Meerjarenraming 2025-2027

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Ter voldoening aan het gestelde in de Gemeentewet en in hoofdstuk III van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten leggen wij aan u de meerjarenramingen 2025 t/m 2027 voor. De meerjarenraming bevat een raming van de financiële gevolgen voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar, waaronder de baten en lasten van het bestaande en nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. De toelichting op de meerjarenraming bevat tenminste de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en een toelichting op belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de meerjarenraming van het vorige begrotingsjaar. Door onder andere hiermee rekening te houden kan de meerjarenbegroting uitwijzen of de doelstelling van een sluitende begroting op termijn wordt gerealiseerd.

Uitgangspunten meerjarenraming

Terug naar navigatie - Uitgangspunten meerjarenraming

De begroting 2024 als basis:

De meerjarenramingen zijn opgesteld met als uitgangspunt voor inflatiestijging kosten derden:  2,50% voor 2025, 2% voor 2026 en 2% voor 2027.

Voor subsidies is een stijging meegenomen van 3,7% voor 2025, 3,4 % voor 2026 en 3,40% voor 2027.
Voor uitgaven sociaal domein is voor 2025 t/m 2027 jaarlijks een stijging meegenomen van 4%.
Voor salarissen is een stijging meegenomen van 4,10% voor 2025, 3,9 % voor 2026 en 3,90% voor 2027 (inclusief periodieke verhogingen).De in de meerjarenbegroting opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de circulaire van mei 2023. Bij de berekening van de Algemene uitkering is geen rekening gehouden met volumegroei voor inwoners. Ten aanzien van de opbrengst onroerende zaakbelasting is er geen verdere stijging meegenomen in de meerjarenraming.
De mutaties op de reserves en voorzieningen zijn verwerkt.


Algemene uitkering gemeentefonds

Voor de ontwikkeling van het gemeentefonds zijn vooral de volgende punten van belang;

- De ontwikkeling van het aantal decentralisatie-uitkeringen en integratie-uitkeringen naast de algemene uitkering;

- De gevolgen van de ontwikkelingen van het accres, rekening houdend met de ontwikkelingen die genoemd zijn in de meicirculaire 2023;
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de  ontwikkeling van het accres. In de meicirculaire 2023 is een nieuwe accresraming opgenomen voor het jaar 2023 en verder. Op basis van de keuzen uit het coalitieakkoord en aanvullende afspraken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is het accres voor de jaren tot en met 2025 gesplitst in een vaststaand volumedeel en een loon- en prijsdeel dat per circulaire bijgesteld wordt op basis van de laatste inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) over de loon- en prijsontwikkeling. In de meicirculaire 2023 is de loon- en prijstranche van 2023 vastgezet.
In het coalitieakkoord is besloten om het accres vanaf 2026 niet langer te koppelen aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Voor 2026 en verder is het accres gesplitst in een vaststaand volumedeel en een loon- en prijsdeel dat per circulaire wordt geactualiseerd op basis van de laatste inzichten van het CPB over de loon- en prijsontwikkeling.
Het kabinet heeft, als uitwerking van het coalitieakkoord, besloten dat het gemeentefonds vanaf 2027 geïndexeerd wordt op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Uitgangspunt is dat het gemeentefonds meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bbp volgen. De volumeontwikkeling van het gemeentefonds wordt gebaseerd op een historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp, waardoor het fond minder schommelt. 

- Financieringssystematiek medeoverheden
In het coalitieakkoord heeft het kabinet een nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden aangekondigd met als doel een stabiele(re) financiering en meer autonomie voor medeoverheden. In de Miljoenennota 2023 heeft het kabinet aanvullend eenmalig € 1 miljard voor gemeenten beschikbaar gesteld voor 2026, vooruitlopend op de nieuwe financieringssystematiek. Dit bedrag komt vanaf 2027 structureel beschikbaar.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat bij het uitwerken van een nieuwe  financieringssystematiek, de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Op gemeentelijk niveau wordt in samenspraak met de VNG bezien welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot modernisering en uitbreiding van het belastinggebied.

- BTW-compensatie fonds (BCF)-plafond;
Als de gezamenlijke declaraties onder het plafond blijven wordt het verschil in het gemeentefonds gestort. Bij overschrijding van het plafond volgt een uitname.

Investeringen

Uit de in de begroting opgenomen investeringslijsten voor de periode 2025 t/m 2027 blijkt dat voor deze jaren de volgende investeringen worden geraamd, te weten:

2025 € 4.974.661
2026 € 5.152.219
2027 € 2.580.564

Berekende / geraamde budgetprognose 2024 t/m 2027

De resultaten van vorenstaande leidt tot de resultaten zoals eerder vermeld in het hoofdstuk "Overzicht van baten en lasten"