het aflopen van het huidige afval verwerkingscontract.  

N.V. Rova Holding, Zwolle

Terug naar navigatie - N.V. Rova Holding, Zwolle

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Ruimte en specifiek aan het thema Duurzaamheid en Milieu.

Doelstelling:
Het bevorderen van en/of het doen realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van verwijdering van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van deelnemende overheden.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze partij?
- het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval tegen zo laag mogelijke kosten voor de inwoners
- het in stand houden van een bedrijf dat op duurzame wijze diensten aan gemeenten verleend op het gebied van huisvuilinzameling, terugwinning van grondstoffen en BOR taken

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
ROVA is een afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisatie. Het werkgebied van ROVA telt 23 gemeenten in Midden en Oost-Nederland. Het betreft de organisatie, beheer en uitvoering van publieke taken voortvloeiend uit de afvalzorgplicht van de aangesloten gemeenten en de uitvoering van de gemeentelijke reinigingstaken.
Twenterand bezit 335 aandelen (3 %) ter waarde van €38.005,75 (nominale waarde) waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. Het normdividend bedraagt voor 2025 €100.000,-. Dit bedrag wordt ondergebracht bij de algemene dekkingsmiddelen. 

Beleidsvoornemens:
In 2024 heeft ROVA zijn strategie geactualiseerd voor 2025 tot en met 2030. Deze nieuwe strategie leidt niet tot een grote koerswijziging. De strategie houdt nog steeds in dat afval als grondstof wordt gezien, hiervoor is een Programma Kwaliteit Grondstoffen ontwikkeld door ROVA. Ook streeft ROVA ernaar om het dienstenpakket verder uit te breiden met taken op gebied van het Beheer van openbare ruimte en dit beter in te bedden in de organisatie.  

Wadinko N.V., Zwolle

Terug naar navigatie - Wadinko N.V., Zwolle

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Economie en vrijetijdsbesteding.

Doelstelling:
Wadinko is een regionale participatiemaatschappij. In wordt gezet op het bevorderen van bedrijvigheid en werkgelegenheid  in Overijssel, de Noord-Oostpolder en Zuidwest Drenthe. Zo kan Wadinko bijdragen aan de sociaaleconomische versterking van Twenterand. Daarnaast wordt jaarlijk dividend uitgekeerd aan de verbonden partijen. Op dit moment heeft Wadinko nog geen participaties in Twenterand. Inzet is dat er meer participaties komen in Twenterand. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang: 
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Wadinko zijn in handen van de provincie Overijssel en 24 gemeenten. Wadinko is gevestigd in Zwolle.

Financiële relatie / financieel belang:
Voor 2025 en verder is € 42.500,- begroot aan dividend. 

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Den Haag

Deze deelneming levert een bijdrage aan de bedrijfsvoering op het gebied van financiering.

Doelstelling:
BNG vertaalt haar missie in de volgende strategische doelstellingen:
- behoud van substantiële marktaandelen in de Nederlandse publieke sector en semipublieke domein;
- behalen van een redelijk rendement voor aandeelhouders.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De BNG is opgericht in 1914 en gevestigd in Den Haag. Het is de bank van en voor de overheid en instellingen voor het maatschappelijke belang. De BNG probeert zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening aan de gemeenten te bieden. Daardoor heeft zij toegevoegde waarde voor haar aandeelhouders en de Nederlandse publieke sector. De BNG is een structuurvennootschap. Met een relatief aandelenbezit van 0,04% beschouwt Twenterand BNG als een beleidsarme verbonden partij.  

Financiële relatie / financieel belang:
De aandelen zijn voor de helft in handen van de Staat, de andere helft is in handen van gemeenten en provincies. De BNG is, gemeten naar balanstotaal, de grootste overheidsbank van Nederland. De nominale waarde van de aandelen BNG van de gemeente Twenterand is € 59.670,- (23.868 aandelen à € 2,50). Voor 2025 wordt een dividend geraamd van € 24.000,-.

Enexis

Terug naar navigatie - Enexis

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan de doelrealisatie op het beleidsveld Duurzaamheid en een bijdrage aan de bedrijfsvoering op het gebied van financiering. 

Doelstelling:
Een op zo duurzaam mogelijke wijze verzorgen van een betrouwbaar en betaalbaar energietransport nu en in de toekomst.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Twenterand bezit medio 2020 42.621 aandelen Enexis. Dit betreft 0,0285% van het aandelenkapitaal.  Vanwege deze geringe relatieve omvang beschouwt Twenterand Enexis als een beleidsarme verbonden partij. 

Financiële relatie / financieel belang:
Voor 2025 en verder is € 29.000,- begroot aan dividend.

Zonnepark Oosterweilanden BV, Vriezenveen

Terug naar navigatie - Zonnepark Oosterweilanden BV, Vriezenveen

Programma:
Zonnepark Oosterweilanden B.V. wekt duurzame energie op d.m.v. zonnepanelen en levert daarmee een bijdrage aan de duurzaamheidsopgaven van de gemeente.

Doelstelling:
Het doel van Zonnepark Oosterweilanden B.V. is het opwekken van duurzame energie en het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen.

Bestuurlijke relatie/bestuurlijk belang:
De gemeente Twenterand is 100% aandeelhouder van Zonnepark Oosterweilanden B.V.

Financiële relatie/financieel belang: Twenterand verwacht van Zonnepark Oosterweilanden BV in 2025 een dividenduitkering van € 300.000.

Beleidsvoornemens:
Productie van duurzame energie.

