Middelen voorliggend veld
In het sociaal domein is Transformatie met hierbij een effectieve inzet van het voorliggend veld een wezenlijk onderdeel van onze visie. Sinds 2015 regisseren wij nadrukkelijk hierop, bevorderen vernieuwing en wordt meebewogen met de ontwikkelingen. Zo zijn er (goedkopere c.q. laagdrempeliger) alternatieven ontstaan voor geïndiceerde zorg, zoals inlopen in de kernen met name voor ouderen, gezinswerkers en de poh'ers jeugd. Ook kwamen er kernteams waarbij voorliggend veld ging participeren. De effectiviteit van het voorliggend veld heeft mede door een datagedreven aanpak ook steeds meer aandacht gekregen. Dit alles is niet van de één op de andere dag geregeld (het kost tijd voordat interventies in het sociaal domein goed werken), maar stappen worden gemaakt. We werken stap voor stap, vanuit de meest kansrijke dossiers. Met onze instellingen wordt dus steeds gekeken of we de juiste dingen met elkaar doen voor de doelgroep (vragers om ondersteuning) en of het ook werkt wat we doen. Uiteraard wordt ook gekeken naar hoe instellingen zich tot elkaar verhouden, immers voor de buitenwereld, kan alles op elkaar lijken.
Voor het kunnen uitvoeren van werkzaamheden door instellingen zijn middelen nodig, die veelal via subsidies worden verstrekt. Om de extra druk op het voorliggend veld te verlichten is er zowel in 2020 als 2021 door de raad €75.000 incidenteel beschikbaar gesteld. Door de samenwerking in de kernteams wordt meer casuïstiek opgevangen in het voorliggend veld. In deze kadernota is afgewogen, gezien de financiële situatie, of het mogelijk en wenselijk is om deze middelen nogmaals beschikbaar te stellen. Wanneer deze middelen in 2022 nog een keer toegekend worden, zullen deze als structurele subsidie bij de instellingen worden. Gezien de huidige overschrijding van het subsidieplafond is dit niet wenselijk. Ook is het van belang om het nieuwe subsidiebeleid dat in ontwikkeling is mee te nemen, waar ook duidelijker zal moeten worden hoe we ons onderling verhouden en hoe er met subsidie en inkoop betere sturing kan plaatsvinden. De extra middelen worden dus nu niet opgenomen en de instellingen vallen hiermee terug naar hun basissubsidie. Het wegvallen van de middelen zal een effect hebben op de dienstverlening van de instanties en dus op onze inwoners. Deze keuze wat gehandhaafd moet worden, doen we niet alleen. Er wordt in dialoog samen met de instanties gekeken waar de prioriteiten in de dienstverlening liggen. Wettelijke taken en (kosten en maatschappelijk) effectief aanbod krijgen wat ons betreft voorrang. In het kader van de subsidieaanvragen 2022 zullen wij dit gesprek voeren en wordt duidelijk wat de gevolgen zijn. Het college zal dit najaar de resultaten beoordelen en indien er substantieel ongewenste effecten zijn, komen we er bij de gemeentebegroting op terug.