Inleiding

Terug naar navigatie - Meerjarenraming 2027-2029 - Inleiding

Ter voldoening aan het gestelde in de Gemeentewet en in hoofdstuk III van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten leggen wij aan u de meerjarenramingen 2027 t/m 2029 voor. De meerjarenraming bevat een raming van de financiële gevolgen voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar, waaronder de baten en lasten van het bestaande en nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. De toelichting op de meerjarenraming bevat tenminste de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en een toelichting op belangrijke ontwikkelingen ten opzichte van de meerjarenraming van het vorige begrotingsjaar. Door onder andere hiermee rekening te houden kan de meerjarenbegroting uitwijzen of de doelstelling van een sluitende begroting op termijn wordt gerealiseerd.

Uitgangspunten meerjarenraming

Terug naar navigatie - Meerjarenraming 2027-2029 - Uitgangspunten meerjarenraming

De begroting 2026 als basis.

De meerjarenramingen zijn opgesteld met als uitgangspunt voor inflatiestijging kosten derden:  2,3% voor 2027, 2,2% voor 2028 en 2,2% voor 2029.

Voor subsidies is een stijging meegenomen van 4,4% voor 2027, 3,7% voor 2028 en 3,9% voor 2029. 

Voor uitgaven sociaal domein is voor 2027, 2028 en 2029 een stijging meegenomen van 4%.

Voor salarissen is een stijging meegenomen van 6,1% voor 2027, 5,2% voor 2028 en 5,5% voor 2029 (inclusief periodieke verhogingen).

Algemene uitkering gemeentefonds
De in de meerjarenbegroting opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de circulaire van mei 2025. Voor de ontwikkeling van het gemeentefonds zijn vooral de volgende punten van belang;

- De ontwikkeling van het aantal decentralisatie-uitkeringen en integratie-uitkeringen naast de algemene uitkering;

- De gevolgen van de ontwikkelingen van het accres;
De jaarlijkse toe- of afname van het gemeentefonds wordt het accres genoemd. Het accres wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het nominaal bruto binnenlands product (bbp). In de meicirculaire is een nieuwe accresraming opgenomen voor de jaren 2026 en verder. 
Het accres is gesplitst in een volumedeel en een prijsdeel. Het volumedeel is daarbij gebaseerd op een 8-jarig historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp. Het prijsdeel is gebaseerd op de prijs bruto binnenlands product van het lopende jaar (inflatie). In principe kan het volumedeel gebruikt worden om hogere kosten op te vangen die volgen uit bijvoorbeeld de groei van de bevolking en beleidsontwikkelingen. Het prijsdeel kan gebruikt worden om loon- en prijsstijgingen op te vangen. 
Het accres is voor de komende jaren licht naar boven bijgesteld. Dit leidt voor Twenterand tot een stijging van (voor volume- en prijsdeel) de algemene uitkering met ruim € 600.000 in 2025 tot ruim € 1 miljoen in 2029.

- Vrijval Btw-compensatiefonds;
In de meicirculaire vindt altijd de afrekening met het Btw-compensatiefonds over het voorgaande jaar plaats. Het geld dat in het compensatiefonds achterblijft, omdat gemeenten minder BTW hebben gedeclareerd dan in het compensatiefonds aan middelen zit, wordt dan aan het gemeentefonds toegevoegd. 
Op basis van de ruimte onder het plafond van het jaar 2024, mag in de begroting 2026 een structurele stelpost worden opgenomen. Twenterand heeft hiervoor jaarlijks een bedrag van € 500.000 geraamd.

- Extra middelen gemeenten en jeugd
Voor 2025 tot en met 2027 komt circa € 3 miljard (macro) cumulatief voor gemeenten beschikbaar voor jeugdzorg en voor de terugval in 2026 in het gemeentefonds. Dit is conform Voorjaarsnota 2025. Voor 2028 en verder worden de beheersmaatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd versterkt en worden aanvullende maatregelen uitgewerkt. De bijbehorende middelen worden verdeeld via het cluster Individuele voorzieningen jeugd. Hieronder volgt een toelichting op de bijbehorende onderdelen.

Demping terugval gemeentefonds
De terugval van het gemeentefonds wordt in 2026 met ongeveer € 400 miljoen (macro) structureel per jaar gecompenseerd. Voor Twenterand komt dit neer op een positief effect op de algemene uitkering van ruim € 800.000 voor de periode 2026-2029. Dit is conform het berekende effect o.b.v. de Voorjaarsnota 2025.

