Financiële ontwikkelingen Sociaal Domein
Omschrijving
In elke kadernota en begroting gaan wij in op de financiële ontwikkelingen sociaal domein. Deze keer is de lijn van het nieuwe voorliggende collegeprogramma het vertrekpunt.
Vanuit het collegeprogramma is er de behoefte om met lef scherp aan de wind te varen om Twenterand financieel gezonder te krijgen. De opdracht uit het collegeprogramma is daarom verkend of op basis van de afgelopen jaarrekening onderschrijdingen hebben plaatsgevonden binnen de openeinde-regelingen. In de kadernota zijn de bevindingen gepresenteerd. In deze begroting is daarom - als besluit uit de Kadernota - verwerkt om € 900.000,- structureel af te ramen (dus lager begroten) op jeugdhulp, op basis van de jaarrekeninguitkomst. Voor de overige openeinderegelingen is op basis van de jaarrekening dit niet verantwoord gebleken tijdens de kadernota.
Een belangrijke verklaring – naast het nemen van meer risico - is dat het (voordeel van het) woonplaatsbeginsel structureel doorwerkt in onze begroting en dat onze interventies in het voorliggend veld en preventie succesvol zijn (denk aan POH jeugd, de consulent externe verwijzers, gezinswerk). Ondanks dat het Rijk ons inziens te weinig bijdraagt, is het in Twenterand financieel rustig binnen het sociaal domein. Er wordt vanuit een strakke koers met bevordering van zelfredzaamheid en eigen kracht) doorgewerkt aan de transformatie en het positieve beeld over het sociaal domein. De aandacht voor de kwetsbaren (bijvoorbeeld in het minimabeleid/energiecrisis) willen we graag bestendigen de komende jaren.
Voorts is - na vaststelling van de kadernota - naar aanleiding van de analyses rond de Berap 2023 er een verdere bijstelling van ramingen mogelijk op het budget PGB van € 155.000 (V). Door minder volumes is er onderuitputting aan de orde. Relevant is echter wel te melden dat er onlangs een bezuiniging op de PGB-tarieven is ingezet (opdracht van de Raad uit de begroting 2023 om minimumloon te hanteren), die door recente uitspraken van de Centrale Raad van Beroep niet meer is toegestaan en het besluit in de verordening zal moeten worden teruggedraaid. In de Berap gaven wij hier al een aankondiging over. Het financieel nadelig effect voor 2024 is echter zeer beperkt door lopende verplichtingen. De uitspraken worden nu ook landelijk nader geduid (o.a. door VNG) en wanneer er meer duidelijkheid is zal bepaald kunnen worden wat dit juridisch en financieel betekent.
Ten tweede wordt ook het budget van de gemeentepolis aangepast met €60.000 (V). Dit is geen bezuiniging, want als coalitie houden wij een warm kloppend hart voor de minima, maar een aanpassing wegens minder afname (volume). Mocht in de toekomst blijken dat meer middelen wederom nodig zijn (het blijft een open einde regeling) dan zullen wij hiertoe weer voorstellen doen, want wij zijn overtuigd van de meerwaarde van deze zorgverzekering.
Ten derde is een doorrekening gemaakt van de nieuwe aanbesteding doelgroepenvervoer. In navolging van de Berap (zie de toelichting en aankondiging aldaar) is berekend dat met de huidige volumes en tarieven en rekening houdend met de overgangsperiode de verwachting is dat de uitkomst van de aanbesteding per saldo voor leerlingenvervoer en OMD structurele voordelige effecten zullen gaan hebben. Voor 2024 is dit saldo van 75.000 (V) verwerkt in deze begroting.
Ten vierde is er nu ook een nadere financiële duiding mogelijk voor het onderwerp "reële tarieven Wmo en jeugd". We zijn wettelijk verplicht te toetsen of tarieven voldoen (zie de toelichting bij doelenboom jeugd, ook in de Berap 2023). De voorlopige beelden zijn dat we inderdaad hogere tarieven moeten toepassen en dit levert forse meerkosten op voor 2024. Voor jeugd is € 340K (N) en voor Wmo € 750K (N). Regionale afronding van dit onderzoek tarieven en besluitvorming moet nog plaatsvinden, maar omdat we als college realistisch willen begroten, willen wij deze meerkosten toch vast als stelpost meenemen in de begroting 2024 e.v. Van andere effecten zoals genoemd in de Berap (aanbieders in nood, sterke stijging van de tarieven JB-JR en de gevolgen van de afbouw van de jeugdzorgplus naar kleinschaligheid) is de omvang nog niet bekend en daarom zijn deze nog niet meegenomen.
De consequenties van ramen met meer risico's spreken voor zich maar zijn wel goed om te vermelden, mede binnen de context dat binnen het sociaal domein er diverse openeinderegelingen blijven. Scherper ramen betekent meer kans op overschrijdingen en kans op meer instabiliteit in de financiële uitkomsten. Mochten er dus omstandigheden zich voordoen (in bijvoorbeeld volume, zorgkostenzwaarte, tarieven, inflatie/CAO stijgingen boven onze ramingen, nieuwe inkooprondes of in ontwikkelingen die niet (meer) in de begroting passen, dan geldt zullen we hierop terugkomen en betekent dit een algemene opgave in onze begroting en wordt er net als bij tegenvallers op de andere domeinen de algemene risico reserve (ARR) het instrument om dit op te vangen. Immers scherp ramen en het reservebeleid zijn onvoorwaardelijk aan elkaar verbonden.
Transformatie blijft nodig!
De opgaven in het sociaal domein blijven groot en daarom willen wij ook pro actief blijven investeren en inspelen op versterking van het voorliggend veld en de komende majeure ontwikkelingen zoals de hervormingsagenda jeugd, het scenario kind en gezinsbescherming, de opgave ombouw zware woonzorgvoorzieningen voor jeugdhulp (o.a. 3 milieuvoorzieningen) en decentralisatie beschermd wonen. Voor alle relevante ontwikkelingen verwijzen wij naar de andere teksten in deze kadernota en de Integrale Beleidsnota Sociaal Domein (IBN).