
Paragrafen
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersingInleiding
Terug naar navigatie - InleidingDoel van deze paragraaf is weergeven hoe solide de positie van de gemeente is en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Door weerstandsvermogen en risicobeheersing te schetsen, alsmede kengetallen over financiële weerbaarheid en wendbaarheid gepresenteerd.
De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hebben de afgelopen jaren laten zien dat er snel ernstige verstoringen kunnen optreden, op grote schaal en met een forse impact, voor vrijwel iedereen. De gevolgen ervan hebben we ook ervaren als gemeente.
Ook de nabije toekomst is onzeker. De oorlog, de opgaven vanuit het Rijk, de gevolgen van het naderende ‘ravijnjaar 2026’, krapte op de arbeidsmarkt, opgelopen rente en de voortdurende problematiek bij jeugd vormen risico’s op korte/ middellange termijn. Dit vraagt om continue bewustwording, om monitoren en acteren en dat is wat we doen.
Er komen steeds meer complexe opgaven op gemeente af. Hierop hebben wij geanticipeerd door de organisatiestructuur in te richten met een robuust en wendbaar deel om in te kunnen spelen op deze (nieuwe) complexe opgaven.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersingRisicobeheersing is het expliciet en systematisch omgaan met en beheersen van risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis met beleidsmatige en/of financiële gevolgen. Bij het weerstandsvermogen ligt de focus op de financiële gevolgen van risico’s. Het geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat beleid en uitvoering in gevaar komen. Weerstandsvermogen is de beschikbare gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit is samengevat in de volgende tabel. Ultimo 2024 bedraagt de geraamde weerstandscapaciteit € 22.068.155
Tabel weerstandsvermogen
Omschrijving | Stand 31-12-2023 rekening | Stand 31-12-2024 begroot | Stand 31-12-2024 rekening |
Algemene Risico Reserve | € 9.647.608 | € 7.517.274 | € 13.381.801 |
Reserve minimabeleid | € 146.103 | € 67.272 | € 108.720 |
Reserve Sociaal Domein | € 6.940.836 | € 6.037.733 | € 7.405.185 |
Reserve risico's grondbedrijf | € 843.225 | € 749.535 | € 1.172.449 |
Totaal | € 17.577.772 | € 14.371.814 | € 22.068.155 |
De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die worden gelopen. Daarvoor doen we aan risicomanagement. Doelen hiervan zijn het bevorderen van risicobewustzijn en het expliciet maken en beheersen van risico’s. Het is een continu proces gericht op:
• Het identificeren van risico’s: waar lopen we welke risico’s?
• Het classificeren van risico’s: hoe groot is de kans, de impact en het financiële effect?
• Het treffen van beheersmaatregelen
We doen dit door tweemaal per jaar risicosessies te houden met inhoudelijk en financieel betrokkenen. Daarbij worden risico’s benoemd en per risico de kans op optreden en de gevolgen (impact) ervan bepaald. Gevolgen in financiële zin – incidenteel of structureel (i/s in de onderstaande tabel) - en voor doelstelling en imago (in de vorm van een rapportcijfer, waarbij een hoger cijfer staat voor een groter gevolg). Zo actualiseren we het overzicht van risico’s, als basis voor beheersmaatregelen, gericht op verminderen van kans op optreden en/of op beperken van gevolgen. Hierbij wordt opgemerkt dat het soms lastig is om de risico’s te kwantificeren.
De belangrijkste risico’s zijn samengevat in de tabel Risico’s en worden toegelicht. Daarmee zijn niet alle risico’s benoemd.
Zo zit de gemeente sterk in de Twenterandse samenleving en heeft veel relaties met bijv. sportverenigingen en culturele organisaties. Het kan gaan om private/ maatschappelijke organisaties met een grote betekenis voor de Twenterandse samenleving. Deze kan zo groot zijn dat, wanneer zich bijv. bedrijfsvoering risico’s voordoen bij die organisaties, de gemeente als vangnet kan optreden, bestuurlijk dan wel financieel, afhankelijk van bestuurlijke afweging. Deze scenario’s zijn slecht op voorhand te bepalen omdat de gemeente veelal geen statutaire verantwoordelijkheid draagt. Ook benoemen we dat verenigingen soms een beroep doen op garantstellingen door onze gemeente, ook dat is een risico. De relatie met genoemde organisaties brengt ook met zich mee dat er risico’s zijn van een incident van grensoverschrijdend gedrag en dat kan uitstralen op de gemeente.
Er is ook een risico gesignaleerd die met name ligt bij de ‘Verbonden partijen’. Gemeente Twenterand is geconfronteerd met de gevolgen van een onzorgvuldige ontvlechting van de Regio Twente. Hierdoor is de gemeente enkele jaren geleden – in een aantal (al dan niet vrijwillige) gemeenschappelijke regelingen (GR’en) gestapt. Het verschil tussen deze regelingen is erg groot, zowel qua financiën als qua personeel. Eén van de risico’s die de gemeente Twenterand loopt is dat deze regelingen tegen financiële tegenvallers aanlopen die ze – op dit moment zonder jaren van reservevorming – niet zelfstandig kunnen dekken, waardoor de rekening bij de ‘Verbonden partijen’ (dus: de gemeenten) terechtkomt.
Ook zijn er ontwikkelingen van uiteenlopende aard die invloed kunnen hebben. We volstaan met enkele voorbeelden. Energieschaarste kan gevolgen hebben voor de groei ambities van onze gemeente, uitstel van aanpassing N36 kan het vestigingsklimaat beïnvloeden en klimaatverandering kan zich manifesteren in wateroverlast, droogte en/of hitte. Dit zijn ook risico’s.
Specifiek noemen we nog een aantal risico's: de omgang met systemen, inkoop, contractbeheer, Kanaal Almelo de Haandrik, Hammerflier, grenzen op gebied van nutsvoorzieningen, actiever grondbeleid, het voldoen aan regelgeving en verbouwing/ herhuisvesting van gemeentehuis.
De toenemende digitalisering biedt veel voordelen, maar vraagt ook de nodige aanpassingen en inspanningen van medewerkers en burgers. Dit kan leiden tot onjuist gebruik van systemen met mogelijk fouten en/of verspilling als gevolg. En dat kan resulteren in foutieve analyses of informatieverstrekking aan de burger. Daarom werken we voortdurend aan digitale vaardigheden onder andere t.b.v. informatiebeveiliging en zaakgericht werken. Ook is de werking van koppelingen cruciaal voor de overdracht van data. Waar voorheen keuzes per losse applicatie werden gemaakt (qua systeem, leverancier, kosten) is nu de koers om meer vanuit procesmatig werken en gebruikersgemak te focussen en daarbij op het gebied van architectuur het gehele applicatielandschap te onderzoeken bij vervangingen, waarbij de cloud het nieuwe uitgangspunt is.
Bij inkoop bestaat de kans dat niet alle inkoopbehoeften in beeld zijn dan wel dat hierbij niet de juiste procedure is gevolgd. Risico hiervan kan bijv. zijn dat een marktpartij ontbinding van de overeenkomst vordert op straffe van een dwangsom. Daarnaast is er het risico van onrechtmatig handelen, met als gevolg een jaarrekening zonder goedkeurende verklaring. Het proces ‘Inkoop en aanbesteding’ wordt met het oog hierop continu onder de aandacht gebracht.
Als contracten niet goed beheerd en gemanaged worden, bestaat het risico dat rechtmatig afgesloten contracten onrechtmatig worden. Goed contractbeheer en -management met ondersteuning van een contractbeheersysteem is noodzakelijk. Op basis van het plan van aanpak ‘Professionaliseren van de inkoopfunctie’ worden hierop verdere acties ondernomen. Verbeteringen worden opgepakt bij de aanpak van het proces ‘Inkoop en aanbesteding’.
Bij het Kanaal Almelo de Haandrik speelt dat de gemeente mogelijk door eigenaren (deels) aansprakelijk wordt gesteld voor schade aan hun woningen of bedrijfspanden. Die aansprakelijkstelling kan ook door netwerkbeheerders komen, wanneer de door hen aangevraagde vergunning of instemming wordt geweigerd, omdat de gemeente schade - die mogelijk door hun werkzaamheden zou kunnen optreden - wil voorkomen. Daarnaast leidt de gemeente zelf aanzienlijke schade aan de eigen infrastructuur, omdat deze buiten de schaderegeling van de provincie valt en dit vraagt op termijn forse investeringen die mogelijk voor rekening van de gemeente komen. Zo neemt de schade aan de Noorderweg momenteel toe en nemen we maatregelen als dat vanuit de verkeersveiligheid noodzakelijk is. Ondanks dat er voor deze weg gelden zijn opgenomen in de begroting, blijft de kans bestaan dat er onvoorziene extra maatregelen nodig zijn.
Overigens zien we in het gebied Hammerflier (met een sterk wisselende bodemopbouw) vergelijkbare schades ontstaan aan onze wegen. Ook die wegen vergen t.z.t. een bijzonder aanpak, leidend tot hogere (onderhouds)kosten. Om daar een begin mee te maken zijn er financiële middelen op genomen in de begroting.
Bij grenzen op gebied van nutsvoorzieningen gaat het om elektriciteit en drinkwater. Voor het gehele grondgebied van gemeente Twenterand geldt de situatie van netcongestie, zowel voor afname als voor invoeding van elektriciteit. Dat betekent dat grootzakelijke klanten in het verzorgingsgebied van het elektriciteitsstation Vroomshoop geen nieuwe of zwaardere aansluiting met transportcapaciteit kunnen krijgen. Het risico voor de gemeente ligt erin dat de gronduitgifte van bedrijventerreinen vertraging kan ondervinden.
Voor drinkwater geldt iets vergelijkbaars: Vitens heeft gemeld, dat er niet altijd meer voldoende drinkwater beschikbaar is voor het aansluiten van nieuwe grootverbruikers (industrie/ bedrijven/ grote uitbreidingswijken met woningen) in Twente. Er wordt gewerkt aan enerzijds uitbreiding van de wincapaciteit en anderzijds aan besparing op het gebruik van drinkwater. In de afgelopen periode zijn in Twente al meerdere aanvragen van bedrijven geweigerd. Het risico voor de gemeente ligt ook hier in de uitgifte van bedrijventerreinen en bouwgrond ten behoeve van woningen.
We voeren een actiever grondbeleid. Dit houdt in dat de gemeente actief gronden gaat verwerven. Dit focust zich momenteel op de zoekgebieden in Vriezenveen-Noord en Vriezenveen-Zuid waar recent al gronden zijn verworven om in de toekomst woningbouw te realiseren. Er bestaat een planologisch risico voor het verkrijgen van de juiste bestemming. De huidige bestemming is agrarisch en moet worden omgezet naar wonen. Deze bestemmingswijziging zorgt ervoor dat de grond ook de waarderingsgrondslag krijgt die behoort bij de bestemming wonen. Momenteel worden er gesprekken gevoerd met de provincie om het programma wonen te mogen ontwikkelen. Daarnaast bestaat er ook het algemene marktrisico dat de vraag naar woningen afneemt. Dit maakt het lastiger om de gronden in de toekomst weer te verkopen. Het marktrisico is gezien de huidige woningnood nog laag, maar moet niet over het hoofd gezien worden. Om op deze mogelijke risico's in te spelen, kan het beste snel gehandeld worden zolang de markt goed is. Dit zorgt voor meer zekerheid dat de investering terug wordt verdiend.
Zowel nieuwe als wijzigingen in bestaande regelgeving zorgen ervoor dat er telkens nieuwe eisen worden gesteld aan onze dienstverlening en onze werkwijzen. We noemen de Wet open overheid (Woo), de nieuwe Archiefwet en het onderwerp ‘veelschrijvers’. Het risico bestaat dat we er niet aan alle eisen voldoen door capaciteitsbeperkingen.
Het nieuwe zwembad ‘De Stamper’ is in 2023 in gebruik genomen. De project-organisatie is belast met het afwerken en oplossen van de laatste opleverpunten, de ontmanteling van het oude zwembad en het autonoom maken van de sporthal. De verwachting is dat het project binnen de daarvoor beschikbare middelen kan worden afgerond. Het risico is nog aanwezig dat de SPUK-regeling (BTW) niet geheel wordt toegekend.
De verbouw en herinrichting van het gemeentehuis is een project gericht op drie doelen: verduurzaming van de achtergevel, vervanging en verduurzaming van installaties en creëren van een toekomstbestendige inrichting van het pand. Onder dit laatste valt ook de omvorming van het gemeentehuis tot ‘huis van ontmoeting’ waarbij andere organisaties toetreden en delen van het pand huren en waarbij de huuropbrengsten inkomsten vormen voor de exploitatie van het gemeentehuis. Bij een dergelijk groot en complex project spelen doorgaans risico’s op het gebied van financiën, tijd en kwaliteit. Deze zijn hier ook aanwezig. Het inkoop- en aanbestedingsproces is afgerond en de verbouwing is gestart, zodat meer zicht is op de financiële gevolgen. Voor de begroting voor 2024 en 2025 is een huuropbrengst begroot welke niet gerealiseerd wordt. Naar verwachting is de te verhuren ruimte per juli 2026 gereed. Indien alle vrijkomende ruimte tijdig verhuurd wordt tegen markthuurniveau, is het maximale huurpotentieel € 86.000 per jaar aan huur (exclusief Reggedok en Ontmoetingskerk, deze ruimten zijn reeds verhuurd). Hier liggen nog geen bindende huurovereenkomsten onder. Om het verhuurrisico te minimaliseren is een bedrijfsmakelaar ingeschakeld om tijdig geschikte huurders te vinden.
Tabel risico's
Terug naar navigatie - Tabel risico'sTabel Risico's |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
impact |
kans |
vereist weerstandsvermogen |
|||||
i/s |
doel |
imago |
|||||
Risico's |
in euro's |
||||||
1 |
Het onvoldoende realiseren van transformatie en bijsturingsmaatregelen |
€ 1.000.000 |
s |
7 |
7 |
50% |
€ 1.000.000 |
2 |
'Open einde' regelingen |
€ 2.000.000 |
s |
7 |
7 |
50% |
€ 2.000.000 |
3 |
Twentse visie op vervoer |
€ 200.000 |
s |
7 |
7 |
25% |
€ 100.000 |
4 |
Optreden majeure procesfout of incident |
€ 500.000 |
i |
7 |
9 |
20% |
€ 100.000 |
5 |
Samenwerkingsaspecten |
€ 500.000 |
i |
5 |
8 |
25% |
€ 125.000 |
6 |
Kwetsbaarheid informatiesystemen |
€ 250.000 |
i |
9 |
8 |
25% |
€ 62.500 |
7 |
Gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed |
€ 500.000 |
i |
5 |
8 |
35% |
€ 175.000 |
8 |
Uitvoeringsprogramma VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) |
€ 1.000.000 |
i |
3 |
8 |
15% |
€ 150.000 |
9 |
Bodem |
€ 400.000 |
i |
3 |
3 |
20% |
€ 80.000 |
10 |
Ruimtelijke ontwikkelingen, Invoering Omgevingswet (Ow) en Wkb |
€ 500.000 |
i |
3 |
6 |
20% |
€ 100.000 |
11 |
Cybersecurity-risico |
€ 2.000.000 |
i |
6 |
10 |
5% |
€ 100.000 |
12 |
BBV, gemeentefonds, verdeelmodellen en overige financiële regelgeving |
€ 1.500.000 |
s |
2 |
2 |
50% |
€ 1.500.000 |
13 |
Opduiken van onbekende afspraken met gevolgen |
€ 500.000 |
i |
2 |
8 |
20% |
€ 100.000 |
14 |
Personeel gerelateerde risico's |
€ 1.000.000 |
i |
8 |
7 |
75% |
€ 750.000 |
15 |
Humanitaire ontwikkelingen |
€ 500.000 |
i |
8 |
8 |
50% |
€ 250.000 |
Totaal |
€ 6.592.500 |
||||||
Weerstandsvermogen is 'impact in euro's' maal 'kans' waarbij structurele risico's dubbel tellen |
Toelichting risico's
Terug naar navigatie - Toelichting risico's1. Het onvoldoende realiseren van transformatie en bijsturingsmaatregelen.
De ontwikkelingen in het sociaal domein vormen nog steeds een grote uitdaging. Er is sprake van diverse autonome ontwikkelingen zoals: Participatiewet in balans (vanaf 2026), Basisdienstverlening schuldhulpverlening (vanaf 2026), reeds lopende Hervormingagenda jeugd en Toekomstscenario Jeugd en Gezinsbescherming etc. Van de gemeente wordt verwacht dat er zorg en ondersteuning wordt georganiseerd en daarvoor zijn te weinig middelen beschikbaar. Daar is een hervormingsagenda voor Jeugd aan gehangen, met een financieel akkoord tussen gemeenten en Rijk waarin zowel bezuinigingen als investeringen staan. Uit de hervormingsagenda volgt dat een verschuiving nodig is van geïndiceerde zorg naar vrij toegankelijke voorzieningen. Het is echter nog niet gezegd dat dit altijd goedkoper is. Ook van alle betrokken zorgaanbieders wordt een transformatie verwacht, bijvoorbeeld meer ambulantisering van hulp en ombouw naar kleinschalige woonvoorzieningen. Deze ombouw naar kleinschaligheid leidt tot hogere kosten alsmede neveneffect (bijv. gewijzigde kosten leerlingenvervoer.
Het is nog onduidelijk of en in hoeverre we in deze extra kosten worden gecompenseerd. Verder is het onzeker of het alle zorgaanbieders en voorliggende veldpartijen het voldoende lukt om te transformeren en om tot benodigde samenwerking te komen. We pakken de transformatie zowel lokaal met onze voorveldpartners als regionaal in de Samenwerkingsagenda Jeugdhulp Twente op. Daarbij merken wij op dat de samenleving niet maakbaar is en externe effecten ook van invloed kunnen zijn.
Door onduidelijkheid over beleid en de te ontvangen middelen vanuit het Rijk mede in relatie tot maatschappelijke effecten is het moeilijk om reële ambities en doelen te formuleren. De toekomstige inkomsten uit het gemeentefonds zijn ongewis. We weten bijv. wel dat eerdere specifieke uitkeringen structureel worden ingeboekt maar veel al met ca. 10% aftrek.
Zo wachten we momenteel op nadere beleids- en of financiële uitwerking van de P-wet in balans, Toekomstscenario Jeugd- en Gezinsbescherming, Beschermd Wonen, Asiel- en Migratiebeleid en de Hervormingsagenda Jeugd.
Maatschappelijke ontwikkelingen zoals:
- Personeelstekorten maakt het ongewis wanneer en waar dit precies tot wachtlijsten of onvoldoende doelmatige inzet leidt. Dit leidt niet alleen in de zorg tot problemen, maar ook in de uitvoer van onze eigen gemeentelijke toegang.
- Vergrijzing dat binnen de WMO leidt tot beperkte sturingsmogelijkheden op de instroom van bijv. Huishoudelijke Ondersteuning (HO).
- Binnen de HO zien we dat de aanzuigende werking van het abonnementstarief en stijgende personeelskosten onvoldoende worden gecompenseerd. Het abonnementstarief wordt per 2027 omgezet naar een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. De verwachting is echter dat het effect van deze maatregel beperkt zal zijn, gezien het maximum van de eigen bijdrage wordt gesteld op € 275 per maand. De financiële prikkel voor inwoners om zelf ondersteuning te organiseren is laag.
2. ‘Open einde’ regelingen.
Binnen het sociaal domein zijn er verschillende zogenaamde ‘open einde’ regelingen. Dit betekent dat in situaties waarin een aanvraag voor een voorziening niet afgewezen kan worden, de gemeente moet leveren. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de gemeente, ook wanneer als gevolg hiervan het beschikbare budget wordt overschreden. De beheersing richt zich o.a. op de inzet om inwoners te motiveren meer in de eigen kracht, sociaal netwerk en binnen het voorliggend veld hulp te zoeken.
Tenslotte is er in algemene zin binnen het Sociaal Domein sprake van forse stijgingen van de indexatie als gevolg van kostenstijgingen en het moeten hanteren van reële tarieven. Denk hierbij naast de generieke stijgingen bijvoorbeeld aan een toename in de kosten van leerlingenvervoer, hulp bij het huishouden, hulpmiddelen (inclusief woningaanpassingen). Daarnaast wordt per 2027 het abonnementstarief omgezet naar een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage.
3. Twentse visie op vervoer.
In samenwerking met andere Twentse gemeenten is er sinds 2017 gewerkt aan een integrale oplossing voor de toenmalige situatie van verschillende vervoersstromen. Per 1 augustus jl. is overgegaan op het nieuwe contract met een nieuwe vervoerder. Deze overgang vergt aandacht. De kaders/randvoorwaarden van de aanbesteding hebben door een gewijzigde tariefstructuur voor het leerlingenvervoer (omslag van vaste ritprijs naar kilometertarief) in de loop van 2024 financiële impact op de kosten van het (leerlingen)vervoer. Tegelijkertijd blijft er binnen het vervoer sprake van verschillende potentiële risico’s, zoals hoge NEA-indexeringen (o.a. t.g.v. personeelskosten) en open einden in de regelingen. De beheersmaatregelen zijn beperkt, maar bevatten onder andere Persoonlijke vervoersplannen en actief contractmanagement.
4. Optreden van een majeure procesfout of incident.
Dit risico betreft het optreden van een procesfout of incident leidend tot een grote verstoring van het proces of in de dienstverlening. Uiteraard kunnen procesfouten en incidenten altijd plaatsvinden, maar bij dit risico gaat het om een grote verstoring. Aanleiding hiervoor kan zijn: een gebrek aan casusregie waardoor de juiste zorg niet of niet tijdig is verleend; het onvoldoende op orde zijn van het administratieve proces met de programmatuur en het juiste gebruik daarvan; het verlenen van andere zorg dan bedoeld of het verlenen van te dure of te langdurige zorg door rolonduidelijkheid, wachtlijsten of gebrek aan kennis bij de medewerkers. Ten gevolge van het optreden van incidenten kan de koersvastheid onder druk komen te staan. Het bestaan van onvoldoende plaatsingsmogelijkheden voor participatie, hulp en ondersteuning dan wel onvoldoende doorstroming (bijv. vanuit crisisopvang) kan leiden tot extra kosten.
Er kan een toename optreden van het aantal ingebrekestellingen en/of bezwaarschriften met gevolgen voor imago en kosten oplopend van € 23 tot een maximum van € 1.442 voor bijv. de P-wet. Van belang is dat indien wachttijden oplopen het risico toeneemt, daarom vindt monitoring van wachttijden plaats. Wachttijden in de toegang en in de rest van de keten vragen bijzondere aandacht. Het (vervolgens) bestaan van onvoldoende plaatsingsmogelijkheden voor participatie, hulp en ondersteuning dan wel onvoldoende doorstroming (bijv. vanuit crisisopvang) kan leiden tot extra kosten Landelijk heeft dit ook aandacht en regionaal wordt dit ook verder opgepakt.
5. Samenwerkingsaspecten.
In het sociaal domein wordt met veel partijen samengewerkt. Daar spelen ook risico’s. Dat kan gaan over een verschil van inzicht over de kwaliteit van dienstverlening, wat tot aansprakelijkheidskwesties kan leiden. Er zijn verschillende coalities in Twente wat invloed heeft op slagkracht, duidelijkheid en efficiency, ook richting externe partijen.
