Twents model

 

Het jaar 2019 heeft in het teken gestaan van de implementatie van het Twents Model. Middels dit nieuwe toeleidingsmodel staat niet het aanbod van de zorgaanbieder centraal maar de behoefte aan ondersteuning van de inwoner. Door dit nieuwe model wordt meer dan voorheen het gesprek gevoerd over het te behalen resultaat. Halverwege het jaar zijn implementatieknelpunten in kaart gebracht en aangepakt. Tevens zijn de vraagstukken voor verdere verduidelijking en doorontwikkeling van het model in kaart gebracht.
Gelijktijdig met de implementatie van het Twents Model zijn de oude Wmo zorgvormen omgezet middels een herindicatie. Deze herindicatie is soepel en naar tevredenheid van inwoners en gemeenten verlopen. De herindicatie voor de jeugdhulp is via de aanbieders verlopen en is najaar 2019 afgerond.
Transformatie vindt naast lokaal ook plaats op Twents niveau. Er zijn landelijke middelen verkregen voor onze jeugdhulpregio Twente. Dit maakte het mogelijk dat gemeenten, aanbieders, maatschappelijke organisaties en onderwijs zich nu gezamenlijk inzetten aan zogeheten ontwikkeltafels. Deze ontwikkeltafels hebben de doelstellingen dat de jeugd in zijn eigen omgeving opgroeit, veilig opgroeit en opgroeit tot volwassen met perspectief op een goed leven. Doelen die welzijnsredenen en daarmee ook financiële redenen, gunstig zijn om na te streven. Het samenwerken aan deze vraagstukken resulteert in voorstellen zoals een ketenmonitor, jeugdbeschermingstafel, betere samenwerking op zorg intensieve scholen en de versterking van interprofessionele samenwerking. In 2020 komen deze voorstellen terug.

Financiën sociaal domein

 


Ter uitvoering van het beleid om onze inwoners adequate zorg en ondersteuning te bieden is er in 2019 helaas nog steeds sprake geweest van stijging van uitgaven en tekorten ten opzichte van de rijksbijdrage. Zoals bekend waren er in de mei-circulaire tijdelijk voor 3 jaar (2019-2021) middelen aan de gemeente(n) toegezegd en zijn er middelen uit de integratieuitkering beschikbaar gekomen in 2019, maar de structurele oplossing, zoals verhoging van het macrobudget is nog niet in zicht, maar in onderzoek.

We werken hard aan Transformatie om ook de hoogte van de kosten te beïnvloeden. Effecten zijn zichtbaar en ook het resultaat gericht werken in combinatie met kostenbewustzijn bij onze toegang en kernteams leveren ons inziens een positieve bijdrage hieraan. Toch blijft ook de beïnvloedbaarheid helaas beperkt. Wij blijven voortvarend bezig (o.a. door verwijsstromen-interventies en voorliggende oplossingen) om het tij te keren. Zie voor een opsomming van onze initiatieven de eerste stand van zaken nieuwsbrief sociaal domein in 2019.
Inmiddels zijn de financiële uitkomsten van de jaarrekening bekend en wij zien vergeleken met de aangepaste begroting (wegens de Berap) een positief saldo van € 750.000 op de nieuwe taken (2D) Dit geeft ons goede moed om verder te werken aan interventies en vernieuwing. Dit blijft nodig want er blijven ook kosteneffecten en risico’s vanwege het open einde karakter (o.a. stijging van kosten beschikbaarheidsvoorzieningen), effecten van aanbestedingen en regelgeving (zoals CAO-effecten en uitspraken rechtbanken).


De duiding van deze meevaller is dit jaar niet eenvoudig. Doordat is overgegaan naar het Twents model is een vergelijking op productenniveau tussen de jaren niet meer goed mogelijk. Vergeleken met onze prognose zijn er meevallers zowel bij Wmo als jeugd. Er is niet één specifiek onderdeel aan te wijzen. In de breedte zien wij lagere kosten. Hierbij is er minder volume-gebruik dan verwacht (het niet volledig gebruik van de indicatie, ook wel verzilvering geheten) bij jeugd en de nieuwe taken Wmo. Dit wordt door informatie van aanbieders bevestigd, maar is nog niet goed te duiden waarom dit zo is. Factor van belang is dat er sprake is geweest van minder klanten bij de Wmo begeleiding. Ook de herindicaties Wmo (meer inzet voorliggend veld) achten wij van invloed in combinatie met het eerder genoemde kostenbewustzijn bij onze toegang. Inzake jeugd is er wel toename van aantal klanten geweest, maar ook daarnaast is er minder verzilvering. Er is een daling in PGB naar zorg in natura (vooral bij Wmo), daar aanbieders nu gecontracteerd zijn. Inzake eigen bijdragen Wmo verwachten wij nog wel effecten daar er wegens landelijke problemen stagnatie is in de inning. Dit betreft het laatste kwartaal 2019 en daarna (2020). Het tekort huishoudelijke ondersteuning (door o.a. CAO-ontwikkelingen) sluit aan bij de verwachtingen, terwijl wij hier wel een volumegroei in aantallen signaleren. Het voordeel wordt in de reserve sociaal domein gestort die hierdoor op niveau blijft. Dit blijft nodig gezien de onzekerheden, zowel in rijksinkomsten, als uitgaven (het blijft een open einde regeling, de vergrijzing komt en tevens verkeren (boven)regionale (jeugdhulp)instellingen in zwaar weer, waar vanuit OZJT nu op ingezoomd wordt. Tenslotte zijn er nieuwe plannen van het rijk inzake wettelijke verankering reële tarieven jeugdhulp.