Dimpact, Enschede

Terug naar navigatie - Dimpact, Enschede

Dimpact is een coöperatieve vereniging van, voor en door gemeenten. De leden zijn de eigenaar van de coöperatie en sturen de ontwikkelingen aan. De governance structuur van de coöperatie borgt invloed van alle lid gemeenten in de vereniging. Elke lid heeft een gelijke stem, ongeacht het aantal inwoners.
De 42 leden hebben een gedeelde ambitie: oplossingen initiëren en realiseren voor de publieke dienstverlening van morgen. Dimpact heeft tot doel om ‘excellente publieke dienstverlening en interactie met burgers, bedrijven en instellingen’ mogelijk te maken voor gemeenten. De klant centraal stellen en de nieuwe informatie-architectuur, spelen daarin een prominente rol. De coöperatie heeft geen winstoogmerk. De leden sturen gezamenlijk de ontwikkelingen aan. Samenwerking, kennisdeling en hergebruik van oplossingen zijn daarbij de basis. Doel is om gezamenlijk toe te werken naar een digitale innovatie van dienstverlening aan inwoners en bedrijven en een moderne informatiehuishouding.

Dimpact zet zich o.a. sterk en overtuigend in voor de landelijke Common Ground ontwikkeling. Hoewel gemeente Twenterand de Common Ground gedachte omarmd hebben we gekozen om niet aan te haken bij het geambieerde tempo van Dimpact als het gaat om implementatie van deze ontwikkelingen. Als lid van Dimpact kunnen we, ook op termijn, gebruik maken van de Dimpact-innovatieaanpak en inzichten. Lidmaatschap levert Gemeente Twenterand op dit moment de relevante en zinvolle voordelen als kennisdeling en architectuurvorming op en - niet te vergeten- de mogelijkheid om van dichtbij de Common Ground ontwikkelingen te volgen, als bouwsteen voor een excellente dienstverlening!

Bestuurlijke relatie/bestuurlijk belang:
De coöperatieve vereniging Dimpact heeft in 2024 een ledenbestand van 42 gemeenten, 18 jaar ervaring en vertegenwoordigd 3 miljoen inwoners. 
Dimpact kent de volgende officiële (statutair vastgelegde) besluitvormende organen:
•  Algemene Leden Vergadering;
•  Raad van Commissarissen;
•  Bestuur en directie.

Financiële relatie/financieel belang:
Gemeente Twenterand betaald in 2025 € 6.804 contributie aan vereniging Dimpact (indexatie van 5% ten opzichte van 2024).

Euregio, Gronau

Terug naar navigatie - Euregio, Gronau

Programma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan alle programma’s en diverse doelenbomen. Het gaat in het algemeen om bestuurlijke samenwerking en internationale contacten.

Doelstelling:
De Euregio heeft tot doel het stimuleren, ondersteunen en coördineren van regionale grensoverschrijdende samenwerking.

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De Euregio is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land-)Kreise.

Financiële relatie / financieel belang:
Voor de Nederlandse gemeenten is de bijdrage aan de Euregio € 0,29 per inwoner.

Beleidsvoornemens:
De Euregio werkt vanuit drie inhoudelijke commissies op de terreinen Maatschappelijke ontwikkeling, Economie en Arbeidsmarkt en Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling.

P-10 (Plattelandsgemeenten)

Terug naar navigatie - P-10 (Plattelandsgemeenten)

Doelstelling:
De P10 bestaat uit 32 grote plattelandsgemeenten in Nederland die een aantal kenmerken delen: veel oppervlakte, kleine kernen en een lage bevolkingsdichtheid. Zij hebben veel dezelfde ambities c.q. opgaven en werken samen aan uitdagingen en oplossingen voor het platteland en brengen in gezamenlijk verband hun ambities en beleidsvoornemens onder de aandacht bij de landelijke en Europese politiek. 

Belangrijke thema’s zijn:
1.    Leefbaarheid (bereikbaarheid van voorzieningen en bedrijven, zowel fysiek als digitaal)
2.    Maatwerk in financiële en wettelijke regelingen voor gemeenten met relatief weinig inwoners en een grote oppervlakte
3.    Duurzaam platteland 
4.    Bereikbaar en toegankelijk eerste en tweede lijnszorg en onderwijs. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De gemeente Twenterand wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door de wethouder plattelandsontwikkeling.

Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand betaalt een jaarcontributie van circa € 15.000.

Beleidsvoornemens:
Opkomen voor de gedeelde belangen van de gemeente aangesloten bij P-10.

Twentse Koers

Terug naar navigatie - Twentse Koers

Programma: Sociaal Domein

Doelstelling: De Twentse Koers (voorheen: Samenwerkingsagenda Menzis)  is een strategische domeinoverstijgende samenwerking tussen Samen Twente (GGD), coöperatie Menzis, provincie Overijssel en de 14 Twentse gemeenten op het gebied van zorg, welzijn en wonen. Er wordt gewerkt volgens het principe van de 'coalition of the willing'. Dat betekent dat partijen binnen de agenda op projectniveau kunnen bepalen of ze meedoen of niet. 

Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang: De Twentse Koers kent een Bestuurlijk Overleg.  Hierin heeft de portefeuillehouder Wet maatschappelijke ondersteuning/publieke gezondheid zitting. Leden van het bestuurlijk overleg hebben  geen mandaat voor beslissingen met financiële consequenties of van  politieke/bestuurlijke lading.  

Financiële relatie / financieel belang: de eigenaren betalen geen structurele financiële bijdrage aan de Twentse Koers. Financiering vindt projectmatig met externe middelen plaats. Gemeente Twenterand doet een incidentele bijdrage uit de lokale GALA-middelen.

Beleidsvoornemens: de vastgestelde strategische agenda en samenwerkingsovereenkomst van de Twentse Koers loopt nog tot 2026. De Twentse Koers wordt als goed voorbeeld in het land gezien, ook vanuit de doelstellingen van het Integraal ZorgAkkoord (IZA). 