Voor transformatie van de jeugdzorg is samenwerking tussen de 14 gemeenten nodig, maar ook met de partijen in het gedwongen kader, zorgaanbieders en onderwijs. Er is een risico dat er m.b.t. onderwijs onvoldoende geanticipeerd kan worden op noodzakelijke en toekomstgerichte investeringen en de samenwerking die hier binnen het onderwijs van verwacht wordt. Huidige bekostiging schiet tekort voor ENG/BENG normen en achterstallig onderhoud. (IHP)
De samenwerking staat onder druk door beperkte capaciteit, beperkende wetgeving en verschillende culturen. Inzake arbeidsmarktkrapte binnen SamenTwente (m.n. OZJT) is er meer risico doordat gekozen is voor ambtelijke dienstverbanden boven externe inhuur. Het risico wordt (pas) geeffectueerd op termijn wanneer personeel gezien werkzaamheden en financiering daar over is. Verder kunnen er bij partijen door fors opgelopen kosten en tekorten op de arbeidsmarktproblemen ontstaan. Bijv. liquiditeitsproblemen en “niet leveren”. Ook kan het leiden tot faillissement waardoor frictiekosten kunnen ontstaan en er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om dienstverlening gecontinueerd te krijgen, bijv. ‘early warning’. Early warning betreft vroegsignalering bij problemen bij zorgaanbieders. Om problemen voor te zijn wordt er toenemend strakker aan de voorkant gescreend (barrièremodel). Het werken conform de privacywetgeving kan gevolgen hebben voor de beoogde integrale werkwijze en kan integraal maatwerk beperken.
De regionale inkoop 2025 voor jeugd en Wmo is afgerond. Implementatie vindt nu plaats, evenals de check op een dekkend zorglandschap. De personeelstekorten kunnen ook een mogelijk risico zijn voor het tijdig kunnen bieden van zorg en kunnen een negatieve invloed hebben op de dienstverlening. Nieuwe inkoop voor hulpmiddelen staat voor 2025, met invoering in 2026, gepland.
Tenslotte bestaat er in algemene zin een potentieel risico op zorgfraude. In samenwerking met partners zoals het OZJT, RIEC (Regionale Informatie- en Expertise Centra) en de SRT (Sociale Recherche Twente) worden risico’s op het gebied van zorgfraude teruggebracht. Daarnaast is in de nieuwe inkoop Jeugd en Wmo de Bibob-toets toegepast. Ook wordt door de contractmanagers van gemeente Twenterand aandacht gevraagd tijdens (account)gesprekken met zorgaanbieders voor de managementrapportages, waarbij stil wordt gestaan bij de financiële verantwoording en de accountantsverklaring. Hierbij worden vragen gesteld over doel- en rechtmatigheid van de ingezette ondersteuning en wordt bij (potentiële) onregelmatigheden (denk bijv. aan een hoge verzilveringsgraad) hier nader op doorgevraagd.
Diverse zorg, hulp en voorzieningen kopen we regionaal of bovenlokaal in. Dit brengt naast schaalvoordeel ook enig risico met zich mee, bijv. bij HO; met de nieuwe raamovereenkomsten hebben we ons gecommitteerd aan het toepassen van een gewijzigd normenkader voor het vaststellen van het aantal minuten HO per week. De financiële effecten van het toepassen van dit normenkader worden nauwlettend gemonitord.
Ook op het gebied van de WSW wordt er samenwerkt met Stichting NUO (Nieuwe Uitvoeringorganisatie)/ Ontplooj. Conform verplichting in de DVO detacheren wij ambtelijk personeel naar deze stichting toe. Door de samenwerking in dit construct staan er geen inkomsten dan behalve de detacheringsinkomsten tegenover de loonkosten. De werkgeverslasten zijn geheel voor rekening van Twenterand in gevolg er sprake is van ziekte, leveringsplicht en/of eenzijdige beëindiging van de detachering.
In het kader van onderwijshuisvestiging is een nauwe samenwerking met het OOGO van belang. De betrokken schoolbesturen moeten, conform afspraak in het IHP, concrete afspraken maken en met voorstellen komen over ver- dan wel nieuwbouw (zgn. scholenplan). Het risico dat wij hier lopen is dat er onvoldoende geanticipeerd kan worden op noodzakelijke en toekomstgerichte investeringen. De bekostiging leidt sowieso al tot dilemma’s, omdat er meer financiële middelen nodig zijn dan het huidige stelsel levert. De bouwkosten (behoefte aan financieringsmiddelen) gaan verder oplopen om alle schoolgebouwen te laten voldoen aan de (wettelijke) duurzaamheidsdoelstellingen van het Klimaatakkoord, maar ook door aanvullende eisen; modern en inclusief onderwijs, circulair bouwen, modulair, adaptief en energieneutraal en locatiegebonden kosten. De vernieuwing/vervanging van schoolgebouwen is een complexe opgave waar de regieruimte niet geheel bij de gemeente berust.
6. Kwetsbaarheid informatiesystemen.
Informatiesystemen binnen het sociaal domein hebben in de afgelopen jaren, gelet op diverse ontwikkelingen zoals vluchtelingen en ontheemden Oekraïne een steeds belangrijkere positie ingenomen. Daarmee neemt de afhankelijkheid van de informatiesystemen in het sociaal domein ook toe. Op het gebied van continuïteit zijn er risico’s van uitval met stagnerende dienstverlening, onvoldoende personeel, niet tijdige betalingen met extra inzet/ bypasses als gevolg. De komende periode zullen er ook weer diverse ontwikkelingen gaan spelen m.b.t. IT in het sociaal domein. Denk aan de uitrol van iParticipatie voor de dienstverlening aanvragen levensonderhoud, Surepay en de implementatie van een nieuw zorg-veiligheidssysteem (i.v.m. uitkomst regionale aanbesteding).
In juli 2024 is een bedrijfscontinuïteitsplan (BCP) gemaakt. In 2025 is het voornemen een uitwijktest te doen.
7. Gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed.
Verschillende soorten risico’s kunnen zich voordoen. Die zijn gerelateerd aan:
• De bouwkundige staat;
• De exploitatie van gebouwen;
• De leegstand van gebouwen.
Gemeentelijk vastgoed is vastgoed waarvan de gemeente eigenaar is. Ook is er maatschappelijk vastgoed, in eigendom en/of in gebruik bij maatschappelijke organisaties, zoals verenigingen en stichtingen. Wanneer er zich (financiële) problemen voordoen, zal de gemeente al snel worden aangesproken.
We benoemen het risico dat niet wordt voldaan aan de Wet Markt en Overheid, bijv. wanneer geen kostendekkende huur in rekening wordt gebracht. Een ander risico is dat er onvoldoende scherp zicht is op gemeentelijke eigendommen, waardoor zich verrassingen kunnen voordoen in de zin van niet voorziene onderhoudsinspanningen. Deze onderhoudsinspanningen kunnen ook het gevolg zijn van het feit dat de afgelopen jaren het onderhoud op (sommige) vastgoed niet of op een lager niveau is uitgevoerd.
Juridische risico's: Exploitatie van vastgoed valt onder het privaatrecht. De gemeente wordt in haar handelen gezien als marktpartij, echter gelden wel aanvullende regels om oneerlijke concurrentie te voorkomen (o.a. Wet Markt en Overheid en Didam-arrest). Op verschillende vlakken zijn juridische risico's aanwezig omdat de gemeentelijke vastgoedportefeuille niet voldoet aan de wettelijke eisen.
Financiële risico's: Het niet voldoen aan de wettelijke eisen levert ook financiële risico's op daar de gevolgen kunnen leiden tot schadevergoedingen en dwangsommen aan de gemeente. Daarnaast is de gemeentelijke administratie niet voldoende passend ingericht voor effectief en efficiënt vastgoedmanagement wat leidt tot onvoldoende sturing op financiële prestaties en risico's.
Het ontbreken van een strategisch vastgoedbeleid en hiermee een visie op de lange termijn leidt tot inefficiënte aanpak van de opgaven die op ons afkomen (verduurzaming, ravijnjaren, maatschappelijke doelen) en hiermee een suboptimaal vastgoedbijdrage aan het behalen van gemeentelijke doelen. Met het 5-jaarlijks vaststellen en uitvoeren van het strategisch vastgoedbeleid wordt gestuurd op het minimaliseren van risico's ten aanzien van het gemeentelijk vastgoed. Naar verwachting wordt het strategisch vastgoedbeleid in 2025 aangeboden aan de gemeenteraad.
De bouwkundige staat en de staat van onderhoud wordt 3-jaarlijks door een deskundig bureau geïnspecteerd en verwerkt in een meerjarenonderhoudsplanning (MJOP).
In een aantal gemeentelijke panden binnen de portefeuille en leegstandsbeheer zijn asbesthoudende materialen aanwezig. Bij een brand kunnen asbestvezels vrijkomen, met risico’s voor de volksgezondheid, hoge kosten voor sanering, claims en mogelijke boetes.
8. Uitvoeringsprogramma VTH (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving)
Het niet (kunnen) voldoen aan wettelijke kwaliteitscriteria (kennis, controles en frequenties) in relatie tot het uitvoeringsprogramma voor alle VTH-producten (bouw, milieu, afwijkend gebruik etc.) bevat risico’s t.a.v. veiligheid, gezondheid en de leefbaarheid van de fysieke leefomgeving, omdat normconform gedrag niet of verminderd wordt getoetst. Noodzakelijk herstel en sanctioneren blijven dan uit. Dit kan resulteren in ongewenste maatschappelijke, juridische en economische effecten. Denk aan toename van illegale bouwwerken, illegaal gebruik van gronden en objecten, toenemende ergernissen bij inwoners, toename van Woo verzoeken en mogelijke ingebrekestellingen bij het niet tijdig nemen van juridische besluiten, waardoor we dwangsommen verschuldigd zijn.
Om de risico’s in 2025 zo beheersbaar mogelijk te maken, moet er balans zijn tussen beschikbare capaciteit en de werkvoorraad. Onvoldoende ingevulde capaciteit betekent capaciteit inhuren of uitbesteden van dossiers. Echter, de knelpunten van te weinig en onvoldoende gekwalificeerd personeel zijn dusdanig groot, dat de taken in de meeste gevallen weliswaar adequaat kunnen worden uitgevoerd, maar dat wellicht niet alle risico’s beheersbaar blijken te zijn. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat het een aantal doelstellingen uit het programma Ruimte en het VTH-beleid vertraagd en dat de dienstverlening en de kwaliteit van producten onvoldoende gewaarborgd kan worden. Om die reden is een kritisch blik naar de lokale en regionale ambities en het stellen van prioriteiten of het opschalen van de capaciteit nodig.
9. Bodem
Onder de Omgevingswet zijn de bodemtaken van de Provincie overgegaan naar de gemeente. Alle uitvoerende, aan milieubelastende activiteiten gebonden, milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en de adviestaak voor bodem worden uitgevoerd door de ODT. Vanaf maart 2024 wordt gewerkt met het digitale bodemsysteem Nazca. Dit systeem vervangt Squit XO. In dit systeem worden bodemonderzoeken, verontreinigingen en gesaneerde locaties opgenomen.
Met betrekking tot de aanwezigheid van asbest in de bodem is projectbureau Bodem Asbest Sanering (BAS) opgericht. BAS voert volgens het Vrijwillig Programma Asbestbodemsanering projectmatig onderzoek en saneringen uit. Het vastgestelde programma loopt van 2024 - 2030. Voor de gemeente zijn hieraan geen kosten verbonden, alleen herinrichtingskosten van een perceel zijn voor rekening van de eigenaar van het perceel.
PFAS-crisis
Specifiek voor het onderwerp PFAS is via de Provincie historisch onderzoek uitgevoerd naar mogelijke verontreinigingen binnen de gemeente. Eventuele bronnen worden op basis van risico nader onderzocht. Voor Twenterand zijn er momenteel geen gevolgen en is uit onderzoek naar voren gekomen dat er geen groot risico bestaat. Visie op bodem en grond is verantwoordelijkheid van gemeente en ontbreekt, evenals aanpak voor bijv. Bodemdalingen.
Stikstof-crisis
Nederland is verwikkeld in een zogenaamde stikstofcrisis. De landbouwsector, de industrie en het verkeer stoten te veel gassen uit, die leiden tot een overschot aan stikstofverbindingen die schadelijk zijn voor de natuur. Als lid van de Europese Unie is Nederland verplicht om de natuur te beschermen. De Rijksoverheid ontwikkelt daarom beleid om de stikstofuitstoot te verminderen. Dat gaat met horten en stoten. Zo sneuvelde het Programma Aanpak Stikstof bij de Raad van State en heeft het kabinet Schoof I het Nationaal Programma Landelijk Gebied ingetrokken. Ondertussen neemt de noodzaak tot maatregelen alleen maar toe, mede dankzij gerechtelijke uitspraken die ‘intern salderen’ niet langer mogelijk maken (Raad van State, december 2024). Met deze uitspraak staat toestemmingsverlening voor veel projecten in vrijwel het hele land stil. Tevens is de overheid een dwangsom opgelegd als de stikstofdoelen in 2030 niet worden gehaald (rechtbank Den Haag, januari 2025). Het is nog onduidelijk welke maatregelen de Rijksoverheid precies gaat nemen naar aanleiding van deze uitspraken, maar er bestaat een risico dat deze gevolgen gaan hebben voor onder meer de landbouwsector en industrie. Mochten er geen daadkrachtige maatregelen worden genomen, dan blijft Nederland voorlopig in het stikstofslot en zal dat negatieve gevolgen hebben voor de realisatie van bouw- en infraprojecten, alsmede voor toestemmingsverlening.
10. Ruimtelijke ontwikkelingen – Invoering Omgevingswet (Ow) en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb).
De (nieuwe) Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Op dit moment wordt druk gewerkt aan een Omgevingsvisie 2.0. Er is enig risico dat die niet op tijd (1 januari 2027) kan worden vastgesteld, vanwege de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026. Ondertussen werken we ook aan het omgevingsplan. Daar is meer tijd voor. Door problemen met de landelijke systemen, kunnen we eigenlijk geen omgevingsplannen maken. Aanvragen handelen we momenteel af met een BOPA. Dat is ook toegestaan. Alleen moet je die op een later moment inpassen in het omgevingsplan. Dat betekent dat er een werkvoorraad opstapelt.
Op 1 januari 2024 is ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), gevolgsklasse 1 nieuwbouw, in werking getreden. De Wkb, gevolgsklasse 1 verbouw, zou op 1 januari 2025 in werking gaan maar deze is voor onbepaalde tijd uitgesteld. Met de Wkb zijn taken van gemeenten overgedragen aan externe marktpartijen. Welke risico’s deze overdracht met zich meebrengt in het geval van calamiteiten en bij verantwoordelijkheidsvraagstukken is nog onduidelijk, maar zijn wel aanwezig. Deze risico’s zijn op dit moment niet goed in te schatten met dien verstande dat het toezicht op de bouwactiviteiten naar verwachting zal verminderen en op de ruimtelijke activiteit zal toenemen. De Omgevingswet en de Wkb vragen ook een aanpassing van de leges. We monitoren de opbrengsten in hoeverre deze overeenkomen met de begrote opbrengsten en welke aanpassingen dit vraagt naar de toekomst.
11. Cybersecurity-risico.
Onder cybersecurity vallen diverse hedendaagse technieken en acties die een veel verder gaande bedreiging zijn dan alleen het risico van een 'hack' (het risico dat onbevoegden zoals bijv. criminelen toegang krijgen tot (delen van) onze systemen waardoor systemen niet meer werken, bijvoorbeeld door data te versleutelen) Hierbij valt te denken aan zaken als: ransomware-aanvallen, DDoS-aanvallen, cyberaanvallen, gegevensdiefstal, softwarefouten, Malware, fouten bij leveranciers (lees ook het Cybersecuritybeeld Nederland 2024). Ondanks alle beveiligingsmaatregelen kan dit niet worden uitgesloten.
Zo zien we dat door het gebruik van AI burgers en professionele partijen in staat zijn om grote hoeveelheden correspondentie en/of uitgebreide correspondentie richting de gemeente te sturen.
Daarin sturen ze op wetten en termijnen. Door de omvang van de correspondentie lopen we een reëel risico dat we niet tijdige voldoen aan onze wettelijke taken. Door het gebruik van AI wordt in de correspondentie gestuurd op het voldoen de wettelijke termijnen onder druk van aansprakelijkheidstelling van de gemeente en het verbeuren van dwangsommen. Ook door onze krappe personele bezetting (zie punt 14) hebben we hier te maken met een reëel risico.
Verder kan AI ook gebruikt worden om geluidsopnamen en stemmen te bewerken van gesprekken met medewerkers en onze bestuurders. Dit met geen ander doel dan ons schade toe te brengen. Door de toename van 'aanvallen' lijkt het legitiem om de impact en kans anders te waarderen. Om de kans op 10% te zetten en wellicht het bedrag op te hogen naar € 2.500.000 is een gevoelsmatige weging en moeilijk te onderbouwen.
12. BBV, gemeentefonds, verdeelmodellen en overige financiële regelgeving.
Het grootste risico hier blijft de onzekerheid als gevolg van de onvoorspelbaarheid van het rijksbeleid. Dat manifesteert zich in onzekerheid over de continuïteit van onze doelrealisatie en dienstverlening en het vormt een risico voor een solide financieel beleid.
In algemene zin blijft de financiële doorwerking van modellen voor Twenterand vaak niet op maat en ervaren wij ons als nadeelgemeente. Inzake beheersing hierover het volgende: aan de voorkant (inzet VNG-commissie, lobby, internetconsultaties) en wanneer zich dit gaat voordoen: integraal advies n.a.v. calculaties financiën. Voor het sociaal domein zijn er bijvoorbeeld rond de hervormingsagenda en het afschaffen van het abonnementstarief zorgen over de financiële doorwerking.
Per 2023 is een nieuw verdeelmodel voor de herverdeling van het gemeentefonds ingevoerd. Twenterand was hierin een nadeelgemeente. Fondsbeheerders hebben destijds besloten tot een ingroeipad , hiermee werd ons nadeel afgetopt, omdat de effecten van de herverdeling niet altijd goed uitlegbaar bleken. Momenteel lopen die onderzoeken nog steeds. Het risico bestaat dat na afronding van de onderzoeken de bijdrage uit het gemeentefonds voor Twenterand nog lager uitpakt dan we nu voorzien.
13. Opduiken van niet (goed) vastgelegde afspraken met gevolgen.
Er is en wordt veel tijd gestoken in het compleet krijgen van dossiers zodat er een actueel overzicht bestaat van alle gemaakte afspraken en mogelijke verplichtingen (op basis van boetebedingen, etc.). Toch blijkt het op orde krijgen en houden van gemaakte afspraken en daarmee het informatiebeheer dat ook nog voldoet aan alle relevante wettelijke eisen (o.a. Archiefwet) een grote uitdaging. Daarom blijft de kans bestaan dat er gemaakte (mondelinge) afspraken c.q. toezeggingen opduiken waarvan de consequenties aan de voorkant onvoldoende zijn onderkend en vastgelegd met mogelijke gevolgen. De financiële implicaties hiervan kunnen fors zijn.
14. Personeel gerelateerde risico’s.
Het risico bestaat dat Twenterand geen adequaat personeelsbestand heeft, zowel kwantitatief als kwalitatief. De consequentie daarvan kan zijn dat wettelijke taken niet meer kunnen worden uitgevoerd en (politieke)ambities niet kunnen worden waargemaakt. We merken nu al dat taken en formatie/ middelen niet met elkaar in balans zijn. Hier zijn een aantal oorzaken voor te noemen:
Er komen nieuwe opgaven/taken, waar geen middelen en/of formatie voor beschikbaar zijn gesteld:
- Toenemende regeldruk door verantwoordingstaken en verplichte audits;
- Uitstroom door pensionering (kennisverlies);
- Krappe arbeidsmarkt: Dit betekent dat soms weinig vakkennis en/of ervaring instroomt, dit vraagt meer begeleiding en levert extra werkdruk bij andere collega’s op. Dit kan leiden tot minder werkplezier, meer ontevredenheid en toename van verzuim, een vicieuze cirkel);
- Niet kunnen vervullen van vacatures door eigen werving leidt tot meer inhuur en hogere kosten;
- Overheden vissen in dezelfde vijver en andere gemeenten betalen soms meer;
- De primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden staan onder druk.
Kortom: we zien het toenemende risico van druk op taken en formatie.
Twenterand beschikt nu over een krap personeelsbestand voor de uitvoering van alle taken. In dit verband speelt een aantal risico’s. Er komen regelmatig opgaven/taken bij zonder dat de daarvoor benodigde middelen in voldoende mate beschikbaar worden gesteld. Daarbij vragen verantwoordingstaken en audits steeds meer tijd wat de disbalans groter maakt. Naast hogere uitstroom door vrijwillig ontslag zullen de komende 10 jaar ruim 70 medewerkers uitstromen i.v.m. pensionering. De krappe arbeidsmarkt maakt het lastig(er) om snel voldoende gekwalificeerde nieuwe medewerkers aan te trekken. Dit kan leiden tot instroom van medewerkers die nog niet beschikken over de ervaring en vakvolwassenheid die nodig is, waardoor er extra tijd nodig is voor opleiding en de inzet minder productief is. Ook leidt een stagnerende adequate invulling van reguliere en tijdelijke functies tot hogere werkdruk en meer verloop en hogere kosten wanneer overgegaan wordt tot inhuur. Een hogere werkdruk kan vervolgens weer leiden tot ontevredenheid (en verloop) bij medewerkers en/of meer kans op verzuim.
Op de inhuurmarkt is eveneens sprake van krapte voor een aantal cruciale functies. Dit geheel kan leiden tot spanning tussen beschikbare en benodigde formatie/inzet, achterblijvende realisatie van beleid en doelen, kortom tot gevolgen voor onze dienstverlening. Het functiehuis kan een risico vormen, met een slechtere concurrentiepositie met verdere uitstroom tot gevolg. Qua beheersing kan gedacht worden aan aanpassingen in de arbeidsmarktbenadering en van het arbeids-voorwaardenbeleid. Het afscheid nemen van personeel kan aanleiding zijn tot het sluiten van zogenaamde vaststellingsovereenkomsten met financiële verplichtingen. De reorganisatie en de organisatieontwikkeling, waarbij ook inspelen op achterstallig onderhoud (scholing, gesprekscyclus, dossiervorming) aan de orde is, vragen veel inzet op gebied van P&O. Het hiervoor onvoldoende ruimte vrij spelen is eveneens een risico.
15. Humanitaire ontwikkelingen.
Opvang Oekraïense vluchtelingen.
De inval in Oekraïne door Rusland heeft grote impact. Naast economische gevolgen zijn er ook humanitaire gevolgen waarbij een groot beroep wordt gedaan op ons gemeentelijk en maatschappelijk vermogen om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, voor een periode tot tenminste 4 maart 2026. Op grond van bestaande regelgeving is het Rijk verantwoordelijk voor de financiering van de kosten die dit voor gemeenten met zich meebrengt. De financieringsregeling, die van geldig is van 1 januari tot 31 december 2025 is € 44 per opvangplek/per dag, dit is kostendekkend en de aanname is dat dit ook zo blijft wanneer de huidige status van deze groep vluchtelingen wijzigt of dat de kosten gedekt worden doordat ontheemden uit Oekraïne naar vermogen kunnen gaan meedoen en meebetalen aan onze maatschappij en meer economisch gaan bijdragen. Het zal een geruime tijd duren dat ontheemden uit Oekraïne kunnen en willen terugkeren. Het kabinet is van oordeel dat er alles aan gedaan moet worden om ontheemden te ondersteunen bij een duurzame terugkeer. Dit vraagt om een stevige inzet op transitie met de nodige aandacht voor de belasting van keten en gemeenten, de financiële consequenties en druk op bijvoorbeeld de huizenmarkt. De komende periode zal deze tijdelijke regeling inclusief bijkomende rechten en plichten worden uitgewerkt – met daarnaast een voortdurende check op terugkeermogelijkheden, waarmee het kabinet over het inregelen van een nationaal collectief zal besluiten.
