In Nederland en daarmee ook in onze Twenterandse gemeente zijn vele ontwikkelingen gaande. De grote opgaven rondom wonen, koopkracht, vergrijzing, migratie, energie en klimaat zijn al vaak genoemd. Tegelijkertijd is het van belang nieuwe opgaven in een vroeg stadium te signaleren en hier tijdig mee aan de slag te gaan. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op wat kansen biedt. Daarnaast staat de samenleving ook niet stil. Burgers zijn mondiger, vertrouwen in de overheid staat onder druk en eisen aan onze dienstverlening en in goede participatieprocessen nemen in onze beleving toe.
Er is dus veel dynamiek en dat vraagt om behendig (be)sturen met visie en om een wendbare ambtelijke organisatie. In lijn hiermee is en wordt in 2024 de organisatiefilosofie uitgewerkt naar concrete nieuwe structuren en werkwijzen wat in 2025 verder ontwikkeld zal worden. Het bevorderen van integraliteit en samenspel tussen raad, college, ambtelijke organisatie, inwoners, ondernemingen, medeoverheden en andere organisaties – ook buiten de gemeentegrenzen - zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Verschillende perspectieven vergroten de kennis, creativiteit, mogelijke synergievoordelen en zorgen dat oplossingen ook voor de langere termijn houdbaar zijn.
Soms ontstaat daarbij de indruk dat alles urgent is en keuzes haast onmogelijk te maken zijn. Des te meer is het prioriteren van doelstellingen belangrijk. In alle programma’s klinkt een besef van schaarste aan financiële middelen en ambtelijke capaciteit. Zonder duidelijke keuzes gaat dit ten koste van de kwaliteit, maar belangrijker nog is dit een risico om beoogde doelen niet te halen. Goed bestuur vraagt om een sterke hand op het stuur, bijsturen waar nodig, anticiperend op de omgeving.
Het “financiële ravijnjaar 2026” voor Nederlandse gemeenten is niet opgelost. Veel gemeenten zijn langere tijd - in afwachting van een nieuw kabinet - terughoudend geweest ten aanzien van bezuinigingsmaatregelen. Die onduidelijkheid is er tijdens het schrijven van deze kadernota nog steeds. De realiteit van nu is dat gemeenten rekening dienen te houden met aanzienlijk minder structurele inkomsten uit het gemeentefonds vanaf 2026 en dat naar verwachting het rijk ons volledige meerjarentekort niet zal compenseren. Ons meerjarentekort is maar liefst ruim € 3,5 miljoen en dan blijven er naast ongewis kabinetsbeleid nog diverse risico's (zie doelenbomen).