Wmo onderdelen dagbesteding, kortdurend verblijf en begeleiding  zijn gezamenlijk ingekocht via het Twents Inkoop Model (TOM).  Via dit toeleidingsmodel staat niet het aanbod van de zorgaanbieder maar de behoefte aan ondersteuning van de  inwoner centraal. Door dit model wordt meer dan voorheen het gesprek gevoerd over de te behalen resultaten. Na oplossing van de implementatieknelpunten, is er in 2021 gewerkt aan doorontwikkeling van het model. Denk hierbij aan een onderzoek naar outputfinanciering danwel verbreding naar bijvoorbeeld H.O (huishoudelijke ondersteuning). Ondertussen is de toegang tot het Twents  Inkoopmodel nader aangescherpt aan de poort (barrièremodel) en wordt tezamen met het domein jeugd regionaal gekeken naar het gewenste Zorglandschap 2030 (zie doelenboom jeugd). Tenslotte blijft ook in Twente het terugdringen van administratieve lasten een belangrijk punt binnen de decentralisaties sociaal domein.

In 2021 is de huidige inkoop via TOM verlengd tot 1-1-2025. In 2022 zal de vraag moeten worden beantwoord of we de Wmo onderdelen vanaf 2025 ook weer via het Twents Model willen inkopen. 

Huishoudelijke ondersteuning: 

Bij de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning (HO) is al enkele jaren sprake van oplopende kosten.  Dit komt met name door de vergrijzing, de invoering van het abonnementstarief (voor iedereen dezelfde eigen bijdrage ongeacht het inkomen) en de herijking van de tarieven.  Op grond van de Wmo 2015,  het Uitvoeringsbesluit Wmo en contractuele verplichtingen zijn gemeenten verplicht een reele kostprijs te betalen aan zorgaanbieders. De uitkomst van de actualisatie heeft geleid tot nieuwe tarieven per 1 januari 2021 met een procentuele stijging van het uurtarief met 4,17 %.  Voor Huishoudelijke Hulp (hierna HH) is over 2021 sprake van een beperkte afwijking van de kosten over 2021. Dit komt door incidentele meevallers, zoals dat er sprake was van dat er minder facturen binnen zijn gekomen over 2020 en 2021 (overloop van 2020 en 2021) dan waar rekening mee werd gehouden (€ 175.000), en daarnaast vallen de kosten voor de huishoudelijke ondersteuning (€50.000,-) en de uitvoeringskosten (€ 40.000,- ) lager uit. Bij de berap 2021 werd voor huishoudelijke ondersteuning nog rekening gehouden met een verwacht tekort van € 475.000,- (te dekken uit de reserve sociaal domein), maar we komen nu uit op € 200.000,- tekort ten opzichte van de primaire begroting (dus € 275.000,- lager dan de Berap).  Bezien wordt of dit een structureel effect is. Consequentie is dat nu minder middelen uit de reserve onttrokken hoeven te worden dan verwacht. Wel is het zo dat ten opzichte van 2020 in 2021 het aantal cliënten met huishoudelijke ondersteuning met 101 cliënten is toegenomen.  Een manier om grip op de kostenstijging  te houden en de HO toekomstbestendig te maken is om de  was- en strijktaken die onderdeel uit maken van de module wasverzorging , één van de taken binnen HO, uit de maatwerkvoorziening te halen en deze aan te bieden als algemene voorziening via een was- en strijkservice. Deze voorziening is medio 2022 operationeel. In de programmabegroting 2022 is opgenomen dat hiermee een besparing van € 50.000 structureel wordt gerealiseerd.