Financiën Wmo en Jeugd
De financiën sociaal domein blijven nu maar ook in de toekomst onze nadrukkelijke aandacht vragen. Vol energie wordt via transformatie en aanvullende onderzoeken zoals de VNG-visitatiecommissie en VNG-uitvoeringskracht dieper dan ooit gekeken naar onze situatie en - daar waar mogelijk - bijgestuurd. Met andere woorden, we streven vernieuwing(en) en efficiëntere inzet van middelen na in het sociaal domein.

 

We beginnen deze Berap met het landelijke nieuws. Zoals eerder gemeld in de raadsbrief van de meicirculaire ontvangt Twenterand afgerond € 1 miljoen vanwege de extra kosten jeugdhulp (macro € 613 miljoen). De compensatie is geen budgettair voordeel, maar is bedoeld voor:
· Vormgeven consultatiefunctie ggz, tegengaan wachtlijsten bij lichtere jeugdhulpproblematiek en tegengaan verdringing van andere uitgaven bij gemeenten, € 228 miljoen macro
· Uitbreiden aantal praktijkondersteuners jeugdzorg, € 10 miljoen macro
· Extra inzet en regie op het voorkomen en aanpakken van wachttijden van (regionaal) ingekochte specialistische jeugdzorg op basis van goede data, € 200 miljoen macro
· Regionale coördinatie en landelijke informatievoorziening door de VNG ten aanzien van de wachtlijsten specialistische jeugdzorg, € 55 miljoen macro. Dit laatste bedrag wordt in de komende septembercirculaire verwerkt en zal ook landelijk worden ingezet.
· Daarnaast nog € 120 miljoen macro via specifieke uitkeringen (voor een beperkt aantal gemeenten of jeugdzorgregio’s).

 

Omdat de zich kosten niet allemaal in 2021 zullen voordoen worden de extra middelen in deze Berap in de reserve sociaal domein gestort, zodat de uitgaven daar te zijner tijd uit gedekt kunnen worden. Onze lokale insteek is om deze middelen in het perspectief te plaatsen van de opgave die meekomt met de komende extra middelen 2022 voor jeugdhulp.

 

Ondanks dat deze extra financiële middelen voor jeugd beschikbaar zijn gesteld door het kabinet, blijven we de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein nauwlettend volgen en blijft het een terugkerend punt, waarover meermaals door het college ook de noodklok is geluid richting Den Haag. Met wederom de nodige ontwikkelingen in het sociaal domein, te denken valt aan corona maar ook financiële ontwikkelingen, komt deze berap weer tot stand. Dat de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein ons zorgen blijven baren, wordt dan ook duidelijk op basis van het algemene beeld in het sociaal domein, namelijk dat er - vanwege de overschrijding van het budget op Jeugd en een overschot op Wmo - per saldo sprake is van tekort van € 275.000,- ten opzichte van de begroting 2021. Het negatieve beeld van Jeugd (- 1,27 miljoen tekort t.o.v. de begroting 2021) wordt gecompenseerd door de Wmo (circa + 1 miljoen t.o.v. de begroting van de begroting). Dit beeld is herkenbaar want ook in de jaarrekening was deze verschuiving al zichtbaar. In deze Berap gaan wij dit administratief ook zo verwerken.  De toename van aantallen en complexiteit van zaken die hieronder ligt is ook in onze toegang merkbaar.

 

Gezien de uitkomsten zetten we verder in op de ingezette lijn qua interventies en maatregelen, die succesvol zijn gebleken. In samenhang met landelijke ontwikkelingen (onder andere de vertaling van de langere termijn effecten van het verdeelmodel) en de corona-effecten zal bij de jaarrekening pas echt bezien kunnen worden hoe het sociaal domein financieel exact uitkomt. Ook dit jaar is corona van invloed geweest op het sociaal domein, waarbij nog duidelijk dient te worden wat de na-effecten in sociale problematiek van corona zijn, er sprake kan zijn van inhaalzorg c.q. een boeggolf in zorgverlening en meerkosten continuïteitsbijdragen voor instellingen met daarbij de vraag of er voldoende compensatie voor coronakosten komt van rijkswege, en natuurlijk hoe lang deze periode nog voort zal gaan duren. 

 

Huishoudelijke ondersteuning
Zoals meermaals al is aangegeven, waaronder recent nog in de kadernota 2022, is er sprake van meer aanvragen voor Huishoudelijke Ondersteuning, onder andere door het abonnementstarief, de vergrijzing/langer zelfstandig thuis wonen. Ook zijn er kostenstijgingen door reële tarieven. Dit is ook als zodanig bevestigd in de jaarrekening 2020 en deze lijn lijkt zich nu ook wederom door te gaan zetten. We hebben nu te maken met een overschrijding van € 475.000, dit wordt gedekt uit de reserve Sociaal Domein. Om op de geschetste financiële problematiek het hoofd te bieden wordt gekeken naar kostenbesparingen. Een eerste stap hierin is al gezet in de vorm van de was- en strijkservice als beheersmaatregel. 

 

Woonvoorzieningen en rolstoelen
Onder de noemer ''Woonvoorzieningen'' vallen de door aannemers uit te voeren woningaanpassingen en de door de gecontracteerde leverancier geleverde trapliften. De plaatsing van het aantal trapliften en het aantal woningaanpassingen vertoont een stijgende lijn, zo ook de hiermee gemoeide kosten. Dit was reeds voorzien in de begroting, echter onvoldoende. De verder oplopende kosten is het gevolg van de ontwikkeling dat ouderen in toenemende mate langer thuis blijven wonen en hun woningen ondanks toenemende lichamelijke beperkingen toegankelijk, doorgankelijk en bruikbaar moeten blijven. Ook regionaal neemt het aantal verstrekte woonvoorzieningen toe. Andere oorzaak in de kostenstijging kan het wegvallen van de inkomensgerelateerde eigen bijdrage zijn, welke vervangen is door het abonnementstarief van € 19,00 per maand. Dit heeft mogelijk een drempelverlagend effect. Dit heeft tot gevolg dat de raming moet worden bijgesteld met € 200.000, dit wordt gedekt uit de reserve Sociaal Domein.

 

Samenvattend zien we dat meer dan de rekeningeffecten nu doorwerken in deze Berap en dat de reserve sociaal domein meer onder druk komt.  Bij de komende begroting komen we terug op de effecten voor 2022. Er is reeds bij de kadernota 2022 al enigszins geanticipeerd.