Opvang van asielzoekers.
Inmiddels is de Spreidingswet vastgesteld en heeft de minister het verdeelbesluit bekend gemaakt met als doel een evenwichtig opvang van asielzoekers over Nederland te realiseren. Twenterand moet voor de Wet mogelijk maken van asielopvang-voorzieningen vóór 1 juli 2025 een locatie realiseren waar 163 asielzoekers (waarvan 26 AMV) opgevangen kunnen worden. Deze wet brengt risico’s met zich mee voor onze interne bedrijfsvoering (capaciteit) en voor aanpalende terreinen als wonen, ruimte, zorg, onderwijs, integratie, leefbaarheid en daarmee ook voor het draagvlak. Voldoende capaciteit is rand voorwaardelijk voor het leveren van de prestaties. De kosten voor het realiseren van de locatie en het verzorgen van opvang komen voor rekening van het COA.
Huisvesten statushouders.
Er is sprake van een verhoging van de taakstelling vanuit het rijk tot huisvesting van het aantal statushouders. Dat laatste tekent zich al concreet af en daarbij gaat het om een lichte stijging ten opzichte voorgaande jaren. Daarbij hebben we bovendien te maken met een achterstand in de te realiseren taakstelling doordat er weinig woningen beschikbaar komen in de overspannen woningmarkt en 85% inmiddels alleenstaand is (met eventuele nareizigers waarvan onbekend is wanneer deze in Nederland aankomen, op dit moment kan het 3 jaar duren voordat zij in Nederland aankomen). Hoewel er in het verleden vooral gezinnen in Twenterand plaatsen, zien we inmiddels dat 85% van de statushouders alleenstaande of alleengaande met nareizigers zijn. Twenterand moet in de 1e helft van 2025 34 statushouders huisvesten en heeft nog een achterstand van 2024 om 42 statushouders te huisvesten waarmee de taakstelling voor het 1e half jaar op 76 uitkomt. De taakstelling voor de 2e helft van 2025 moet nog bepaald worden en zal vermoedelijk rond de 33 liggen, daarbij komt de achterstand van de eerste helft van 2025. Hoewel het kabinet van plan om de landelijke voorrangsregeling voor statushouders in willen trekken, zij de voorrang op een sociale huurwoning verliezen en daarnaast het nareizen van familieleden beperken, is er nog steeds een wettelijke plicht. Als dit door de 1e kamer komt zal dit effect hebben op de uitvoering van ons beleid.
NB! De landelijke politiek speelt een grote rol m.b.t. alles wat te maken heeft met de opvang van asielzoekers/vluchtelingen/ontheemden/Oekraïners. En hierover is landelijk behoorlijk wat te doen. Het zijn zaken waar de gemeente geen invloed op heeft maar die wel hun invloed uitoefenen op wat er binnen de gemeente gebeurt, zowel op financieel als op inhoudelijk vlak (zoals; taakstellingen; wel/niet verplicht mensen huisvesten, minder financiële middelen/wel opgaven, etc.).
Overige risico’s die niet te kwantificeren zijn.
Hieronder worden de risico’s opgenomen die wel in te schatten zijn, maar niet te kwantificeren (in geld uit te drukken) zijn.
Niet voldoen aan BIO/ AVG en Wpg
Dit risico bestaat eruit dat niet wordt voldaan aan vereisten uit de Baseline Informatiebeveiliging Overheden (BIO), de Europese privacyregels o.g.v. de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) niet worden nageleefd en de verplichtingen die voorvloeien uit de Wet politiegegevens (Wpg) niet worden opgevolgd. We voldoen aan de minimum vereisten vanuit de BIO en AVG. Voor de Wpg geldt dit nog niet. Er is een verbeterplan, waarin per kwartaal de opvolging van de aanbevelingen wordt gemonitord met als doel om alsnog te voldoen aan de normen uit de Wpg. De beheersing van dit risico bestaat uit periodiek evalueren en acteren op de uitkomsten hiervan. Doordat Twenterand vanaf 2024 wel aan haar wettelijke interne- en externe auditverplichtingen vanuit de Wpg voldoet, wordt op dit punt geen risico gelopen.
Vanwege de cruciale rol die bewustzijn hier speelt wordt hieraan voortdurend aandacht besteed. I.p.v. een cyberverzekering heeft Twenterand gekozen voor een Incident Respons Retainer contract die veel servicecomponenten bevat bij NFIR. Dit is een partij die ook proactief meekijkt hoe we onze omgeving in moeten richten om risico's proactief te voorkomen. Het doel van het IR Retainer contract is om de organisatie zo snel en efficiënt mogelijk bij te staan in het geval van een cyberincident. Het contract biedt geen financiële schadevergoeding. In het algemeen is preventie de beste verzekering dat er niets misgaat.
De nieuwe NIS2-richtlijn (Cyberbeveiligingswet), die naar verwachting in het derde kwartaal van 2025 in werking treedt, is een set van cybersecurity-regels die bedoeld is om de digitale veiligheid in de EU te versterken. Organisaties moeten zelf risicobeoordelingen uitvoeren en passende maatregelen nemen (zorgplicht). Incidenten moeten binnen 24 uur gemeld worden bij de toezichthouder en het CSIRT (meldplicht). De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) houdt toezicht op naleving. Voor overheidsorganisaties geldt de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) als onderdeel van de zorgplicht.
Toenemende auditdruk
Om de auditdruk te verminderen is de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) in het leven geroepen, waarbij het rijk gemeenten jaarlijks verplicht verantwoording af te leggen over DigiD-aansluitingen en Suwinet. Naast opzet en bestaan wordt nu ook op de werking van de getroffen beheersmaatregelen geaudit. Desondanks zien we een toenemende auditdruk die in toenemende mate beslag legt op de beschikbare capaciteit en waarvoor de gemeente niet gecompenseerd wordt. De (financiële) risico's zijn met het niet kunnen voldoen aan de auditplicht moeilijk in te schatten.
De toetsing op werking gaat ook gelden als uit de externe Wpg-audit in 2025 blijkt dat niet aan alle normen is voldaan en een hercontrole uitgevoerd moet worden, hetgeen voor Twenterand realistisch is. In verhouding tot het beperkte aantal boa's brengt deze verplichting veel kosten met zich mee en vergt veel effort van de organisatie. Tot op heden zijn er nog geen sancties gezet bij het niet voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
Vanaf maart 2025 is de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) van kracht. Deze wet brengt na 2 jaar een auditverplichting met zich mee en daarna om de 4 jaar. Gemeentes zullen per samenwerkingsverband een ‘Coördinerende Functionaris Gegevensbescherming (FG)’ moeten benoemen.
De NIS2-wetgeving (Cyberbeveiligingswet) en BIO 2.0 brengen de komende jaren ook auditverplichtingen met zich mee. Net als bij de WGS is het nog onduidelijk in hoeverre het rijk hiervoor budget aan gemeenten beschikbaar stelt.
Onvoorspelbaarheid maatschappelijke opgaven.
Door allerlei ontwikkelingen in de wereld, geopolitiek, klimaat, migratie, etc. wordt de gemeente steeds meer geconfronteerd met grote onvoorspelbare opgaven. Een kenmerkend voorbeeld is de inval in Oekraïne door Rusland. Naast economische gevolgen zijn er ook humanitaire gevolgen waarbij een groot beroep wordt gedaan op ons gemeentelijk en maatschappelijk vermogen om vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen, voor een periode van ongewisse duur.
De organisatie is zich hiervan bewust en probeert steeds meer structuur te geven aan een robuuste organisatie voor het reguliere werk enerzijds en een wendbaar deel van de organisatie anderzijds dat zich richt op opgavegericht werken. Dit neemt niet de toenemende onvoorspelbaarheid van opgaven niet weg, maar geeft wel mogelijkheden hiermee om te kunnen gaan.
Inmiddels heeft het Rijk de Spreidingswet vastgesteld met als doel een evenwichtig opvang van asielzoekers over Nederland te realiseren. Dat deze wet risico’s met zich kan meebrengen voor onze interne bedrijfsvoering (capaciteit) en voor aanpalende terreinen als wonen, ruimte, zorg, welzijn, ontspanning, etc. is niet geheel ondenkbaar. De uitvoering van deze wet is momenteel landelijk en lokaal onderwerp van discussie.
Daarnaast is sprake van een verhoging van de taakstelling vanuit het rijk tot huisvesting van het aantal statushouders. Dat laatste tekent zich al concreet af en daarbij gaat het om een lichte stijging ten opzichte voorgaande jaren.
Daarbij hebben we bovendien te maken met een achterstand in de te realiseren taakstelling. Inmiddels heeft het nieuwe kabinet de plannen bekend gemaakt dat statushouders geen voorrang meer krijgen bij het toewijzen van een sociale huurwoning. Dit zal effect hebben op de uitvoering van ons beleid.
Conclusie
Terug naar navigatie - ConclusieHet vereiste weerstandsvermogen bedraagt € 6.592.500 en de beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 22.068.155. De dekkingsratio bedraagt hiermee 3,3 en ligt ver boven de norm van 1. Dit geeft een positief beeld, maar moet worden beschouwd in de context van de financiële problematiek die op gemeenten afkomt. Dan denken we bijvoorbeeld aan alle complexe taken die naar gemeenten toekomen en de naderende ravijnjaren.
Kengetallen: Financiële weerbaarheid en wendbaarheid
Terug naar navigatie - Kengetallen: Financiële weerbaarheid en wendbaarheidMet ingang van 2016 is een aantal kengetallen voorgeschreven om de inzichtelijkheid en de transparantie van de jaarstukken te vergroten. Deze kengetallen beogen inzicht te geven in hoe solide de financiële positie van de gemeente is.
De kengetallen drukken de verhouding uit tussen bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en worden onderstaand toegelicht en geduid. Bij de duiding wordt gebruik gemaakt van het GTK 2020 (Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader), opgesteld door de twaalf provincies.
Netto schuldquote en netto schuldquote, gecorrigeerd voor verstrekte leningen
De netto schuldquote bestaat uit de schuldenlast van de gemeente gedeeld door de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie en de hoogte van de investeringen uit het nabije verleden. Bij de netto schuldquote, gecorrigeerd voor verstrekte leningen gaat het om schulden exclusief doorgeleende gelden (aan bijv. een woningbouwcorporatie die jaarlijks aflost). De netto schuldquote bedraagt 8,57% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van (de signaleringswaarden van) het GTK 2020.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft het eigen vermogen weer als percentage van het totale vermogen en hierbij geldt hoe hoger dit percentage, hoe beter de gemeente in staat is haar verplichtingen op de lange termijn te voldoen. De solvabiliteitsratio bedraagt 54,32% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van het GTK 2020.
Grondexploitatie
Grondexploitatie geeft de grondpositie (waarde van de grond) weer als percentage van de totale geraamde baten. Voor deze ratio grondexploitatie geldt dat hoe lager deze is, hoe beter. De ratio grondexploitatie bedraagt 0,69% en daarmee valt Twenterand in de categorie minst risicovol, op basis van het GTK 2020.
Structurele exploitatieruimte
Structurele exploitatieruimte geeft het verschil tussen baten en lasten als percentage van de totale baten. En schetst welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke stijging van baten of structurele daling van lasten daarvoor nodig is. Het beeld van deze structurele exploitatieruimte is voor 2024 4,06% en daarmee valt Twenterand in de minst risicovolle categorie, op basis van het GTK 2020.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft de hoogte van de van de woonlasten van een gezin weer als percentage van de landelijk gemiddelde woonlasten van een gezin. Dit percentage bedraagt 98,31% en daarmee valt Twenterand in de categorie neutraal, op basis van het GTK 2020.
De kengetallen zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Kengetallen |
Jaarrekening |
Begroting |
Jaarrekening |
Begroting |
Begroting |
Begroting |
Begroting |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 |
2024 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
Netto schuldquote |
21,24% |
45,75% |
8,57% |
35,67% |
45,12% |
43,99% |
40,19% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
11,11% |
32,31% |
0,13% |
24,07% |
33,22% |
32,27% |
29,20% |
Solvabiliteitsratio |
46,79% |
37,54% |
54,32% |
41,07% |
37,61% |
37,78% |
38,41% |
Structurele exploitatieruimte |
2,10% |
1,53% |
4,06% |
1,56% |
-2,30% |
-3,80% |
-4,06% |
Grondexploitatie |
0,65% |
2,82% |
0,69% |
9,73% |
14,83% |
20,09% |
18,98% |
Belastingcapaciteit |
103,97% |
102,22% |
98,31% |
98,35% |
98,56% |
98,80% |
99,10% |
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederenInleiding
Terug naar navigatie - InleidingDe kapitaalgoederen vormen het gemeentelijk kapitaal waar zorgvuldig mee moet worden omgegaan. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten. Het is van belang, dat voor de openbare voorzieningen en gebouwen goede onderhoudsplanningen aanwezig zijn.
Beleid
De gemeentelijke kapitaalgoederen bestaan uit veel uiteenlopende onderdelen, zoals groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, gebouwen, wegen, riolering en dergelijke. Voor deze onderdelen wordt op basis van beheerssystemen, die zijn vastgesteld door de raad, de onderhoudsbehoefte bepaald. Daarnaast worden door de betrokken medewerkers op basis van visuele waarnemingen de nodige correcties hierop aangebracht.
Wegen
Terug naar navigatie - WegenDe gemeente Twenterand heeft de volgende lengte wegen en oppervlakte verharding in onderhoud en beheer:
Wegen/verharding | Areaal |
Lengte wegen | 436 km |
Oppervlakte verharding | 237 ha. |
Door de CROW (landelijk kennisplatform voor de openbare ruimte) is een standaard ontwikkeld om de kwaliteit van de openbare ruimte te bepalen. Middels deze systematiek worden de wegen geïnspecteerd en wordt de onderhoudsbehoefte bepaald op basis van de kwaliteit. In 2023 is een nieuw beheerplan vastgesteld voor Wegen.
De benodigde onderhoudsmaatregelen zijn afhankelijk van de vastgestelde (technische) staat en de feitelijk optredende slijtage van een bepaalde weg door het gebruik of weersinvloeden. Dit onderhoud wordt planmatig uitgevoerd, waarbij het doel is om binnen de beschikbare financiële middelen door tijdig en juist ingrijpen de technische levensduur en het goed functioneren van een weg zoveel mogelijk te verlengen. Daarom wordt gedurende de levensduur regelmatig de toestand van de wegen geïnspecteerd, zodat de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen kunnen worden bepaald. Onder wegen worden alle verhardingen zoals rijbanen, trottoirs, fietspaden en parkeerplaatsen verstaan.
De begroting voor het onderhoud van wegen wordt gemaakt aan de hand van ingevoerde inspectiewaarden in het beheersysteem Obsurv. In dit systeem worden per weggedeelte ca. elke twee jaar inspectiewaarden ingevoerd. Deze waarden komen voort uit een inspectieronde, waarbij de staat van het wegdek op diverse punten beoordeeld wordt. Aan de hand van de ingevoerde inspectiewaarden en diverse instellingen worden de benodigde maatregelen bepaald en de begroting gegenereerd.
Afgevlakte planning:
De begroting voor het onderhoud wordt per jaar berekend. Hierdoor kan het zijn dat er in één jaar een laag bedrag benodigd is, terwijl het volgend jaar een hoog bedrag benodigd is. Omdat dat minder praktisch en werkbaar is, wordt een afgevlakte planning gemaakt. Hierin wordt (waar mogelijk) geschoven met onderhoudsjaren zodat per jaar een min of meer gelijk bedrag benodigd is.
Aan de hand van de meest recente inspectiewaarden in het beheersysteem worden de begrotingscijfers bepaald.
Aan onderhoud asfaltwegen wordt in eerste instantie voorrang gegeven om zoveel mogelijk kapitaalvernietiging te voorkomen. Wanneer namelijk asfaltwegen niet tijdig worden onderhouden zet het schadebeeld zich door in de fundering. waardoor de kosten van herstel fors toenemen.
In de post onderhoud wegen worden ook de aanleg en het onderhoud van grasbetonstenen en bermbeton meegenomen. Indien er budget beschikbaar komt voor het verbeteren van landbouwroutes zullen deze worden uitgevoerd in bermbeton.
Financieel overzicht: Wegen |
||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begr.na wzg 2024 |
Werkelijk 2024 |
Onderhoud |
1.461.874 |
1.153.162 |
1.132.162 |
1.058.403 |
Kapitaallasten |
255.912 |
498.613 |
498.613 |
270.628 |
Totaal |
1.717.785 |
1.651.775 |
1.630.775 |
1.329.031 |
Openbare verlichting
Terug naar navigatie - Openbare verlichtingHet areaal van de openbare verlichting is geïnventariseerd en op basis van deze inventarisatie vindt de jaarlijkse vervanging plaats van armaturen en masten.
Openbare Verlichting | Areaal |
Lichtmasten/armaturen | 7.320 |
Op 1 oktober 2024 is een nieuw beleids- en beheerplan Openbare verlichting vastgesteld. Daarbij is ook beoordeeld of de beschikbare financiële middelen in de pas lopen met de kosten voor onderhoud en investeringen. Dat is het geval gebleken. Op basis van het in de investeringslijst opgenomen bedrag worden de jaarlijkse vervanging, verbeteringen en renovaties uitgevoerd.
Financieel overzicht: Openbare verlichting |
||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begr.na wzg 2024 |
Werkelijk 2024 |
Onderhoud |
104.212 |
101.146 |
107.146 |
78.250 |
Kapitaallasten |
63.600 |
79.436 |
79.436 |
78.359 |
Totaal |
167.813 |
180.582 |
186.582 |
156.610 |
Gebouwen en civieltechnische kunstwerken
Terug naar navigatie - Gebouwen en civieltechnische kunstwerkenEr vindt driejaarlijks een herinspectie plaats van alle gemeentelijke gebouwen en zesjaarlijks van alle civieltechnische kunstwerken gelegen binnen de gemeente Twenterand (gebruik gemaakt wordt van van de systemen voor rationeel gebouwenbeheer en rationeel kunstwerkenbeheer van Antea). Het grootschalig onderhoud voor instandhouding van bestaande gebouwen en civieltechnische kunstwerken is voor de komende 10 jaren geregeld. In het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) wordt voor 10 jaar de toekomstige onderhoudsbehoefte aangegeven. Wanneer een gebouw of gebouwonderdeel of een civieltechnisch kunstwerk onderhoud vergt, worden de gewenste activiteit en de onderhoudscyclus vermeld, inclusief de daarbij behorende kosten. In de meerjarenbegroting is voor de storting in het onderhoudsfonds betreffende de gemeentelijke gebouwen ieder jaar een verhoging van €45.000,- en voor de kunstwerken ieder jaar een verhoging van €6.000,- opgenomen. Uit de inspecties blijkt dat indien men bovengenoemde jaarlijkse verhoging handhaaft, er voor de komende 10 jaar voldoende dekking aanwezig is om het noodzakelijke onderhoud uit te kunnen voeren. De gemeente heeft de volgende aantallen accommodaties/gebouwen en civieltechnische kunstwerken in beheer:
Accommodaties/gebouwen | Areaal |
aantal accommodaties/gebouwen | 52 |
Civieltechnische kunstwerken | Areaal |
aantal kunstwerken | 57 |
Financieel overzicht: Gebouwen |
||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begr.na wzg 2024 |
Werkelijk 2024 |
Onderhoud |
410.416 |
315.765 |
458.460 |
567.279 |
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud |
305.019 |
1.332.345 |
2.904.825 |
632.016 |
Kapitaallasten |
1.028.381 |
1.847.131 |
1.865.423 |
1.117.612 |
Totaal |
1.743.816 |
3.495.241 |
5.228.708 |
2.316.906 |
Financieel overzicht: Bruggen en kunstwerken |
||||
Omschrijving |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begr.na wzg 2024 |
Werkelijk 2024 |
Onderhoud |
3.496 |
18.254 |
18.254 |
1.145 |
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud |
134.786 |
86.132 |
210.101 |
98.368 |
Kapitaallasten |
14.779 |
14.663 |
14.663 |
14.664 |
Totaal |
153.061 |
119.049 |
243.018 |
114.177 |
Groen
Terug naar navigatie - GroenDoor de CROW (kennisplatform voor de openbare ruimte) is een landelijke standaard ontwikkeld om de kwaliteit van de openbare ruimte te bepalen. Op basis van die standaard is in 2023 een beheerplan opgesteld voor Groen . Voor openbaar groen is een aantal kwaliteitsniveaus doorgerekend. Middels het pakket rationeel groenbeheer van Sweco zijn deze onderhoudsniveaus vertaald in de werkpakketten (technisch en financieel). De onderhoudsbudgetten staan onder druk vanwege enkele ontwikkelingen, die kosten verhogend werken (wijziging regelgeving, verbod op gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen op verhardingen, areaaluitbreiding en prijsindexatie). Geprobeerd wordt de vastgelegde onderhoudsniveaus zoveel mogelijk te handhaven. Daarbij kan het voorkomen, dat die onderhoudsniveaus niet in de volle breedte worden gehaald b.v. in een warm en nat jaar. Mutaties in het areaal worden op structurele wijze bijgehouden en verwerkt.
Dat areaal bestaat uit:
Openbaar groen | Areaal |
bomen | 25.271 stuks |
hagen | 16,5 km |
oppervlakte openbaar groen | 156 ha |
Grondwater
Terug naar navigatie - GrondwaterHet hoge grondwaterbeheer is opgenomen in Gemeentelijk Water- en Rioleringsplan, dat in 2023 door de gemeenteraad is vastgesteld. Voor zover bekend zijn binnen de gemeentegrenzen geen gebieden met grote problemen. Mochten zich toch problemen voor doen, dan zijn gelden beschikbaar binnen het product Riolering om de oorzaak van de problemen te onderzoeken en zo nodig maatregelen te treffen.
Riolering
Terug naar navigatie - RioleringDe volgende rioolvoorzieningen zijn aanwezig in de gemeente:
Riolering | Areaal |
vrij verval riolering | 231 km |
(mini)gemalen | 760 stuks |
In 2023 is een nieuw Gemeentelijk Water- en Rioleringsplan 2024-2028 vastgesteld en is bepaald welke maatregelen er aan het rioolstelsel getroffen dienen te worden voor met name de komende planperiode van 5 jaar. In de eerste 5 jaar is daar gedetailleerd naar gekeken en zijn ook de benodigde budgetten bepaald. Voor de periode daarna is dat ook gedaan, maar dan meer op hoofdlijnen. Op het gebied van de riolering gaat het om het onderhoud en beheer van bestaande riolering en gedeelten van de riolering, die vervangen moeten worden. In het GWR 2024-2028 is verder ingespeeld op klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie houdt in dat we de meest nadelige effecten van klimaatverandering willen verminderen. Er zijn maatregelen ingepland voor de locaties, waar uit modelberekeningen is gebleken, dat daar bij extremere hoeveelheden neerslag problemen kunnen optreden. De gemeente Twenterand gaat in deze GWR-periode verder met risico gestuurd rioolbeheer. Door verbetering van methodieken kunnen wij nauwkeuriger bepalen hoe lang een riool meegaat en wat de gevolgen van bepaalde schades zijn. Door risico gestuurd rioolbeheer blijven de kosten maatschappelijk aanvaardbaar. Zowel m.b.t. het opstellen van het nieuwe GWR als de doelmatigheid van te treffen maatregelen heeft overleg plaatsgevonden met het waterschap Vechtstromen. Middels het kostendekkingsplan is de hoogte van de rioolheffing bepaald op basis van 100% kostendekkendheid. Planmatig wordt het rioolstelsel gereinigd en geïnspecteerd, waardoor de kwaliteit wordt bewaakt. Ter plekke van enkele overstorten en gemalen worden permanent metingen verricht om de werking van het stelsel te monitoren. Er wordt gewerkt met het programma rationeel rioolbeheer van Sweco.