Paragraaf Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een van de middelen van een gemeente om haar ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken bij het uitvoeren van het omgevingsbeleid van de overheid is het grondbeleid. In het kader van het omgevingsbeleid wordt de maatschappelijke gewenste bestemming van de grond, middels een plan of besluit op basis van de Omgevingswet bepaald. De raad heeft een kader stellende en controlerende functie ten aanzien het gehanteerde grondbeleid en de daarbij behorende begrotingen en verantwoordingen.
Grondbeleid gaat in belangrijke mate over de productie van bouwgrond, de wijze waarop die tot stand komt en hoe de bouwgrond verkocht en gebruikt wordt.

Hoofdlijnen van het grondbeleid

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van het grondbeleid

Gemeenten kunnen ervoor kiezen om een actief grondbeleid te voeren (waarbij je zelf als gemeenten de gronden koopt en bouwrijp maakt) of een faciliterend (passief) grondbeleid (waarbij de bouwgrondproductie aan anderen wordt overgelaten).  Met faciliterend grondbeleid loopt de gemeente minder financiële risico’s. Deze liggen bij marktpartijen. Daar staat tegenover dat de gemeente minder sturingsmogelijkheden heeft. Voorts kan de gemeente bij faciliterend grondbeleid geen winst maken, omdat ze alleen kosten kan verhalen. Daardoor komen verlieslatende ruimtelijke ontwikkelingen niet of moeizaam van de grond, omdat de markt deze om bedrijfseconomische redenen niet oppakt. Bij actief grondbeleid kunnen met de baten uit winstgevende grondexploitaties tekorten op verlieslatende grondexploitaties worden bekostigd, waardoor er feitelijk financiële verevening tussen verschillende ruimtelijke ontwikkelingen plaats kan vinden.

In juli 2023 heeft de gemeenteraad de nieuwe nota grondbeleid vastgesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat de focus ligt op een situationeel grondbeleid. Waarbij afhankelijk van de noodzaak of ambitie er wordt gekozen voor actief grondbeleid.

Over de financiële gevolgen van het gevoerde beleid wordt jaarlijks gerapporteerd in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening. Daarin wordt uitvoeriger ingegaan op de financiële positie van het grondbedrijf, de projectmatige complexen (= lopende grondexploitaties) en de functionele complexen (complex verspreide bezittingen en complex nog uit te voeren werken). In de paragraaf grondbeleid van de begroting wordt vooruit gekeken op ontwikkelingen, die mogelijk gevolgen hebben voor de vermogenspositie van het grondbedrijf.

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De grondexploitaties zijn ingedeeld conform de voorschriften van het BBV. Er is een onderscheid gemaakt in:

Bouwgrond In Exploitatie (BIE);
Gronden die onder de rubriek Materieel Vast Actief (MVA) op de balans worden verantwoord, voorheen het Complex Overige gronden.
Bouwgrond in exploitatie (BIE) heeft in alle gevallen betrekking op grondexploitaties die zich (bijna) in de uitvoeringsfase bevinden. Onder BIE vallen gronden die in eigendom zijn van de gemeente en waarvoor door de gemeenteraad een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Het startpunt van BIE is het raadsbesluit van de vaststelling. Vanaf dat moment kunnen kosten worden geactiveerd en bijgeschreven op de voorraadpositie bij onderhanden werk (BIE) op de balans.

De gronden welke onder MVA worden geschaard zijn meestal in het verleden anticiperend of strategisch aangekocht. Er is voor deze (bouw)gronden (nog) geen grondexploitatie vastgesteld door de Raad.
Deze (bouw)gronden kunnen in de toekomst alsnog worden overgeheveld naar BIE.

De Raad stelt op grond van haar budgetrecht kredieten beschikbaar voor de uitvoering van de grondexploitatiebegroting. Deze kredieten regelen de financiering en dekking van de uitvoeringskosten en zijn bestemd voor aankopen, wegenaanleg, groenaanleg, riolering, enzovoort. Met de jaarlijkse vaststelling van de grondexploitatie autoriseert de gemeenteraad tevens de baten en lasten in de eerste jaarschijf van de grondexploitatie. De baten en lasten worden opgenomen in de gemeentelijke exploitatiebegroting.

Werklocaties en overige

De Regionale Afspraken Programmeren Bedrijventerreinen Twente uit 2023 vormen het uitgangspunt bij de fasering van de werklocaties. In de lopende grondexploitaties zijn de grondopbrengsten met betrekking tot de werklocaties gebaseerd op de uitgifte van ca 15 hectare in de komende 5 jaren. Vanaf Q3 2023 wordt Oosterweilanden fase 4 benoemd in de visie op Vriezenveen-Zuid. Hierbij is de gemeente afhankelijk van de grondverwerving en de toestemming van de provincie. 

Op de bedrijfslocaties is er met name aandacht voor de openbare inrichting en daarmee ook de afronding van de grondexploitaties. Almeloseweg en Garstelanden zijn in het geheel verkocht en ook de verkoop van Oosterweilanden fase 2 loopt gestaag.  

Woninglocaties

Vriezenveen-Noord

In 2023 heeft de gemeente 4 ha aangekocht voor de ontwikkeling van ca. 70-100 woningen. De verwachting is dat het komende jaar wordt gebruikt om verdere invulling aan het plan in dit gebied te geven.

