Omschrijving

Ontwikkelingen financiën sociaal domein

Zoals al gemeld in de begroting en Berap 2023 zijn er vele ontwikkelingen met een (mogelijk) financieel effect binnen het sociaal domein. Er wordt zo scherp mogelijk geraamd maar risico’s blijven er altijd. In brede zin blijft er in het sociaal domein sprake van openeinderegelingen, gedurende het jaar kunnen er uitgaven bijkomen die nu nog niet konden worden voorzien, bijvoorbeeld vanwege onvoorziene omstandigheden. Als voorbeeld noemen wij effecten rond reëel tarieven en zorgaanbieders in financiële nood. Daarbij speelt bij Wmo ook de vergrijzing waarbij de zorgvraag (zoals hulpmiddelen, huishoudelijke ondersteuning, vervoer en begeleiding aan huis) bij gemeenten toeneemt. We zagen al extra druk op de voorzieningen (met name Huishoudelijke ondersteuning) met daarmee ook duidelijke druk op onze toegang. In 2023 speelden ook inkooptrajecten, zoals bijv. het doelgroepenvervoer. Dit kan kosteneffecten tot gevolg hebben, hierbij geldt ook de gestegen inflatie, loonkostenstijgingen en grondstofprijzen waarmee rekening dient te worden gehouden. In deze verantwoording merkt u dat deze variabelen zich in meer en mindere mate hebben voorgedaan.

Ondanks kostenstijgingen blijven wij ons inspannen om ook verder te transformeren en te besparen. De inzet van onze lokale acties werpt vruchten af, zowel bij jeugd (POH, CEV) – hierover is een aparte rapportage verschenen – en bij de Wmo: de was- en strijkservice (zie elders binnen deze doelenboom) maar ook wordt er ingezet op nog sterkere sturing op herverstrekking van hulpmiddelen in het depot i.p.v. nieuw aan te schaffen.

Er waren in 2023 de nodige ontwikkelingen met (toekomstige) impact op programma Sociaal. Te denken valt bijvoorbeeld aan de aanbestedingen op het gebied van Jeugd, Wmo en vervoer en de uitkomsten van het onderzoek naar reële tarieven voor Jeugd en Wmo. Binnen de doelenboom jeugd is ingegaan op de beleidsontwikkelingen jeugd. In deze paragraaf gaan wij nader in op de ontwikkeling Wmo.

Binnen de Wmo gaan wij in op een viertal inkooptrajecten. Allereerst is in 2023 gewerkt aan de aanbesteding Wmo (begeleiding/dagbesteding), die moet ingaan in 2025. Dit proces ligt op koers.

Ten tweede is in 2023 met 12 gemeenten de inkoop Huishoudelijke Ondersteuning afgerond. Vanaf 1 januari 2024 zijn bestaande en nieuwe zorgaanbieders gecontracteerd die huishoudelijke ondersteuning leveren. In de gemeente Twenterand worden in totaal 10 zorgaanbieders gecontracteerd om de komende 5 jaar huishoudelijke ondersteuning te bieden via de Wmo. Het betreft een mix van bestaande en nieuwe aanbieders.

Ten derde heeft de Inkoop Vervoer plaatsgevonden. De in 2017 regionaal afgesloten overeenkomsten voor maatwerkvervoer (incidenteel Wmo-vervoer, Wmo-dagbestedingsvervoer, leerlingenvervoer en jeugdwetvervoer) liepen op 30 juni 2023 af en zijn in 2022 en 2023 opnieuw regionaal Europees aanbesteed. Rondom de gunning van dit vervoer ontstonden echter enkele slepende juridische procedures, welke in juli 2023 noodgedwongen leidden tot een tijdelijk tussentijds contract met Taxi Baan (van 1 augustus 2023 tot 1 augustus 2024) ten behoeve van continuïteit en zekerheid van het vervoer. Hoewel deze noodmaatregel leidde tot verhoogde tarieven (+15%), bleek deze keuze achteraf de juiste. Willemsen de Koning, de eerste gegunde vervoerder, won in juli jl. haar spoedappèl waardoor we na 1 augustus 2024 en de jaren daarna kunnen rekenen op meer gunstigere inkooptarieven zodat financieel nadelige wijzigingen in het nieuwe contract (leerlingenvervoer) gecompenseerd kan worden. Tenslotte wordt gewerkt aan een goede overgang van de oude naar de nieuwe vervoerder medio 2024.