Financieel overzicht: Riolering |
||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Rekening 2023 |
Begroting 2024 |
Begr.na wzg 2024 |
Werkelijk 2024 |
Onderhoud |
182.085 |
323.000 |
323.000 |
364.604 |
Mutatie reserve/voorziening groot onderhoud |
2.235 |
1.100 |
1.100 |
0 |
Kapitaallasten |
558.854 |
746.556 |
746.556 |
639.547 |
Totaal |
743.174 |
1.070.656 |
1.070.656 |
1.004.151 |
Kaderplan speelruimte
Terug naar navigatie - Kaderplan speelruimteVoor het kaderplan speelruimte (door de Raad vastgesteld in 2018) is jaarlijks gemiddeld €76.000,- nodig. Dit is meegenomen in de begroting. Alle speeltoestellen worden hiervoor onderhouden, zodat zij aan de strenge veiligheidseisen van het Attractiebesluit voldoen.
Speeltoestellen | Areaal |
Aantal speeltoestellen | 569 stuks |
Tractie en gereedschappen
Terug naar navigatie - Tractie en gereedschappenTractie en gereedschappen hebben blijvend aandacht nodig in relatie tot bezetting en daarmee effectief gebruik. Door gewijzigde inzichten of anders uitvoeren van werkzaamheden is het zinvol het gebruik van deze middelen constant tegen het licht te houden. De kapitaallasten van de tractie zijn in de begroting opgenomen voor een vast bedrag. Het verschil tussen werkelijk en begroot wordt gestort c.q. onttrokken uit de reserve tractie. Jaarlijks wordt beoordeeld of de vervangingen, die zijn opgenomen in het tractieplan, noodzakelijk zijn.
Paragraaf Financiering
Terug naar navigatie - Paragraaf FinancieringInleiding
Terug naar navigatie - InleidingIn de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarrekening neemt het college, naast de verplichte onderdelen op grond van het BBV, in ieder geval op:
A. de kasgeldlimiet;
B. de renterisiconorm;
C. een overzicht van verstrekte geldleningen.
Algemene ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingenDe gemeente dient een paragraaf Financiering in zowel de begroting als in het jaarverslag op te nemen waarin aangegeven wordt wat de beleidsvoornemens zijn ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte.
Om volledig te voldoen aan de wetgeving op het gebied van treasury heeft de gemeente Twenterand een treasurystatuut. In dit treasurystatuut zijn de uitgangspunten, de doelstellingen, de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief het toezicht op de uitvoering van de treasury) voor de treasuryfunctie vastgelegd. De wet FIDO definieert treasury als volgt: “het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op: de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”.
Treasurybeleid
Terug naar navigatie - TreasurybeleidDe beleidsdoelstelling van het treasurybeleid van de gemeente Twenterand kan als volgt worden omschreven: De gemeente voert, gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren, een risicomijdend treasurybeleid. Binnen dit risicomijdende beleid stelt de gemeente zich ten doel zo laag mogelijke kosten over leningen en/of een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen te realiseren, voor zover nog mogelijk binnen de opgelegde regeling voor schatkistbankieren. Dit binnen de daarvoor geldende randvoorwaarden en ter beperking van risico’s.
Renterisico's
Terug naar navigatie - Renterisico'sIn de Wet Fido is de renterisiconorm opgenomen. Doel van deze norm is het beperken (spreiden) van het renterisico op de vaste schuld van de gemeente. Het toezichthoudende orgaan wordt met behulp van deze norm op een transparante wijze inzicht geboden in het renterisico als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering van leningen.
Een hoofddoel van treasury is het beperken van de gevolgen van een stijgende rente. Aan de andere kant dient er optimaal geprofiteerd te worden van lage rentestanden. Met het bijhouden van de ontwikkelingen op de geld en kapitaalmarkt en de grote diversiteit in leningsproducten wordt continue geprobeerd om een zo optimaal mogelijk resultaat te behalen tegen een verantwoord risico, eventueel ondersteund door een liquiditeitsprognose.
Berekening renterisiconorm:
1. |
Begrotingstotaal |
€ 114.472.988 |
---|---|---|
2. |
Wettelijk percentage |
20% |
3. |
Renterisiconorm (1x2) |
€ 22.894.598 |
4. |
Renteherzieningen |
€ 0 |
5. |
Aflossingen |
€ 3.631.212 |
6. |
Bedrag van renterisico (4+5) |
€ 3.631.212 |
7. |
Ruimte onder renterisiconorm |
€ 19.263.385 |
Renteberekening
Terug naar navigatie - RenteberekeningIn het jaar 2024 is over opgenomen langlopende gemeentelijke geldleningen gemiddeld 1,02 % rente betaald (2023: 1,01%, 2022: 1%, 2021:1,26%, 2020: 1,49%, 2019: 1,89%).
In de jaarrekening 2024 zijn deze rentelasten opgenomen. Voor het aantrekken van kort geld werd begrotingstechnisch rekening gehouden met een gemiddeld percentage van 1,00% (rente financieringstekort binnen de kasgeldnorm). De werkelijke rente is verantwoord op de het product/taakveld 'treasury'.
Kasgeldlimiet
Terug naar navigatie - KasgeldlimietDe kasgeldlimiet geeft het renterisico op de korte termijn weer. Hieronder vallen alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is gericht op het voorkomen van ongewenste renterisico's die ontstaan door het aangaan van overmatige korte-termijnfinancieringen en stelt een grens aan de omvang van de korte schuld waarover de gemeente renterisico mag lopen.
Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt voor het gehele begrotingsjaar aangehouden de omvang van de jaarbegroting per 1 januari van het betreffende jaar. Op grond hiervan is de door het rijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet voor 2024 vastgesteld op 8,5% van € 114.472.988 = € 9.730.204. Dit betekent dat de gemeente Twenterand door het jaar heen tot het hierboven berekende bedrag met kort geld mag financieren (ook investeringen). Wanneer de kasgeldlimiet structureel overschreden dreigt te worden, moeten langlopende leningen (leningen met een looptijd langer dan 1 jaar) aangetrokken worden. Tot maximaal het bedrag van de kasgeldlimiet loopt de gemeente renterisico, gebaseerd op leningen met een termijn van korter dan een jaar.
Met betrekking tot gelden in rekening-courant/kort geld loopt er met onze huisbankier een overeenkomst waarin is afgesproken dat deze dagelijks de saldi in rekening-courant in daggeld uitzet of aanvult. Daarnaast wordt, indien noodzakelijk, kasgeld aangetrokken c.q. gelden via schatkistbankieren weggezet voor periodes variërende van 1 week tot 1 jaar afhankelijk van geldbehoefte en mogelijkheden op de geldmarkt.
Renterisiconorm
In de wet FIDO is door het rijk de renterisiconorm geïntroduceerd. Met de invoering van deze renterisiconorm wordt een kader gesteld tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille
van de gemeente, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt.
Herfinanciering houdt in dat een vervangende lening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande leningen te voldoen. Renteaanpassing doet zich voor wanneer de geldgever het rentepercentage van een lening gedurende de looptijd herziet.
De doelstelling van de renterisiconorm is in feite dat bij een gelijkmatige opbouw van de leningenportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig deel van de leningenportefeuille
geherfinancierd hoeft te worden, het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt.
De renterisiconorm is door het rijk vastgesteld op maximaal 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Dit betekent dat voor het jaar 2024 de renterisiconorm als volgt kan worden berekend:
Begrotingstotaal 2024: € 114.472.988
Renterisiconorm voor 2024 bedraagt 20% = € 22.894.598
Onderstaand de berekening van het renterisico op de vaste schulden voor het jaar 2024:
(bedragen x € 1.000) |
1e kwartaal |
2e kwartaal |
3e kwartaal |
4e kwartaal |
---|---|---|---|---|
Kasgeldlimiet |
9.730 |
9.730 |
9.730 |
9.730 |
Saldo gemeente |
-228 |
-341 |
-543 |
-632 |
Over-/onderschrijding |
-9.958 |
-10.071 |
-10.273 |
-10.362 |
Kortlopend geld
Terug naar navigatie - Kortlopend geldMet de Bank Nederlandse Gemeenten is een ‘Overeenkomst financiële dienstverlening’ voor onbepaalde tijd afgesloten (opzegbaar). Hier is onder andere de kort-kredietverlening geregeld. Dit houdt in dat er een krediet in rekening-courant (kredietlimiet) van maximaal € 6,9 miljoen is overeengekomen.
Aangegane langlopende geldleningen
Terug naar navigatie - Aangegane langlopende geldleningenIn 2024 is geen nieuwe langlopende lening aangetrokken. In de loop van het jaar is € 3.631.212 afgelost. De som van de aangegane langlopende geldleningen bedraagt per 31 december 2024 € 32.461.869 Dit is volledig bestemd voor eigen financiering.
Schatkistbankieren
Terug naar navigatie - SchatkistbankierenOp 15 december 2013 is de wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Vanaf dat moment zijn alle decentrale overheden (waaronder gemeenten) verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Het drempelbedrag is gelijk aan 2% van het begrotingstotaal en bedraagt voor de gemeente Twenterand in 2024 € 2.289.460.
Er mag maximaal drie kwartalen op één volgend worden overschreden. Na de derde op één volgende overschrijding dient actie te worden ondernomen om de overschrijding de komende kwartaal op te lossen. Uit onderstaand overzicht blijkt dat in 2024 is voldaan aan de regeling schatkistbankieren.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000) |
||||
---|---|---|---|---|
Verslagjaar |
2024 |
|||
Drempelbedrag |
2.289 |
|||
Kwartaal 1 |
Kwartaal 2 |
Kwartaal 3 |
Kwartaal 4 |
|
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen |
271 |
297 |
406 |
475 |
Ruimte onder het drempelbedrag |
2.018 |
1.992 |
1.883 |
1.814 |
Overschrijding van het drempelbedrag |
- |
- |
- |
- |
Kredietrisico's
Terug naar navigatie - Kredietrisico'sTen behoeve van de uitoefening van de publieke taak kunnen gemeenten leningen verstrekken.
Op deze verstrekte leningen loopt de gemeente kredietrisico. Het kredietrisico is het risico dat de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichtingen kan voldoen (het terugbetalen van de verstrekte lening). Hieronder treft u een overzicht aan van de verstrekte leningen door de gemeente Twenterand.
Omschrijving |
Bedrag 31-12-2024 |
---|---|
BAGL GR Vechtdal |
€ 932.591 |
Lening Zonnepark BV |
€ 4.733.333 |
Hypotheekverstrekkingen ambtenaren |
€ 2.081.564 |
Lening Triangel |
€ 154.941 |
Lening St.Kulturhus De Klaampe |
€ 51.750 |
Lening Activiteitencentrum 'het Punt' |
€ 3.973.855 |
Lening IKB/Stadsbank |
€ 52.622 |
Duurzaamheidsleningen |
€ 2.579 |
Startersleningen |
€ 614.112 |
Lening korfbalvereniging TOP |
€ 8.750 |
Achtergestelde lening het Punt |
€ 25.067 |
Lening Den Ham FC Twente Madness |
€ 5.070 |
Lening de Groene Jager |
€ 22.217 |
Lening Enexis tranche B |
€ 142.372 |
Blijversleningen |
€ 29.579 |
€ 12.830.402 |
Financiering
Terug naar navigatie - FinancieringDit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de financieringspositie van onze gemeente en de daarbij behorende financieringsbehoefte, rekening houdend met (geplande) (des-) investeringen en beschikbare interne en externe middelen. In feite gaat het hier om het opstellen van een liquiditeitsbegroting. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de leningenportefeuille. De activa van de gemeente Twenterand zijn per ultimo 2024 als volgt gefinancierd:
Uit de tabel blijkt dat de boekwaarde van de vaste activa (investeringen) wordt gefinancierd met langlopende middelen.
Boekwaarde vaste activa |
€ 105.390.405 |
|
---|---|---|
Vaste financieringsmiddelen |
||
Reserves (inclusief rekeningresultaat) |
€ 78.743.642 |
|
Voorzieningen |
€ 16.832.993 |
|
Langlopende leningen |
€ 32.461.869 |
|
Totaal financieringsmiddelen |
€ 128.038.504 |
|
Financierings overschot |
€ 22.648.098 |
Rentetoerekening
Terug naar navigatie - RentetoerekeningDe behoefte aan inzicht in de kosten op de taakvelden en de behoefte om de wijze van verantwoorden van rente in de begroting en jaarrekening te harmoniseren, hebben er toe geleid dat in het wijzigingsbesluit Besluit begroting en verantwoording (BBV) is opgenomen, dat de rentekosten aan de desbetreffende taakvelden moeten worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. Omdat de onderlinge vergelijking tussen gemeenten het uitgangspunt is voor de aanpassingen van het BBV is hier sprake van een verplichting.
Voor 2024 is een renteomslag gehanteerd van 1,00%. Met deze renteomslag blijft het resultaat op het taakveld treasury (zie tabel hieronder) binnen de norm, zoals voorgeschreven door het BBV.
De rente wordt samen met de afschrijvingslasten doorberekend aan de diverse taakvelden. Aan investeringen wordt geen rente rechtstreeks toegerekend.
Het grondbedrijf hanteert een ander percentage wordt zoals wordt voorgeschreven door het BBV.
Renteschema
Terug naar navigatie - RenteschemaDe externe rentelasten over de korte en lange financiering |
369.727 |
|
---|---|---|
De externe rentebaten (idem) |
271.536 |
|
Saldo rentelasten en rentebaten. |
98.191 |
|
Rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend |
25.944 |
|
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerend |
56.707 |
|
Rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend |
123.067 |
|
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente |
-40.416 |
|
Rente over eigen vermogen |
551.541 |
|
Rente over voorzieningen |
175.748 |
|
Totaal werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente |
865.896 |
|
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) |
738.392 |
|
Renteresultaat op taakveld Treasury |
-127.504 |
|
Procentule afwijking |
-14,73% |
|
Rente omslag percentage berekening is C15 / totaal vaste activa |
1,19% |
Paragraaf Bedrijfsvoering
Terug naar navigatie - Paragraaf BedrijfsvoeringAlgemeen
Terug naar navigatie - AlgemeenIn deze paragraaf Bedrijfsvoering worden relevante thema's op het gebied van bedrijfsvoering toegelicht en daarnaast bevat de paragraaf een terugblik op de griffie in 2024.
Bedrijfsvoering omvat het verzorgen van randvoorwaardelijke zaken, van informatie en van advies. Het betreft Personeel en Organisatie, (interne) Communicatie, Bestuursadvies en -ondersteuning van B&W, Planning & Control, Financiën , Informatisering & Automatisering, Bodediensten en Bestuurlijk Juridische zaken. In deze paragraaf wordt op een aantal thema’s die in 2023 speelden bij Bedrijfsvoering nader ingegaan.
Communicatie en participatie
Op communicatievlak speelden in 2024 drie majeure ontwikkelingen.
1) Lokale omroep. Raadsbreed werd in november 2022 een motie aangenomen om de stichting Delta Media Groep te laten doorgroeien naar een volwaardige lokale omroep. Op basis van een uitgebalanceerde business case met meetbare indicatoren, evaluatiemoment en jaarbudget voor een pilotperiode van drie jaar, besloot de raad tot het toekennen van een jaarlijkse bijdrage van € 100.000 voor de jaren 2024, 2025 en 2026.In de tussentijd is er een en ander veranderd. Vanuit de Rijksoverheid worden de komende periode de meer dan 230 lokale omroepen omgevormd tot ongeveer 80 streekomroepen. Dit betekent dat de plannen van de lokale omroep er anders uit gaan zien en mogelijk ook dat het benodigde geld er anders uit gaat zien. Met andere woorden, het is de vraag of het door de raad beschikbaar gestelde geld straks nog nodig is. De nieuwe situatie vraagt in elk geval om een andere bijdrage.
2) Ophogen communicatiebudget. Voor 2023 en 2024 was het communicatiebudget tijdelijk verhoogd van € 36.000 naar € 68.000. Een evaluatie moest duidelijk maken of en hoe die ophoging structureel gemaakt zou moeten worden. Die evaluatie heeft helaas nog niet plaatsgevonden.
3) Extra inhuur personele capaciteit voor een aantal opgaven. Voor onder meer de opvang van Oekraïners, Kanaal Almelo-De Haandrik en duurzaamheid/energietransitie werd aanvullende communicatiecapaciteit ingehuurd. Dit werd als onvermijdbaar gezien en de hiervoor vereiste middelen op deze beleidsterreinen waren ook beschikbaar. Voor de genoemde dossiers loopt deze inhuur tot op heden nog steeds door.
I&A vanaf 2024 team ITIA en FBIV
Begin 2024 zijn de laatste nazorgacties verricht van de technische overgang van de 'oude' naar de 'nieuwe' organisatie. Dit betrof alle IT-technische handelingen en aanpassingen die daarbij kwamen kijken zodat alle medewerkers vanaf 01-01-2024 hun werk vanuit hun nieuwe setting op konden pakken. Hierna is vanuit diverse aandachtsgebieden input geleverd t.b.v. de herinrichting van het gemeentehuis. Collega's zijn aangeschoven bij diverse werkgroepen om input te leveren. Ook dit, terwijl de winkel open bleef. Het aandachtsgebied Informatievoorziening heeft 2 nieuwe medewerkers mogen begroeten. Vanuit eerder beschikbaar gestelde structurele middelen hebben we een recordmanager en kwaliteitsmedewerker geworven. Zij maken ons minder kwetsbaar en hebben invulling gegeven aan de eerste verbeteropgaven die er liggen. Aan de hand van het IBT-rapport en afstemming met de archiefinspecteur werken we aan een gezonde basis om dit de komende jaren verder uit te bouwen. Daarbij ligt de focus op veranderende wet- en regelgeving. Door personeelsmutaties bij DataGedrevenWerken hebben we nog niet de beoogde (door)start gemaakt die ons voor ogen stond. Intern is een nieuwe collega geworven, helaas is de zittende medewerker naar een buurtgemeente vertrokken. Vanaf 2025 zijn voor de komende 3 jaar middelen beschikbaar gesteld om onder begeleiding van een externe partij invulling te geven aan een integrale benadering en opbouw van DGW in onze organisatie .
Personeel & Organisatie
Opleidingen.
Insteek is dat wij een lerende gemeente willen zijn. De afgelopen jaren lieten onderstaand beeld zien.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Loonsom | € 14.919.806 | € 17.332.028 | € 19.376.520 | € 21.258.223 |
Opleidingskosten | € 218.285 | € 155.799 | € 240.715 | € 335.124 |
% van de loonsom | 1,46% | 0,90% | 1,24% | 1,57% |
Aantal medewerkers per december | 251 | 278 | 296 | 318 |
Opleidingskosten per medewerker | € 870 | € 560 | € 813 | € 1.113 |
In driekwart van de cao's zijn afspraken gemaakt over opleidingsbudgetten. Als voorbeeld: in de cao van de VVT is 2% van de loonsom opgenomen voor studiekosten. Gemiddeld trokken werkgevers € 700,- per werknemer per jaar uit als opleidingsbudget. In die zin faciliteren wij onze medewerkers meer dan gemiddeld. De bedragen zijn exclusief de opleidingskosten ten behoeve van college van B&W en raad. Ten opzichte van de begroting is er € 58.000 meer uitgegeven dan geraamd.
Ziekteverzuim
De laatste jaren liet het ziekteverzuim een stijgende lijn zien.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Ziekteverzuim | 4,06% | 5,00% | 5,24% | 5,32% |
In-, door- en uitstroom
De laatste 3 jaar lieten geen grote verschillen in instroom zien. De uitstroom is sinds 2022 wel toegenomen.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Instroom | 47 | 51 | 49 | 44 |
Doorstroom | 5 | 6 | 7 | 12 |
Uitstroom | 25 | 31 | 32 | 40 |
Wetgeving
Voor 1 januari 2025 is aangekondigd dat de Belastingdienst actief gaat handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit houdt in dat zzp'ers die in de praktijk werknemer blijken te zijn, worden gezien als schijnzelfstandige. Als dit het geval is, kunnen zowel zzp'ers als opdrachtgever een naheffing en een boete krijgen. Schijnzelfstandigheid betekent kort gezegd dat iemand zich presenteert als zelfstandige terwijl er volgens het arbeidsrecht sprake is van een dienstverband. Hierop hebben wij eerste stappen gezet wat betreft adequate monitoring.
Verbouw en herinrichting gemeentehuis
De bouwwerkzaamheden voor de herinrichting en verduurzaming van het gemeentehuis zijn in volle gang. De werkzaamheden zijn naar verwachting in het eerste kwartaal van 2026 afgerond.
Organisatieontwikkeling
In 2024 zijn we van start gegaan met de nieuw ingerichte teams. Op basis van de uitkomsten van een enquête onder de nieuwe teams hebben enkele kleine verschuivingen van medewerkers plaatsgevonden die bijdragen aan een efficiëntere samenwerking.
Vanuit het programma organisatieontwikkeling zijn voor de doorontwikkeling vier pijlers gekozen. Deze pijlers zijn:
Lerende organisatie
Basis op orde
Wendbare organisatie
Goed werkgeverschap
Het doel van deze pijlers is om overzichtelijk en samenhangend te blijven sturen op en investeren in de doelstellingen van de organisatieontwikkeling.
Er zijn in 2024 veel stappen gezet. De werving en selectie van leidinggevenden heeft echter meer tijd gekost dan verwacht. De vertraging deed een beroep op het geduld en de flexibiliteit van teams en de aandacht voor de (individuele) medewerkers.
Vanuit de pijler “lerende organisatie” zijn stappen gezet in het samen leren en verbeteren op 3 niveaus (als professional, als team, als organisatie). Enkele voorbeelden zijn de ontwikkeldagen (organisatiebreed en op teamniveau), verdere uitwerking van de organisatiefilosofie, opzetten van een programma voor de ontwikkeling van de teamleiders.
Het doel van de pijler “basis op orde” is het bouwen en beheren van een goed fundament. Voorbeelden van enkele gezette stappen zijn o.a. de teamplannen en capaciteitsplanning, het invullen van de concerncontrollersrol, het doorontwikkelen van de P&C-cyclus, een structureel directieoverleg en de terugkoppeling van besluiten uit het college en het directieoverleg naar de organisatie.
Ook in de pijler “de wendbare organisatie” (verhogen wendbaarheid en flexibiliteit van de organisatie) zijn er diverse vorderingen gemaakt. Enkele voorbeelden daarvan zijn dat er een afwegingskader is vastgesteld als hulpmiddel voor de identificatie van opgaven, er is een werkproces vastgesteld die de stappen beschrijft van de verkenning van een opgave tot de uitvoering hiervan en de eventuele borging in de reguliere organisatie. Ook is de sturingsdriehoek ingericht en wordt deze gebruikt. Daarnaast zijn workshops georganiseerd over het wendbaar werken en wat dat in de praktijk betekent.