Vriezenveen-Zuid

Als onderdeel van de gebiedsvisie Vriezenveen Zuid zijn er meerdere woningbouwlocaties aangewezen. Dit betreft de ontwikkeling van een reguliere woonwijk en is er ook plek voor een villapark op de gronden van het oude zwembad gebouw alsmede het naastgelegen voetbalveld voorzien. Daarnaast is er ook een plek aangewezen waar alternatieve woonvormen kunnen worden ontwikkeld

In 2023 is de gebiedsvisie Vriezenveen-Zuid vastgesteld en op meerdere percelen wvg (wet voorkeursrecht gemeenten) gevestigd. Een aaneengesloten deel van deze percelen is inmiddels verworven door de gemeente Twenterand met als doel om dit gebied zelf actief te ontwikkelen tot een woonwijk. Er zal gewerkt worden aan een verdere uitwerking van de ontwikkeling van dit gebied, waarbij het nog vast te stellen Masterplan Vriezenveen Zuid als basis zal dienen.  

 

Geactualiseerde exploitatieopzetten

Terug naar navigatie - Geactualiseerde exploitatieopzetten

Per 1 januari 2023 kende het Grondbedrijf 8 lopende grondexploitaties, waarvan 2 complexen volledig zijn verkocht maar nog wachten op het woonrijp maken van het laatste deel . Dat zijn ruimtelijke projecten, met bouwgrondproductie als hoofdmoot, waarvan de raad de  grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Deze door de raad vastgestelde grondexploitatiebegrotingen fungeren als financieel en inhoudelijk kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Tevens fungeert de grondexploitatiebegroting als een ‘voorspelling’ van de te verwachten kosten en opbrengsten en het begrote financiële eindresultaat.
Voor verlieslatende grondexploitaties dient een voorziening te worden getroffen ter dekking van het begrote tekort. Hiervan is op dit moment geen sprake.
Bij winstgevende grondexploitaties moet, na rato van de voortgang, geleidelijk winst worden genomen. Daarmee mag niet worden gewacht tot het moment waarbij het project (bijna) geheel is gerealiseerd.
De geactualiseerde geconsolideerde (samengevoegde) begroting van de 8 lopende grondexploitaties ziet er als volgt uit:

Complex Boekwaarde Reeds genomen winst nog te verwachten inkomsten nog te verwachten uitgaven Winstverwachting totaal
Woningbouw € -1.166.461  €1.595.277 € 6.915.881 € 5.022.856  € 3.059.486
Bedrijventerreinen € -1.162.053 € 1.532.726 € 6.994.221 € 5.237.246 € 2.919.029
Totaal € -2.328.514 € 3.128.003 € 13.910.103 € 10.260.102 € 5.978.515
           

De reserve grondbedrijf heeft een stand van € 843.224,=. Deze mag maximaal € 1 mln bedragen. Als de reserve meer bedraagt dan het maximum dan wordt het meerdere toegevoegd aan de ARR.
Voor het woonrijp maken van volledig afgewerkte complexen is nog een bedrag beschikbaar van € 198.472 in de voorziening.

 

Paragraaf Lokale Heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners van de gemeente Twenterand. Hierbij wordt met name ingegaan op de onroerendezaakbelasting (OZB), de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, de begraafrechten en de toeristen- en forensenbelasting.

Lokale Heffingen

Terug naar navigatie - Lokale Heffingen

Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de gemeenteraad vindt plaats in de laatste raadsvergadering van 2024.

De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (zoals OZB en hondenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt.

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten:

a. de geraamde inkomsten;
b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
d. een aanduiding van de lokale lastendruk;
e. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen

Terug naar navigatie - Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen
2023 2024 2025
Omschrijving Raming Realisatie Raming Raming
Afvalstoffenheffing € 2.551.634 € 2.602.622 € 2.515.114 € 2.499.132
Begraafplaatsrechten € 580.000 € 732.828 € 650.000 € 650.000
Forensenbelasting € 5.180 € 8.864 € 5.511 € 5.649
Leges burgerzaken € 435.190 € 423.088 € 482.819 € 536.394
Leges omgevingsvergunning € 852.017 € 971.606 € 906.492 € 929.154
OZB eigenaren woning € 5.723.135 € 5.732.511 € 5.834.690 € 5.947.695
OZB eigenaren niet-woning € 1.576.922 € 1.610.676 € 1.576.922 € 1.828.460
OZB gebruikers niet-woning € 1.281.086 € 1.345.692 € 1.281.086 € 1.586.708
Rioolheffing € 3.732.291 € 3.935.456 € 3.825.598 € 3.921.238
Toeristenbelasting € 76.620 € 76.627 € 79.601 € 80.841
€ 16.814.075 € 17.439.970 € 17.157.833 € 17.985.271

Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Terug naar navigatie - Beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Landelijk

Hervorming lokaal belastinggebied.
In het hoofdlijnenakkoord, zoals deze door de verschillende formerende partijen is gepresenteerd in mei 2024, zijn ook een aantal maatregelen opgenomen die betrekking hebben op lokale belastingen. Hieronder hebben we enkele maatregelen uitgelicht.

Planbatenheffing of vergelijkbaar systeem
Ten behoeve van de aanpak van de volkshuisvesting en woningnood wordt erop ingezet dat gemeenten een planbatenheffing kunnen gaan invoeren. De planbatenheffing ziet op een belasting voor onbebouwde grond met een woningfunctie. Hierbij wordt waarschijnlijk de bestemmingsplanwijziging belast voor de eigenaar, waarbij de gemeente een gemaximeerde mogelijkheid krijgt om hiertoe planbatenheffing te innen.
Hoewel de exacte kaders voor deze heffing nog niet bekend zijn, is een aandachtspunt dat gemeenten die een dergelijke planbatenheffing gaan invoeren moeten bekijken hoe de baten en toerekening van lasten van de grondexploitatie verloopt. 
De opbrengsten van deze heffing zijn beklemd en dienen volledig te worden aangewend voor de bereikbaarheid van de wijk en het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen.