Als vierde en laatste traject gaan wij in op de inkoop trapliften. Per 1 januari 2023 ging tevens het nieuwe contract van de trapliften Wmo in. Ingevolge een in 2022 uitgevoerde nieuwe regionale Europese aanbesteding kon het contract tegen gunstige tarieven met de oude leverancier Handicare worden voortgezet.

Financiële hoofdlijnen Sociaal Domein

In deze paragraaf worden de belangrijkste financiële hoofdlijnen in het sociaal domein over 2023 geschetst.

Sociale Zaken

Allereerst is het zo dat er sprake is van een voordeel van €1.000.000 op Algemene Bijstand. Dit voordeel wordt verklaard door een lager aantal personen in de algemene bijstand t.o.v. waar oorspronkelijk op begroot was en een toename van uitstroom in de IOAW en IOAZ, meer uitstroom naar werk en een hoger BUIG-budget dan dat begroot was. Het Participatiebudget laat ten opzichte van de BERAP een voordelig saldo zien van €95.000 over 2023. Ook dit wordt veroorzaakt door een lager volume dan waarop begroot was. 

Wmo

Huishoudelijke ondersteuning laat een nadelig saldo zien van € 420.000 ten opzichte van de begroting. Dit verschil wordt verklaard door dat er abusievelijk bij de prognose een bedrag aan toegerekende lasten is meegenomen. Wmo voorzieningen laat een voordelig saldo zien van € 180.000. Dit voordelig saldo wordt verklaard doordat er een nieuwe verordening is en er sterker wordt ingezet op contractmanagement (o.a. voorraadbeheer in het magazijn, welke hulpmiddelen opnieuw kunnen worden uitgegeven i.p.v. nieuw aanschaffen etc.). Het saldo van Wmo-begeleiding komt conform begroting uit (neutraal), dit is inclusief het financiële effect van de reële tarieven. Zonder dit effect zou er sprake zijn geweest van een voordelig saldo van € 180.000,- voor Wmo-begeleiding. De eerdere trend in toename van het volume op het gebied van Wmo-begeleiding, heeft zich gedurende het jaar niet verder doorgezet. PGB Wmo laat een voordelig saldo zien van € 240.000. Dit voordelig saldo wordt verklaard door een lager aantal cliënten t.o.v. waarop begroot is en een lagere uitputting uit het uitvoeringsbudget dan oorspronkelijk begroot was. Waar van toepassing worden de saldi van Wmo verrekenend met de reserve sociaal domein. Per saldo komt Wmo onder aan de streep voor deze belangrijkste posten binnen de Wmo neutraal uit.

Jeugd

Allereerst is er een voordeel zichtbaar van € 250.000 voor Jeugdbescherming. Dit wordt verklaard door het Woonplaatsbeginsel; Twenterand is voor minder jeugdigen met Jeugdbescherming verantwoordelijk geworden (circa 50 jeugdigen minder), wat zich heeft door vertaald naar minder uitgaven aan zorg, vervoers- en verblijfskosten. Op het gebied van Jeugd is voor Maatwerkdienstverlening 18- sprake van een nadelig saldo van € 180.000*. Dit is inclusief de financiële effecten van de reële tarieven (circa € 300.000). Waar van toepassing worden de saldi van Jeugd verrekend met de reserve sociaal domein. Het saldo van Jeugd komt daarmee op de belangrijkste posten uit op € 70.000* (voordelig).

Vervoer

Leerlingenvervoer kent een nadelig saldo van € 330.000. Het negatieve saldo heeft zich gedurende het jaar verder ontwikkeld als gevolg van verschillende ontwikkelingen, waaronder dat het aantal inwoners met leerlingenvervoer de laatste jaren is toegenomen. Derhalve neemt de noodzaak toe om verder in te zetten en de reeds ingezette lijn m.b.t. persoonlijke vervoersplannen te intensiveren. Daarnaast is het zo dat een toename van inzet van duurder crisis- en solo-vervoer (maatwerkvervoer) - als gevolg van meer situaties die hierom vroegen – van invloed is geweest op de toename van de uitgaven voor leerlingenvervoer. Dit in aanvulling op dat in de berap al een negatief saldo zichtbaar was t.o.v. de begroting
Tenslotte laat Jeugdwet-vervoer een voordeel van € 55.000 zien, terwijl dagbestedingsvervoer Wmo een negatief saldo laat zien van € 30.000.