Beschikbaar stellen en toewijzen van jeugdhulp
Omschrijving
Effecten/ investeringen Hervormingsagenda jeugdzorg (nationaal)
Het doel van de Hervormingsagenda jeugdzorg is dat het stelsel rondom jeugdigen beter gaat werken en financieel weer houdbaar zal worden. Een structurele besparing is aan de orde, evenals investeringen om deze te halen. Er ligt een grote opgave op kostenbeheersing die scherpe keuzes gaat vragen. In de Hervormingsagenda zijn zowel maatregelen opgenomen die geld kosten, zoals een verbetering in kwaliteit, als maatregelen die (op termijn) een besparing opleveren. Ook is rekening gehouden met kosten voor de uitrol van maatregelen. De richting van de aanpassingen: een inperking van de reikwijdte van de Jeugdwet, een verbetering van de toegang en integraliteit van het sociaal domein en een versteviging van de sociale basis.
Vertrekpunt voor de Hervormingsagenda is een structurele besparing van €1 miljard vanaf 2027. Voor een deel van de maatregelen (ongeveer €650 miljoen) zijn het Rijk en de VNG het eens over de haalbaarheid. Voor de resterende €380 miljoen zijn er meer onzekerheden wat betreft de verwachte opbrengst en de duurzaamheid van de maatregelen. Wanneer we de besparingsopgave vertalen naar Twenterand betekent dit dat we uiteindelijk – volgens onze huidige inzichten vanaf 2026 – ca. 2 miljoen minder aan rijksbijdrage krijgen voor jeugdhulp. Hier is al rekening mee gehouden in de meerjarenbegroting.
Een externe Deskundigencommissie brengt begin 2025 zwaarwegend advies uit aan het rijk en de VNG ten aanzien van de uitvoering van de maatregelen en de gepleegde inspanningen, vooral in relatie tot de uitgavenontwikkeling. Een belangrijk punt daarin is hoe wordt omgegaan met de autonome prijsontwikkeling waar gemeentes geen invloed op hebben. Het uiteindelijke financiële effect is daarom op dit moment nog lastig concreet te berekenen.
We zijn al een aantal jaren bezig om de beweging van geïndiceerde zorg naar voorliggende voorzieningen te maken. De inzet van Praktijkondersteuners Jeugd bij de huisartsen, gezinswerk en Coördinatoren Externe verwijzers (CEV-ers) hebben tot een onderbouwde besparing op geïndiceerde jeugdhulp gezorgd. Dit leidde tot een forse positieve prestatie op financieel en inhoudelijk gebied. Hierdoor kwamen we in 2022 en 2023 zelfs uit met de rijksbijdrage voor jeugdhulp!
Helaas is dit geen garantie voor de toekomst en blijft investeren in besparingen en daarmee het voorveld noodzakelijk. De maatregelen en de bezuinigingen uit de Hervormingsagenda Jeugd vragen voor de komende jaren een extra inspanning. Een aantal van deze maatregelen worden regionaal opgepakt in de Inkoop Jeugdhulp 2025, in de transformatie-opgave voor aanbieders die hieraan verbonden is en in de Samenwerkingsagenda Jeugdhulp Twente. Daarnaast zijn we lokaal bezig met het doorontwikkelen van een stevig lokaal team, het uitwerken van een integrale, domeinoverstijgende aanpak en het ontwikkelen van collectief, vrij toegankelijk aanbod. Gezien de grote inhoudelijke en financiële taakstelling op de hervormingsagenda komen we hier wanneer er meer duidelijkheid over is – op inhoud en financiën – bij uw raad op terug.
Doorontwikkeling toegang tot het sociaal domein en het lokaal team
Gemeenten zijn vanuit verschillende wet- en regelgeving verantwoordelijk voor de toegang tot zorg en ondersteuning in het sociaal domein. De (her)inrichting van de toegang, met stevige lokale teams, wordt daarbij gezien als sleutel om zorg en ondersteuning beter te organiseren, waarbij het perspectief van de inwoner centraal komt te staan. Deze beweging zien we in heel veel akkoorden en programma’s in het sociaal domein terug, maar dit heeft bijvoorbeeld ook een link met dienstverlening.
Gemeenten moeten zorgdragen voor een laagdrempelige toegang tot ondersteuning. Ook moet er gezorgd worden voor krachtige, goed bereikbare lokale teams die aanwezig zijn op plekken waar inwoners van nature komen, direct hulp bieden en, als nodig, schakelen met gemeentelijke afdelingen, collectieve voorzieningen en aanvullende expertise. De teams vormen voor inwoners het vertrouwde gezicht en blijven aanspreekpunt zo lang als nodig. Dit sluit aan bij de twee ontwikkelrichtingen die we in Twenterand hebben gekozen voor de doorontwikkeling van de toegang: samenhangend organiseren en inwoner als uitgangspunt.
Terwijl de opgaven dus groot zijn, en burgers verwachten dat gemeenten met hun dienstverlening dichter bij hen komen te staan, wordt er door het Rijk de komende jaren sterk bezuinigd, niet alleen op Jeugdhulp. We doen al veel, maar dit vraagt de komende jaren een meer efficiënte en effectieve samenwerking om inwoners zo vroeg mogelijk in beeld te krijgen en preventief te kunnen werken, inwoners waar noodzakelijk zo goed mogelijk te ondersteunen en de instroom naar geïndiceerde zorg te beperken. Dit is een gezamenlijk opdracht met ons voorliggend veld.
Doorontwikkeling dashboard voorliggend veld
In het coalitieakkoord wordt beoogd de positie van het voorliggend veld te versterken, door het ontwikkelen van een dashboard voor het voorliggend veld. In 2024 wordt gestart met een inventarisatie van de verschillende systemen, eenduidigheid in registratie en verwerkingsmethoden van het voorliggend veld, om te onderzoeken hoe een dashboard ontwikkeld kan gaan worden. Onderzocht wordt of er het mogelijk is de huidige systemen te koppelen en/of dat de data via een ander systeem gegenereerd moet gaan worden. Het ontwikkelen van een dashboard kan mogelijk mogelijk leiden tot een nader voorstel.
Continuïteit cruciale jeugdhulp
Binnen het huidige onrustige jeugdhulp- zorglandschap zien we dat de continuïteit van cruciale jeugdhulp bij een aantal grote aanbieders in gevaar is. Redenen hiervan zijn divers en oorzaken niet eenvoudig te verhelpen. De risico’s op discontinuïteit van cruciale jeugdhulp moeten zoveel mogelijk beperkt worden in het belang van de jeugdigen en hun verzorgers. Wanneer continuïteitsrisico’s ontstaan of voortduren de komende jaren, is het van belang om deze vroegtijdig te signaleren en om ze te beheersen wanneer de ernst ervan toeneemt. Daar waar nodig en mogelijk dienen passende, objectieve en weloverwogen besluiten genomen te worden over het al dan niet (financieel) ondersteunen van cruciale jeugdhulpaanbieders.