Amendement Omtzigt
De Gemeentewet maakt voor de OZB onderscheid tussen woningen en niet-woningen. Eigenaren van woningen worden in de OZB-eigenarenheffing betrokken, de gebruikers van woningen betalen geen OZB en de eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen respectievelijk de OZB eigenaren niet-woning en gebruikersheffing niet-woning. Beide tarieven voor niet-woningen zijn hoger dan het eigenarentarief voor woningen. Sportvelden, dorpshuizen, sportkantines, dorps- en buurthuizen worden voor de OZB aangemerkt als niet-woning en worden dienovereenkomstig in de belastingheffing betrokken. Een aantal gemeenten compenseert buiten de belastingheffing om de OZB geheel of gedeeltelijk of overweegt dit te doen.
In het Belastingplan 2019 is het zogenaamde amendement Omtzigt opgenomen waardoor artikel 220f van de Gemeentewet per 1 januari 2019 is gewijzigd in die zin dat voor - nader door de gemeente te bepalen - sociaal behartigende instellingen niet de hoge niet-woning tarieven kunnen gelden, maar het woningtarief. In de OZB-verordening van een gemeente kan (het amendement biedt de mogelijkheid om dit te doen, het is niet verplicht) een bepaling opgenomen worden strekkende tot het toepassen van het woningtarief voor nader te bepalen onroerende zaken. De toelichting op het amendement en de wettekst zijn op onderdelen tegenstrijdig en niet duidelijk. Het GBTwente volgt samen met Twenterand de ontwikkelingen en zolang er geen duidelijkheid is, is het advies vooralsnog geen gebruik te maken van de wetswijziging. 

Op 30 november 2020 heeft minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomst van het gesprek met de VNG over de toepassing van artikel 220f Gemeentewet (amendement Omtzigt). De minister schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat deze wettelijke bepaling voor gemeenten niet toepasbaar is. Om de bedoeling van de bepaling wel mogelijk te maken kan onderzocht worden hoe de gedachte achter de wettelijke bepaling het beste uitgevoerd kan worden. De minister is bereid om dit onderzoek op te starten. Dit onderzoek kan leiden tot een aanpassing van artikel 220f Gemeentewet (of een alternatieve bepaling of instrument die het doel beter bereikt). De keuze hiertoe is voorbehouden aan een nieuw kabinet. Op 30 mei 2022 heeft minister Bruins Slot (BZK) in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat een lager ozb-tarief voor sportaccommodaties, dorpshuizen en andere sociaal belang behartigende instellingen moeilijk is te realiseren via een wettelijke regeling. Uit overleg met gemeenten is geconstateerd dat er bij deze fiscale mogelijkheid zwaarwegende praktische uitvoerings- en toepassingsvraagstukken spelen, met betrekking tot de afbakening, die niet eenvoudig op te lossen zijn. Daarom gaf de minister destijds opdracht tot een extern onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat geen van de onderzochte aanpassingen van/of alternatieven voor de regeling leidt tot een volledig bevredigende oplossing voor de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken. En dat gemeenten aangaven dat ze de regeling overbodig vinden, omdat ze al over voldoende instrumenten beschikken om te regelen wat artikel 220f lid 2 Gemeentewet mogelijk maakt. De minister van BZK heeft destijds in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat het onderwerp controversieel is verklaard. De Tweede Kamer is nu aan zet. 
Het GBTwente volgt de ontwikkelingen en zolang er geen duidelijkheid is, is het advies van het GBTwente om vooralsnog geen gebruik te maken van de wetswijziging.

Waterzorgheffing
Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte. Meer percelen kunnen in de heffing worden betrokken, want van de maatregelen in de publieke ruimte heeft iedereen profijt. De huidige verordening Rioolheffing (model VNG) dekt dan niet meer de lading 
Het schept een beeld van een belasting voor een buizenstelsel. Bij belastingplichtigen die daar niet op zijn aangesloten roept dat weerstand op. De gemeentelijke watertaken omvatten een breed palet. Zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater hebben een centrale plaats in de ordening van de publieke ruimte. Gemeenten moeten maatregelen nemen om wateroverlast en -schade te voorkomen. Denk aan het onderhoud van bermen en slootkanten om overtollig water af te voeren, zodat er over een droge weg kan worden gereden. Iedereen heeft daar profijt van. De VNG heeft hiervoor een nieuw modelverordening Riool- en Waterzorgheffing opgesteld. Bij invoering is een zorgvuldige communicatie en belangenafweging naar nieuwe belastingplichtigen van belang. Bijvoorbeeld cultuurgronden en natuurterreinen dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken.