M.b.t. de pijler “goed werkgeverschap” wordt beoogd om de medewerkers in de organisatie goed te faciliteren om de hoge ambities waar te kunnen maken. Enkele voorbeelden van de gezette stappen zijn het nieuw ontwikkelde format voor de gesprekscyclus dat behulpzaam is voor het voeren van een goed gesprek met de medewerker. Ook is er een regeling hybride werken vastgesteld die nog uitgevoerd zal worden.
Bestuurlijk juridische zaken
Belangrijke ontwikkeling hier was de nieuwe Wet open overheid (Woo), als vervanger van Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Voor meer toelichting wordt verwezen naar de (verplichte) paragraaf openbaarheid Woo.
Informatie- en archiefbeheer
Voor het informatie- en archiefbeheer scoort de gemeente sinds 2023 ‘oranje’, omdat het beheer en de zorg voor het archief op aspecten niet op orde is. De provinciaal archiefinspecteur heeft geconstateerd dat er in 2024 goede stappen zijn gezet, maar dat de gemeente op belangrijke aandachtspunten (nog) niet voldoet. Er ontstaat stagnatie als gevolg van beperkte capaciteit. Dit leidt op basis van het toetsingskader opnieuw tot de kleur oranje.
Aandachtspunten die vanuit de archiefinspectie voor 2024 zijn benoemd:
• Wegwerken achterstanden in vernietiging en archiefbewerking.
• (systeem van) Overbrenging op de juiste manier implementeren.?
• Aanpak tekortkomingen archiefruimte en –bewaarplaats.
• Overzicht van informatie in de organisatie.
Wegwerken achterstanden in vernietiging en archiefbewerking.
De stand van zaken is: Het project wegwerken achterstanden (2021-2024) is afgerond. Over het meerwerk dat geconstateerd is en waar de inspectie o.a. naar verwijst, moet nog besloten worden. Archiefvernietiging van digitale informatie wordt uitgevoerd, echter met vertraging waardoor nieuwe achterstanden ontstaan.
Voor het wegwerken van de achterstand in archiefbewerking is een plan opgesteld, waarover nog besloten moet worden.
(systeem van) Overbrenging op de juiste manier implementeren. Hieraan is nog geen vervolg gegeven.
Aanpak tekortkomingen archiefruimte en –bewaarplaats.
De tekortkomingen t.a.v. de archiefbewaarplaats worden bij de verbouwing van het gemeentehuis verholpen.
Overzicht van informatie in de organisatie.
Met dit aandachtspunt is eind 2024 gestart.
Bovenstaande punten zijn opgenomen in het totaaloverzicht met verbeterpunten voor informatie- en archiefbeheer. In 2024 is het door personele krapte niet gelukt deze lijst om te zetten naar een verbeterplan met prioritering en fasering. In samenhang met het nieuwe verantwoordingsverslag 2024, dat later dit jaar aan de raad zal worden aangeboden, en het advies daarbij van de archivaris, zal voor het komende jaar (en daarna) planmatig en op basis van prioriteit aan de verbeteringen en de aandachtspunten vanuit het provinciaal toezicht uitvoering gegeven worden.
Rekenkameronderzoeken 2024
Terug naar navigatie - Rekenkameronderzoeken 2024In deze alinea doen we verslag van de rekenkameronderzoeken in 2024. Een overzicht van rapporten publiceert de griffie op Rapporten | Twenterand
Rekenkamerbrief Minimabeleid
In 2024 is opvolging gegeven aan de rekenkamerbrief Minimabeleid #3 van maart 2022. Belangrijkste bevinding hierin was de overlap tussen verschillende regelingen. Middels een raadsbesluit op 17 december 2024 onder het agendapunt Herijking van het minimabeleid; Verordening individuele inkomenstoeslag Twenterand 2025 (IIT) is de overlap en er uit gehaald (de Meedoenverordening is hierbij ingetrokken), de bedragen IIT aangepast en de regelingen geharmoniseerd naar 120% van de bijstandsnorm. Het betrof een unaniem raadsbesluit. In opdracht van de raad middels een aangenomen motie wordt als vervolg hierop de communicatie over het minimabeleid ook breder opgepakt. Dit gebeurt in 2025.
Quickscan Doorwerkingsonderzoek Sturing op het Sociaal Domein.
In de raad van 23 april 2024 is de Quickscan Doorwerkingsonderzoek Sturing op het Sociaal Domein behandeld. De hoofdvraag luidde: Op welke manier heeft de gemeente gevolg gegeven aan de aanbevelingen van het rekenkameronderzoek 'Sturing op het sociaal domein' dat in 2020 is uitgevoerd. De conclusie: "De informatievoorziening naar de raad over het sociaal domein is in het algemeen op orde" is hierbij overgenomen.
Dit geldt ook voor de aanbevelingen, met de hierbij in acht te nemen de duiding die het college hieraan gegeven heeft in het raadsvoorstel. De aanbevelingen en de essentie van deze duiding luidden:
• Aandachtspunt blijft dat de politieke hoofdlijnen goed in de stukken naar voren moet blijven komen. De goede praktijk worden als college dan ook voortgezet (zoals nieuwsbrief sociaal domein) en we blijven aandacht houden voor de politieke hoofdlijnen.
• De voorstellen die de raad van het college ontvangt zouden ook alternatieven en argumenten voor andere keuzes moeten bevatten. Indien relevant en uitvoerbaar.
• Arrangeer een nader gesprek over de bevindingen van dit rapport en het samenspel tussen een delegatie van de raad, de portefeuillehouder(s) en de griffier. Dit initiatief is gelegd bij de raad c.q. griffie. Er is geen behoefte aan gebleken in 2024.
Hiermee is dit rekenkamerrapport afgehandeld.
Griffie
Terug naar navigatie - GriffieMaatschappelijk effect
De griffie richt zich op een hoogwaardige kwaliteit van bestuurlijke besluitvorming. De griffie ondersteunt en adviseert hierbij de raad, het bestuursorgaan dat besluiten neemt. De raad doet dat vanuit haar volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol. Een hoogwaardige kwaliteit van bestuurlijke besluitvorming is van belang voor het goed functioneren van de democratie. Dit beoogde maatschappelijk effect is geen stip aan de horizon, maar een vrij constant gegeven waar voortdurend aan gewerkt moet worden. De ambitie ligt met name in de term “hoogwaardige”, waarbij het van belang is om continu aan te sluiten bij en te anticiperen op de (veranderende) vraag uit de raad en de samenleving.
Ontwikkelingen 2024
Na twee corona jaren en ziekte op de griffie is in 2024 gewerkt aan een stabiele griffie met de basis op orde en voldoende middelen voor een goede ondersteuning van de gemeenteraad. In 2024:
Zijn de rekenkameronderzoeken opnieuw aanbesteed;
Is gestart met de verdere implementatie van iBabs;
Is het digitaal ondertekenen volledig ingevoerd;
Is de ondertiteling van de videotulen geregeld;
Is het werving en selectieproces voor de nieuwe griffier en griffiemedewerker afgerond;
Is het raadsonderzoek naar kanaal Almelo - de Haandrik opgestart;
In 2024 is ook gestart met de aanbesteding voor een accountant in verband met het bereiken van de maximale opdrachtwaarde.
Middelen
Het meerwerk van de accountant heeft om extra middelen gevraagd. Met de ambtelijke organisatie zijn afspraken gemaakt hoe meerwerk in het vervolg voorkomen kan worden. Daarnaast is er een kostenoverschrijding door de externe inhuur van de interim-griffier. Dit is niet goed in de prognose voor 2024 opgenomen waardoor de totale kosten van de inhuur een overschrijding van het budget is. Ook de komst van een nieuwe griffier die een opleiding is gestart in 2024 leidt tot een kostenoverschrijding voor opleiding en budgetten.
Rechtmatigheidsverantwoording
Terug naar navigatie - RechtmatigheidsverantwoordingIn deze subparagraaf wordt het onderwerp rechtmatigheid behandeld, en wordt een toelichting gegeven op de rechtmatigheidsverantwoording van het College van Burgemeester en Wethouders. De rechtmatigheidsverantwoording zelf is opgenomen in de jaarrekening 2024.
Achtergrond
Met ingang van de Jaarstukken 2023 moet het College van Burgemeester en Wethouders een rechtmatigheidsverantwoording opstellen en in de paragraaf Bedrijfsvoering ingaan op het onderwerp rechtmatigheid. De landelijke wetgever heeft deze verplichting enkele achtereenvolgende jaren uitgesteld omdat er nog veel onduidelijkheden waren over de te hanteren regels, kaders en richtlijnen.
In het afgelopen jaar is meer duidelijk geworden over deze regels, kaders en richtlijnen. Hierdoor is het voor het college mogelijk geworden om bij het opstellen van de rechtmatigheidsverantwoording de regels, kaders en richtlijnen beter te interpreteren en toe te passen.
Op gemeentelijk niveau is in 2024 een voorstel gedaan voor aanpassing van de verantwoordingsgrens naar 3% (was 1%). Door een andere benadering van het begrotingscriterium is hantering van 1% niet langer reëel. De meeste gemeenten hanteren ook 3%.
Bevindingen
Zoals in het controleprotocol is opgenomen, wordt in de paragraaf bedrijfsvoering een overzicht opgenomen van de geconstateerde fouten boven de rapporteringsgrens van € 100.000. Daarnaast wordt opgenomen welke maatregelen er genomen worden om deze fouten in de toekomst te voorkomen.
Via onderstaande tabel is een cumulatief overzicht opgenomen van geconstateerde rechtmatigheidsfouten over 2024:
Monitor Rechtmatigheidsverantwoording | Bedrag (x € 1.000 ) | |
Begrotingscriterium | ||
1a. Overschrijding exploitatiebudgetten programma’s begroot versus werkelijk | € 0 | |
1b. Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) | € 14 | |
2. Niet geautoriseerde reserve mutaties | € 0 | |
3. Overschrijding van baten en/of onderschrijding van lasten en baten die niet tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid respectievelijk zijn gemeld. | € 0 | |
Totaal begrotingsonrechtmatigheden (bruto) |
€ 14 | A |
4. Begrotingsafwijkingen waarvan de raad heeft besloten dat ze niet onrechtmatig zijn | € 14 | B |
5. Resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheden | € 0 | C (=A-B) |
Voorwaardencriterium | ||
Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed | € 532 | D |
M&O criterium | ||
Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium | € 0 | |
Totaal rechtmatigheidsfouten (=C+D) | € 532 | |
Verantwoordingsgrens | ||
Verantwoordingsgrens vastgesteld door de raad (%) | 3% | |
Totaal lasten inclusief toevoegingen aan de reserves | € 138.527 | |
Verantwoordingsgrens | € 4.156 |
Begrotingscriterium |
||||||
---|---|---|---|---|---|---|
1a. Overschrijding exploitatiebudgetten |
||||||
In 2024 is bij geen van de programma's sprake geweest van een overschrijding van de lasten, zoals blijkt uit onderstaand overzicht: |
||||||
Begrotingsafwijking lasten |
||||||
Programma |
Begroot |
Werkelijk |
Verschil |
|||
1. Sociaal domein |
€ 66.371.326 |
€ 64.126.987 |
-€ 2.244.339 |
|||
2. Ruimte |
€ 31.819.951 |
€ 31.173.802 |
-€ 646.149 |
|||
3. Economie en vrije tijdsbesteding |
€ 10.511.879 |
€ 8.477.261 |
-€ 2.034.618 |
|||
4. Bedrijfsvoering |
€ 18.757.825 |
€ 15.865.303 |
-€ 2.892.522 |
|||
1b. Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) |
||||||
In onderstaande tabel zijn de kredieten opgenomen die een overschrijding kennen: |
||||||
Omschrijving |
Krediet |
Besteed t/m 2023 |
Besteed 2024 |
Overschrijding |
||
VW crafter 2022 |
€ 50.000 |
€ 0 |
€ 63.568 |
€ 13.568 |
||
Totaal |
€ 50.000 |
€ 0 |
€ 63.568 |
€ 13.568 |
||
Hierbij dient opgemerkt te worden dat onder tractie-kredieten een afspraak met de raad ligt rondom de maximale kapitaallasten (met verrekening van de reserve tractiemiddelen). |
||||||
Voorwaardencriterium |
||||||
Fouten in het kader van de naleving van de Europese Aanbestedingsregels van cumulatief € 532.000 is als volgt opgebouwd: |
||||||
(a) Onrechtmatige inkoop ICT - diensten |
€ 312.000 |
|||||
(b) Onrechtmatige inhuur personeel |
€ 163.000 |
|||||
(c) Onrechtmatige inkoop verwerking groenafval |
€ 57.000 |
|||||
In onderstaand overzicht is ook opgenomen welke maatregelen er zijn genomen om deze fouten in de toekomst te voorkomen. |
||||||
(a) Onrechtmatige inkoop ICT - diensten |
€ 312.000 |
|||||
Deze diensten zullen we allen gaan onderbrengen bij de ICT-broker. De aanbesteding hiervan heeft plaatsgevonden en zodra deze ICT-contracten bij de ICT-broker zijn ondergebracht, is hiermee ook de rechtmatigheid geborgd. |
||||||
(b) Onrechtmatige inhuur personeel |
€ 163.000 |
|||||
Zodra de huidige periode van inhuur is afgelopen zal dit contract niet meer worden verlengd en zal indien hier nog een inhuurbehoefte aanwezig is op basis van het inkoopstartdocument een nieuwe aanbestedingsprocedure worden opgezet. |
||||||
(c) Onrechtmatige inkoop verwerking groenafval |
€ 57.000 |
|||||
Er zal worden onderzocht of deze verwerking in de praktijk ook op een andere wijze kan gaan plaatsvinden. |
||||||
Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium |
||||||
Vanuit de vastgestelde risico’s en beheersmaatregelen welke zijn opgenomen inde beleidsnota voorkomen Misbruik & Oneigenlijk geldt dat er geen bijzonderheden zijn geconstateerd. |
||||||
Privacy en Informatiebeveiliging
Terug naar navigatie - Privacy en InformatiebeveiligingPrivacy
De gemeente Twenterand is verplicht te voldoen aan de Europese privacyregels op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Hierin staan de belangrijkste regels voor de omgang met persoonsgegevens.
Daarnaast heeft de gemeente buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) in dienst, die voor de verwerking van persoonsgegevens ook zijn gehouden aan de Wet politiegegevens (Wpg). De gemeente heeft in 2024 voldaan aan de verplichting uit deze wet om een interne audit uit te voeren met als resultaat dat - n.a.v. een verbeterplan - een aantal normen een positievere score laten zien.
Het is een illusie dat een gemeente als ‘AVG- of Wpg-proof’ kan worden betiteld. Er zal namelijk continu aandacht gevraagd moeten worden voor het bewust omgaan met privacygegevens van inwoners, leveranciers en eigen personeelsleden.
De belangrijkste in 2024 getroffen maatregel om het risico van onzorgvuldig gebruik van persoonsgegevens te beperken, is de inzet van tools om de privacybewustwording organisatiebreed te vergroten: het gebruik een Security Awareness Training (‘KnowBe4’), die in het 2e halfjaar 2024 is vervangen door e-learning modules (‘SEP B.V.’). Daarnaast is elk kwartaal een bewustwordingssessie voor nieuwe medewerkers georganiseerd. Zowel management als bestuur zijn meegenomen in de resultaten van kwartaalrapportages op het gebied van informatiebeveiliging en privacy.
Hoewel er brede aandacht voor privacybewustwording is geweest, heeft dit niet geresulteerd in een vermindering van het aantal gemelde datalekken: 2024 (19), 2023 (10) en 2022 (9). De verklaring hiervoor is dat in 2024 juist medewerkers meer bewust zijn geworden wat een datalek is en weten hoe zij dit moeten melden. Van de 19 datalekken zijn er 3 uit voorzorg bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) gemeld. Eén melding kon weer worden ingetrokken, omdat betrokkene had aangegeven dat er geen aanwijzingen waren van inbreuk op zijn persoonsgegevens. Alle datalekken zijn in het gemeentelijke datalekkenregister opgenomen. Het streven is dat het aantal datalekken de komende jaren moet afnemen.
Informatiebeveiliging
De gemeente Twenterand heeft qua meting ten opzichte van het jaar daarvoor stappen voorwaarts gezet. Dat heeft te maken met een aantal doorgevoerde maatregelen vanuit het BIO normenkader. Op het moment van schrijven liggen er een set nieuw te prioriteren maatregelen die uitgevoerd moeten worden in. Er is aanvullend vooruitgang geboekt in het vormgeven van vastgesteld beleid, processen (procesbeschrijvingen, vastgestelde richtlijnen en werkinstructies) en eigenaarschap.
In Europa is een NIS-richtlijn (Network and Information Systems) opgesteld om bij te dragen aan een hoog gemeenschappelijk beveiligingsniveau van netwerk- en informatiesystemen in de hele EU. Al in 2016 is de NIS1-richtlijn gepubliceerd. Deze was met name bedoeld voor grote bedrijven en instellingen die essentiële functies voor de samenleving vervullen. Denk aan Stroom, Netwerk en Watervoorziening leveranciers. Zij zijn al enkele jaren verplicht om maatregelen t.a.v. informatiebeveiliging te nemen om de cyberweerbaarheid te verhogen.
In mei 2022 is de Europese Commissie akkoord gegaan met een nieuwe versie, de NIS2. In deze versie is de scope verruimd waarvoor deze richtlijn van toepassing is. NIS2 verschilt op diverse vlakken van de eerste NIS-richtlijn. De nieuwe richtlijn heeft namelijk een ruimer toepassingsgebied, waardoor er meer sectoren en entiteiten onder de richtlijn vallen. Met de invoering van de NIS2-richtlijn zullen de regels voor de beveiliging van digitale diensten ook voor lokale (mede)overheden gelden. Dat betekent dat 7 decentrale overheden verplicht worden om meer maatregelen te nemen om cybersecurityrisico’s te beheersen. Daarnaast stelt de NIS2-richtlijn dat nationale autoriteiten de naleving van de regels uit NIS2 strenger moeten handhaven.
Via de zelfevaluatie ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) wordt vanaf 2017 (jaarlijks) verantwoording afgelegd over de gemeentelijke inspanningen op het gebied van informatieveiligheid. De zelfevaluatie is eind december afgerond en de resultaten worden in het tweede kwartaal van 2025 verstrekt aan de raad.
Paragraaf openbaarheid Woo
Terug naar navigatie - Paragraaf openbaarheid WooOpenbaarheidsparagraaf Woo
Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf WooVanaf 1 mei 2022 geldt de nieuwe Wet open overheid (Woo), als vervanger van Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie voor iedereen beter toegankelijk wordt, makkelijk vindbaar en uitwisselbaar is. De nieuwe wet geeft iedereen recht op toegang tot publieke informatie en verplicht overheden om meer publieke informatie actief openbaar te maken. Voor het publiceren de verschillende wettelijke verplichte informatiecategorieën geldt een fasering van enkele jaren. Vanuit het Rijk zijn incidentele en structurele middelen beschikbaar gesteld en uitgangspunt is dat deze toereikend zijn voor een adequate implementatie van deze nieuwe wet.
Op grond van de BBV dient vanaf de jaarrekening 2022 een openbaarheidsparagraaf Woo als afzonderlijke paragraaf te worden opgenomen. Hier worden de belangrijkste onderwerpen geschetst.
Actieve openbaarmaking
Voor dit onderwerp zetten wij in op ambitieniveau twee wat inhoudt dat wij de wettelijke fasering volgen en dat bij elke fase de documenten uit de betreffende categorie vanaf de wettelijk verplichte datum actief openbaar worden gemaakt.
Sinds november 2024 geldt de verplichting voor actieve openbaarmaking voor de eerste 5 informatie categorieën. Twenterand voldoet aan deze wettelijke eis. De verwachting is dat in 2025 voor de volgende categorie van informatie actieve openbaarmaking verplicht wordt.
Er is een projectorganisatie ingericht die de implementatie van de Woo ter hand heeft genomen. De Woo-coördinator/jurist is de projectleider en ook de Woo-contactpersoon maakt onderdeel uit van de projectgroep. Daarnaast verzorgt de Woo-contactpersoon de beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie. Via de teamleiders worden de medewerkers op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen rondom de Woo en wat dit betekent voor het dagelijks werk.
Passieve openbaarmaking
De Woo-coördinator/jurist is belast met het afdoen van Woo verzoeken. Het afhandelproces van Woo-verzoeken is vastgelegd in het zaaksysteem, waarbij het ook mogelijk is een Woo-verzoek in te dienen via een digitaal formulier. De Woo-verzoeken worden in verband met de korte wettelijke beslistermijn zoveel mogelijk in ambtelijk mandaat afgedaan. Het afhandelen van Woo-verzoeken is met name door het anonimiseren van documenten en het ontdoen van persoonlijke beleidsopvattingen zeer arbeidsintensief.
Verbeteren van de informatiehuishouding
Het op orde brengen van de informatiehuishouding is een verplichting die voortkomt uit de Archiefwet. Vanuit de zorgplicht is dus al (doorlopend) aandacht voor de goede, geordende en toegankelijke staat van de informatie. In het Woo-meerjarenplan van de VNG is vastgelegd aan welke eisen de gemeentelijke informatiehuishouding moet voldoen. Aansluiting wordt gezocht bij de informatie categorieën van de actieve informatieplicht. Per informatiecategorie wordt het op orde brengen van de informatiehuishouding getoetst op een aantal aspecten, zoals een informatiebeheerplan, anonimiseren, het behoud van geanonimiseerde documentversies, de kwaliteit van de zaakdossiers en van de onderliggende processen.
Paragraaf Verbonden partijen
Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijenInleiding
Terug naar navigatie - InleidingVanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en of financiële belangen en mogelijke risico’s wordt in de begroting en jaarstukken aandacht besteed aan derde rechtspersonen (de verbonden partij), waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in deze relaties van de gemeente. Onder verbonden partijen moet worden verstaan: privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft, zoals deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen (Wet gemeenschappelijke regeling) en/of stichtingen en publiek private samenwerkingsconstructies. Onder ‘bestuurlijk belang’ wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stem-recht. Met een ‘financieel belang’ wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de ‘verbonden partij’ of als financiële problemen bij een ‘verbonden partij’ op de gemeente kunnen worden verhaald.
Wat willen we bereiken
Twenterand wil participeren in partijen die een publiek belang dienen, zodat de visies en beleidsdoelstellingen van de gemeente ondersteund en uitgedragen worden. Indien participatie leidt tot inkomsten voor de gemeente worden deze inkomsten ingezet als technisch onderdeel van de gemeentebegroting. Hierbij worden de risicobeperkingen, welke de Wet Financiering Decentrale Overheden gemeenten oplegt bij dergelijke deelnemingen, in acht genomen.
Wat doen we daarvoor
De gemeente Twenterand heeft actief deelgenomen aan bestuurlijke en ambtelijke overleggen van verbonden partijen, waarbij voorafgaand aan deze vergaderingen het college een standpunt inneemt ten aanzien van de agenda. Via de besluitenlijsten van het college worden de gemeenteraad en de inwoners over de externe vertegenwoordigingen geïnformeerd.
