Uitgangspunten samenstelling begroting 2026

Terug naar navigatie - Financiële positie - Uitgangspunten samenstelling begroting 2026

De hoofddoelstelling met betrekking tot de ramingen voor het begrotingsjaar 2026 is, evenals voorgaande jaren, te komen tot het opstellen van een evenwichtige begroting. Daarvoor zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd.

Basis

Terug naar navigatie - Financiële positie - Basis

De basis voor de begroting 2026 wordt gevormd door:

de ramingen en budgetten van de goedgekeurde begroting 2025 en de wijzigingen daarop;
de meerjarenramingen 2026-2028;
de jaarrekening 2024;
de berap 2025;
de kadernota 2026;

Loonontwikkeling
Bij de berekening van de loonkosten 2026 is rekening gehouden met een stijging van 4,9%.

Prijspeil
Voor 2026 is bij het samenstellen van de begroting 2026 rekening gehouden met een prijsstijging van 2,6% voor kosten derden. Voor subsidies is rekening gehouden met een stijging van 3,5%. Voor sociaal domein is rekening gehouden met een stijging van 4,0%. Voor de OZB is rekening gehouden met een opbrengststijging van 2% voor zowel woningen als niet-woningen. De opbrengst rioolrechten wordt in 2026 verhoogd met 2,5%.

Volume-effecten
Voor zover daarvan sprake is of zou kunnen zijn, is rekening gehouden met uit aanvaard en bestaand beleid voortvloeiende financiële gevolgen van voor 2026 verwachte volume effecten. De volume-effecten kunnen zich onder andere voordoen bij budgetten welke (mede) gebaseerd zijn op het aantal inwoners woonruimte, leerlingen, uitkeringsgerechtigden, lengtes van wegen en oppervlakte groen. Voor de inkomstenramingen, zoals ten aanzien van huren en pachten, leges en andere rechten, belastingen, uitkeringen en bijdragen is er eveneens uitgegaan van volume-effecten.

Gemeenschappelijke regelingen
Voor de ramingen van het aandeel in het nadelige saldo van de gemeenschappelijke regelingen zijn de door die regelingen in hun begroting opgenomen bijdragen als uitgangspunt opgenomen of als daar sprake van is de afspraken in regionaal verband.

Algemene uitkering uit het gemeentefonds
De in de begroting 2026  opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de circulaire van mei 2025. Deze circulaire stelt de raming voor de gemeentefondsuitkering voor 2025 bij en geeft een raming voor 2026. Ook kijkt de circulaire vooruit naar de jaren 2027 tot en met 2029. De meicirculaire is de belangrijkste van de drie circulaires die jaarlijks verschijnen.

De in de begroting 2026 opgenomen raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de circulaire van mei 2025. Deze circulaire stelt de raming voor de gemeentefondsuitkering voor 2025 bij en geeft een raming voor 2026. Ook kijkt de circulaire vooruit naar de jaren 2027 tot en met 2029. De meicirculaire is de belangrijkste van de drie circulaires die jaarlijks verschijnen. 
De meicirculaire 2025 bevestigt grotendeels het beeld uit de Voorjaarsnota. De ravijnjaren vanaf 2026 zijn met 2 jaar opgeschoven naar 2028 en verder, waarbij voor Twenterand de eerste gevolgen al in 2027 zichtbaar zijn. 
Naast de onzekerheden rondom de ravijnjaren zorgt de val van het kabinet ook voor nieuwe onzekerheden. Aangezien het kabinet demissionair is, worden naar verwachting voorlopig geen nieuwe beleidsmaatregelen getroffen. Dit betekent dat gemeenten in de komende periode moeten blijven handelen binnen de bestaande financiële kaders.

Onvoorzien
Als budget voor onvoorziene uitgaven éénmalig is een bedrag van € 1.000 opgenomen.

Stand en verloop van reserves

Terug naar navigatie - Financiële positie - Stand en verloop van reserves

Voor de stand van de reserves wordt verwezen naar de staat van reserves en voorzieningen begroting 2026 - 2029 (in de bijlage).

EMU-Saldo

Terug naar navigatie - Financiële positie - EMU-Saldo

Het EMU-saldo geeft het saldo van de inkomende en uitgaande geldstromen die in het kalenderjaar 2026 plaatsvinden minus deelname aan bedrijven en inkomsten uit kredietverstrekking. Dit is de wijze waarop de landen in de Euro-zone hun EMU-saldo berekenen en waarover ook begrotingsafspraken zijn gemaakt.
Het EMU-saldo kan gezien worden als een extra financieel kengetal, naast de andere vijf verplichte financiële kengetallen zoals de solvabiliteit en de (netto) schuldquote. Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht in het bedrijfsleven. Het is van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. Gemeenten maken voor hun boekhouding gebruik van het ‘gemodificeerde stelsel van baten en lasten’. Hierdoor zegt het EMU-saldo van één jaar relatief weinig, omdat de uitgaven voor investeringen bijvoorbeeld in één jaar leiden tot een uitgave, maar in de exploitatie via de kapitaallasten leiden tot meerjarige lasten. Of dat toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat gaan, maar pas bij besteding van de voorziening leiden tot een uitgave. Voor een overzicht van het EMU-saldo verwijzen wij u naar de bijlage 'EMU-saldo begroting 2026'

Geprognosticeerde balans

Terug naar navigatie - Financiële positie - Geprognosticeerde balans

Een geprognosticeerde balans met meerjarig inzicht geeft een beeld van de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen, en in de financieringsbehoefte. In samenhang met de overige verplichte kengetallen (zoals de solvabiliteitsratio) geeft de geprognosticeerde balans een indruk van het effect van het beleid in deze meerjarenbegroting op de vermogenspositie van de gemeente. Voor een overzicht van de geprognosticeerde balans verwijzen wij u naar de bijlage 'geprognosticeerde balans 2026-2029'.