Jurisprudentie Hoge Raad procesrecht Wet WOZ
Op 12 juli 2024 heeft de Hoge Raad beslist dat in belastingzaken het lagere tarief voor proceskosten voor rechtsbijstand in bezwaar (€ 310 per procespunt) buiten toepassing moet blijven vanwege mogelijk discriminerend onderscheid met andere bestuursrechtelijke zaken waarvoor het hogere tarief geldt (€ 624). 
Eerder dit jaar concludeerde advocaat-generaal mr. R.J. Koopman dat het lagere tarief goed onderbouwd is en geen motiverings- of zorgvuldigheidsfouten bevat. Koopman vindt dat belastingzaken echter vergelijkbaar zijn met andere bestuursrechtelijke zaken waarvoor het hogere tarief geldt, en dat er geen objectieve rechtvaardiging is voor het tariefverschil. De besluitgever (van het Besluit proceskosten bestuursrecht) heeft de werkelijke kosten in andere bestuursrechtelijke zaken niet voldoende onderzocht om dit tariefverschil te rechtvaardigen. Koopman concludeert dat het tariefverschil in strijd is met het discriminatieverbod.
De Hoge Raad volgt de conclusie van de advocaat-generaal in zoverre dat hij beslist dat in deze specifieke zaak bij gebrek aan informatie niet kan worden beoordeeld of de gemiddelde kosten van rechtsbijstand in de bezwaarfase in alle andere bestuursrechtelijke in relevante mate afwijken van de gemiddelde kosten daarvan in belastingzaken. Er kan dus niet beoordeeld worden of het tariefverschil in strijd is met het discriminatieverbod, maar dit valt niet uit te sluiten. De Hoge Raad acht het daarom aangewezen dat de verwijzingsrechter de regeling in zoverre buiten toepassing laat. In feite nodigt de Hoge Raad met zijn arrest de besluitgever van het Besluit proceskosten bestuursrecht uit om de gemiddelde kosten in andere bestuursrechtelijke zaken dan belastingzaken te onderzoeken. Als uit dit onderzoek een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor het tariefverschil blijkt, is het lagere tarief voor belastingzaken niet in strijd met het discriminatieverbod (en kan het weer worden toegepast). Inmiddels zijn de ministeries van Justitie en Veiligheid (besluitgever) en Financiën verzocht om zo spoedig mogelijk werk te maken van een dergelijk onderzoek.
We hebben daarom in 2024 te maken met de realiteit dat het lagere tarief buiten toepassing moet blijven in belastingzaken. Voor procedures waarbij in de bezwaarfase rechtsbijstand door een gemachtigde wordt/is verleend wordt door de VNG het volgende geadviseerd:
• Voor lopende bezwaarprocedures wordt geadviseerd deze aan te houden tot in ieder geval Prinsjesdag, als het Belastingplan 2025 wordt gepresenteerd en mogelijke reparaties worden voorgesteld. 
• Voor recent afgehandelde bezwaarprocedures waarvan de beroepstermijn nog niet is verstreken wordt geadviseerd de proceskostenvergoeding met spoed aan te vullen tot het hogere bedrag. Dit ter voorkoming van beroepsprocedures die alleen vanwege de hoogte van de proceskostenvergoeding worden ingesteld.
• Voor lopende beroepsprocedures die alleen zijn ingesteld vanwege de hoogte van de proceskostenvergoeding (bijvoorbeeld vanwege de eerdere conclusie van de advocaat-generaal) wordt geadviseerd de proceskostenvergoeding met spoed aan te vullen tot het hogere bedrag. Dit om ervoor te zorgen dat er geen belang meer is om verder te procederen.

Inmiddels i het Belastingplan 2025 gepresenteerd. Het Kabinet heeft voorgesteld om de factor van 0,25 uit artikel 30a van de Wet WOZ aan te passen naar 0,125. Dit wordt gezien als een reparatie die volgt op het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2024.

Door deze aanpassing van de factor komt de proceskostenvergoeding in WOZ-zaken weer op het niveau dat de wetgever voor ogen had per 1 januari 2024. Immers, gemeenten moeten in WOZ-zaken bij de berekening van de proceskostenvergoeding uitgaan van het hoge bedrag van € 624, maar omdat daar nu een lagere factor op los wordt gelaten blijft het bedrag onder aan de streep nagenoeg gelijk aan het niveau dat gold per 1 januari 2024.

Dit voorstel moet nog wel beoordeeld worden door Raad van State, Tweede Kamer en Eerste Kamer. Bij akkoord treedt de wijziging in werking per 1 januari 2025. Zonder overgangsrecht en dus met onmiddellijke werking. In komende maanden geeft de Raad van State advies en wordt het in de Tweede Kamer behandeld. De Eerste Kamer beslist ergens in december 2024.

Wetsvoorstel versterking waarborgfunctie Awb
De Wet versterking waarborgfunctie Awb is een wetsvoorstel dat beoogt de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan te passen. Het doel van deze aanpassing is om de overheid te stimuleren besluiten voor burgers begrijpelijker te maken, zich bij de uitvoering van taken meer in de burger te verplaatsen en zich minder formeel op te stellen. Kortom, het beoogt een meer empathische en toegankelijke benadering van de burger in procedures van besluitvorming en rechtsbescherming.  Twee onderdelen uit het wetsvoorstel springen er qua gevolgen uit nl.:
1. Volledige heroverweging bestreden besluit.
2. Verplichte afdoenings-overleg bij ieder bezwaar.
 
Dit betekent dat we in (WOZ)bezwaar niet alleen de aangedragen bezwaargronden moeten beoordelen maar altijd alle kenmerken en referenties kenbaar moeten heroverwegen. Daarbij moeten we altijd in overleg met belanghebbende en met mede-belanghebbenden zoals mede-eigenaren en (ver)huurders over de afhandeling van het bezwaar. Ook als het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. Dit zal meer capaciteit vragen.
De VNG staat achter dit doel maar vreest voor meer juridisering en plaatst vraagtekens bij de uitvoerbaarheid. Het wetsvoorstel bevat te veel open normen. Het gevaar bestaat dat rechters hierover duidelijkheid moeten geven, terwijl het maken van duidelijke en uitvoerbare wetgeving nu juist een taak van de wetgever is.  
Een aantal wijzigingen in het wetsvoorstel, zoals begrijpelijke motivering, de toepassing van het evenredigheidsbeginsel en passend contact, zijn ook nu al belangrijke noties voor gemeenten bij het nemen van besluiten en dienstverlening aan burgers en bedrijven. De rechtspraak versterkt de aandacht hiervoor. De VNG geeft er de voorkeur aan deze cultuurverandering te versterken in plaats van een vergaande formele juridische verankering. 
Verder wijst de VNG op de grote consequenties voor de huidige, van de Awb afwijkende, regimes in bijzondere wetten zoals de Invorderingswet (voor gemeentelijke belastingen) en de wetgeving in het fysiek domein. Bij gemeentelijke belastingen, zoals de OZB, zullen vooral de no-cure-no-paybureaus voordeel hebben van dit wetsvoorstel. In het fysiek domein wordt het moeilijker en tijdrovender om een besluit te kunnen nemen, bijvoorbeeld over woningbouw en stedelijke infrastructurele ontwikkelingen. De VNG wil daarom de afwijkende regimes gehandhaafd zien.
De VNG heeft het ministerie van BZK op 31 juli een consultatiereactie op het wetsvoorstel gestuurd.  