De verbonden partijen van de gemeente Twenterand zijn gerubriceerd naar de volgende categorieën:
A. Gemeenschappelijke regelingen
SamenTwente (GGD, OZJT, VTT)
Recreatieschap Twente
Veiligheidsregio Twente
Stadsbank Oost Nederland
Omgevingsdienst Twente
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo
B. Deelnemingen in vennootschappen (NV’s, BV’s, VOF’s en CV’s) en coöperaties
Cogas N.V.
Twence B.V. (aandelen verkocht in 2024)
N.V. Rova Holding
Wadinko N.V.
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis
Zonnepark Oosterweilanden
C. Deelnemingen in Stichtingen en Verenigingen
Dimpact
Euregio
P-10 (plattelandsgemeenten)
Eventuele risico’s rondom de verbonden partijen zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen.
Gemeenschappelijke regeling: Samen Twente (GGD, OZJT, VTT)
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling: Samen Twente (GGD, OZJT, VTT)Programma:
De samenwerking in Twente levert een bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van alle programma’s en diverse doelenbomen. Het grootste onderdeel is de wettelijke gemeentelijke taak GGD.
Doelstelling:
Samenwerken aan een gezonde, veilige, leefbare en bereikbare regio.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aangesloten (14) gemeenten zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hof van Twente, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. De regionale samenwerking wordt op een breed terrein verricht: algemeen bestuurlijk, economische zaken, volksgezondheid, milieu, ruimtelijke ordening en recreatie en toerisme.
De transitie van de Regio Twente is afgerond. Er staat een nieuwe structuur voorzien met meer focus en eenvoud in regionale samenwerking. De ‘oude’ organisatie Regio Twente is opgesplitst in vier verschillende onderdelen:
SamenTwente: een organisatie voor gezondheid, veiligheid en vitaliteit, met daarin de GGD, OZJT, Veilig Thuis Twente en Kennispunt Twente. SamenTwente is gastheer van Samen14.
Financiële relatie / financieel belang:
De gemeenten dragen gezamenlijk bij aan de kosten van bovengenoemde samenwerkingsvormen in Twente. Verdeling van deze bijdrage gebeurt in de meeste gevallen op basis van inwonertal. Een uitzondering hierop is de JGZ-bijdrage, deze wordt verdeeld op basis van het aantal jeugdigen.
De bijdrage aan de regionale samenwerking in Twente bedraagt in 2024 € 2.164.599.
Beleidsvoornemens:
In 2024 is er gestart met een regionale kerntaken discussie om de kerntaken van Samen Twente vast te stellen. Dit zal in 2025 zijn beslag gaan vinden en betrekking hebben op de begroting van 2026.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 4.105 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 5.119 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 21.449 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 21.811 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 1.397 |
|||
Gemeenschappelijke regeling: Recreatieschap
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling: RecreatieschapProgramma:
Economie en Vrijetijdsbesteding
Doelstelling:
Recreatieschap Twente: een lichte samenwerkingsvorm waarin recreatieparken, recreatieve routes en fietspaden voor inwoners van Twente worden beheerd en onderhouden. Het strategisch beleid op dit gebied ligt bij de Twente Board.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Alle 14 Twentse gemeenten zijn aangesloten en hebben zitting in het algemeen bestuur.
Financiële relatie / financieel belang:
Gemeente Twenterand heeft € 208.600 afgedragen als bijdrage aan het Recreatieschap in 2024.
Beleidsvoornemens:
Het Recreatieschap Twente is een uitvoeringsorganisatie van waaruit de Twentse recreatieparken (het Rutbeek, het Hulsbeek en het Lageveld), recreatieve routes en fietspaden voor de inwoners en bezoekers van Twente worden beheerd en onderhouden. Ook in Twenterand liggen enkele van deze routes, denk hierbij bijvoorbeeld aan de MTB-route bij de Engbertsdijksvenen of het Katerjanspad. In 2024 is het Recreatieschap Twente - als jonge organisatie - bezig geweest met de bezuinigingsopgave waar alle gemeenschappelijke regelingen aan te voldoen hebben. Daardoor staat er nu een volwassen, maar kwetsbare kleine organisatie voor de onderdelen die het regionaal mag uitvoeren voor de verbonden partijen.
Voorbeelden van zaken die in 2024 zijn opgepakt zijn bijvoorbeeld het voortdurende snoeiwerk langs de recreatieve fiets- en wandelpaden, maar ook een grootschalige opdracht als het vervangen van de beschoeiing in het Rutbeek en het Lageveld. Deze opdracht zal ook in 2025 nog worden gecontinueerd. Door regionaal samen te werken op dit vlak kunnen kostenbesparingen voor de gemeenten optreden, omdat er zeer gespecialiseerd materieel wordt gebruikt bij deze recreatieve routes, die niet elke gemeente (zoals Twenterand) voor handen heeft.
Op het gebied van beleidsontwikkeling zijn beide organisatieonderdelen recent onder de loep genomen, wat heeft geleid tot een vastgesteld toekomstscenario voor de recreatieparken (2024) en de routenetwerken (2022). Daarmee kan het Recreatieschap Twente de aankomende jaren aan de slag om de toeristisch-recreatieve infrastructuur voor zowel inwoner als bezoeker verder te ontwikkelen.
(Bedragen x € 1.000) |
|
---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 797 |
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 1.566 |
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 4.073 |
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 4.569 |
Financieel Resultaat 2024 |
€ 151 |
Gemeenschappelijke regelingen: Veiligheidsregio Twente
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen: Veiligheidsregio TwenteVeiligheidsregio Twente (VRT) is een samenwerkingsverband van hulpverleningsdiensten en de veertien gemeenten in Twente. De samenwerking is gestoeld op de Wet Veiligheidsregio’s en de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De basis voor de ambtelijke organisatie van de VRT wordt gevormd door de volgende organisatieonderdelen: ‘Veiligheidsbureau’, ‘Brandweer Twente’, ‘GHOR’ (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en ‘Gemeenten’. Deze organisatieonderdelen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken en werken onder de verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur VRT multidisciplinair samen.
Doelstelling:
Veiligheidsregio Twente zet zich in voor effectieve voorbereiding op en bestrijding van crises en rampen. De VRT kent meerdere programma’s, waaronder:
- Multidisciplinaire onderwerpen
- Brandweer
- GHOR
- Gemeenten
In de programmabegroting 2024 van de VRT staat per programma benoemd wat de doelstellingen zijn en wat hier voor gedaan gaat worden. Na de zienswijzen ronde in het najaar van 2023 is in de eerste helft van 2024 de nieuwe gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Twente voorgelegd aan de Twentse gemeenteraden en vervolgens vastgesteld in het Districtelijk Veiligheidsoverleg.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Op grond van de Wet Veiligheidsregio’s werken de Twentse gemeenten samen binnen de gemeenschappelijke regeling op het gebied van crisisbeheersing en rampenbestrijding. Het Algemeen Bestuur van de VRT wordt gevormd door de Twentse burgemeesters.
Financiële relatie / financieel belang:
De gemeentelijke bijdrage wordt verdeeld over de Twentse gemeenten. Sinds 2016 wordt hierbij gebruik gemaakt van de Cebeon-verdeelsystematiek (Cebeon is het bureau dat de verdeelsystematiek voor het gemeentefonds periodiek onderhoudt.). De gemeente Twenterand droeg in 2024 ruim 2,4 miljoen bij aan de VRT. Dit bedrag is grotendeels gedekt uit de bijdrage die de gemeente Twenterand ontvangt vanuit het Gemeentefonds (cluster Openbare Orde en Veiligheid, subcluster Brandweer en Rampenbestrijding).
Beleidsvoornemens:
‘Stabiele factor in tijden van verandering’. Dat is de rode draad van de koers voor de komende jaren. We leven in een wereld waarin ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Dit biedt kansen, tegelijkertijd stelt het ons voor een aantal uitdagingen. De Veiligheidsregio Twente focust de komende jaren op:
- Continuïteit en stabiliteit; het goed blijven doen, zoals we dat nu doen, met voldoende mensen en middelen
- Aansluiting blijven vinden en behouden bij de Twentenaren.
- Technologische veranderingen: kansen benutten en proactief reageren op potentiële bedreigingen.
- Anticiperen op crisistypen gerelateerd aan klimaatverandering
- Anticiperen op de wijziging van meerdere wetten die invloed hebben op onze taken
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 2.504 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 3.389 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 72.140 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 76.067 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 2.617 |
|||
Gemeenschappelijke regelingen: Stadsbank Oost Nederland
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen: Stadsbank Oost NederlandProgramma:
Sociaal Domein
Doelstelling:
Stadsbank Oost Nederland (SON) is een kredietbank zoals bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet. De Stadsbank biedt schuldhulpverlening, budgetbeheer, beschermingsbewind en sociale kredietverlening aan.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De GR wordt gevormd door 21 deelnemende gemeenten in de Achterhoek en Twente. De portefeuillehouder Sociale Zaken heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste twee keer per jaar.
Financiële relatie/financieel belang:
De bijdrage voor 2024 bedraagt € 297.000. De Stadsbank is momenteel een ander dienstverlenings- en bekostigingsmodel aan het ontwikkelen. Hierdoor nemen de jaarlijkse kosten toe, ondanks onze preventieve activiteiten vanuit het Meldpunt Geldzorgen en dat we minder dienstverlening van de Stadsbank afnemen.
Per 1 juli 2023 is de looptijd van een schuldregeling gehalveerd van 36 naar 18 maanden. De verwachting was dat hierdoor meer inwoners een beroep zouden doen op schuldhulpverlening. Deze verwachting is niet helemaal uitgekomen, er hebben meer inwoners een beroep gedaan op schuldhulpverlening maar de stijging is niet zo hoog als verwacht.
Beleidsontwikkeling:
In juli 2023 heeft het college de bestuursopdracht vastgesteld om onderzoek te doen naar de meest optimale inrichting van schuldhulpverlening in de gemeente de komende jaren. De rol van de Stadsbank zal in dit onderzoek een belangrijke rol spelen. In Q4 2024 is dit onderzoek inclusief besluitvorming naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek afgerond. Besloten is dat het Meldpunt Geldzorgen met ingang van 1-1-2026 de intake voor schuldhulpverlening zelf gaat doen. Hiertoe gaat Twenterand over tot partiele uittreding. Voor de overige informatie verwijzen wij naar de doelenboom Sociale Zaken.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 1.369 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 2.235 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 11.397 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 9.983 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 656 |
|||
Gemeenschappelijke regelingen: Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen: Gemeentelijk Belastingkantoor TwenteProgramma:
Het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBTwente) is een gemeenschappelijke regeling die een bijdrage levert aan het realiseren van de doelstelling van Bedrijfsvoering.
Doelstelling:
Het heffen en invorderen van gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Het GBTwente wordt gevormd door de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand. De gemeente Twenterand wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Financiën.
Financiële relatie / financieel belang:
De gemeentelijke bijdrage wordt berekend op basis van het aantal aanslagen van de verschillende belastingen die voor de gemeente Twenterand worden uitgevoerd. De begrote bijdrage voor 2024 is € 803.234
Beleidsvoornemens:
Het GBTwente anticipeert de komende jaren op het nieuwe strategieplan 2023-2026. Dit strategieplan is gericht op ‘koersvastheid, stabiliteit, duidelijkheid en transparantie voor gemeenten en inwoners’. De geformuleerde missie, visie, kernwaarden en doelen zijn richtinggevend voor de komende jaren. De gekozen strategie geeft de concrete beweging van het GBTwente weer en is gericht op de volgende twee pijlers:
1. Dienstverlening op maat [wat];
a. Persoonlijk
b. Begrijpelijk
2. Optimale Uitvoering [hoe]
Het werkproces van GBTwente is zorgvuldig, transparant, van hoge kwaliteit en tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Daarbij is het proces gericht op:
a. Betrokken en trotse medewerkers
b. Effectieve processen
c. Tevreden klanten (opdrachtgevers en inwoners)
d. Efficiënte inzet van financiële middelen
De organisatie is stabiel, voert een heldere koers, werkt continu verder aan procesverbetering en is financieel gezond. Om zo goed mogelijk om te gaan met gemeenschapsgeld kijkt het GBTwente continu naar mogelijkheden om processen zo effectief mogelijk te blijven inrichten. Op deze manier blijft het GBTwente zorgen voor een efficiënte inzet van de beschikbare financiële middelen.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 756 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 1.652 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 7.588 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 9.527 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 1.233 |
|||
Gemeenschappelijke regelingen: Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio Almelo
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen: Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang regio AlmeloProgramma: Sociaal Domein
Doelstelling:
Op basis van de norm van opdrachtgeverschap is de gemeente Almelo namens de regio (Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Wierden en Twenterand) gemandateerd voor het uitvoeren van het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De portefeuillehouder maatschappelijke ondersteuning heeft zitting in de stuurgroep die minimaal twee keer per jaar samenkomt. Op de agenda staan zonder meer de financiële verantwoording en de dienstverleningsovereenkomst (dvo).
Financiële relatie / financieel belang:
Centrumgemeente Almelo ontvangt jaarlijks het budget voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Eventuele overschotten of tekorten worden naar rato verdeeld over de regio. Deze komen incidenteel beschikbaar en wegens tekorten op Maatschappelijke Opvang wordt dit verrekend met Beschermd Wonen. Daarnaast ligt er een wetvoorstel voor een nieuw financieel verdeelmodel inclusief woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen waarbij de financiële middelen ook gedecentraliseerd worden.
Beleidsvoornemens:
Met het nieuwe financiële verdeelmodel en ook de inhoudelijke decentralisatie van beschermd wonen (beschermd wonen in de eigen stad/dorp/wijk/huis) wordt de betrokkenheid van de regio gemeenten groter. Uitdaging bij de inhoudelijke decentralisatie is vooral de beschikbaarheid van betaalbare woningen (woonopgave). Gezien de onduidelijkheden rond onze verplichtingen, de wetgeving, de tekorten, de samenloop met ander beleid en wachtlijsten is een lokaal onderzoek (verkenning) gestart vanuit het wendbare deel van de organisatie om strategisch hier naar te kunnen kijken zodat helder wordt hoe verplichtingen en middelen zich verhouden. Dit onderzoek wordt gekoppeld aan de verkenning vergrijzing, daar de Wmo bij beide zaken aan de orde is.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ - |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
||||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ - |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
||||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 5.900 |
|||
Gemeenschappelijke regelingen: Omgevingsdienst Twente
Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen: Omgevingsdienst TwenteProgramma:
Deze gemeenschappelijke regeling levert een bijdrage aan het realiseren van doelstellingen van programma Ruimte en heeft raakvlakken met bijna alle doelenbomen binnen dit programma. Primair gaat het om de uitvoering van alle milieutaken, maar ook milieu gerelateerde taken zoals: duurzaamheid en de uitvoering van de Omgevingswet.
Doelstelling:
Samenwerken aan een gezonde, veilige, leefbare en prettige regio.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De deelnemende Twentse gemeenten (14) zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hof van Twente, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Ook de provincie Overijssel is deelnemer. De werkzaamheden worden milieu breed of wel omgevingsbreed verricht. Belangrijke thema's betreffen, volksgezondheid, milieu en ruimtelijke ordening.
Financiële relatie / financieel belang:
De gemeenten dragen gezamenlijk bij aan de kosten van de Omgevingsdienst Twente. Sinds 2024 is er sprake van out-putfinanciering en wordt bijgedragen op basis van geleverde diensten door de ODT. Vooraf is er een traject van herijking financiering ODT afgerond ter voorbereiding van de Programmabegroting ODT 2024. De kosten voor onze gemeente zijn aanzienlijk gestegen. De redenen daartoe zijn de ontwikkelingen binnen de gemeentegrenzen, zoals de realiseren van bestemmingsplannen/omgevingsplannen met als gevolg meer nieuwbouw ten behoeve van wonen en bedrijven. Maar ook diverse ontwikkelingen in wet- en regelgeving, een overspannen arbeidsmarkt, het blijvend kunnen voldoen aan de wettelijke kwaliteitscriteria, een toename in taken, meer adviesverzoeken van de gemeente aan de ODT vanwege bijvoorbeeld omgevingsplannen, geluid, bodem (PFAS) en lucht (stikstof). Een toename van de kosten met de omvang van 2.5 fte bleek realistisch om de disbalans tussen werkvoorraad en overgedragen capaciteit in 2018 weg te nemen. Inmiddels wordt per jaar voor 9907 uur (7.3 fte) aan opdrachten door de ODT voor onze gemeente uitgevoerd. Of dit ook voldoende is voor de nabije toekomst is onzeker nu de resultaten uit het onderzoek door de commissie Van Aartsen is overgenomen door de minister en toont dat de ODT onvoldoende robuust is. Op dit moment kan de ODT niet voldoen aan de wettelijke kwaliteitsnormen. Een plan van aanpak is door de ODT ingediend en daar wordt op dit moment uitwerking aan gegeven. Om de vereiste robuustheid te verkrijgen en de VTH-taken te versterken kan inhouden dat beschikbare capaciteit verhoogd moet worden. Op dit moment zijn alle consequenties van dit verbetertraject niet duidelijk.
Beleidsvoornemens:
De gemeente Twenterand heeft deelgenomen aan de ontwikkeling van nieuwe beleidsregels voor alle VTH-Taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) die Omgevingswet bestendig zijn. De nieuwe beleidsregels zijn in 2024 vastgesteld. Inclusief een risicomodel waarmee bepaald wordt hoe de capaciteit verdeeld kan worden om de risico's bij niet normconform gedrag te beperken. Primair zijn deze regels gericht op de milieutaken, maar dezen zijn zodanig lokaal 'ingekleurd' dat ze ook voor de niet milieutaken toegepast kunnen worden. De gemeente Twenterand is vertegenwoordigd in het regionaal overleg en het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Twente.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 2.036 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 3.070 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 4.575 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 4.622 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 1.893 |
|||
Deelnemingen in vennootschappen: Cogas NV
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: Cogas NVProgramma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling op het beleidsveld Duurzaamheid.
Doelstelling:
Cogas voorziet onder meer in de behoefte aan openbare nutsvoorzieningen in de gemeenten die in de vennootschap deelnemen en in haar concessie-en machtigingsgebieden. Twenterand valt onder het verzorgingsgebied van Cogas. Oorspronkelijk doel van de Cogas N.V. was het voorzien in een dekkende en betrouwbare energie- en kabelinfrastructuur op het grondgebied van de deelnemende gemeenten. Momenteel zijn het realiseren van duurzame en innovatieve energieoplossingen belangrijke doelen geworden.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De aandelen van de Naamloze Vennootschap Cogas Holding zijn in handen van 9 Overijsselse gemeenten. Cogas is gevestigd in Almelo. Aandeelhouders zijn de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Hardenberg, Hof van Twente, Oldenzaal, Tubbergen, Twenterand en Wierden.
Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand bezit 558 aandelen à €454,-; totale (nominale) waarde van €253.332,-. Dit betreft 11 % van de aandelen. Hierop wordt jaarlijks dividend uitgekeerd. De dividenduitkering over 2023 aan Twenterand in 2024 was € 1.106.241 .
Beleidsvoornemens:
Het is de ambitie van Cogas, naast uitstekend netbeheer van bestaande netwerken, te investeren in de aanleg van nieuwe energie-infrastructuren, zoals warmte- en biogasnetwerken, om daarmee de verduurzaming van de warmtevoorziening mogelijk te maken en de energietransitie in de regio te faciliteren. Cogas wil een bijdrage leveren aan en positie nemen in de Energietransitie en is partner in de RES Twente.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 145.458 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 150.342 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 112.380 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 107.433 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 9.973 |
|||
In 2024 heeft Twenterand € 1.106.241 aan dividend ontvangen. |
||||
Deelnemingen in vennootschappen: Twence Holding BV, Hengelo
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: Twence Holding BV, HengeloProgramma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Ruimte en specifiek aan het thema Duurzaamheid en Milieu.
Doelstelling:
Terugwinning van grondstoffen en energie uit huishoudelijk afval door duurzame en betaalbare verwerking van afval en bevordering van de samenwerking op het gebied van innovatief afvalbeleid (circulaire economie).
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Twence is een overheidsbedrijf (uitsluitend gemeentelijke aandeelhouders) voor de verwerking van afval tot grondstoffen en energie.
Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand heeft in december 2024 de aandelen van Twence holding BV verkocht. Dit heeft een eenmalige opbrengst opgebracht van € 8.641.290 euro voor 43.909 aandelen. Tot 1 juli 2027 behoudt Twenterand nog 8.053 aandelen (1%) om tot deze datum het afval (rest-, GFT- en grof restafval) nog te kunnen laten verwerken door Twence. Aan de kopende gemeenten zijn voor dit aantal aandelen certificaten uitgedeeld voor het dividendrecht. Dit betekent dat er geen dividenduitkeringen meer verstrekt worden. De dividenduitkering in 2024 was € 361.965.
Beleidsvoornemens:
Het Strategisch Beleidsplan van Twence heeft de volgende twee strategische lijnen:
I. Een actieve en substantiële bijdrage leveren aan de duurzame regionale energievoorziening.
II. Meer waardevolle grondstoffen uit afval en biomassa produceren om daarmee de grondstofkringlopen te sluiten.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 169.261 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 166.200 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 162.475 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 174.746 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 14.413 |
|||
In 2024 heeft Twenterand € 361.965 aan dividend ontvangen |
||||
Deelnemingen in vennootschappen: Rova Holding NV
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: Rova Holding NVProgramma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan het realiseren van de doelstelling van programma Ruimte en specifiek aan het thema Duurzaamheid en Milieu.
Doelstelling:
Het bevorderen van en/of het doen realiseren van integraal afvalketenbeheer en het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening op het terrein van verwijdering van afvalstoffen, waaronder begrepen beleidsondersteuning en collectieve aanbestedingen ten behoeve van deelnemende overheden.
Welke doelen streeft de gemeente na met deze partij?
- het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval tegen zo laag mogelijke kosten voor de inwoners
- het in stand houden van een bedrijf dat op duurzame wijze diensten aan gemeenten verleend op het gebied van huisvuilinzameling, terugwinning van grondstoffen en BOR taken
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
ROVA is een afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisatie. Het werkgebied van ROVA telt 23 gemeenten in Midden en Oost-Nederland. Het betreft de organisatie, beheer en uitvoering van publieke taken voortvloeiend uit de afvalzorgplicht van de aangesloten gemeenten en de uitvoering van de gemeentelijke reinigingstaken.
Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand bezit 335 aandelen (2,87%) ter waarde van €38.005,75 (nominale waarde) waarop jaarlijks dividend wordt uitgekeerd. De dividenduitkering in 2024 was € 180.177. Hiervan wordt, zoals afgesproken, € 100.000 ondergebracht bij de algemene dekkingsmiddelen en € 80.177 ondergebracht in de reserve afval.