Compensatie tekorten jeugdzorg
In de Voorjaarsnota kondigde het Rijk aan de komende jaren de helft van het tekort op de jeugdzorg voor zijn rekening te nemen. Gevolg hiervan is dat er, o.b.v. de meicirculaire 2025, met ingang van 2025 € 414 miljoen (macro) aan het gemeentefonds wordt toegevoegd. Voor Twenterand komt dit neer op een positief effect van ruim € 850.000 per jaar vanaf 2025. Dit is conform het berekende effect o.b.v. de Voorjaarsnota 2025.

Groeipad maatregelen Hervormingsagenda
In 2021 heeft een arbitragecommissie geconcludeerd dat gemeenten moesten worden gecompenseerd voor de tekorten in de jeugdzorg. Per saldo gaat het om een compensatie van € 1,8 miljard (macro). Via de Hervormingsagenda Jeugd worden maatregelen uitgewerkt die tot een kostenbesparing moeten leiden van ongeveer € 1 miljard. De volledige besparing wordt opgeschoven en hoeft pas met ingang van 2028 te worden gerealiseerd. Voor Twenterand betekent dit een positief effect voor de algemene uitkering van ongeveer € 1 miljoen in 2026 en 2027. Ook dit effect is conform het berekende effect o.b.v. de Voorjaarsnota

Eigen bijdrage jeugdzorg
Met ingang van 1 januari 2028  wordt er een eigen bijdrage ingevoerd voor de mensen die jeugdzorg ontvangen. Deze maatregel moet jaarlijks € 260 miljoen (macro) opleveren. Het gemeentefonds wordt hiervoor gekort. Voor Twenterand betekent dit een nadelig effect op de algemene uitkering van ruim 
€ 500.000 in 2028 en 2029. De Provincie Overijssel heeft in de begrotingscirculaire 2026 aangegeven dat wij deze bedragen voor 2028 en 2029 budgettair neutraal in de begroting 2026-2029 mogen verwerken, bijvoorbeeld door hiervoor een stelpost op te nemen.

Sturen op trajectduur jeugdzorg
In de meicirculaire 2025 staat dat Rijk en gemeenten met de sector afspraken gaan maken over hoe er beter gestuurd kan worden op de trajectduur van de jeugdzorg. Deze maatregel moet jaarlijks een bedrag opleveren van € 68 miljoen vanaf 2028. Voor Twenterand betekent dit een nadelig effect op de algemene uitkering van € 140.000 in 2028 en 2029. Ook hiervoor heeft de Provincie Overijssel in de begrotingscirculaire 2026 aangegeven dat wij deze bedragen budgettair neutraal in de begroting 2026-2029 mogen verwerken.

Indexeren opbrengst Hervormingsagenda
De besparingsopgave van de Hervormingsagenda is in prijs- en volumepeil 2019 ingeboekt. Het rijk stelt dat er vanaf 2028 een hogere besparing te veronderstellen is, aangezien prijs en volume sinds 2019 zijn gestegen. Het rijk gaat uit van een besparingspotentieel van € 507 miljoen (macro). Voor Twenterand betekent dit een nadelig effect op de algemene uitkering van ruim € 1 miljoen voor 2028 en 2029. Wij moeten hiervoor zelf maatregelen treffen (om deze besparing te realiseren) en mogen hiervoor van de Provincie geen stelpost opnemen.

Hervormingsagenda Jeugd
Deze post betreft het overboeken van de aanvullende post ‘gereserveerde middelen voor de Hervormingsagenda jeugd’ naar het gemeentefonds. In de meicirculaire vindt de verdeling plaats van € 333 miljoen in 2026 tot € 320 miljoen in 2030. De te verdelen middelen worden toegevoegd aan het cluster Individuele voorzieningen jeugd. Voor Twenterand komt dit neer op een positief effect van ongeveer € 600.000 per jaar vanaf 2026.  

Investeringen
Uit de in de begroting opgenomen investeringslijsten voor de periode 2027 t/m 2029 blijkt dat voor deze jaren de volgende investeringen worden geraamd, te weten:
2027 € 4.746.887
2028 € 4.890.969
2029 € 7.760.758

Berekende / geraamde budgetprognose 2026 t/m 2029
De resultaten van vorenstaande leidt tot de resultaten zoals eerder vermeld in het hoofdstuk "Overzicht van baten en lasten"