Tweejaarlijkse herwaardering Wet WOZ
De gemeenten Katwijk en Gouda hebben een motie ingediend bij de VNG om in nauwe samenspraak met de uitvoering, vertegenwoordigd door de LVLB (Landelijke Verenigingen voor Lokale Belastingen) en in afstemming met de betrokken ministeries op korte termijn een onderzoek te starten naar de mogelijkheden van een tweejaarlijkse 
herwaardering waarbij ook betrokken wordt wat de gevolgen zijn voor andere belastingen of instrumenten waarvoor de WOZ-waarde wordt benut. Op de ledenvergadering van de VNG is de motie met ruim 90% aangenomen. De VNG is druk bezig om uitwerking van deze motie op te pakken. Het idee is om eerst een onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheden en knelpunten van een tweejaarlijkse herwaardering en om het bredere gebruik van de WOZ-waarde goed in kaart te brengen. Voor ons als uitvoerders is het van groot belang om de gevolgen van het bredere gebruik voor onze gemeenten en samenwerkingsorganisaties, zoals bijvoorbeeld de daarmee gemoeide capaciteit en kosten in kaart te brengen. De VNG heeft het voornemen om een stuurgroep in te stellen met een vertegenwoordiging vanuit de LVLB. De directeur van GBTwente heeft zitting in het bestuur van deze landelijke vereniging en is vanuit de vereniging aangewezen als deelnemer in de VNG-stuurgroep. We volgen de ontwikkelingen op de voet.  

Lokaal

Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. 

Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief opgesomd in de wet.
Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De opbrengsten van de belastingen en overige heffingen worden in beginsel alleen aangepast aan de inflatiecorrectie. Deze bedraagt voor 2025 2,5%.
De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen). De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2025 in de gemeente Twenterand worden geheven zijn:

Ongebonden belastingen

Forensenbelasting
Op grond van artikel 223 van de Gemeentewet kunnen gemeenten forensenbelasting heffen. De forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Met de forensenbelasting kunnen gemeenten de kosten van bepaalde voorzieningen ook verhalen op mensen die niet in de gemeente wonen, maar wel gebruik maken van de voorziening. De forensenbelasting wordt door Nederlandse gemeenten alleen geheven van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning ter beschikking houden.

Toeristenbelasting
Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten Toeristenbelasting heffen voor overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
De doelstelling is hetzelfde als bij forensenbelasting, namelijk dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.

Onroerendezaakbelastingen
Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerendezaakbelastingen (OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting, er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.

De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie per 1 januari van het belastingjaar geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de verkoop van een huis, worden meegenomen in het volgende belastingjaar.

Belastingplichtige
- eigenaren van woningen;
- eigenaren van niet-woningen;
- gebruikers van niet-woningen.
Indien iemand zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, dan betaalt hij of zij beide belastingen.

Grondslag onroerendezaakbelastingen
De grondslag voor de berekening van de OZB is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Deze wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die met de begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief, om te voorkomen dat de OZB opbrengst daalt.

De tariefaanpassing op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Immers, een gemiddeld vastgoedobject volgt de ontwikkeling op de vastgoedmarkt.

Gebonden belastingen

Afvalstoffenheffing
De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is geregeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
Op basis van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling van afvalstoffen die afkomstig zijn van particuliere huishoudens. De inzameling van afval wordt sinds 2002 uitgevoerd door ROVA. De kosten van de inzameling en verwerking van afvalstoffen wordt betaald uit de afvalstoffenheffing.

Belastingplichtige
Inwoners zijn verplicht afvalstoffenheffing te betalen, ook als zij geen afval voor inzameling aanbieden. De heffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel waarvoor de gemeente een wettelijke plicht tot inzameling heeft en de inzamelverplichting ook nakomt.

Grondslag
De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. De gemeente Twenterand hanteert als grondslag een vast bedrag plus een opslag op basis van het aantal aanbiedingen.

Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld afval (€3.249.050). De kosten zitten vooral in het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval en de kosten voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing. Daarnaast begroten wij € 470.000 voor overheadkosten. Dit zijn kosten die worden gemaakt door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. 

Voor het vastrecht wordt voor 2025 een tarief voorgesteld van €120,84 (€ 115,22 in 2024). Voor de aanbiedingstarieven wordt een tarief voorgesteld van € 13,50 voor een 240 l. restafvalcontainer,  € 8,15 voor een 140 l. restafvalcontainer. Deze variabele tarieven zijn niet verhoogd ten opzichte van voorgaand jaar.

Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen
Afvalstoffenheffing Lasten taakveld Overhead BTW Totale lasten Heffing Overige baten Totale baten Kosten dekkendheid
7.3 Afval 2.310.362 470.000 468.688 3.249.050 2.507.050 822.000 3.329.050 102,46%
6.3 Inkomensregelingen 80.000 80.000 -2,46%
Totaal 2.390.362 470.000 468.688 3.329.050 2.507.050 822.000 3.329.050 100,00%

Leges en rechten

Terug naar navigatie - Leges en rechten

Leges

De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt in principe verhaald op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.
Op grond van artikel 229b van de Gemeentewet mag de legesverordening als geheel bezien maximaal kostendekkend zijn. Niet elke post zal dus afzonderlijk op zijn kostendekkendheid worden beoordeeld. Dit laatste zou ook moeilijk realiseerbaar zijn gezien het feit dat de kosten voor de individuele diensten moeilijk zijn te bepalen. Dat neemt niet weg dat een gemeente wel een kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten mag nastreven, als de gemeente in dit opzicht maar een consequente lijn volgt.