Beleidsvoornemens:
In 2024 heeft ROVA zijn strategie geactualiseerd voor 2025 tot en met 2030. Deze nieuwe strategie leidt niet tot een grote koerswijziging. De strategie houdt nog steeds in dat afval als grondstof wordt gezien, hiervoor is een Programma Kwaliteit Grondstoffen ontwikkeld door ROVA. Ook streeft ROVA ernaar om het dienstenpakket verder uit te breiden met taken op gebied van het Beheer van openbare ruimte en dit beter in te bedden in de organisatie.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 43.020 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 44.169 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 59.990 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 63.717 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 4.820 |
|||
In 2024 heeft Twenterand €100.000 aan dividend ontvangen. |
||||
Deelnemingen in vennootschappen: Wadinko NV
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: Wadinko NVWadinko was in 2024 actief als regionale participatiemaatschappij en droeg bij aan de economische ontwikkeling en werkgelegenheid in Overijssel, de Noordoostpolder en Zuidwest-Drenthe. Hoewel er nog geen participaties in Twenterand waren, bleef de inzet om bedrijven in de gemeente te ondersteunen. De aandelen van Wadinko N.V. waren in handen van de provincie Overijssel en 24 gemeenten, met een vestiging in Zwolle. In 2024 werd € 42.500,- aan dividend begroot. Er is daadwerkelijk € 53.370 uitgekeerd in 2024.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2023 |
€ 82.569 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2023 |
€ 82.924 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2023 |
€ 8.542 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2023 |
€ 8.721 |
|||
Financieel Resultaat 2023 |
€ 1.855 |
|||
In 2024 heeft Twenterand € 53.370,00 aan dividend ontvangen. |
||||
De financiele gegevens over 2024 zijn op dit moment nog niet bekend. |
Deelnemingen in vennootschappen: Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)Deze deelneming levert een bijdrage aan de bedrijfsvoering op het gebied van financiering.
Doelstelling:
BNG vertaalt haar missie in de volgende strategische doelstellingen:
- behoud van substantiële marktaandelen in de Nederlandse publieke sector en semipublieke domein;
- behalen van een redelijk rendement voor aandeelhouders.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De BNG is opgericht in 1914 en gevestigd in Den Haag. Het is de bank van en voor de overheid en instellingen voor het maatschappelijke belang. De BNG probeert zo goedkoop mogelijke financiële dienstverlening aan de gemeenten te bieden. Daardoor heeft zij toegevoegde waarde voor haar aandeelhouders en de Nederlandse publieke sector. De BNG is een structuurvennootschap. Met een relatief aandelenbezit van 0,04% beschouwt Twenterand BNG als een beleidsarme verbonden partij.
Financiële relatie / financieel belang:
De aandelen zijn voor de helft in handen van de Staat, de andere helft is in handen van gemeenten en provincies. De BNG is, gemeten naar balanstotaal, de grootste overheidsbank van Nederland. De nominale waarde van de aandelen BNG van de gemeente Twenterand is €59.670,- (23.868 aandelen à € 2,50). Over 2024 is een dividend ontvangen van € 51.555.
(Bedragen x € 1.000) |
||
---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 4.615.000 |
|
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 4.721.000 |
|
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 4.777.000 |
|
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 110.819.000 |
|
Financieel Resultaat 2024 |
€ 123.164.000 |
|
In 2024 heeft Twenterand € 51.554,88 aan dividend ontvangen |
Deelnemingen in vennootschappen: Enexis
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: EnexisProgramma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan de doelrealisatie op het beleidsveld Duurzaamheid en een bijdrage aan de bedrijfsvoering op het gebied van financiering.
Doelstelling:
Een op zo duurzaam mogelijke wijze verzorgen van een betrouwbaar en betaalbaar energietransport nu en in de toekomst.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
Twenterand bezit medio 2020 42.621 aandelen Enexis. Dit betreft 0,0285% van het aandelenkapitaal. Vanwege deze geringe relatieve omvang beschouwt Twenterand Enexis als een beleidsarme verbonden partij.
Financiële relatie / financieel belang:
In 2024 is € 10.305,- aan dividend uitgekeerd.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 5.320.000 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 5.538.000 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 5.140.000 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 5.949.000 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 254.000 |
|||
In 2024 heeft Twenterand €10.305,95 aan dividend ontvangen. |
Deelnemingen in vennootschappen: Zonnepark Oosterweilanden
Terug naar navigatie - Deelnemingen in vennootschappen: Zonnepark OosterweilandenProgramma:
Zonnepark Oosterweilanden B.V. wekt duurzame energie op d.m.v. zonnepanelen en levert daarmee een bijdrage aan de duurzaamheidsopgaven van de gemeente.
Doelstelling:
Het doel van Zonnepark Oosterweilanden B.V. is het opwekken van duurzame energie en het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen.
Bestuurlijke relatie/bestuurlijk belang:
De gemeente Twenterand is 100% aandeelhouder van Zonnepark Oosterweilanden B.V.
Financiële relatie/financieel belang:
De dividenduitkering was € 300.000.
Beleidsvoornemens:
Productie van duurzame energie.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 397 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 147 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 5.434 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 5.639 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ 50 |
|||
In 2024 heeft Twenterand € 300.000 aan dividend ontvangen. |
||||
Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: Dimpact
Terug naar navigatie - Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: DimpactProgramma
Dimpact is een coöperatieve vereniging van, voor en door gemeenten. De leden zijn de eigenaar van de coöperatie en sturen de ontwikkelingen aan. De governance structuur van de coöperatie borgt invloed van alle lid gemeenten in de vereniging. Elke lid heeft een gelijke stem, ongeacht het aantal inwoners. Lidmaatschap levert Gemeente Twenterand op dit moment de relevante en zinvolle voordelen als kennisdeling en architectuurvorming op en - niet te vergeten- de mogelijkheid om van dichtbij de Common Ground ontwikkelingen te volgen, als bouwsteen voor een excellente dienstverlening! Dimpact zet zich o.a. sterk en overtuigend in voor de landelijke Common Ground ontwikkeling. Hoewel gemeente Twenterand de Common Ground gedachte omarmd hebben we gekozen om niet aan te haken bij het geambieerde tempo van Dimpact als het gaat om implementatie van deze ontwikkelingen. Als lid van Dimpact kunnen we, ook op termijn, gebruik maken van de Dimpact-innovatieaanpak en inzichten.
Doelstelling:
De 42 leden hebben een gedeelde ambitie: oplossingen initiëren en realiseren voor de publieke dienstverlening van morgen. Dimpact heeft tot doel om ‘excellente publieke dienstverlening en interactie met burgers, bedrijven en instellingen’ mogelijk te maken voor gemeenten. De klant centraal stellen en de nieuwe informatie-architectuur, spelen daarin een prominente rol. De coöperatie heeft geen winstoogmerk. De leden sturen gezamenlijk de ontwikkelingen aan. Samenwerking, kennisdeling en hergebruik van oplossingen zijn daarbij de basis. Doel is om gezamenlijk toe te werken naar een digitale innovatie van dienstverlening aan inwoners en bedrijven en een moderne informatiehuishouding.
Bestuurlijke relatie/bestuurlijk belang:
De coöperatieve vereniging Dimpact heeft in 2024 een ledenbestand van 42 gemeenten, 18 jaar ervaring en vertegenwoordigd 3 miljoen inwoners.
Dimpact kent de volgende officiële (statutair vastgelegde) besluitvormende organen:
• Algemene Leden Vergadering;
• Raad van Commissarissen;
• Bestuur en directie.
Financiële relatie/financieel belang:
Gemeente Twenterand betaalde in 2024 € 6.480 contributie aan vereniging Dimpact.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 2.991 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 703 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 4.586 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 7.567 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ -2.287 |
|||
Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: Euregio
Terug naar navigatie - Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: EuregioProgramma:
Deze deelneming levert een bijdrage aan alle programma’s en diverse doelenbomen. Het gaat in het algemeen om bestuurlijke samenwerking en internationale contacten.
Doelstelling:
De Euregio heeft tot doel het stimuleren, ondersteunen en coördineren van regionale grensoverschrijdende samenwerking.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De Euregio is een grensoverschrijdend samenwerkingsverband van Nederlandse en Duitse gemeenten, steden en (Land-)Kreise.
Financiële relatie / financieel belang:
Voor de Nederlandse gemeenten is de bijdrage aan de Euregio € 0,29 per inwoner.
Beleidsvoornemens:
De Euregio werkt vanuit drie inhoudelijke commissies op de terreinen Maatschappelijke ontwikkeling, Economie en Arbeidsmarkt en Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling.
(Bedragen x € 1.000) |
||||
---|---|---|---|---|
Eigen vermogen 1-1-2024 |
€ 2.577 |
|||
Eigen vermogen 31-12-2024 |
€ 2.577 |
|||
Vreemd vermogen 1-1-2024 |
€ 29.942 |
|||
Vreemd vermogen 31-12-2024 |
€ 39.553 |
|||
Financieel Resultaat 2024 |
€ -37 |
|||
Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: P-10 (Plattelandsgemeenten)
Terug naar navigatie - Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: P-10 (Plattelandsgemeenten)Programma:
De P10 levert een bijdrage aan alle programma’s en diverse doelenbomen. In het algemeen gaat dit om kennisdeling en belangenbehartiging bij de landelijke en Europese politiek.
In het afgelopen jaar is de P10 uitgegroeid tot een netwerk van 32 plattelandsgemeenten uit Nederland. De P10 heeft door middel van haar programma's (Leefbare Kernen, Leefbaar Buitengebied, Sociaal Platteland, Duurzaam Platteland, Maatwerk Platteland) en haar Agenda Platteland nauw samengewerkt in ambtelijke werkgroepen en o.a. met de VNG, K80, Platform31 en aan tafel gezeten bij de Koning en de Top Landelijk Gebied.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De gemeente Twenterand wordt in het Algemeen bestuur vertegenwoordigd door de wethouder plattelandsontwikkeling.
Financiële relatie / financieel belang:
Twenterand betaalt een jaarcontributie van circa € 15.000.
Beleidsvoornemens:
Opkomen voor de gedeelde belangen van de gemeente aangesloten bij P-10.
Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: Twentse Koers
Terug naar navigatie - Deelnemingen in verenigingen en stichtingen: Twentse KoersProgramma: Sociaal Domein
Doelstelling:
De Twentse Koers (voorheen: Samenwerkingsagenda Menzis) is een strategische domeinoverstijgende samenwerking tussen Samen Twente (GGD), coöperatie Menzis, provincie Overijssel en de 14 Twentse gemeenten op het gebied van zorg, welzijn en wonen. Er wordt gewerkt volgens het principe van de 'coalition of the willing'. Dat betekent dat partijen binnen de agenda op projectniveau kunnen bepalen of ze meedoen of niet.
Bestuurlijke relatie / bestuurlijk belang:
De Twentse Koers kent een Bestuurlijk Overleg. Hierin heeft de portefeuillehouder Wet maatschappelijke ondersteuning/publieke gezondheid zitting. Leden van het bestuurlijk overleg hebben geen mandaat voor beslissingen met financiële consequenties of van politieke/bestuurlijke lading.
Financiële relatie / financieel belang:
De eigenaren betalen geen structurele financiële bijdrage aan de Twentse Koers. Financiering vindt projectmatig met externe middelen plaats. Gemeente Twenterand doet een incidentele bijdrage uit de lokale GALA-middelen.
Beleidsvoornemens:
De vastgestelde strategische agenda en samenwerkingsovereenkomst van de Twentse Koers loopt nog tot en met 2026. De Twentse Koers wordt als goed voorbeeld in het land gezien, ook vanuit de doelstellingen van het Integraal ZorgAkkoord (IZA).
Paragraaf Grondbeleid
Terug naar navigatie - Paragraaf GrondbeleidInleiding
Terug naar navigatie - InleidingEen van de middelen van een gemeente om haar ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken bij het uitvoeren van het omgevingsbeleid van de overheid is het grondbeleid. In het kader van het omgevingsbeleid wordt de maatschappelijke gewenste bestemming van de grond, middels een plan of besluit op basis van de Omgevingswet bepaald. De raad heeft een kader stellende en controlerende functie ten aanzien het gehanteerde grondbeleid en de daarbij behorende begrotingen en verantwoordingen.
Grondbeleid gaat in belangrijke mate over de productie van bouwgrond, de wijze waarop die tot stand komt en hoe de bouwgrond verkocht en gebruikt wordt.
Hoofdlijnen van het grondbeleid
Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van het grondbeleidGemeenten kunnen ervoor kiezen om een actief grondbeleid te voeren (waarbij je zelf als gemeenten de gronden koopt en bouwrijp maakt) of een faciliterend (passief) grondbeleid (waarbij de bouwgrondproductie aan anderen wordt overgelaten). Met faciliterend grondbeleid loopt de gemeente minder financiële risico’s. Deze liggen bij marktpartijen. Daar staat tegenover dat de gemeente minder sturingsmogelijkheden heeft. Voorts kan de gemeente bij faciliterend grondbeleid geen winst maken, omdat ze alleen kosten kan verhalen. Daardoor komen verlieslatende ruimtelijke ontwikkelingen niet of moeizaam van de grond, omdat de markt deze om bedrijfseconomische redenen niet oppakt. Bij actief grondbeleid kunnen met de baten uit winstgevende grondexploitaties tekorten op verlieslatende grondexploitaties worden bekostigd, waardoor er feitelijk financiële verevening tussen verschillende ruimtelijke ontwikkelingen plaats kan vinden.
In juli 2023 heeft de gemeenteraad de meest recente nota grondbeleid vastgesteld. Het uitgangspunt hierbij is dat de focus ligt op een situationeel grondbeleid. Afhankelijk van de noodzaak of ambitie wordt er de keuze gemaakt voor actief grondbeleid.
Over de financiële gevolgen van het gevoerde beleid wordt jaarlijks gerapporteerd in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening. Daarin wordt uitvoeriger ingegaan op de financiële positie van het grondbedrijf, de projectmatige complexen (= lopende grondexploitaties) en de functionele complexen (complex verspreide bezittingen en complex nog uit te voeren werken). In de paragraaf grondbeleid van de begroting wordt vooruit gekeken op ontwikkelingen, die mogelijk gevolgen hebben voor de vermogenspositie van het grondbedrijf.
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
De grondexploitaties zijn ingedeeld conform de voorschriften van het BBV. Er is een onderscheid gemaakt in:
Bouwgrond In Exploitatie (BIE);
Gronden die onder de rubriek Materieel Vast Actief (MVA) op de balans worden verantwoord, voorheen het Complex Overige gronden.
Bouwgrond in exploitatie (BIE) heeft in alle gevallen betrekking op grondexploitaties die zich (bijna) in de uitvoeringsfase bevinden. Onder BIE vallen gronden die in eigendom zijn van de gemeente en waarvoor door de gemeenteraad een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Het startpunt van BIE is het raadsbesluit van de vaststelling. Vanaf dat moment kunnen kosten worden geactiveerd en bijgeschreven op de voorraadpositie bij onderhanden werk (BIE) op de balans.
De gronden welke onder MVA worden geschaard zijn meestal in het verleden anticiperend of strategisch aangekocht. Er is voor deze (bouw)gronden (nog) geen grondexploitatie vastgesteld door de Raad. Dit geldt ook voor aangekochte gronden in het kader van het Masterplan Vriezenveen Zuid. Deze gronden worden overgeheveld naar de bouwgronden in exploitatie, wanneer de gemeenteraad hier een ruimtelijk plan voor vaststelt met daarbij een financiële vertaling, ofwel een grondexploitatiebegroting.
De Raad stelt op grond van haar budgetrecht kredieten beschikbaar voor de uitvoering van de grondexploitatiebegroting. Deze kredieten regelen de financiering en dekking van de uitvoeringskosten en zijn bestemd voor aankopen, wegenaanleg, groenaanleg, riolering, enzovoort. Met de jaarlijkse vaststelling van de grondexploitatie autoriseert de gemeenteraad tevens de baten en lasten in de eerste jaarschijf van de grondexploitatie. De baten en lasten worden opgenomen in de gemeentelijke exploitatiebegroting.
Bedrijventerreinen
De Regionale Afspraken Programmeren Bedrijventerreinen Twente uit 2023 vormen het uitgangspunt bij de fasering van de werklocaties. In de lopende grondexploitaties zijn de grondopbrengsten met betrekking tot de werklocaties gebaseerd op de uitgifte van ca 15 hectare in de daaropvolgende 5 jaren.
Voor de bedrijventerreinen zijn in 2024 met name werkzaamheden geweest. Zo is er voor Garstelanden gewerkt aan een projectplan om de revitalisering en de afronding van de grondexploitatie gezamenlijk uit te kunnen voeren. Op Almeloseweg Oost is het laatste deel van het plan woonrijp gemaakt en staat nog enkel kavel 1 in de verkoop. Bij Oosterweilanden is fase 2 van het plan in de verkoop gezet conform het nieuwe uitgiftebeleid. Hier zijn waarschijnlijk enkele aanpassingen in nodig om de verkoopprocedure beter te laten verlopen.
De verwachting voor 2025 is daarmee dat het kavel op Almeloseweg Oost en een deel van de kavels op Oosterweilanden verkocht kan worden. Verdere ontwikkeling van bedrijventerrein wordt onder meer gezocht op de locaties die zijn beschrijven in het vastgestelde Masterplan Vriezenveen Zuid. Hier heeft de gemeente Twenterand echter nog geen grondposities.
Woninglocaties
Vriezenveen-Zuid
In 2024 is veel inzet geleverd voor het Masterplan Vriezenveen Zuid. Dit plan is in november vastgesteld en biedt de mogelijkheid tot het uitwerken van nieuwe woningbouwplannen op meerdere locaties in het gebied. Zo is er als een gevolg een start gemaakt met het beschrijven van projectplannen voor deellocaties voor bijzondere woonvormen, wonen in het groen en een woonwijk.
In dit boekjaar zijn er ook verschillende kredieten verstrekt door de gemeenteraad voor de aankoop van 4 percelen in het gebied. Deze grondaankopen bieden de mogelijkheid om de ontwikkeling van woningbouw in het gebied snel te kunnen oppakken.
Lopende woningbouwexploitaties
In het algemeen is er een forse stijging te zien van de toegerekende lasten aan het grondbedrijf over 2024. Deze lasten waren ongeveer een verdubbeling ten opzichte van het jaar 2023. In de lopende exploitaties heeft dit als gevolg gehad dat de te verwachte kosten voor alle exploitaties meer zijn gestegen dan voorzien. Dit heeft ook als gevolg dat de uiteindelijk te verwachten winst voor het grondbedrijf is afgenomen.
Zuidmaten-Oost
Het bezwaar op het bestemmingsplan van Zuidmaten Oost fase 4 heeft voorgelegen bij de Raad van State. Het bezwaar bleek niet gegrond en daarmee mag de gemeente Twenterand verdergaan met de ontwikkeling van deze woonwijk. Na het uitvoeren van de nodige formaliteiten is de hoop er dat in 2025 vaart kan worden gemaakt met de ontwikkeling van fase 3 en 4 in dit plan.
Mozaïek
In dit plan is de gymzaal aan de Krijgerstraat gesloopt en is er ook werk verzet voor het woonrijp maken van het plangebied. In het boekjaar is enkel kavel 5 in het plangebied verkocht. Daarnaast zijn de laatste kavels die beschikbaar zijn gekomen door de sloop van de gymzaal in de verkoop gezet. Hiervan wordt verwacht dat deze in 2025 ook daadwerkelijk kunnen worden verkocht.
Jaarwinst
Terug naar navigatie - JaarwinstHet resultaat van de complexen in exploitatie is € 4.224 (voordelig) en toegevoegd aan de reserve grondbedrijf. Het totaal van deze reserve komt daarmee op € 1.172.449. Het resultaat van overige gronden wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Resultaat van de complexen in exploitatie |
4.224 |
V |
---|---|---|
Resultaat overige gronden |
50.457 |
V |
Totaal |
54.681 |
V |
Geactualiseerde exploitatieopzetten
Terug naar navigatie - Geactualiseerde exploitatieopzettenPer 1 januari 2024 kende het Grondbedrijf 9 lopende grondexploitaties. Dat zijn ruimtelijke projecten, met bouwgrondproductie als hoofdmoot, waarvan de raad de grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld. Deze door de raad vastgestelde grondexploitatiebegrotingen fungeren als financieel en inhoudelijk kader voor het college van B&W waarbinnen zij verder gaat met de realisatie van een project. Tevens fungeert de grondexploitatiebegroting als een ‘voorspelling’ van de te verwachten kosten en opbrengsten en het begrote financiële eindresultaat.
Voor verlieslatende grondexploitaties dient een voorziening te worden getroffen ter dekking van het begrote tekort. Hiervan is op dit moment geen sprake.
Bij winstgevende grondexploitaties moet, na rato van de voortgang, geleidelijk winst worden genomen. Daarmee mag niet worden gewacht tot het moment waarbij het project (bijna) geheel is gerealiseerd. Bij 2 exploitaties zijn alle verwachte inkomsten al binnen. Deze kunnen echter nog niet worden afgesloten, aangezien een deel van de kosten nog dient te worden gemaakt
De geactualiseerde geconsolideerde (samengevoegde) begroting van de 9 lopende grondexploitaties ziet er als volgt uit:
Resultaten 2024
Terug naar navigatie - Resultaten 2024Bedrijventerreinen |
||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kosten |
Inkomsten |
Winst |
Boekwaarde |
|||||||||||
totaal |
gemaakt |
% |
totaal |
gemaakt |
% |
verwacht |
t/m dienstjaar |
genomen tot dj |
dienstjaar |
grex |
verschil |
|||
Garstelanden |
2.677.779,49 |
1.893.000,32 |
70,69% |
3.166.021,00 |
3.166.021,00 |
100,00% |
488.241,51 |
345.152,14 |
381.228,76 |
-36.076,61 |
-927.868,54 |
-1.273.020,68 |
345.152,14 |
|
Almeloseweg Oost |
11.614.238,42 |
10.595.238,54 |
91,23% |
12.181.342,16 |
11.859.005,52 |
97,35% |
567.103,74 |
503.657,89 |
420.595,08 |
83.062,81 |
-760.109,09 |
-1.263.766,98 |
503.657,89 |
|
Oosterweilanden |
10.618.548,98 |
7.427.346,13 |
69,95% |
11.868.963,71 |
6.158.431,36 |
51,89% |
1.250.414,73 |
453.816,72 |
471.862,77 |
-18.046,05 |
1.722.731,49 |
1.268.914,77 |
453.816,72 |
|
Restkavels bedrijven |
602.002,86 |
569.873,90 |
94,66% |
1.065.149,42 |
629.729,42 |
59,12% |
463.146,56 |
259.204,24 |
259.040,62 |
163,62 |
199.348,72 |
-59.855,52 |
259.204,24 |
|
Totaal bedrijven |
25.512.569,75 |
20.485.458,89 |
28.281.476,29 |
21.813.187,30 |
2.768.906,54 |
1.561.831,00 |
1.532.727,22 |
29.103,78 |
234.102,59 |
-1.327.728,41 |
1.561.831,00 |
|||
Woningbouw |
||||||||||||||
Kosten |
Inkomsten |
Winst |
Boekwaarde |
|||||||||||
totaal |
gemaakt |
% |
totaal |
gemaakt |
% |
verwacht |
t/m dienstjaar |
genomen tot dj |
dienstjaar |
grex |
verschil |
|||
Kruidenwijk |
2.723.370,98 |
1.843.972,96 |
67,71% |
4.357.913,37 |
4.366.155,29 |
100,19% |
1.634.542,39 |
1.108.828,85 |
1.075.801,36 |
33.027,49 |
-1.413.353,48 |
-2.522.182,33 |
1.108.828,85 |
|
Zuidmaten Oost |
11.647.200,39 |
9.539.080,30 |
81,90% |
11.904.233,12 |
7.411.834,62 |
62,26% |
257.032,73 |
131.068,31 |
174.609,03 |
-43.540,72 |
2.258.313,99 |
2.127.245,68 |
131.068,31 |
|
Smithoek |
1.363.695,73 |
741.704,92 |
54,39% |
1.395.855,25 |
7.553,00 |
0,54% |
32.159,52 |
94,65 |
687,77 |
-593,12 |
734.246,57 |
734.151,92 |
94,65 |
|
Mozaïek |
1.879.976,03 |
621.567,96 |
33,06% |
1.945.572,00 |
1.440.699,17 |
74,05% |
65.595,97 |
16.059,78 |
40.359,14 |
-24.299,36 |
-803.071,43 |
-819.131,21 |
16.059,78 |
|
Restkavels woningbouw |
1.620.067,40 |
1.492.846,00 |
92,15% |
1.995.167,74 |
1.879.727,24 |
94,21% |
375.100,34 |
325.645,29 |
315.119,36 |
10.525,94 |
-61.235,95 |
-386.881,24 |
325.645,29 |
|
Totaal woningbouw |
19.234.310,53 |
14.239.172,14 |
21.598.741,48 |
15.105.969,32 |
2.364.430,95 |
1.581.696,87 |
1.606.576,65 |
-24.879,77 |
714.899,69 |
-866.797,18 |
1.581.696,87 |
|||
Totaal exploitaties |
44.746.880,28 |
34.724.631,03 |
49.880.217,77 |
36.919.156,62 |
5.133.337,49 |
3.143.527,87 |
3.139.303,87 |
4.224,00 |
949.002,28 |
-2.194.525,59 |
3.143.527,87 |
Storting voorziening
Terug naar navigatie - Storting voorzieningEr zijn geen stortingen of onttrekkingen gedaan aan of vanuit de voorziening. Er zijn geen complexen waar in de toekomst een negatief resultaat wordt verwacht. Dit zou in de toekomst wel mogelijk moeten voor een project als de Smithoek. Hierop is momenteel nog een klein positief resultaat te zien, maar kan door stijgende kosten en vertraging in de toekomst mogelijk toch een negatief resultaat verwachten.
