Financiën Wmo en Jeugd
De financiën sociaal domein blijven onze nadrukkelijke aandacht vragen. Vol energie wordt via transformatie en aanvullende onderzoeken zoals de VNG-visitatiecommissie en VNG-uitvoeringskracht dieper dan ooit gekeken naar onze situatie en bijgestuurd. Daarbij is ontbrekende voldoende rijksfinanciering steeds een terugkerend punt, daarover is ook door ons college de noodklok geluid richting Den Haag. Met wederom de nodige onzekerheden in het sociaal domein, waaronder Corona, komt ook deze Berap weer tot stand.

Met de kennis van nu is het bemoedigend dat in algemene zin het beeld is dat we per saldo binnen de begroting zullen blijven voor wat betreft Wmo begeleiding en jeugdhulp. Een licht negatief beeld jeugdhulp wordt door een positief financieel beeld Wmo-begeleiding gecompenseerd. Bij deze uitkomst moet beseft worden dat onze maatregelen (zoals interventies in verwijsprocessen) succesvol blijven en al fors bijdragen hierin. Wij zijn ook blij dat de interventie POH-jeugd breder is uitgezet richting vrijwel alle huisartsen.
In december jl. is een begrotingswijziging gedaan om onze begroting conform eisen van de provincie in evenwicht te brengen. Deze aanpassing c.q. taakstelling rust nog op onze schouders. In samenhang met landelijke ontwikkelingen (verdeelmodel en onderzoek middelen sociaal domein), uitstel woonplaatsbeginsel en corona-effecten zal bij de jaarrekening pas echt bezien kunnen worden hoe het sociaal domein financieel exact uitkomt. Wie had ooit kunnen voorspellen in welke context we terecht zouden komen waarbij we nu denken aan na-effecten in sociale problematiek van corona, er sprake kan zijn van inhaalzorg c.q. een boeggolf in zorgverlening en meerkosten/continuiteits-bijdragen voor instellingen met daarbij de vraag of er voldoende compensatie voor coronakosten komt van rijkswege. Ook onze instellingen, de grootste kostenpost, werken nog steeds hard om effecten in beeld brengen. Deze Berap komt hiervoor te vroeg, hetgeen ook onze onzekerheid mede bepaalt.

Naast het bemoedigende beeld voor Wmo begeleiding, blijkt dat voor de Wmo-voorzieningen het beeld minder rooskleurig is. Huishoudelijke ondersteuning en Woonvoorzieningen vergen extra middelen.

Huishoudelijke ondersteuning
Zoals ook al aangegeven is in de uitgangspuntennotitie 2021, speelt rond huishoudelijke ondersteuning het volgende: Op grond van de AMvB reële prijs zijn gemeenten en zorgaanbieders gehouden een reële kostprijs te berekenen. Een van de elementen hiervoor is de van toepassing zijnde cao, in dit geval de cao Verpleging, verzorging en Thuiszorg (VVT). Medio 2019 is er een nieuw akkoord bereikt over de cao
VVT, die daarmee tot herijking van de tarieven leidt om zo te voldoen aan de AMvB, het uitvoeringsbesluit Wmo2015 en onze contractuele verplichting. We achten het van belang dat medewerkers in de zorgsector een reëel salaris ontvangen. Door toepassing van de nieuwe tarieven dragen gemeenten bij aan versterking van de arbeidsmarkt en daarmee aan het behouden van goede ondersteuning voor inwoners.
De uitkomst van de actualisatie heeft geleid tot nieuwe tarieven per 1 januari 2020 en een procentuele stijging van het uurtarief van 5,25%. Met deze kostenstijging komen we uit op een begrotingstekort op de huishoudelijke ondersteuning van € 170.000 voor 2020 (oplopend in de jaren daarna, zie ook uitgangspuntennotitie). Door verandering van systematiek van rijkswege (H.O. is nu onderdeel van de algemene uitkering geworden; dit was een integratie-uitkering) zullen we deze taak vanuit de meerjarenbegroting nu reëel moeten ramen inclusief index. Tegenover deze lastenverhoging staan in principe de extra middelen loon- en prijscompensatie van de algemene uitkering (ook wel accres genoemd). Deze komt wel in algemene zin elders ten goede in de begroting.
Voor de meerkosten in deze paragraaf zal de reserve sociaal domein worden aangewend.

Woonvoorzieningen
Onder de noemer ''Woonvoorzieningen'' vallen de door aannemers uit te voeren woningaanpassingen en de door de gecontracteerde leverancier geleverde trapliften.
De plaatsing van het aantal trapliften en het aantal woningaanpassingen vertoont een stijgende lijn, zo ook de hiermee gemoeide kosten. Dit is het gevolg van de ontwikkeling dat ouderen in toenemende mate langer thuis blijven wonen en hun woningen ondanks toenemende lichamelijke beperkingen toegankelijk, doorgankelijk en bruikbaar moeten blijven. Ook regionaal neemt het aantal verstrekte woonvoorzieningen toe. Andere oorzaak in de kostenstijging kan het wegvallen van de inkomensgerelateerde eigen bijdrage zijn, welke vervangen is door het abonnementstarief van
€ 19,00 per maand. Dit heeft mogelijk een drempelverlagend effect.
Om op deze ontwikkelingen te anticiperen wordt voorgesteld de begroting voor Woonvoorzieningen met € 50.000 op te hogen ten laste van de reserve sociaal domein.

Overig
Voor jeugdhulp speelt met name zaken rond aanbieders en Veilig Thuis Twente (zie doelenboom jeugd). Voor sociale zaken is na positieve jaren nu ook door toename van de doelgroep sprake van budgetoverstijgende kosten (zie doelenboom sociale zaken).