Begraafrechten

Terug naar navigatie - Begraafrechten

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de verordening begraafrechten zijn opgenomen.
In totaal verwachten we het komende jaar € 693.561 aan kosten te maken om onze zorgplichten na te komen. De totale baten voor 2025 zijn € 693.561. 

Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen
Begraafrechten Lasten taakveld Overhead Mutatie reserves Totale lasten Heffing Overige baten Totale baten Kostendekkendheid
7.5 Begraafplaatsen en crematoria 428.561 265.000 693.561 650.000 43.561 693.561 100,00%
Totaal 428.561 265.000 - 693.561 650.000 43.561 693.561 100,00%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel.

Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing (bestemming is watertaken), er staan geen aanwijsbare tegenprestaties tegenover. De gemeente Twenterand hanteert één rioolheffing voor alle watertaken.

Elke gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. In een GRP wordt meerjarig inzicht gegeven in de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding van het gemeentelijk rioolstelsel. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de rioolheffing verhaald op de gebruikers van woningen en niet-woningen. 

Verwachte kosten
In totaal verwachten we het komende jaar € 3.942.658 aan kosten te maken om deze zorgplichten na te komen. Om deze kosten transparant te maken splitsen wij eerst uit op welke taakvelden wij deze kosten zullen maken. Vervolgens gaan wij in op de herkomst van de middelen voor het financieren van deze taken.

Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld riolering (€ 3.627.968). De kosten zitten vooral in daadwerkelijk nakomen van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater en in de kosten voor heffing en invordering van de rioolheffing. Door machinaal te vegen worden onze straten gereinigd en wordt voorkomen dat het riool dichtslibt en bovenmatig slijt door (veeg)zand. De kosten van het vegen worden daarom deels (60% : € 49.698,- ) ten laste van het riool gebracht. 
Daarnaast begroten wij € 762.479 voor het taakveld overhead. Dit zijn kosten die wij maken door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Aan de raad wordt voorgesteld om het tarief voor rioolrechten voor 2025 te verhogen met 2,5% tot € 285,72 (was € 278,76).

Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen
Rioolheffing Lasten taakveld Overhead BTW Totale lasten Heffing Overige baten Totale baten Kosten dekkendheid
7.2 Riolering 1.787.709 762.479 1.077.780 3.627.968 3.921.238 20.270 3.941.508 108,64%
0.8 Overige baten en lasten - 1.150 1.150 0,03%
2.1 Verkeer en vervoer 49.698 49.698 - -1,37%
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 93.355 19.605 112.960 - -3,11%
6.3 Inkomensregelingen 152.032 152.032 - -4,19%
Totaal 2.082.794 762.479 1.097.385 3.942.658 3.921.238 21.420 3.942.658 100,00%

Woonlastenontwikkeling

Terug naar navigatie - Woonlastenontwikkeling

De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.

Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB, afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot een aanpassing van de woonlasten.

Onderstaand treft u een overzicht aan van de lastendruk van een inwoner van onze gemeente die in het
kader van de afvalstoffenheffing in 2025 1 restcontainer van 240 liter in gebruik heeft, welke 6 keer
geleegd wordt. De bedragen in onderstaand overzicht zijn bedragen per maand.
Eigen woning: € 203.000 2024 2025 2026 2027 2028
Afvalstoffenheffing, vast deel € 9,60 € 10,07 € 10,54 € 10,97 € 11,42
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 23,23 € 23,81 € 24,40 € 25,01 € 25,64
OZB € 21,47 € 20,92 € 21,33 € 21,75 € 22,25
Totaal lastendruk € 61,06 € 61,55 € 63,02 € 64,48 € 66,06
Eigen woning: € 240.000 2024 2025 2026 2027 2028
Afvalstoffenheffing € 9,60 € 10,07 € 10,54 € 10,97 € 11,42
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 23,23 € 23,81 € 24,40 € 25,01 € 25,64
OZB € 25,39 € 24,75 € 25,25 € 25,75 € 26,25
Totaal lastendruk € 64,97 € 65,38 € 66,94 € 68,48 € 70,06
Eigen woning: € 386.500 2024 2025 2026 2027 2028
Afvalstoffenheffing € 9,60 € 10,07 € 10,54 € 10,97 € 11,42
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 23,23 € 23,81 € 24,40 € 25,01 € 25,64
OZB € 40,89 € 39,92 € 40,67 € 41,50 € 42,33
Totaal lastendruk € 80,47 € 80,55 € 82,36 € 84,23 € 86,14
Huurwoning: 2024 2025 2026 2027 2028
Afvalstoffenheffing € 9,60 € 10,07 € 10,54 € 10,97 € 11,42
Afvalstoffenheffing, variabel deel € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75 € 6,75
Rioolheffing € 23,23 € 23,81 € 24,40 € 25,01 € 25,64
Totaal lastendruk € 39,58 € 40,63 € 41,69 € 42,73 € 43,81

Kwijtscheldingsmogelijkheden

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsmogelijkheden

De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzen gemaakt:

- Voor de ozb (voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen), riool- en voor de afvalstoffenheffing is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen;
- Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend en ook geen kwijtschelding rioolheffing bij een grondslag > 500m3
- Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm;
- Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren;
- Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en;
- Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.