Parameters actualisatie
Terug naar navigatie - Parameters actualisatieVoor de actualisatie van de exploitaties van de verschillenden plannen zijn de volgende parameters aangehouden:
1. De rentetoerekening vast te stellen op 1,1%.
2. Stijgingspercentage van de kosten te stellen het eerstvolgende jaar op 5 % per jaar en vervolgens op 2% per jaar
3. Stijgingspercentage van de kosten voor eigen personeel te handhaven op 5,5%
4. Percentage onvoorzien te handhaven op:
- Eerste verkennende berekening 20%
- Bestekberekeningen 15%
- Actualisatie lopende complexen 10%.
5. Percentages onvoorzien overige kosten te handhaven op:
- 5% bij uitgifte gronden tot 50%
- 3% bij uitgifte gronden van 51 tot 75%
- 2% bij meer dan 75% uitgegeven grond.
6. Toerekening eigen personeel is in 2024 in totaal €607.148
Aan woningbouw in totaal € 541.394= per jaar
Aan bedrijventerreinen in totaal € 65.754= per jaar
7. Voor het maken van bestekken door derden 5% van de kosten van bouw en woonrijp maken.
8. Website, communicatie en reclame
- € 1.500 bij start van het project
- € 250 jaarlijks voor actualisatie.
9. Uitgifte tempo voor de bedrijventerreinen en woningbouwkavels ongewijzigd te laten.
10. De grondprijzen van Zuidmaten Oost te verhogen naar €260 per m2 voor rij- en twee-onder-één-kapwoningen en naar €295 per m2 voor vrijstaande woningen.
11. De overige uitgifteprijzen hanteren conform de meest recente grondprijzenbrief van de gemeente Twenterand
Paragraaf Lokale heffingen
Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingenParagraaf Lokale heffingen
Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingenDe paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties voor de inwoners van Twenterand. Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen wordt door de gemeenteraad, via de vast te stellen verordening, gedaan. De belastingverordeningen 2024 werden in de raadsvergadering van 19 december 2023 vastgesteld.
De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB en hondenbelasting) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt.
Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale heffingen tenminste te bevatten:
a. de geraamde inkomsten;
b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
d. een aanduiding van de lokale lastendruk;
e. een beschrijving van het gevoerde kwijtscheldingsbeleid.
Hieronder worden in hoofdlijnen de belangrijkste ontwikkelingen benoemd op lokaal fiscaal gebied.
a. Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten
Van elke euro die huishoudens en bedrijven in Nederland aan belastingen en sociale premies betalen gaat in 2024 3,3% naar de gemeenten. De decentrale overheden nemen samen 4,7% voor hun rekening, de rijksoverheid 95,3%. Het aandeel van de gemeente Twenterand aan ontvangen belastingen en retributies bedraagt in dit geheel bijna 17,9 miljoen euro.
Belastingopbrengsten
Terug naar navigatie - BelastingopbrengstenOmschrijving |
Raming na wijziging 2024 |
Realisatie 2024 |
---|---|---|
Afvalstoffenheffing |
€ 2.515.114 |
€ 2.321.141 |
Begraafplaatsrechten |
€ 650.000 |
€ 794.701 |
Forensenbelasting |
€ 5.511 |
€ 9.702 |
Leges burgerzaken |
€ 482.819 |
€ 679.784 |
Leges omgevingsvergunning |
€ 906.492 |
€ 1.086.904 |
OZB eigenaren woning |
€ 5.834.690 |
€ 5.845.487 |
OZB eigenaren niet-woning |
€ 1.576.922 |
€ 1.655.436 |
OZB gebruikers niet-woning |
€ 1.281.086 |
€ 1.328.290 |
Rioolheffing |
€ 3.825.598 |
€ 4.063.328 |
Toeristenbelasting |
€ 79.601 |
€ 110.009 |
€ 17.157.833 |
€ 17.894.783 |
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Terug naar navigatie - Beleid ten aanzien van de lokale heffingenBeleidskaders
Het beleid betreffende de lokale heffingen is opgenomen in:
• de diverse belastingverordeningen en –regelingen;
• het coalitieakkoord 2022-2026;
• landelijke wet- en regelgeving.
Landelijk
Hervorming lokaal belastinggebied
In het hoofdlijnenakkoord, zoals deze door de verschillende formerende partijen is gepresenteerd in mei 2024, zijn ook een aantal maatregelen opgenomen die zien op lokale belastingen. Hieronder hebben we enkele maatregelen uitgelicht.
Planbatenheffing of vergelijkbaar systeem
Hoewel de exacte kaders voor deze heffing nog niet bekend zijn, is een aandachtspunt dat gemeenten die een dergelijke planbatenheffing gaan invoeren moeten bezien hoe de baten en toerekening van lasten van de grondexploitatie verloopt. Hierdoor kunnen mogelijk optimalisaties worden gerealiseerd voor de Vennootschapsbelasting.
De opbrengsten van deze heffing zijn beklemd en dienen volledig te worden aangewend voor de bereikbaarheid van de wijk en het bouwen van betaalbare huur- en koopwoningen.
Ten behoeve van de aanpak van de volkshuisvesting en woningnood wordt erop ingezet dat gemeenten een planbatenheffing kunnen gaan invoeren. De planbatenheffing ziet op een belasting voor onbebouwde grond met een woningfunctie. Hierbij wordt waarschijnlijk de bestemmingsplanwijziging belast voor de eigenaar, waarbij de gemeente een gemaximeerde mogelijkheid krijgt om hiertoe planbatenheffing te innen.
De Omgevingswet en leges
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van deze wetten is er veel veranderd. Het principe van legesheffing en ook de wettelijke grondslag voor het heffen van leges zijn niet veranderd, maar de taak van de gemeente wel, en ook het vergunningstraject en het bouwproces verlopen anders. De consequenties voor de inrichting van de organisatie, de gemeentelijke processen en ook de financiën zijn daarbij afhankelijk van de lokale ambities, beleidsinvulling en inrichtingskeuzes.
Waterzorgheffing
Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte. Meer percelen kunnen in de heffing worden betrokken, want van de maatregelen in de publieke ruimte heeft iedereen profijt. De huidige verordening Rioolheffing (model VNG) dekt dan niet meer de lading
Het schept een beeld van een belasting voor een buizenstelsel. Bij belastingplichtigen die daar niet op zijn aangesloten roept dat weerstand op. De gemeentelijke watertaken omvatten een breed palet. Zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater hebben een centrale plaats in de ordening van de publieke ruimte. Gemeenten moeten maatregelen nemen om wateroverlast en -schade te voorkomen. Denk aan het onderhoud van bermen en slootkanten om overtollig water af te voeren, zodat er over een droge weg kan worden gereden. Iedereen heeft daar profijt van. De VNG heeft hiervoor een nieuw modelverordening Riool- en Waterzorgheffing opgesteld. Bij invoering is een zorgvuldige communicatie en belangenafweging naar nieuwe belastingplichtigen van belang. Bijvoorbeeld cultuurgronden en natuurterreinen dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken.
Wijziging Wet herwaardering proceskostenvergoeding WOZ
Met ingang van 1 januari 2024 is de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm in werking getreden. Aanleiding voor deze wet was de toenemende druk van no-cure-no-paybureaus op de uitvoering van de Wet WOZ. Met deze wet is onder meer de rechtsbijstandvergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor WOZ-bezwaarzaken verlaagd tot 25%, in de wet uitgedrukt als factor van 0,25. Echter de Hoge Raad heeft op 12 juli 2024 een arrest gewezen en oordeelde in belastingzaken het lagere tarief voor proceskosten voor rechtsbijstand in bezwaar (€ 310 per proceshandeling) buiten toepassing moet blijven vanwege mogelijk discriminerend onderscheid met andere bestuursrechtelijke zaken waarvoor het hogere tarief geldt (€ 624). Daarmee werd het regulerende effect van de factor 0,25 deels ongedaan gemaakt. Met ingang van 1 januari 2025 is dit gerepareerd als onderdeel van het Belastingplan 2025. De nieuwe regeling waarbij de factor van 0,25 wordt aangepast naar 0,125 moet ervoor zorgen dat de proceskostenvergoeding die in de bezwaarfase in WOZ-zaken kan worden toegekend in lijn blijft met hetgeen de wetgever bij de invoering van de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm voor ogen stond.
Voor wat betreft 2024 heeft de Hoge Raad op 17 januari 2025 bepaald dat de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm (Wet hpwb) niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Wel wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen no-cure-no-pay-bezwaren/beroepen en andere bezwaren/beroepen. In het laatste geval geldt de uitzonderingsbepaling en is de WOZ-factor niet van toepassing.
De Hoge Raad (Hoge Raad 17-01-2025, ECLI:NL:HR:2025:46) laat de WOZ-factor in stand voor zaken waarin:
• (i) wordt opgetreden op basis van no cure no pay,
• (ii) daarbij zodanige afspraken met de cliënten worden gemaakt dat het bedrag van eventuele proceskostenvergoedingen aan de gemachtigde of aan het kantoor wordt afgedragen, en
• (iii) de procedures op een zodanige wijze worden gevoerd dat de daarin toegekende proceskostenvergoedingen de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreffen.
In andere gevallen is er sprake van bijzondere omstandigheden (artikel 30a, lid 1, laatste volzin en lid 2, laatste volzin). De stelplicht en bewijslast dat sprake is van bijzondere omstandigheden liggen bij belanghebbende. Slaagt belanghebbende in de stelplicht en bewijslast dan blijft de WOZ-factor buiten toepassing.
Tweejaarlijkse herwaardering Wet WOZ
De gemeenten Katwijk en Gouda hebben in 2024 een motie ingediend bij de VNG om in nauwe samenspraak met de uitvoering, vertegenwoordigd door de LVLB (Landelijke Verenigingen voor Lokale Belastingen) en in afstemming met de betrokken ministeries een onderzoek te starten naar de mogelijkheden van een tweejaarlijkse herwaardering waarbij ook betrokken wordt wat de gevolgen zijn voor andere belastingen of instrumenten waarvoor de WOZ-waarde wordt benut. Op de ledenvergadering van de VNG is de motie met ruim 90% aangenomen.
De VNG heeft het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van lokale overheden (ESBL) opdracht gegeven dit onderzoek uit te voeren. Inmiddels heeft de staatsecretaris van Financiën geantwoord op vragen over de verplichte jaarlijkse WOZ-waardebepaling door gemeenten. Zolang het ESBL-onderzoek gaande is, ziet het kabinet geen aanleiding om de invoering van een tweejaarlijkse WOZ-waardering nader te verkennen. Het kabinet heeft daarnaast opgemerkt dat de tweejaarlijkse waardering niet in overeenstemming is met het huidige beleidsuitgangspunt dat uitgaat van belastingheffing op basis van actualiteit. Niettemin heeft het kabinet belangstelling voor de uitkomst van het onderzoek. Een officiële reactie vanuit het kabinet wordt op dit moment echter als prematuur beschouwd. We volgen de ontwikkelingen op de voet.
Lokale heffingen
Terug naar navigatie - Lokale heffingenLokale heffingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op beide. Ongebonden lokale heffingen (zoals de OZB) worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak. Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Forensenbelasting
Op grond van artikel 223 van de Gemeentewet kunnen gemeenten forensenbelasting heffen. De forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Met de forensenbelasting kunnen gemeenten de kosten van bepaalde voorzieningen ook verhalen op mensen die niet in de gemeente wonen, maar wel gebruik maken van de voorziening. De forensenbelasting wordt door Nederlandse gemeenten alleen geheven van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning ter beschikking houden.
Toeristenbelasting
Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten Toeristenbelasting heffen voor overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
De doelstelling is hetzelfde als bij forensenbelasting, namelijk dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.
Onroerende-zaakbelastingen
Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerende-zaakbelastingen (OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting, er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.
De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie per 1 januari van het belastingjaar geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de verkoop van een huis, worden meegenomen in het volgende belastingjaar.
Belastingplichtige
- eigenaren van woningen;
- eigenaren van niet-woningen;
- gebruikers van niet-woningen.
Indien iemand zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, dan betaalt hij of zij beide belastingen.
Grondslag onroerende-zaakbelastingen
De grondslag voor de berekening van de OZB is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Deze wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die met de begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief, om te voorkomen dat de OZB opbrengst daalt.
De tariefaanpassing op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Immers, een gemiddeld vastgoedobject volgt de ontwikkeling op de vastgoedmarkt.
Overzicht (on)gebonden belastingen
Terug naar navigatie - Overzicht (on)gebonden belastingenOngebonden belastingen |
Gebonden belastingen |
---|---|
Onroerende-zaakbelastingen |
Afvalstoffenheffing |
Forensenbelasting |
Leges en Rechten |
Toeristenbelasting |
Rioolheffing |
Kostendekking
Terug naar navigatie - KostendekkingKostendekking
Met ingang van 2017 moet door gewijzigde regelgeving (Besluit Begroting en Verantwoording) meer inzicht gegeven worden in de kostendekkendheid van heffingen. Bij de toepasselijke heffingen zijn de lasten-batenoverzichten en specifieke beleidsuitgangspunten vermeld. Naast de lasten die direct uit de taakvelden zijn af te leiden, mogen ook overheadkosten en BTW worden toegerekend. De BTW is berekend als opslag over de ‘derdenkosten’. De afschrijvingslasten zijn ontstaan uit investeringen waarbij deels sprake is van derdenkosten. De BTW daarover is ook meegenomen.
Mate van kostendekking van de gebonden belastingen
De gebonden heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn. Dit wordt op begrotingsbasis bepaald. In werkelijkheid waren de lasten en baten per heffing:
Overzicht afval
Terug naar navigatie - Overzicht afvalAfvalstoffenheffing
De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is geregeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.
Op basis van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke taak om zorg te dragen voor de inzameling van afvalstoffen die afkomstig zijn van particuliere huishoudens. De inzameling van afval wordt sinds 2002 uitgevoerd door Rova. De kosten van de inzameling en verwerking van afvalstoffen wordt betaald uit de afvalstoffenheffing.
Belastingplichtige
Inwoners zijn verplicht afvalstoffenheffing te betalen, ook als zij geen afval voor inzameling aanbieden. De heffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel waarvoor de gemeente een wettelijke plicht tot inzameling heeft en de inzamelverplichting ook nakomt.
Grondslag
De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. De gemeente Twenterand hanteert als grondslag een vast bedrag plus een opslag op basis van het aantal aanbiedingen.
Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld afval (€ 2.960.573). De kosten zitten vooral in het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval (ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder) en de kosten voor de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing. Daarnaast zijn de kosten voor het taakveld overhead € 470.000. Dit zijn kosten die worden gemaakt door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin.
Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Afvalstoffenheffing |
Lasten taakveld |
Overhead (0.4) |
BTW |
Totale lasten |
Heffing |
Overige baten (0.8) |
Totale baten |
Kosten dekkendheid |
7.3 Afval |
2.080.699 |
470.000 |
409.875 |
2.960.573 |
2.321.141 |
769.384 |
3.090.525 |
100,00% |
0.10 Mutaties reserves |
- |
- |
- |
|||||
2.1 Verkeer en vervoer |
60.219 |
60.219 |
||||||
6.3 Inkomensregelingen |
69.732 |
69.732 |
||||||
Totaal |
2.210.650 |
470.000 |
409.875 |
3.090.524 |
2.321.141 |
769.384 |
3.090.525 |
100,00% |
Overzicht riool
Terug naar navigatie - Overzicht rioolRioolheffing
De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het gemeentelijk rioleringsstelsel.
Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing.
De rioolheffing is een bestemmingsheffing (bestemming is watertaken), er staan geen aanwijsbare tegenprestaties tegenover. De gemeente Twenterand hanteert één rioolheffing voor alle watertaken.
Elke gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. In een GRP wordt meerjarig inzicht gegeven in de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding van het gemeentelijk rioolstelsel.
Verwachte kosten
In totaal hebben wij in het afgelopen jaar € 5.830.827 aan kosten te maken om deze zorgplichten na te komen. Om deze kosten transparant te maken splitsen wij eerst uit op welke taakvelden wij deze kosten zullen maken. Vervolgens gaan wij in op de herkomst van de middelen voor het financieren van deze taken.
Uit onderstaand overzicht blijkt dat veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld riolering (€ 5.484.231). De kosten zitten vooral in daadwerkelijk nakomen van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater en in de kosten voor heffing en invordering van de rioolheffing. Door machinaal te vegen worden onze straten gereinigd en wordt voorkomen dat het riool dichtslibt en bovenmatig slijt door (veeg)zand. De kosten van het vegen worden daarom deels (60% : € 90.328,- ) ten laste van het riool gebracht.
Daarnaast zijn de kosten voor het taakveld overhead € 732.449. Dit zijn kosten die wij maken door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin.
Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rioolheffing |
Lasten taakveld |
Overhead (0.4) |
BTW |
Totale lasten |
Heffing |
Overige baten (0.8) |
Totale baten |
Kosten dekkendheid |
7.2 Riolering |
4.055.141 |
732.449 |
696.642 |
5.484.231 |
4.063.328 |
1.767.499 |
5.830.827 |
100,00% |
0.10 Mutaties reserves |
- |
- |
||||||
2.1 Verkeer en vervoer |
90.328 |
90.328 |
- |
|||||
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie |
114.380 |
24.020 |
138.399 |
- |
||||
6.3 Inkomensregelingen |
117.868 |
117.868 |
- |
|||||
Totaal |
4.377.717 |
732.449 |
720.661 |
5.830.827 |
4.063.328 |
1.767.499 |
5.830.827 |
100,00% |
Begraafrechten
Terug naar navigatie - BegraafrechtenOp grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de verordening begraafrechten zijn opgenomen.
In totaal zijn het afgelopen jaar € 768.383 aan kosten gemaakt op het taakveld 'begraafplaatsen en crematoria' om onze zorgplichten na te komen. De totale baten zijn € 810.064. Per saldo resulteert een overschot op het taakveld begraafplaatsen van € 41.681. Dit bedrag is gestort in de reserve exploitatie begraafplaatsen.
Overzicht van de taakvelden die geheel of deels in de heffing worden meegenomen |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begraafrechten |
Lasten taakveld |
Overhead (0.4) |
BTW |
Totale lasten |
Heffing |
Overige baten (0.8) |
Totale baten |
Kosten dekkendheid |
7.5 Begraafplaatsen en crematoria |
508.383 |
260.000 |
768.383 |
794.701 |
794.701 |
98,10% |
||
0.10 Mutatie reserves |
41.681 |
41.681 |
15.362 |
15.362 |
1,90% |
|||
Totaal |
550.064 |
260.000 |
- |
810.064 |
794.701 |
15.362 |
810.064 |
100,00% |
Woonlastenontwikkeling
Terug naar navigatie - WoonlastenontwikkelingOnder woonlasten verstaan we: onroerendezaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) publiceert jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. Onderstaand overzicht geeft de hoogte van de woonlasten in Twenterand voor een gemiddeld meerpersoonshuishouden in 2022, 2023 en 2024 weer.
Woonlastenontwikkeling in Twenterand:
Woonlastenontwikkeling |
2022 |
2023 |
2024 |
---|---|---|---|
OZB Eigenaar |
499,13 |
500,17 |
501,50 |
Afvalstoffenheffing (meerpersoons) |
192,46 |
209,37 |
197,00 |
Rioolheffing |
265,32 |
271,92 |
278,72 |
Totale woonlasten |
956,91 |
981,46 |
977,22 |
Woonlastenontwikkeling vergelijk Twentse gemeenten
Terug naar navigatie - Woonlastenontwikkeling vergelijk Twentse gemeentenDe gemeentelijke woonlasten voor een eigenaar/bewoner van een woning in Twenterand daalden in 2024 met 0,4%. In onderstaand overzicht uit de publicatie van het COELO over 2024 worden de lokale lasten van de Twentse gemeenten met elkaar vergeleken.
bruto woonlasten eigenaar-gebruiker woning |
stijging in % tov 2023 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
éénpersoonshuishouden |
meerpersoonshuishouden |
1-pers |
meerpers |
|||
2023 |
2024 |
2023 |
2024 |
|||
Almelo |
967 |
996 |
1011 |
1041 |
3,00% |
3,00% |
Borne |
936 |
1021 |
967 |
1050 |
9,00% |
8,60% |
Dinkelland |
862 |
929 |
890 |
957 |
7,90% |
7,60% |
Enschede |
938 |
986 |
966 |
1013 |
5,20% |
4,80% |
Haaksbergen |
1039 |
1095 |
1039 |
1091 |
5,40% |
5,00% |
Hellendoorn |
937 |
989 |
937 |
989 |
5,50% |
5,50% |
Hengelo |
889 |
935 |
928 |
972 |
5,20% |
4,70% |
Hof van Twente |
963 |
1024 |
1003 |
1055 |
6,30% |
5,20% |
Losser |
1028 |
1083 |
1059 |
1114 |
5,40% |
5,20% |
Oldenzaal |
856 |
908 |
892 |
945 |
6,10% |
5,90% |
Rijssen-Holten |
657 |
645 |
708 |
675 |
-1,90% |
-4,70% |
Tubbergen |
779 |
929 |
807 |
954 |
19,20% |
18,20% |
Twenterand |
940 |
936 |
981 |
977 |
-0,40% |
-0,40% |
Wierden |
890 |
940 |
915 |
968 |
5,60% |
5,80% |
Overijssel |
867 |
903 |
896 |
934 |
4,20% |
4,20% |
Nederland |
867 |
911 |
944 |
994 |
5,10% |
5,30% |
Kwijtscheldingsbeleid
Terug naar navigatie - KwijtscheldingsbeleidElke gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:
- Voor de ozb, riool- en voor de afvalstoffenheffing is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen woonlasten betalen;
- Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend en ook geen kwijtschelding rioolheffing bij een grondslag > 500m3
- Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm;
- Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren;
- Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening van de betalingscapaciteit en;
- Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto AOW-norm.
In 2024 is in totaal voor een bedrag van bijna € 188.000 verleend aan kwijtscheldingen.